Besluit 2014/322 - Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2014

1.

Wettekst

4.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 165/49

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 6 mei 2014

betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2014

(2014/322/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 148, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel 145 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wordt bepaald dat de lidstaten en de Unie moeten streven naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en arbeidsmarkten die soepel reageren op economische veranderingen teneinde de doelstellingen van artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie te bereiken.

 

(2)

De door de Commissie voorgestelde Europa 2020-strategie stelt de Unie in staat haar economie te richten op een slimme, duurzame en inclusieve groei, die gepaard gaat met een hoog niveau van werkgelegenheid, productiviteit en sociale samenhang. Op 13 juli 2010 heeft de Raad zijn Aanbeveling betreffende de globale richtsnoeren voor het economische beleid van de lidstaten en de Unie (3) vastgesteld. Bovendien heeft de Raad op 21 oktober 2010 Besluit 2010/707/EU (4) („werkgelegenheidsrichtsnoeren”) vastgesteld. Die richtsnoeren vormen samen de geïntegreerde richtsnoeren voor de uitvoering van de Europa 2020-strategie („geïntegreerde richtsnoeren”). Vijf kerndoelen, die onder de relevante geïntegreerde richtsnoeren worden vermeld, vormen gedeelde doelstellingen die de actie van de lidstaten sturen en rekening houden met hun relatieve uitgangsposities en nationale omstandigheden van de lidstaten, alsook met de posities en de omstandigheden van de Unie. De Europese werkgelegenheidsstrategie speelt de hoofdrol bij de verwezenlijking van de werkgelegenheids- en arbeidsmarktdoelstellingen van de Europa 2020-strategie.

 

(3)

De geïntegreerde richtsnoeren zijn in overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van 17 juni 2010. Zij geven nauwkeurig aan hoe de lidstaten hun nationale hervormingsprogramma's moeten opstellen en hervormingen moeten doorvoeren. De werkgelegenheidsrichtsnoeren dienen de basis te vormen voor eventuele landenspecifieke aanbevelingen die de Raad krachtens artikel 148, lid 4, VWEU tot de lidstaten kan richten, in combinatie met de krachtens artikel 121, lid 2, VWEU tot de lidstaten gerichte landenspecifieke aanbevelingen. De werkgelegenheidsrichtsnoeren dienen ook te worden gebruikt als basis voor het opstellen van het gezamenlijke verslag over de werkgelegenheid dat de Raad en de Commissie jaarlijks toezenden aan de Europese Raad.

 

(4)

Uit het onderzoek van de nationale hervormingsprogramma's van de lidstaten, dat is opgenomen in het op 28 februari 2013 door de Raad vastgestelde gezamenlijke verslag over de werkgelegenheid, blijkt dat de lidstaten alle mogelijke inspanningen moeten blijven richten op de volgende prioritaire gebieden: het vergroten van de arbeidsmarktparticipatie en het verlagen van de structurele werkloosheid, de ontwikkeling van geschoolde arbeidskrachten die aan de behoeften van de arbeidsmarkt voldoen en de bevordering van de arbeidskwaliteit en een leven lang leren, het verbeteren van de prestaties van de onderwijs- en opleidingsstelsels op alle niveaus en het vergroten van de participatie in het tertiair onderwijs, de bevordering van de sociale inclusie en de bestrijding van de armoede.

 

(5)

De werkgelegenheidsrichtsnoeren dienen tot eind 2014 stabiel te blijven, zodat alle aandacht kan uitgaan naar de uitvoering ervan. Tot eind 2014 dienen de werkgelegenheidsrichtsnoeren zo min mogelijk te worden bijgewerkt. In 2011, 2012 en 2013 zijn de werkgelegenheidsrichtsnoeren gehandhaafd. Zij dienen ook voor 2014 te worden gehandhaafd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten, als vastgesteld in de bijlage bij Besluit 2010/707/EU, worden gehandhaafd voor 2014 en de lidstaten houden er rekening mee in hun werkgelegenheidsbeleid.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 6 mei 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    STOURNARAS
 

  • (1) 
    Advies van 26 februari 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Advies van 21 januari 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.