Besluit 2015/384 - Sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met Senegal, en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

1.

Wettekst

10.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 65/1

 

BESLUIT (EU) 2015/384 VAN DE RAAD

van 2 maart 2015

betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal, en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43 in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Unie heeft met de Republiek Senegal onderhandeld over een vijfjarige, stilzwijgend verlengbare partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij (hierna „de overeenkomst” genoemd) en een vijfjarig protocol voor de tenuitvoerlegging van die overeenkomst (hierna „het protocol” genoemd) ondertekend, waarbij aan vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover de Republiek Senegal de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft.

 

(2)

De overeenkomst en het protocol zijn op 20 november 2014 overeenkomstig Besluit 2014/733/EU (1) ondertekend en worden met ingang van de datum van ondertekening voorlopig toegepast.

 

(3)

De overeenkomst en het protocol moeten worden goedgekeurd.

 

(4)

Bij de overeenkomst wordt een gemengde commissie opgericht die wordt belast met het toezicht op de toepassing ervan. Voorts kan de gemengde commissie overeenkomstig het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te faciliteren, dient de Commissie, onder bepaalde voorwaarden, te worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal en het protocol voor de tenuitvoerlegging ervan worden namens de Unie goedgekeurd (2).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad doet namens de Unie de respectievelijk in artikel 16 van de overeenkomst en in artikel 13 van het protocol bedoelde kennisgevingen.

Artikel 3

Onder voorbehoud van de bepalingen en de voorwaarden die zijn opgenomen in de bijlage, is de Commissie gemachtigd om, namens de Unie, wijzigingen van het protocol goed te keuren in de gemengde commissie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 2 maart 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

  • D. 
    REIZNIECE-OZOLA
 

 

BIJLAGE

Reikwijdte van de machtiging en procedure voor de vaststelling van het Uniestandpunt in de gemengde commissie

 
 

1.

De Commissie is gemachtigd om met de Republiek Senegal te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan de voorwaarden van punt 3 van deze bijlage, over te gaan tot de goedkeuring van wijzigingen van het protocol die betrekking hebben op de volgende aspecten:

 

a)

herziening van de vangstmogelijkheden en vaststelling van nieuwe vangstmogelijkheden overeenkomstig artikel 7, lid 3, onder a), van de overeenkomst en de artikelen 6 en 7 van het protocol;

 

b)

besluitvorming over de nadere bijzonderheden van steun voor het sectorale visserijbeleid overeenkomstig artikel 7, lid 3, onder b), van de overeenkomst en artikel 4 van het protocol

 

c)

voorwaarden (met inbegrip van technische specificaties en nadere bijzonderheden) van de uitoefening van de visvangst door vissersvaartuigen van de Unie overeenkomstig artikel 7, lid 3, onder c), van de overeenkomst en de bijlage bij het protocol.

 
 

2.

In de gemengde commissie die bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij is opgericht:

 

a)

handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

 

b)

voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

 

c)

ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften die door de regionale organisaties voor visserijbeheer zijn vastgesteld.

 
 

3.

Als in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, wordt ervoor gezorgd dat in het namens de Unie in te nemen standpunt rekening wordt gehouden met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde Uniestandpunt door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het beoogde Uniestandpunt in het voorbereidende document geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een blokkerende minderheid van lidstaten daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen twintig dagen na ontvangst van het voorbereidende document, naargelang welk tijdstip het vroegste is. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak naar de Raad terugverwezen.

Indien tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het namens de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

 
 

4.

De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.