Besluit 1999/276 - Gemeenschappelijk meerjarenactieplan ter bevordering van een veiliger gebruik van Internet door het bestrijden van illegale en schadelijke inhoud op mondiale netwerken

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31999D0276

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31999D0276

Beschikking nr. 276/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 januari 1999 tot vaststelling van een communautair meerjarenactieplan ter bevordering van een veiliger gebruik van Internet door het bestrijden van illegale en schadelijke inhoud op mondiale netwerken

Publicatieblad Nr. L 033 van 06/02/1999 blz. 0001 - 0011

BESCHIKKING Nr. 276/1999/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 januari 1999 tot vaststelling van een communautair meerjarenactieplan ter bevordering van een veiliger gebruik van Internet door het bestrijden van illegale en schadelijke inhoud op mondiale netwerken

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 129 A, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),

Overeenkomstig de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (4),

  • (1) 
    Overwegende dat Internet voordelen biedt, met name voor het onderwijs, doordat het de consumenten nieuwe mogelijkheden aanreikt, de drempels naar het scheppen en verspreiden van inhoud verlaagt en brede toegang verschaft tot steeds rijkere bronnen van digitale informatie, zoals op 17 februari 1997 door de Raad van de Unie en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, werd erkend in hun resolutie betreffende illegale en schadelijk inhoud op Internet (5);
  • (2) 
    Overwegende dat de schadelijke en illegale inhoud die via Internet circuleert, ook al is hij beperkt, nadelig kan zijn voor het creëren van een gunstig klimaat dat noodzakelijk is voor initiatieven en voor de ontplooiing van ondernemingen;
  • (3) 
    Overwegende dat het, teneinde ervoor te zorgen dat de consumenten ten volle van Internet gebruik maken, van essentieel belang is een veiliger gebruiksklimaat te creëren door het illegale gebruik van de technische mogelijkheden van Internet te bestrijden, met name waar het gaat om strafbare feiten tegen kinderen, mensenhandel en het verspreiden van racistische en xenofobe ideeën;
  • (4) 
    Overwegende dat de consumenten een hoog niveau van bescherming moet worden geboden; dat de Gemeenschap hieraan dient bij te dragen door specifieke maatregelen te nemen ter ondersteuning en aanvulling van het beleid van de lidstaten op het gebied van voorlichting aan consumenten inzake een veiliger gebruik van Internet;
  • (5) 
    Overwegende dat de bevordering van zelfregulering door de branche en van afspraken over inhoudbewaking, de ontwikkeling van door de branche aangeboden filters en beoordelingssystemen, en betere bekendheid met de door de branche aangeboden filters en beoordelingssystemen, en betere bekendheid met de door de branche aangeboden diensten, alsmede intensievere internationale samenwerking tussen alle betrokken partijen, een cruciale rol zullen spelen bij het consolideren van dat veiliger klimaat en zullen bijdragen aan de opheffing van de belemmeringen voor de ontwikkeling en het concurrentievermogen van de branche;
  • (6) 
    Overwegende dat de Raad de Commissie op 24 april 1996 heeft verzocht een overzicht op te stellen van de problemen die voortvloeien uit de snelle ontwikkeling van Internet, en in het bijzonder na te gaan of communautaire of internationale regelgeving wenselijk is;
  • (7) 
    Overwegende dat de Commissie op 23 oktober 1996 aan het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's een mededeling betreffende illegale en schadelijke inhoud op het Internet heeft voorgelegd, alsmede een Groenboek inzake bescherming van minderjarigen en menselijke waardigheid in het kader van audiovisuele en informatiediensten;
  • (8) 
    Overwegende dat de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, in de bovengenoemde resolutie van 17 februari 1997 het verslag van de Commissiewerkgroep illegale en schadelijke inhoud op Internet hebben toegejuicht en de lidstaten en de Commissie hebben verzocht een aantal acties te ondernemen;
  • (9) 
    Overwegende dat het Europees Parlement in zijn resolutie van 24 april 1997 betreffende de mededeling van de Commissie inzake illegale en schadelijke inhoud op Internet (6), de lidstaten heeft opgeroepen de bestuurlijke samenwerking van overheden op basis van gemeenschappelijke richtsnoeren te versterken, en de Commissie heeft opgeroepen om na raadpleging van het Europees Parlement een gemeenschappelijk kader voor zelfregulering op het niveau van de Europese Unie voor te stellen;
  • (10) 
    Overwegende dat tijdens de van 6 tot 8 juli 1997 op initiatief van de Duitse regering te Bonn gehouden internationale ministerconferentie onder de titel "Global Information Networks: Realising the Potential" een ministeriële verklaring is goedgekeurd waarin de ministers de mogelijke rol hebben benadrukt van de particuliere sector bij de bescherming van de belangen van de consumenten en bij de bevordering en de eerbiediging van ethische normen door middel van doelmatige systemen voor zelfregulering die in overeenstemming zijn met en steunen op wettelijke voorschriften; dat zij de branche hebben aangemoedigd om open, platformonafhankelijke systemen voor inhoudbeoordeling in te voeren en beoordelingsdiensten voor te stellen die voldoen aan de behoeften van de verschillende gebruikers en rekening houden met de verscheidenheid van culturen en talen in Europa; dat de ministers voorts hebben erkend dat het van cruciaal belang is veiligheid en vertrouwen in de wereldwijde informatienetwerken op te bouwen door ervoor te zorgen dat de fundamentele rechten van de mens worden geëerbiedigd en door de maatschappelijke belangen van de maatschappij in het algemeen, inclusief die van producenten en consumenten, te vrijwaren;
  • (11) 
    Overwegende dat de Raad op 24 september 1998 een aanbeveling heeft aangenomen betreffende de ontwikkeling van de concurrentiepositie van de Europese industrie van audiovisuele en informatiediensten door de bevordering van nationale kaders teneinde een vergelijkbaar en doeltreffend niveau van bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid te bereiken, hierna te noemen "de aanbeveling betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid" (7); dat dit actieplan in nauwe samenwerking met de aanbeveling van de Raad zal worden uitgevoerd;
  • (12) 
    Overwegende dat medewerking van de branche bij het opzetten van een vrijwillig zelfreguleringssysteem kan bijdragen om de stroom van illegale inhoud op Internet te beperken;
  • (13) 
    Overwegende dat coördinatie op Europees niveau van representatieve en zelfregulerende instanties van wezenlijk belang is, willen dergelijke systemen in geheel Europa doelmatig zijn; dat daartoe de invoering van systemen voor zelfregulering door de branche - waarbij representatieve organisaties van aanbieders van Internetdiensten, consumenten en gebruikers betrokken zijn - en van doelmatige gedragscodes moet worden gestimuleerd binnen het vigerende regelgevende kader en dat indien noodzakelijk meldingssystemen via directe klachtenlijnen voor het publiek moeten worden opengesteld zodat gebruikers inhoud die zij illegaal achten, kunnen melden;
  • (14) 
    Overwegende dat eventuele meldingssystemen met directe klachtenlijnen de door de lidstaten genomen maatregelen dienen te ondersteunen en te bevorderen; overwegende dat dubbel werk dient te worden voorkomen; dat eventuele meldingssystemen met klachtenlijnen kunnen worden ingesteld in samenwerking met de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten; dat vervolging en bestraffing van diegenen die aansprakelijk zijn voor illegale inhoud een taak dient te blijven van de nationale rechtshandhavingsinstanties;
  • (15) 
    Overwegende dat het aanbod aan consumenten van filters en beoordelingssystemen zoals de PICS-standaard (Platform for Internet Content Selection) die door het World Wide Web Consortium met steun van de Gemeenschap is opgezet, op Europees niveau moeten worden bevorderd;
  • (16) 
    Overwegende dat bewustmakingsacties die in de lidstaten plaatsvinden en die een Europese meerwaarde zouden moeten hebben, moeten worden gestimuleerd, zodat de gebruikers inzicht krijgen in zowel de mogelijkheden als de nadelen van Internet, teneinde het gebruik van de door de branche aangeboden diensten te vergroten; dat met name ouders, opvoeders en consumenten voldoende geïnformeerd moeten zijn, zodat zij optimaal gebruik kunnen maken van programmatuur voor controle door ouders en van beoordelingssystemen; dat het dienstig ware te voorzien in een meerjarenactieplan om een veiliger gebruik van Internet te bevorderen;
  • (17) 
    Overwegende dat het, gezien het mondiale karakter van de met Internet verband houdende problemen, die mondiale oplossingen vereisen, essentieel is samenwerkingsactiviteiten met internationale organisaties en derde landen op te zetten, teneinde dit actieplan uit te voeren en de draagwijdte ervan tot buiten de Europese Unie te vergroten;
  • (18) 
    Overwegende dat acties inzake inhoud moeten aansluiten bij lopende nationale en communautaire initiatieven, zoals met name in het actieplan van de Commissie "Europa op weg naar de informatiemaatschappij: een actieplan" wordt beschreven, en uitgevoerd moeten worden in synergie met andere communautaire werkzaamheden op dat gebied zoals het programma INFO 2000 (8), met communautaire onderzoekprogramma's (programma's betreffende geavanceerde technologie, geavanceerde communicatiediensten en telematica), met communautaire acties en initiatieven op het gebied van onderwijs, opleiding, cultuur en het MKB, en met de structuurfondsen;
  • (19) 
    Overwegende dat bij de activiteiten in het kader van dit actieplan acht dient te worden geslagen op de op het gebied van justitie en binnenlandse zaken verrichte werkzaamheden;
  • (20) 
    Overwegende dat de voortgang van dit actieplan voortdurend en systematisch moet worden gevolgd teneinde het, waar nodig, aan te passen aan de ontwikkelingen op de audiovisuele en de multimediamarkt; dat het actieplan te zijner tijd aan een onafhankelijke voortgangsbeoordeling onderworpen dient te worden, teneinde de nodige achtergrondinformatie te verkrijgen om de doelstellingen van latere beleidsacties inzake inhoud te bepalen; dat bij de afloop van dit actieplan de verkregen resultaten aan de in deze beschikking uiteengezette doelstellingen getoetst moeten worden;
  • (21) 
    Overwegende dat, gezien het subsidiariteitsbeginsel van artikel 3 B van het Verdrag, de doelstellingen van het overwogen optreden, gelet op het transnationale karakter van de betrokken onderwerpen, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt;
  • (22) 
    Overwegende dat dit actieplan een looptijd van vier jaar dient te krijgen teneinde de acties waarmee de doelstellingen kunnen worden verwezenlijkt, te kunnen uitvoeren;
  • (23) 
    Overwegende dat in dit besluit voor de hele looptijd van het actieplan financiële middelen worden vastgesteld die voor de begrotingsautoriteit in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure het voornaamste referentiepunt zijn in de zin van punt 1 van de verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 6 maart 1995 (9),

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Er wordt een communautair meerjarenactieplan vastgesteld ter bevordering van een veiliger gebruik van Internet ("het actieplan"), zoals beschreven in bijlage I.
  • 2. 
    Het actieplan bestrijkt een periode van vier jaar, vanaf 1 januari 1999 tot en met 31 december 2002.
  • 3. 
    Het financiële kader voor de uitvoering van het actieplan voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2002 wordt hierbij vastgesteld op 25 miljoen EUR.

De jaarlijkse kredieten worden binnen de limieten van de financiële vooruitzichten goedgekeurd door de begrotingsautoriteit.

In bijlage II staat een indicatieve verdeling van de uitgaven.

Artikel 2

Het actieplan heeft tot doel een veiliger gebruik van Internet te bevorderen en op Europees niveau de totstandbrenging van een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van de Internetbranche aan te moedigen.

Artikel 3

Ter verwezenlijking van de doelstelling van artikel 2 worden onder leiding van de Commissie en in overeenstemming met de in bijlage I vermelde actiepunten en de in bijlage III beschreven wijze van uitvoering van het actieplan de volgende acties ter ondersteuning en stimulering van door de lidstaten genomen maatregelen ondernomen:

  • zelfregulering door de branche en afspraken over inhoudbewaking bevorderen (bijvoorbeeld ter bestrijding van inhoud zoals kinderporno of inhoud die aanzet tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst, nationaliteit of etnische oorsprong);
  • de branche aanmoedigen om filters en beoordelingssystemen aan te bieden die ouders of leerkrachten in staat stellen om voor de kinderen onder hun hoede geschikte inhoud te selecteren en waarbij volwassenen kunnen beslissen welke legale inhoud zij wensen te raadplegen, en die rekening houden met de verscheidenheid van culturen en talen;
  • de gebruikers, met name ouders, leerkrachten en kinderen, beter bekend maken met de door de branche aangeboden diensten, zodat zij een beter inzicht krijgen in de mogelijkheden van Internet en er meer profijt van kunnen hebben;
  • ondersteunende acties zoals het beoordelen van de juridische implicaties;
  • activiteiten ter stimulering van internationale samenwerking op de bovenvermelde gebieden;
  • andere acties waardoor de in artikel 2 vermelde doelstelling wordt bevorderd.

Artikel 4

  • 1. 
    De Commissie is belast met de uitvoering van het actieplan.
  • 2. 
    De procedure van artikel 5 is van toepassing op:
  • het werkprogramma, inclusief de uitgaven voor de in punt 9 van bijlage III bedoelde activiteiten;
  • de verdeling van de financiële middelen;
  • de criteria en de inhoud van de oproepen tot het indienen van voorstellen;
  • de beoordeling van de projecten die overeenkomstig de oproepen tot het indienen van voorstellen voor communautaire financiering zijn ingediend en het geraamde bedrag van de communautaire bijdrage voor elk project zo dit 300 000 EUR of meer bedraagt;
  • de maatregelen betreffende de evaluatie van het programma;
  • afwijkingen van de bepalingen van bijlage III;
  • deelneming aan projecten door rechtspersonen uit derde landen en internationale organisaties als bedoeld in artikel 7, lid 3;
  • andere activiteiten die in het kader van artikel 3, laatste punt, kunnen worden ondernomen.
  • 3. 
    Indien de in lid 2, vierde streepje, bedoelde communautaire bijdrage minder dan 300 000 EUR bedraagt, stelt de Commissie het comité in kennis van de projecten en van het resultaat van de beoordeling ervan.
  • 4. 
    De Commissie brengt het comité op gezette tijden op de hoogte van de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van het programma in zijn geheel.

Artikel 5

De Commissie wordt bijgestaan door een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.

Indien de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Indien de Raad, na verloop van een termijn van drie maanden na de indiening van het voorstel bij de Raad, geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.

Artikel 6

  • 1. 
    Om te waarborgen dat de communautaire steun doeltreffend wordt aangewend, zorgt de Commissie ervoor dat de acties uit hoofde van deze beschikking onderworpen worden aan een doelmatige beoordeling vooraf en aan controle en evaluatie achteraf.
  • 2. 
    Tijdens de uitvoering en na de voltooiing van de projecten evalueert de Commissie de wijze waarop ze zijn uitgevoerd en het effect van de uitvoering om na te gaan of de oorspronkelijke doelstellingen zijn bereikt.
  • 3. 
    De geselecteerde begunstigden leggen jaarlijks een verslag voor aan de Commissie.
  • 4. 
    Na twee jaar en aan het eind van de looptijd van het actieplan dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's een tevoren door het in artikel 5 bedoelde comité besproken evaluatierapport in over de resultaten van de uitvoering van de in bijlage I opgenomen actiepunten. Er zal eveneens worden verwezen naar algemene gegevens betreffende alle categorieën illegale inhoud. De Commissie kan op basis van deze resultaten voorstellen doen om het actieplan bij te sturen.

Artikel 7

  • 1. 
    Deelneming aan dit actieplan kan worden toegestaan aan rechtspersonen die gevestigd zijn in de EVA-staten welke lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER), overeenkomstig de bepalingen van de EER-overeenkomst.
  • 2. 
    Deelneming, waaronder deelneming aan communautaire programma's, kan worden toegestaan aan rechtspersonen die gevestigd zijn in geassocieerde landen in Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de voorwaarden, met inbegrip van financiële regelingen, die overeengekomen zijn in de aanvullende protocollen bij de associatieovereenkomsten.

Deelneming kan worden toegestaan aan rechtspersonen die gevestigd zijn in Cyprus, op basis van aanvullende kredieten volgens dezelfde regels als die welke van toepassing zijn op de EVA-staten die lid zijn van de EER, in overeenstemming met procedures die met die landen moeten worden overeengekomen.

  • 3. 
    Deelneming kan overeenkomstig de procedure van artikel 5 en zonder financiële steun van de Gemeenschap krachtens dit actieplan worden toegestaan aan in andere derde landen gevestigde rechtspersonen en aan internationale organisaties, op voorwaarde dat deze deelneming op doeltreffende wijze bijdraagt tot de uitvoering van het actieplan en het beginsel van het wederzijdse voordeel in acht wordt genomen.

Artikel 8

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 januari 1999.

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

  • J. 
    M. GIL-ROBLES

Voor de Raad

De Voorzitter

  • J. 
    FISCHER
  • (1) 
    BP C 48 van 13.2.1998, blz. 8 en PB C 324 van 22.10.1998, blz. 6.
  • (2) 
    PB C 214 van 10. 7. 1998, blz. 29.
  • (3) 
    PB C 251 van 10. 8. 1998, blz. 51.
  • (4) 
    Advies van het Europees Parlement van 2 juli 1998 (PB C 226 van 20.7.1998, blz. 33), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 24 september 1998 (PB C 360 van 23.11.1998, blz. 83) en beschikking van het Europees Parlement van 17 november 1998 (PB C 379 van 7.12.1998). Besluit van de Raad van 21 december 1998.
  • (5) 
    PB C 70 van 6. 3. 1997, blz. 1.
  • (6) 
    PB C 150 van 19. 5. 1997, blz. 38.
  • (7) 
    PB L 270 van 7. 10. 1998, blz. 48.
  • (8) 
    Beschikking 96/339/EG van de Raad van 20 mei 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van de ontwikkeling van een Europese multimedia-inhoudindustrie en ter aanmoediging van het gebruik van multimedia-inhoud in de opkomende informatiemaatschappij (INFO 2000) (PB L 129 van 30.5.1996, blz. 24).
  • (9) 
    PB C 102 van 4. 4. 1996, blz. 4.

BIJLAGE I

COMMUNAUTAIR MEERJARENACTIEPLAN TER BEVORDERING VAN EEN VEILIGER GEBRUIK VAN INTERNET

ACTIEPUNTEN

De actiepunten zijn, in combinatie met de aanbeveling van de Raad betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid, een middel om een Europese aanpak voor een veiliger gebruik van Internet, gebaseerd op zelfregulering door de branche, filtering, beoordeling en bewustmaking, in praktijk te brengen. Voor deze aanpak werd krachtige steun betuigd op het niveau van het Europees Parlement, de Raad en de lidstaten, alsmede in de ruimere Europese context van de verklaring van Bonn, die de ministers van 29 Europese staten zijn overeengekomen.

De actiepunten hebben de volgende doelstellingen:

  • de actoren (branche, gebruikers) ertoe aanzetten adequate zelfreguleringssystemen te ontwikkelen en toe te passen;
  • ontwikkelingen op gang brengen door demonstraties te ondersteunen en de toepassing van technische oplossingen te stimuleren;
  • ouders en leerkrachten alert maken en informeren, met name via hun respectieve verenigingen;
  • de samenwerking en de uitwisseling van ervaring en beste praktijken op Europees en mondiaal niveau stimuleren;
  • de coördinatie in geheel Europa en tussen de betrokken actoren bevorderen;
  • zorgen voor compatibiliteit van de in Europa gevolgde aanpak met die welke elders wordt gevolgd.
  • 1. 
    Actiepunt 1. Een veilig klimaat scheppen

De medewerking van de branche en een ten volle functionerend zelfreguleringssysteem zijn essentieel wil men de stroom illegale inhoud op Internet indammen.

1.1. Een Europees netwerk van klachtenlijnen instellen

Een doeltreffende methode om het circuleren van illegaal materiaal te beperken, is het instellen van een Europees netwerk van meldpunten (ook klachtenlijnen genoemd) waar de gebruikers de inhoud kunnen melden die zij tijdens het gebruik van Internet hebben aangetroffen en die volgens hen illegaal is. De verantwoordelijkheid voor de vervolging en bestraffing van degenen die voor de illegale inhoud aansprakelijk zijn, blijft bij de nationale rechtshandhavingsinstanties, terwijl de klachtenlijn tot doel heeft het bestaan van illegaal materiaal te signaleren om de circulatie ervan te beperken. Verschillen in de nationale rechtsstelsels en culturen dienen ook geëerbiedigd te worden.

Tot dusver beschikt slechts een beperkt aantal lidstaten over klachtenlijnen. De invoering van klachtenlijnen moet worden gestimuleerd, zodat ze de gehele Europese Unie bestrijken, zowel in geografisch als in taalkundig opzicht. Er moet worden voorzien in regelingen voor de uitwisseling van informatie tussen de nationale klachtenlijnen en tussen het Europese netwerk en klachtenlijnen in derde landen.

Om het volledige potentieel van dit netwerk tot ontplooiing te laten komen, is het nodig de samenwerking tussen de branche en de rechtshandhavingsinstanties te verbeteren, ervoor te zorgen dat het bereik en de samenwerking pan-Europees zijn, en de doelmatigheid te vergroten door de uitwisseling van informatie en ervaring.

Deze actie zal worden uitgevoerd via een oproep tot het indienen van voorstellen die erop gericht zijn dat de deelnemende organisaties (20-25) een Europees netwerk van klachtenlijnen en verbindingen tussen dit netwerk en klachtenlijnen in derde landen tot stand brengen, gemeenschappelijke benaderingswijzen ontwikkelen en de overdracht van kennis en beste praktijken stimuleren.

De deelnemende organisaties zullen worden gesteund door actoren uit de gehele branche (aanbieders van toegang en diensten, telecommunicatie-exploitanten, organisatoren van nationale klachtenlijnen) en door vertegenwoordigers van de diverse soorten gebruikers. Zij zullen moeten aantonen dat hun aanpak toekomstgericht en innoverend is, met name in hun relatie met de nationale rechtshandhavingsinstanties.

1.2. Zelfregulering en gedragscodes aanmoedigen

Wil de branche op doelmatige wijze bijdragen aan het indammen van de stroom illegale en schadelijke inhoud, dan is het ook belangrijk dat ondernemingen worden aangemoedigd om een zelfreguleringskader te ontwikkelen door samenwerking met de overige betrokken partijen. De zelfregulering moet een hoge mate van bescherming bieden en aandacht schenken aan traceerbaarheidskwesties.

Gezien het transnationale karakter van communicatienetwerken zal de doelmatigheid van zelfreguleringsmaatregelen op Europees niveau worden vergroot door coördinatie van de nationale initiatieven en van de organisaties die voor de uitvoering ervan verantwoordelijk zijn.

In het kader van dit actiepunt zullen op Europees niveau richtsnoeren voor gedragscodes worden ontwikkeld, zodat een consensus voor de toepassing ervan tot stand komt en de uitvoering ervan wordt ondersteund. Deze actie zal worden uitgevoerd via een aanbesteding met het oog op het selecteren van organisaties die zelfregulerende instanties kunnen helpen om gedragscodes te ontwikkelen en ten uitvoer te leggen. Tegelijk met de ontwikkeling van deze codes moet eveneens de ontwikkeling van een systeem van zichtbare "Site-keurmerken" worden bevorderd, aan de hand waarvan gebruikers kunnen zien dat deze aanbieders van Internetdiensten volgens de codes te werk gaan. Er zullen maatregelen worden genomen om de voortgang nauwlettend te volgen. Dit zal gebeuren in nauwe coördinatie met de bevordering van gemeenschappelijke richtsnoeren voor de wijze waarop op nationaal niveau uitvoering wordt gegeven aan een zelfreguleringskader, zoals bepleit in de aanbeveling van de Raad betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid.

  • 2. 
    Actiepunt 2. Filter- een beoordelingssystemen ontwikkelen

Om een veilig gebruik van Internet te bevorderen is het belangrijk inhoud makkelijker identificeerbaar te maken. Dit kan geschieden door middel van een beoordelingssysteem dat inhoud beschrijft overeenkomstig een algemeen erkende classificatie (waarbij bijvoorbeeld categorieën als seks of geweld op een bepaalde schaal worden beoordeeld) en door middel van filters die de gebruiker in staat stellen om de inhoud te selecteren die hij/zij wil ontvangen. Beoordelingen kunnen door de aanbieder van de inhoud worden toegevoegd of worden toegekend door derden die beoordelingen verrichten. Er zijn verscheidene filter- en beoordelingssystemen mogelijk. Ze zijn echter nog niet erg verfijnd en er heeft er nog geen de "kritische massa" bereikt die de gebruikers de zekerheid verschaft dat inhoud waarvoor zij belangstelling hebben en inhoud die zij willen vermijden correct wordt beoordeeld zonder dat volkomen onschadelijke inhoud wordt geblokkeerd. Beoordelingssystemen worden nog steeds weinig gebruikt door de Europese aanbieders en gebruikers van inhoud.

De maatregelen in het kader van dit actiepunt zullen gericht zijn op het demonstreren van de mogelijkheden en de beperkingen van filter- en beoordelingssystemen in een reële omgeving met het doel de invoering van Europese systemen aan te moedigen en de gebruikers vertrouwd te maken met het gebruik ervan. Filter- en beoordelingssystemen moeten internationaal compatibel en interoperabel zijn en met de volledige medewerking van vertegenwoordigers van de branche, de consumenten en de gebruikers worden ontwikkeld.

2.1. De voordelen van filtering en beoordeling demonstreren

Er zullen beoordelingssystemen worden gestimuleerd die internationaal compatibel zijn, aan de Europese behoeften beantwoorden en die garanderen dat filtering en beoordeling op zodanige wijze worden toegepast dat gebruikers, ouders en leerkrachten de beschikking krijgen over in de praktijk bruikbare opties. Om een kritische massa op te bouwen, moet een groot aantal sites worden bestreken. Daarom zullen maatregelen worden genomen om de toepassing van beoordelingen door de aanbieders van inhoud te stimuleren. Beoordeling door onafhankelijke derden biedt de garantie dat de inhoudbeoordeling op gestandaardiseerde wijze geschiedt, en biedt een oplossing voor gevallen waarin de inhoudaanbieder nalaat de inhoud naar behoren te beoordelen. Er moet worden voldaan aan specifieke behoeften van zakelijke, institutionele of educatieve gebruikers, alsmede aan de behoeften van eindgebruikers waarin niet wordt voorzien door het beoordelingssysteem van de inhoudaanbieder.

Na een oproep tot het indienen van voorstellen zullen projecten worden geselecteerd om beoordelingssystemen met betrekking tot Europese inhoud te valideren, de integratie van beoordeling in het proces van het creëren van inhoud aan te moedigen en de voordelen van deze technische oplossingen te demonstreren. Het accent zal worden gelegd op het nut en de bruikbaarheid in "reële" situaties waarbij een grote representatieve groep typische gebruikers betrokken is. Dit kan ook inhouden dat er proeven worden gedaan om te zien hoeveel bescherming het filteren van software biedt tegen het omzeilen of desactiveren van die zelfde software.

Een tweede oproep tot het indienen van voorstellen zal specifiek gericht zijn op het valideren en demonstreren van beoordelingssystemen van derden.

Om zoveel mogelijk profijt van de demonstratieprojecten te trekken, moet het effect ervan worden geëvalueerd en moet worden gezorgd voor de verspreiding van de resultaten in geheel Europa. Voor de evaluatie van de demonstratieprojecten en de verspreiding van de resultaten zal een aanbesteding worden uitgeschreven.

De demonstratieprojecten in het kader van dit actiepunt kunnen een belangrijke bijdrage leveren tot de bewustmakingsacties die in het kader van actiepunt 3 moeten worden uitgevoerd.

Bij de demonstratieprojecten zullen worden betrokken de branche (zelfreguleringsinstanties, aanbieders van toegang, diensten en inhoud, netwerkexploitanten, softwarebedrijven), gebruikers-, consumenten- en burgerrechtenorganisaties en overheidsorganen die betrokken zijn bij regelgeving voor het bedrijfsleven en bij rechtshandhaving.

2.2. Internationale overeenstemming over beoordelingssystemen vergemakkelijken

Teneinde interoperabiliteit te garanderen is internationale samenwerking tussen exploitanten en andere betrokken partijen in de Europese Unie en hun partners in andere delen van de wereld met name op het gebied van beoordeling noodzakelijk.

In een aantal organisaties wordt al gewerkt aan protocollen en aan het ontwerpen van een beoordelingssysteem dat aan de verschillende eisen beantwoordt. Het is essentieel dat Europa in internationale discussies zijn stem laat horen, en er zullen overlegvergaderingen worden georganiseerd om daarvoor te zorgen.

  • 3. 
    Actiepunt 3. Bewustmakingsacties aanmoedigen

Het publiek maakt steeds meer gebruik van Internet en trekt zo profijt van de nieuwe diensten. Tegelijkertijd bestaat er enige onzekerheid over de manier waarop de verschillende aspecten van netwerkcommunicatie onder controle te houden zijn; ouders, leerkrachten en kinderen moeten inzicht krijgen in de mogelijkheden en de nadelen van Internet en beschikken niet altijd over voldoende kennis van de middelen om kinderen tegen ongewenste inhoud te beschermen. Bewustmakingsacties dragen bij tot het vergroten van het vertrouwen van ouders en leerkrachten in een veiliger gebruik van Internet door kinderen.

Bewustmaking is ook een noodzakelijke aanvulling op de actiepunten 1 en 2, aangezien de maatregelen van de branche om zelfregulerings-, filter- en beoordelingssystemen in te voeren alleen vruchten zullen afwerpen als de gebruikers en de potentiële gebruikers van die maatregelen op de hoogte zijn.

Het Europees Parlement heeft aangedrongen op de uitvoering van een Europese campagne en een programma van informatie- en bewustmakingsacties, gefinancierd uit de begroting van de Europese Unie, teneinde ouders en alle personen die met kinderen te maken hebben (leraren, maatschappelijk werkers, enz.) in te lichten over de beste manier (inclusief technische aspecten) om minderjarigen te beschermen tegen blootstelling aan inhoud die schadelijk kan zijn voor hun ontwikkeling, en zo hun welzijn te beschermen.

Europese actie op basis van door de lidstaten ondernomen acties zal bijdragen tot een versterkte synergie, met name via de uitwisseling van informatie en ervaring. In het kader van het actieplan zullen bewustmakingsacties op gang worden gebracht die gebaseerd zullen zijn op de verspreiding van informatie van de toegangaanbieders onder de klanten, en op basis waarvan tevens materiaal zal worden ontwikkeld voor gebruik in de onderwijssector.

De bewustmakingsinitiatieven zullen aansluiten bij de bewustmakingsacties die worden uitgevoerd in het kader van andere programma's, met name Midas-Net, dat in het kader van INFO 2000 is opgericht. Als er meerdere gelijkwaardige opties voor de verspreiding van informatie aan doelgroepen zijn, dan wordt de meest gunstig geprijsde oplossing gekozen. Voor zover mogelijk en dienstig krijgt de elektronische verspreiding prioriteit.

Deze actie zal in twee fasen worden uitgevoerd. In de eerste fase zullen de beste middelen voor de verwezenlijking van de doelstellingen worden aangewezen en in de tweede fase zal aan multiplicatororganisaties in de lidstaten - zoals consumentenorganisaties en andere relevante verenigingen - bijstand worden verleend om op nationaal niveau acties uit te voeren.

3.1. Het terrein voorbereiden voor bewustmakingsacties

In de eerste fase zal een oproep worden gedaan tot het indienen van voorstellen voor een voorbereidende actie die tot doel heeft de multiplicatororganisaties en de meest geschikte kanalen, media en inhoud om het beoogde publiek te bereiken aan te wijzen, het basismateriaal te vervaardigen, het met het oog op specifieke taalkundige en culturele eisen aan te passen en rekening te houden met de resultaten van de in het kader van actiepunt 2.1 uitgevoerde demonstratieprojecten, die een belangrijke bijdrage tot de inhoud van de bewustmakingsacties zullen leveren. Er zal een uitvoeringsplan worden opgesteld.

De doelgroep wordt gevormd door ouders en leerkrachten, en bij de actie zullen de branche (aanbieders van Internetdiensten en van inhoud) en multiplicatoren zoals consumentenverenigingen en de onderwijssector worden betrokken.

3.2. De uitvoering van grootschalige bewustmakingsacties aanmoedigen

Door middel van een tweede oproep tot het indienen van voorstellen zullen initiatieven worden geselecteerd die in aanmerking komen voor communautaire steun voor het uitvoeren van een vervolgactie in alle lidstaten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de multiplicatororganisaties en de kanalen, media en inhoud welke tijdens de voorbereidende actie zijn aangewezen. Het doel van de actie is volwassenen (ouders en leerkrachten) bekend te maken met de mogelijkheden en de nadelen van Internet en met de middelen om nuttige inhoud te identificeren en schadelijke inhoud te blokkeren.

De acties zullen afgestemd zijn op de behoeften van de lidstaten en kunnen verschillen naar gelang van de grootte van de lidstaat, de bevolking, de mate van Internetgebruik, enzovoort. Er zullen twee soorten acties worden uitgevoerd: op leerkrachten en de onderwijssector gerichte acties en breder opgezette acties met het grote publiek (ouders en kinderen) als doelgroep.

De op leerkrachten gerichte acties kunnen workshops omvatten, alsmede de opstelling en beschikbaarstelling van specifiek gedrukt en multimediamateriaal aan een grote representatieve groep leden van de beroepsgroep. Er kunnen speciale netdagen - een reeks speciale evenementen die erop gericht zijn de gebruikers meer vertrouwd te maken met het net - worden georganiseerd in samenwerking met het actieplan "Leren in de informatiemaatschappij", dat de brede steun van de Internetbranche heeft gekregen. Tot de specifieke op het grote publiek gerichte acties behoren: het creëren van websites, de verspreiding van informatiemateriaal in scholen, via toegangaanbieders en winkels en andere plaatsen waar computers worden verkocht, en de verspreiding van cd-rom's bij computertijdschriften. Een meer specifieke informatie kan worden verstrekt bij de aankoop van apparatuur of software voor de toegang tot netwerken, of door aanbieders van Internetdiensten aan nieuwe abonnees. De traditionele media (pers, televisie) zouden ook worden gebruikt voor bewustmaking door middel van reclamecampagnes en informatiepakketten voor journalisten. Met behulp van het platform van het Europees netwerk van scholen, dat momenteel met de steun van de ministers van Onderwijs van de lidstaten wordt ingesteld, zullen speciale webpagina's worden gecreëerd en onderhouden.

Het doel van de communautaire steun is grootschalige bewustmakingsacties op gang te brengen en te zorgen voor algemene coördinatie en de uitwisseling van ervaring, zodat permanent lering kan worden getrokken uit de resultaten van de actie (bijvoorbeeld door aanpassing van het verspreide materiaal). De financiële steun van de Gemeenschap zal in het algemeen maximaal een derde van de in aanmerking komende kosten bedragen. Door het gebruik van bestaande netwerken kunnen kosten worden bespaard, maar er is aanvullende financiering nodig om de betrokken inhoud te produceren.

  • 4. 
    Actiepunt 4. Ondersteunende acties

4.1. De juridische implicaties beoordelen

Internet functioneert op mondiale basis. De rechtsorde functioneert op territoriale basis - nationaal of, in het geval van het Gemeenschapsrecht, in de Europese Unie. De doelmatigheid van de andere actiepunten zal worden vergroot door aandacht te besteden aan juridische kwesties die niet in het kader van andere communautaire initiatieven worden behandeld, zoals met name de vraag welk materieel en welk formeel recht van toepassing is.

Indien nodig kan, overeenkomstig de procedure van artikel 5, een aanbesteding worden uitgeschreven voor het beoordelen van de juridische kwesties die in verband met de inhoud of het gebruik van Internet zijn gerezen.

4.2. Coördineren met soortgelijke internationale initiatieven

In de aanbeveling van de Raad betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid wordt de Commissie verzocht internationale samenwerking te bevorderen op de verschillende gebieden waarop deze aanbeveling betrekking heeft, in het bijzonder door de uitwisseling van ervaring en goede praktijken tussen exploitanten en andere betrokken partijen in de Europese Unie en hun partners in andere delen van de wereld. Daarom is het noodzakelijk te zorgen voor samenhang tussen de Europese actie en soortgelijke initiatieven in andere delen van de wereld. Met regelmatige overlegvergaderingen kan daartoe worden bijgedragen.

Een overeenkomstig de procedure van artikel 5 overeengekomen internationale conferentie zou het wellicht mogelijk maken om de met de actiepunten opgedane ervaring door te geven aan de betrokken actoren, zowel in Europa als daarbuiten. Op deze conferentie zouden alle in het actieplan behandelde thema's kunnen worden besproken en zij zou een ontmoetingsplaats kunnen vormen voor de branche (zelfreguleringsinstanties, aanbieders van toegang, diensten en inhoud, netwerkexploitanten, softwarebedrijven), de gebruikers-, consumenten- en burgerrechtenorganisaties en de overheidsorganen die betrokken zijn bij regelgeving voor het bedrijfsleven en bij rechtshandhaving. Een dergelijke conferentie zou ook een rol kunnen spelen bij het verspreiden van de resultaten van het actieplan.

De conferentie zou voortbouwen op de resultaten van andere conferenties over vergelijkbare onderwerpen, waardoor overlapping met andere initiatieven zou worden vermeden.

Alvorens een dergelijke conferentie te organiseren, raadpleegt de Commissie het in artikel 5 genoemde comité.

4.3. Het effect van de communautaire maatregelen evalueren

Het is uiteraard belangrijk grondig te evalueren of de doelstellingen van het actieplan en de aanbeveling zijn verwezenlijkt. Zo kunnen ook eventuele verdere maatregelen worden aangegeven die door de branche, de communautaire instellingen, de lidstaten of de consumentenvertegenwoordigers moeten worden genomen. De geplande evaluatie, waarvoor een aanbesteding zal worden uitgeschreven, zal worden uitgevoerd in samenhang met de evaluatie van de maatregelen om minderjarigen en de menselijke waardigheid te beschermen als voorgenomen in de aanbeveling betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid.

BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

WIJZE VAN UITVOERING VAN HET ACTIEPLAN

  • 1. 
    De Commissie voert het actieplan uit in overeenstemming met de in bijlage I verstrekte technische informatie.
  • 2. 
    Het actieplan wordt uitgevoerd door middel van werkzaamheden onder contract en waar mogelijk voor gezamenlijke rekening. De financiële bijdrage van de Gemeenschap mag niet meer bedragen dan het minimum dat voor een project nodig wordt geacht, en wordt in principe alleen toegekend indien een project dreigt te stranden op financiële problemen die niet anderszins kunnen worden opgelost. Bovendien mag de financiële bijdrage van de Gemeenschap normaliter niet meer bedragen dan 50 % van de kosten van het project, behalve in met redenen omklede gevallen.
  • 3. 
    De selectie van projecten voor gezamenlijke rekening geschiedt normaliter via de gebruikelijke procedure van oproepen tot het indienen van voorstellen, die in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen worden bekendgemaakt. De inhoud van deze oproepen wordt vastgesteld in nauw overleg met deskundigen terzake en overeenkomstig de procedures als bedoeld in de beschikking. Het voornaamste criterium voor het verlenen van steun voor projecten via oproepen tot het indienen van voorstellen is hun potentiële bijdrage tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het actieplan.
  • 4. 
    De aanvragen om communautaire steun moeten, waar nodig, vergezeld gaan van een financieel plan waarin al de onderdelen van de financiering van de projecten, inclusief de van de Gemeenschap verlangde financiële steun, worden vermeld, naast alle andere verzoeken om of toekenning van steun uit andere bronnen.
  • 5. 
    De Commissie kan ook een financieringsregeling toepassen die flexibeler is dan de oproep tot het indienen van voorstellen, teneinde de totstandbrenging van samenwerkingsverbanden, vooral die waarbij KMO's en organisaties in minder ontwikkelde regio's betrokken zijn, en het nemen van langetermijnmaatregelen tegen illegale en schadelijke inhoud op Internet te stimuleren. Deze regeling zou permanent kunnen worden toegepast.
  • 6. 
    De Commissie zorgt ervoor dat in uitzonderlijke gevallen ook ongevraagde voorstellen voor projecten in overweging worden genomen, indien deze betrekking hebben op een bijzonder dringende maatregelen na technologische veranderingen die het bijsturen van de actie noodzakelijk maken.
  • 7. 
    De uitvoerige regelingen voor de in de punten 5 en 6 bedoelde procedures worden overeenkomstig artikel 5 van deze beschikking en het Financieel Reglement van de Commissie uitgevoerd. Zij worden in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt.
  • 8. 
    Projecten die in het kader van studie- en dienstverleningscontracten volledig door de Commissie worden gefinancierd, worden in overeenstemming met de geldende financiële bepalingen aanbesteed. Ter wille van de transparantie worden externe groepen deskundigen (de Internetwerkgroep en het Juridisch Adviescomité) geraadpleegd en wordt met betrekking tot de bewustmakingsmaatregelen actief gebruik gemaakt van de voorlichtingsdiensten van de Commissie.
  • 9. 
    Tijdens de uitvoering van het actieplan onderneemt de Commissie ook voorbereidende, begeleidende en ondersteunende activiteiten ter verwezenlijking van de algemene doelstellingen van het actieplan en van de specifieke doelstellingen van elk actiepunt. Hieronder vallen activiteiten zoals: studies ter ondersteuning van de algemene doelstellingen van het actieplan; acties ter voorbereiding van toekomstige activiteiten; maatregelen om de deelneming aan maatregelen in het kader van het actieplan en de toegang tot de uit de initiatieven van het actieplan voortvloeiende resultaten te vergemakkelijken.
  • 10. 
    Bij alle projecten waarvoor financiële steun wordt verleend, moet worden vermeld dat steun werd ontvangen.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.