Uitvoeringsverordening 2015/1386 - Gedetailleerde uitvoeringsbepalingen voor Verordening 223/2014 met betrekking tot de modellen voor de beheerverklaring, de auditstrategie, het auditoordeel en het jaarlijkse controleverslag

1.

Wettekst

13.8.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 214/9

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1386 VAN DE COMMISSIE

van 12 augustus 2015

tot vaststelling van gedetailleerde uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de modellen voor de beheerverklaring, de auditstrategie, het auditoordeel en het jaarlijkse controleverslag

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (1), en met name artikel 32, lid 10, en artikel 34, lid 6,

Na raadpleging van het Comité van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/341 van de Commissie (2) zijn de nodige bepalingen vastgesteld voor de indiening van bepaalde informatie bij de Commissie. Om de uitvoering te waarborgen van de programma's die door het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen worden gefinancierd, moeten nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 223/2014 worden vastgesteld. Om het geheel van die bepalingen beter toegankelijk te maken, moeten die bepalingen in één uitvoeringshandeling worden opgenomen.

 

(2)

Om de normen voor de opstelling en de presentatie van de beheerverklaring — waarvoor de beheerautoriteit overeenkomstig artikel 32, lid 4, onder e), van Verordening (EU) nr. 223/2014 verantwoordelijk is — te harmoniseren, moeten eenvormige voorwaarden voor de inhoud ervan worden vastgesteld, in de vorm van een standaardmodel.

 

(3)

Om de normen voor de opstelling en presentatie van de auditstrategie, het auditoordeel en het jaarlijkse controleverslag — waarvoor de auditautoriteit overeenkomstig artikel 34, lid 4, en artikel 34, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 223/2014 verantwoordelijk is — te harmoniseren, moet voor een model worden gezorgd met eenvormige voorwaarden voor de structuur en details over de aard en de kwaliteit van de informatie die bij de opstelling moet worden gebruikt.

 

(4)

Om de in deze verordening opgenomen maatregelen snel te kunnen toepassen, dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Model voor de beheerverklaring

De beheerverklaring als bedoeld in artikel 32, lid 4, onder e), van Verordening (EU) nr. 223/2014 wordt voor elk operationeel programma ingediend overeenkomstig het model in bijlage I bij deze verordening.

Artikel 2

Modellen voor de auditstrategie, het auditoordeel en het jaarlijkse controleverslag

  • 1. 
    De auditstrategie als bedoeld in artikel 34, lid 4, van Verordening (EU) nr. 223/2014 wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage II bij deze verordening.
  • 2. 
    Het auditoordeel als bedoeld in artikel 34, lid 5, eerste alinea, onder a), van Verordening (EU) nr. 223/2014 wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage III bij deze verordening.
  • 3. 
    Het jaarlijkse controleverslag als bedoeld in artikel 34, lid 5, onder b), eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 223/2014 wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage IV bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 augustus 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (2) 
    Uitvoeringsverordening (EU) 2015/341 van de Commissie van 20 februari 2015 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de modellen voor de indiening van bepaalde informatie bij de Commissie (PB L 60 van 4.3.2015, blz. 1).
 

BIJLAGE I

Model voor de beheerverklaring

Ik/wij, ondergetekende(n) (na(a)m(en), voorna(a)m(en), titel(s) of functie(s)), hoofd van de beheerautoriteit, voor het operationeel programma (naam van het operationeel programma, CCI), verklaar/verklaren,

op basis van de uitvoering van het (naam van het operationeel programma) tijdens het boekjaar dat eindigde op 30 juni (jaar),

op basis van mijn/ons eigen oordeel en alle informatie waar ik/wij ten tijde van het indienen van de jaarrekening bij de Commissie toegang toe heb(ben), met inbegrip van de resultaten van administratieve verificaties en verificaties ter plaatse die zijn verricht overeenkomstig artikel 32, lid 5, van Verordening (EU) nr. 223/2014, en van de audits en controles met betrekking tot de uitgaven in de betalingsaanvragen die bij de Commissie zijn ingediend voor het boekjaar dat eindigde op 30 juni … (jaar),

en rekening houdend met mijn/onze verplichtingen krachtens Verordening (EU) nr. 223/2014 en met name artikel 32 daarvan,

hierbij dat:

 

de informatie in de jaarrekening naar behoren wordt weergegeven en volledig en accuraat is, overeenkomstig artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) nr. 223/2014;

 

de uitgaven die in de jaarrekening zijn opgenomen, zijn gebruikt voor het beoogde doel, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 223/2014, en overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer;

 

het beheer- en controlesysteem dat voor het operationeel programma is opgezet, de nodige garanties biedt met betrekking tot de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, in overeenstemming met het toepasselijke recht.

Ik bevestig/wij bevestigen dat de onregelmatigheden die zijn vastgesteld in de definitieve audit- of controleverslagen met betrekking tot het boekjaar en die zijn vermeld in de jaarlijkse samenvatting die is aangehecht aan deze verklaring zoals vereist in artikel 32, lid 4, onder e), van Verordening (EU) nr. 223/2014, op passende wijze in de jaarrekening zijn behandeld. Waar nodig is passende opvolging gegeven aan tekortkomingen in het beheer- en controlesysteem die waren vermeld in die verslagen, of loopt dit nog met betrekking tot de volgende vereiste corrigerende maatregelen: … (indien van toepassing aangeven welke corrigerende maatregelen nog lopen, op de datum van ondertekening van de verklaring).

Tevens verklaar ik/verklaren wij dat de uitgaven waarvan de wettigheid en regelmatigheid nog worden gecontroleerd, buiten de jaarrekening zijn gehouden, in afwachting van de conclusie van de beoordeling, waarbij deze eventueel worden opgenomen in een tussentijdse betalingsaanvraag in een volgend boekjaar, zoals bepaald in artikel 49, lid 2, van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Voorts bevestig ik/bevestigen wij de betrouwbaarheid van de gegevens over indicatoren [(alleen voor OP I), met inbegrip van, indien van toepassing, gegevens op basis van gefundeerde ramingen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1255/2014 van de Commissie (1)]/[(alleen voor OP II) en gegevens over de vorderingen van het operationeel programma zoals vereist krachtens artikel 32, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 223/2014]. Ik bevestig/wij bevestigen dat doeltreffende en evenredige fraudepreventiemaatregelen als bedoeld onder artikel 32, lid 4, onder c), van Verordening (EU) nr. 223/2014 zijn toegepast, waarbij rekening is gehouden met de vastgestelde risico's, en dat ik/wij niet op de hoogte ben/zijn van niet-meegedeelde zaken met betrekking tot de uitvoering van het operationeel programma, die de reputatie van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen zouden kunnen schaden.

Datum

Handtekening(en)

 

  • (1) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1255/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen door vaststelling van de inhoud van de jaarverslagen en het eindverslag over de uitvoering, met inbegrip van de lijst van gemeenschappelijke indicatoren (PB L 337 van 25.11.2014, blz. 46).
 

BIJLAGE II

Model voor de auditstrategie

  • 1. 
    INLEIDING

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

identificatie van het (de) operatione(e)l(e) programma('s) (titel(s) en CCI (1)) en de periode die onder de auditstrategie vallen;

 

identificatie van de auditautoriteit die verantwoordelijk is voor de opstelling van, het toezicht op en de bijwerking van de auditstrategie, en van andere instanties die aan dit document hebben bijgedragen;

 

verwijzing naar de status van de auditautoriteit (nationale, regionale of lokale overheidsinstantie) en de instantie waar deze deel van uitmaakt;

 

verwijzing naar de beleidsverklaring, het audithandvest of de nationale wetgeving (indien van toepassing), met uitleg over de functies en verantwoordelijkheden van de auditautoriteit en andere instanties die controles uitvoeren onder haar verantwoordelijkheid;

 

bevestiging door de auditautoriteit dat de instanties die de controles uitvoeren uit hoofde van artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) nr. 223/2014, beschikken over de nodige functionele onafhankelijkheid (en organisatorische onafhankelijkheid, voor zover dit van toepassing is op grond van artikel 31, lid 5, van Verordening (EU) nr. 223/2014).

  • 2. 
    RISICOBEOORDELING

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

uitleg over de methode die wordt gebruikt voor de risicobeoordeling;

 

verwijzing naar interne procedures voor het bijwerken van de risicobeoordeling.

  • 3. 
    METHODOLOGIE

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

3.1.   Overzicht

 

Verwijzing naar bestaande audithandleidingen of -procedures, die een beschrijving bevatten van de belangrijkste fasen van de controlewerkzaamheden, waaronder de indeling en behandeling van de vastgestelde fouten;

 

verwijzing naar de internationaal aanvaarde auditnormen waarmee de auditautoriteit bij het verrichten van de auditwerkzaamheden rekening heeft gehouden, zoals vastgesteld bij artikel 34, lid 3, van Verordening (EU) nr. 223/2014;

 

verwijzing naar de bestaande procedures voor het opstellen van het controleverslag en het auditoordeel die moeten worden ingediend bij de Commissie overeenkomstig artikel 34, lid 5, van Verordening (EU) nr. 223/2014.

3.2.   Controles van de werking van beheer- en controlesystemen (systeemaudits)

Vermelding van de instanties die moeten worden gecontroleerd en de essentiële eisen in het kader van systeemaudits. Indien van toepassing, verwijzing naar de auditinstantie waar de auditautoriteit bij de uitvoering van deze controles op vertrouwt.

Vermelding van systeemaudits die gericht zijn op specifieke thematische gebieden, zoals:

 

de kwaliteit van de administratieve verificaties en de verificaties ter plaatse zoals voorzien in artikel 32, lid 5, van Verordening (EU) nr. 223/2014, waaronder met betrekking tot de naleving van de regels inzake openbare aanbesteding, gelijke kansen, het verminderen en voorkomen van voedselverspilling, en het Unierecht inzake de veiligheid van consumptiegoederen;

 

de werking en beveiliging van IT-systemen die zijn opgezet overeenkomstig artikel 28, onder d), artikel 32, lid 2, onder d), en artikel 33, onder d), van Verordening (EU) nr. 223/2014; en de verbinding daarvan met het IT-systeem („SFC 2014”), als bedoeld in artikel 30, lid 4, van Verordening (EU) nr. 223/2014;

 

de betrouwbaarheid van gegevens met betrekking tot indicatoren en, voor OP II, gegevens over de vorderingen van het operationeel programma bij de verwezenlijking van de doelstellingen zoals verstrekt door de beheerautoriteit overeenkomstig artikel 32, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 223/2014;

 

verslaglegging van intrekkingen en terugvorderingen;

 

de uitvoering van doeltreffende en evenredige fraudepreventiemaatregelen, onderbouwd door een frauderisicobeoordeling in overeenstemming met artikel 32, lid 4, onder c), van Verordening (EU) nr. 223/2014.

3.3.   Audits van concrete acties

Beschrijving van de steekproefmethode (of verwijzing naar een intern document waarin de methode wordt beschreven) die wordt gebruikt overeenkomstig artikel 34, lid 1, van Verordening (EU) nr. 223/2014 en artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014 van de Commissie (2), en andere specifieke bestaande procedures voor audits van concrete acties, met name met betrekking tot de classificatie en behandeling van de vastgestelde fouten, met inbegrip van vermoedens van fraude.

3.4.   Audit van de jaarrekening

Beschrijving van de auditaanpak voor de audit van de jaarrekening.

3.5.   Verificatie van de beheerverklaring

Verwijzing naar de interne procedures die een overzicht geven van de werkwijze bij de verificatie van de beweringen in de beheerverklaring, in het kader van het auditoordeel.

  • 4. 
    GEPLANDE AUDITWERKZAAMHEDEN

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

beschrijving en motivering van de auditprioriteiten en specifieke doelstellingen met betrekking tot het lopende boekjaar en de twee daaropvolgende boekjaren, en een toelichting bij de koppeling van de resultaten van de risicobeoordeling met de geplande auditwerkzaamheden;

 

een indicatieve lijst van auditopdrachten voor het lopende boekjaar en de twee daaropvolgende boekjaren voor systeemaudits (waaronder audits gericht op specifieke thematische gebieden), als volgt:

 

Autoriteiten/instanties of specifieke thematische gebieden die moeten worden gecontroleerd

CCI

Titel OP

Instantie verantwoordelijk voor de controle

Resultaat risicobeoordeling

20xx

Doelstelling audit en reikwijdte

20xx

Doelstelling audit en reikwijdte

20xx

Doelstelling audit en reikwijdte

               
               
               
               
               
  • 5. 
    MIDDELEN

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

organisatieschema van de auditautoriteit en informatie inzake de betrekkingen ervan met alle auditinstanties die audits uitvoeren (zoals vermeld in artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) nr. 223/2014), indien van toepassing;

 

vermelding van de geplande toe te wijzen middelen met betrekking tot het lopende boekjaar en de twee daaropvolgende boekjaren.

 

  • (1) 
    Vermeld de operationele programma's die onder een gemeenschappelijk beheer- en controlesysteem vallen, indien één auditstrategie voor twee operationele programma's is opgesteld, zoals voorzien in artikel 34, lid 4, van Verordening (EU) nr. 223/2014.
  • (2) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014 van de Commissie van 13 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 54).
 

BIJLAGE III

Model voor het auditoordeel

Aan de Europese Commissie, directoraat-generaal …

  • 1. 
    INLEIDING

Ik, ondergetekende, vertegenwoordiger van …[naam van de door de lidstaat aangewezen auditautoriteit], onafhankelijk in de zin van artikel 31, lid 4, [en lid 5, indien van toepassing] van Verordening (EU) nr. 223/2014, heb de rekeningen voor het boekjaar dat is begonnen op 1 juli … [jaar] en dat is geëindigd op 30 juni … [jaar] (1), gedateerd … [datum van de bij de Commissie ingediende rekeningen] (hierna „de jaarrekening” genoemd), de wettigheid en regelmatigheid van de uitgaven waarvoor bij de Commissie onder verwijzing van het boekjaar om vergoeding is verzocht (en die in de jaarrekening zijn opgenomen), de werking van het beheer- en controlesysteem en de beheerverklaring gecontroleerd voor de toepassing van artikel 59, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2),

met betrekking tot het operationeel programma …[naam van het operationeel programma, CCI-nummer] (hierna „het programma” genoemd),

teneinde een auditoordeel te kunnen afgeven overeenkomstig artikel 34, lid 5, onder a), van Verordening (EU) nr. 223/2014.

  • 2. 
    VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE BEHEER- EN CERTIFICERINGSAUTORITEITEN

…[naam van de beheerautoriteit], aangewezen als beheerautoriteit van het programma, en …[naam van de certificeringsautoriteit], aangewezen als certificeringsautoriteit van het programma, zijn verantwoordelijk voor een behoorlijke werking van het beheer- en controlesysteem wat betreft de bij de artikelen 32 en 33 van Verordening (EU) nr. 223/2014 vastgestelde functies.

In het bijzonder is het de verantwoordelijkheid van …[naam van de certificeringsautoriteit], aangewezen als certificeringsautoriteit van het programma, de rekeningen op te stellen (overeenkomstig artikel 49 van Verordening (EU) nr. 223/2014) en te certificeren dat zij volledig, nauwkeurig en waarachtig zijn, zoals voorzien in artikel 33, onder b) en c), van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Voorts is het overeenkomstig artikel 33, onder c), van Verordening (EU) nr. 223/2014 de verantwoordelijkheid van de certificeringsautoriteit dat de in de rekeningen opgenomen uitgaven in overeenstemming zijn met het toepasselijke recht en zijn gedaan voor concrete acties die zijn geselecteerd aan de hand van de voor het programma geldende criteria voor financiering, die in overeenstemming zijn met het toepasselijke recht (3).

  • 3. 
    VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE AUDITAUTORITEIT

Zoals vastgesteld bij artikel 34, lid 5, onder a), van Verordening (EU) nr. 223/2014 is het mijn verantwoordelijkheid om onafhankelijk te oordelen of de rekeningen een juist en getrouw beeld geven, of de uitgaven waarvoor bij de Commissie om vergoeding is verzocht en die in de rekeningen zijn gedeclareerd, wettig (4) en regelmatig zijn, en of het toegepaste beheer- en controlesysteem naar behoren functioneert. Het is tevens mijn verantwoordelijkheid in het oordeel vast te stellen of beweringen in de beheerverklaring (5) in de auditwerkzaamheden in twijfel worden getrokken.

De audits met betrekking tot het programma zijn uitgevoerd overeenkomstig de auditstrategie en met inachtneming van de internationaal aanvaarde auditnormen. Deze normen vereisen dat de auditautoriteit voldoet aan ethische voorschriften, en de auditwerkzaamheden plant en uitvoert teneinde redelijke zekerheid te verkrijgen voor het auditoordeel.

Een audit houdt in dat procedures worden uitgevoerd om voldoende geschikte informatie te verkrijgen ter ondersteuning van onderstaand oordeel. De gevolgde procedures hangen af van het professionele oordeel van de auditor, met inbegrip van de risicobeoordeling van niet-naleving van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten. De gevolgde auditprocedures zijn naar mijn mening passend gezien de omstandigheden.

Ik geloof dat de verzamelde controle-informatie voldoende en geschikt is om als basis voor mijn oordeel te dienen, [indien er beperking van de reikwijdte is:] behalve voor het genoemde in punt 4 „Beperking van de reikwijdte”.

De belangrijkste bevindingen van de audits met betrekking tot het programma zijn krachtens artikel 34, lid 5, onder b), van Verordening (EU) nr. 223/2014 beschreven in het bijgevoegde jaarlijkse controleverslag.

  • 4. 
    BEPERKING VAN DE REIKWIJDTE

Hetzij

Er waren geen beperkingen ten aanzien van de reikwijdte van de audit.

Ofwel

De reikwijdte van de audit werd beperkt door de volgende factoren:

 

a)

 

b)

 

c)

[Vermeld eventuele beperkingen ten aanzien van de reikwijdte van de audit, bijvoorbeeld een gebrek aan bewijsstukken of lopende rechtszaken, en geef hieronder onder „Oordeel met beperking” een schatting van de uitgaven en de desbetreffende bijdrage van de Unie, en het effect van de beperking van de reikwijdte op het auditoordeel. Nadere toelichting zal, indien van toepassing, in het jaarlijkse controleverslag worden gegeven.]

  • 5. 
    ADVIES

Hetzij

(Oordeel zonder voorbehoud)

Naar mijn mening en op basis van de uitgevoerde auditwerkzaamheden:

 

geeft de jaarrekening een getrouw beeld zoals vastgesteld bij artikel 7, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014;

 

zijn de uitgaven in de jaarrekening waarvoor bij de Commissie om vergoeding is verzocht, wettig en regelmatig;

 

functioneert het toegepaste beheer- en controlesysteem naar behoren.

De beweringen in de beheerverklaring zijn in de uitgevoerde auditwerkzaamheden niet in twijfel getrokken.

Ofwel

(Oordeel met beperking)

Naar mijn mening en op basis van de uitgevoerde auditwerkzaamheden:

 

geeft de jaarrekening een getrouw beeld zoals vastgesteld bij artikel 7, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014;

 

zijn de uitgaven in de jaarrekening waarvoor bij de Commissie om vergoeding is verzocht, wettig en regelmatig;

 

functioneert het toegepaste beheer- en controlesysteem naar behoren,

behalve op de volgende punten:

 

met betrekking tot zaken van materieel belang in verband met de jaarrekening: …

en/of [schrappen wat niet van toepassing is]

 

met betrekking tot zaken van materieel belang in verband met de wettigheid en regelmatigheid van de uitgaven in de jaarrekening waarvoor bij de Commissie om vergoeding is verzocht: …

 

en/of [schrappen wat niet van toepassing is] met betrekking tot zaken van materieel belang in verband met het functioneren van het beheer- en controlesysteem (6): ….

Mijn inschatting is derhalve dat het effect van de beperking(en) [beperkt]/[aanzienlijk] is. [doorhalen wat niet van toepassing is]

Dit effect komt overeen met … [bedrag in EUR en %] van de totaal gedeclareerde uitgaven. De desbetreffende bijdrage van de Unie betreft dus een bedrag van … [bedrag in EUR].

De beweringen in de beheerverklaring zijn in de uitgevoerde auditwerkzaamheden niet/wel [doorhalen wat niet van toepassing is] in twijfel getrokken.

[Indien de beweringen in de beheerverklaring in de uitgevoerde auditwerkzaamheden in twijfel worden getrokken, vermeldt de auditautoriteit in dit punt welke factoren tot deze conclusie hebben geleid.]

Ofwel

(Afkeurend oordeel)

Naar mijn mening en op basis van de uitgevoerde auditwerkzaamheden:

 

geeft de jaarrekening een/ geen [doorhalen wat niet van toepassing is] getrouw beeld zoals vastgesteld bij artikel 7, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014;

 

zijn de uitgaven in de jaarrekening waarvoor bij de Commissie om vergoeding is verzocht, wettig en regelmatig/ niet wettig en regelmatig [doorhalen wat niet van toepassing is];

 

functioneert het toegepaste beheer- en controlesysteem naar behoren/ niet naar behoren [doorhalen wat niet van toepassing is].

Dit afkeurend oordeel is gebaseerd op volgende aspecten:

 

met betrekking tot zaken van materieel belang in verband met de jaarrekening: ….

en/of [schrappen wat niet van toepassing is]

 

met betrekking tot zaken van materieel belang in verband met de wettigheid en regelmatigheid van de uitgaven in de jaarrekening waarvoor bij de Commissie om vergoeding is verzocht: …

en/of [schrappen wat niet van toepassing is]

 

met betrekking tot zaken van materieel belang in verband met het functioneren van het beheer- en controlesysteem (7): …

De beweringen in de beheerverklaring zijn in de uitgevoerde auditwerkzaamheden in twijfel getrokken ten aanzien van de volgende aspecten: …

[De auditautoriteit kan ook een toelichtende paragraaf toevoegen, zoals vastgesteld krachtens internationaal aanvaarde controlenormen, die haar oordeel niet aantast. Een oordeelsonthouding is mogelijk in uitzonderlijke gevallen (8).]

Datum

Handtekening

 

  • (1) 
    Boekjaar betekent de periode van 1 juli tot en met 30 juni, met uitzondering van het eerste boekjaar, dan betekent het de periode vanaf de begindatum voor de subsidiabiliteit van uitgaven tot en met 30 juni 2015. Het laatste boekjaar loopt van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024.
  • (2) 
    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
  • (3) 
    Overeenkomstig de definitie in artikel 5, lid 12, van Verordening (EU) nr. 223/2014.
  • (4) 
    Zoals vastgesteld krachtens artikel 5, lid 12, van Verordening (EU) nr. 223/2014.
  • (5) 
    Overeenkomstig artikel 59, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.
  • (6) 
    Ingeval het beheer- en controlesysteem gebreken vertoont, vermeld dan in het oordeel de instantie(s) en het aspect of de aspecten van de systemen die niet hebben voldaan aan de eisen en/of die niet efficiënt hebben gefunctioneerd, tenzij deze informatie in het jaarlijkse controleverslag al duidelijk is vermeld en in het punt met het oordeel wordt verwezen naar de specifieke delen van dat verslag waar die informatie is vermeld.
  • (7) 
    Dezelfde opmerking als in de vorige voetnoot.
  • (8) 
    Deze uitzonderlijke gevallen moeten gerelateerd zijn aan onvoorziene, externe factoren buiten het werkterrein van de auditautoriteit.
 

BIJLAGE IV

Model voor het jaarlijkse controleverslag

  • 1. 
    INLEIDING

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

1.1.

Identificatie van de verantwoordelijke auditautoriteit en andere instanties die betrokken zijn geweest bij de opstelling van het verslag.

 

1.2.

Referentieperiode (d.w.z. het boekjaar (1)).

 

1.3.

Auditperiode (waarin de auditwerkzaamheden hebben plaatsgevonden).

 

1.4.

Vermelding van het (de) operatione(e)l(e) programma('s) waarop het verslag betrekking heeft en van de desbetreffende beheer- en certificeringsautoriteiten. [Indien het jaarlijkse controleverslag betrekking heeft op meer dan een programma, wordt de informatie per programma afzonderlijk vermeld, en wordt in elk deel de informatie vermeld die specifiek is voor dat programma, behalve in punt 10.2, waar dergelijke informatie wordt verstrekt onder punt 5.]

 

1.5.

Beschrijving van de maatregelen die zijn genomen bij de voorbereiding van het verslag en de opstelling van het auditoordeel.

  • 2. 
    BELANGRIJKE WIJZIGINGEN IN BEHEER- EN CONTROLESYSTEMEN

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

2.1.

Details van alle belangrijke wijzigingen in de beheer- en controlesystemen met betrekking tot de verantwoordelijkheden van beheer- en certificeringsautoriteiten, met name ten aanzien van het delegeren van taken aan nieuwe intermediaire instanties, en bevestiging van de naleving van de artikelen 28 en 29 van Verordening (EU) nr. 223/2014 op basis van de auditwerkzaamheden die zijn uitgevoerd door de auditautoriteit overeenkomstig artikel 34 van die verordening.

 

2.2.

Informatie met betrekking tot het toezicht op de aangewezen instanties volgens artikel 35, leden 5 en 6, van Verordening (EU) nr. 223/2014.

 

2.3.

Het is verplicht melding te maken van de data waarop deze wijzigingen zijn ingegaan, de data van kennisgeving van de wijzigingen aan de auditautoriteit, alsook de gevolgen van deze wijzigingen op de auditwerkzaamheden.

  • 3. 
    WIJZIGINGEN IN DE AUDITSTRATEGIE

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

3.1.

Details van eventuele wijzigingen die zijn gemaakt ten aanzien van de auditstrategie, alsmede een uiteenzetting van de redenen. Vermeld met name wijzigingen in de steekproefmethode voor de controle van concrete acties (zie punt 5 hieronder).

 

3.2.

Onderscheid tussen de wijzigingen die in een laat stadium zijn gemaakt of voorgesteld, die geen invloed hebben op de werkzaamheden die zijn uitgevoerd tijdens de referentieperiode, en de wijzigingen die zijn gemaakt tijdens de referentieperiode die gevolgen hebben voor de auditwerkzaamheden en de resultaten van de audit. Alleen de wijzigingen ten opzichte van de vorige versie van de auditstrategie worden opgenomen.

  • 4. 
    SYSTEEMAUDITS

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

4.1.

Nadere gegevens van de instanties (met inbegrip van de auditautoriteit zelf) die audits hebben uitgevoerd van de goede werking van het beheer- en controlesysteem van het programma (zoals voorzien in artikel 34, lid 1, van Verordening (EU) nr. 223/2014 — hierna „systeemaudits” genoemd).

 

4.2.

Beschrijving van de grondslag voor de uitgevoerde audits, inclusief een verwijzing naar de toepasselijke auditstrategie, met name naar de risicobeoordelingsmethode en de resultaten die hebben geleid tot de vaststelling van het plan voor de systeemaudits. Indien de risicobeoordeling is bijgewerkt, worden de wijzigingen in de auditstrategie beschreven in deel 3 hierboven.

 

4.3.

Met betrekking tot de tabel in punt 10.1 hieronder, een beschrijving van de belangrijkste bevindingen en conclusies die naar voren zijn gekomen uit systeemaudits, met inbegrip van de audits die gericht zijn op specifieke thematische gebieden, zoals gedefinieerd in punt 3.2 van bijlage II bij deze verordening.

 

4.4.

Vermelding of sommige van de geconstateerde problemen werden beschouwd als systeemproblemen, en vermelding van de genomen maatregelen, met inbegrip van een kwantificering van de onregelmatige uitgaven en daarmee samenhangende financiële correcties, overeenkomstig artikel 5, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014.

 

4.5.

Informatie over de follow-up van auditaanbevelingen naar aanleiding van systeemaudits in voorgaande boekjaren.

 

4.6.

Mate van betrouwbaarheid die wordt verkregen na de systeemaudits (laag/gemiddeld/hoog) en een motivering.

  • 5. 
    AUDITS VAN CONCRETE ACTIES

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

5.1.

Vermelding van de instanties (met inbegrip van de auditautoriteit) die audits van concrete acties hebben uitgevoerd (zoals voorzien in artikel 34, lid 1, van Verordening (EU) nr. 223/2014 en artikel 5 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014).

 

5.2.

Beschrijving van de toegepaste steekproefmethodologie en de informatie of de methodologie overeenkomstig de auditstrategie is.

 

5.3.

Vermelding van de parameters die zijn gebruikt voor statistische steekproeven en toelichting van de onderliggende berekeningen en het van toepassing zijnde professionele oordeel. Onder de steekproefparameters vallen: materialiteitsniveau, betrouwbaarheidsniveau, steekproefeenheid, verwachte foutenpercentage, streekproefinterval, populatiewaarde, populatieomvang, steekproefomvang, informatie over de stratificatie (indien van toepassing). De onderliggende berekeningen voor de selectie van de steekproef en van het totale foutenpercentage (zoals vastgesteld in artikel 6, lid 14, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014) worden vermeld in punt 10.3 hieronder, in een formaat dat inzicht geeft in de basisstappen overeenkomstig de specifieke steekproefmethode die is gebruikt.

 

5.4.

In overeenstemming brengen van de totale uitgaven in euro die bij de Commissie zijn gedeclareerd voor het desbetreffende boekjaar, met de populatie waarvan de willekeurige steekproef was genomen (kolom „A” van de tabel in punt 10.2 hieronder). Het in overeenstemming brengen van posten betreft ook negatieve steekproefeenheden waar financiële correcties zijn aangebracht ten aanzien van het boekjaar.

 

5.5.

Indien er negatieve steekproefeenheden zijn, bevestiging dat deze zijn behandeld als een afzonderlijke populatie overeenkomstig artikel 6, lid 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014. Analyse van de belangrijkste resultaten van de audits van deze eenheden, met de nadruk op het verifiëren of de besluiten met betrekking tot de toepassing van financiële correcties (van de lidstaten of van de Commissie) in de jaarrekening als geschrapte of teruggevorderde bedragen zijn geboekt.

 

5.6.

Vermeld in geval van het gebruik van niet-statistische steekproeven de redenen voor het gebruik van de methode overeenkomstig artikel 34, lid 1, van Verordening (EU) nr. 223/2014, het percentage van concrete acties/uitgaven waarop de audits betrekking hebben, de maatregelen die zijn genomen om de willekeurigheid van de steekproef te garanderen (en dus de representativiteit ervan) en om te zorgen voor een voldoende grote omvang van de steekproef om de auditautoriteit in staat te stellen een geldig auditoordeel op te stellen. Ook in het geval van niet-statistische steekproeven wordt een verwacht foutenpercentage berekend.

 

5.7.

Analyse van de belangrijkste resultaten van de audits van concrete acties, met vermelding van het aantal gecontroleerde steekproefobjecten, het desbetreffende bedrag en de typen (2) fouten per concrete actie, de aard (3) van de vastgestelde fouten, het foutenpercentage per laag en de overeenkomstige voornaamste tekortkomingen of onregelmatigheden (4), de bovengrens van het foutenpercentage (indien van toepassing), onderliggende oorzaken, voorgestelde corrigerende maatregelen (met inbegrip van de maatregelen die ten doel hebben deze fouten in de toekomst te beperken) en het effect ervan op het auditoordeel. Verstrek indien noodzakelijk verdere toelichting over de in de punten 10.2 en 10.3 hieronder vermelde gegevens, in het bijzonder met betrekking tot het totale foutenpercentage.

 

5.8.

Toelichting met betrekking tot de financiële correcties in verband met het boekjaar die door de certificeringsautoriteit/beheerautoriteit vóór het indienen van de jaarrekening bij de Commissie zijn uitgevoerd, en het gevolg zijn van de audits van concrete acties, waaronder forfaitaire of geëxtrapoleerde correcties, zoals nader aangegeven in punt 10.2 hieronder.

 

5.9.

Vergelijking van het totale foutenpercentage en het resterende foutenpercentage (5) (zoals vermeld in punt 10.2 hieronder) met de vastgestelde materialiteitsdrempel, om na te gaan of de populatie materieel onjuist is opgegeven en om het effect op het auditoordeel na te gaan.

 

5.10.

Informatie over de resultaten van de audits van de aanvullende steekproef (zoals vastgesteld in artikel 6, lid 12, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014), indien van toepassing.

 

5.11.

Details of sommige van de geconstateerde problemen werden beschouwd als systeemproblemen, en van de genomen maatregelen, met inbegrip van een kwantificering van de onregelmatige uitgaven en daarmee samenhangende financiële correcties.

 

5.12.

Informatie over de follow-up van audits van concrete acties uit voorgaande jaren, met name met betrekking tot tekortkomingen van systemische aard.

 

5.13.

Conclusies van de globale resultaten van de audits van concrete acties met betrekking tot de doeltreffendheid van het beheer- en controlesysteem.

  • 6. 
    AUDITS VAN DE JAARREKENING

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

6.1.

Vermelding van de autoriteiten/instanties die audits van de jaarrekening hebben uitgevoerd.

 

6.2.

Beschrijving van de auditaanpak die is gebruikt om de elementen van de jaarrekening te controleren als omschreven in artikel 49 van Verordening (EU) nr. 223/2014. Dit omvat ook een verwijzing naar de auditwerkzaamheden die zijn uitgevoerd in het kader van systeemaudits (nader beschreven in deel 4) en audits van concrete acties (nader beschreven in deel 5) die relevant zijn voor de vereiste betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de jaarrekening.

 

6.3.

Vermelding van de conclusies van de audit met betrekking tot de volledigheid, nauwkeurigheid en waarachtigheid van de jaarrekening, met inbegrip van een vermelding over de financiële correcties die zijn gemaakt en die worden weergegeven in de jaarrekening naar aanleiding van de resultaten van de systeemaudits en/of audits op concrete acties.

 

6.4.

Vermelding of sommige geconstateerde problemen als systemisch werden beschouwd, en vermelding van de genomen maatregelen.

  • 7. 
    COÖRDINATIE TUSSEN AUDITINSTANTIES EN TOEZICHTHOUDENDE WERKZAAMHEDEN VAN DE AUDITAUTORITEIT (indien van toepassing)

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

7.1.

Beschrijving van de procedure voor de coördinatie tussen de auditautoriteit en alle auditinstanties die audits uitvoeren (zoals voorzien in artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) nr. 223/2014), indien van toepassing.

 

7.2.

Beschrijving van de procedure voor toezicht en kwaliteitscontrole die door de auditautoriteit op die auditinstantie(s) wordt toegepast.

  • 8. 
    ANDERE INFORMATIE

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

8.1.

Indien van toepassing, informatie over gemelde fraude en verdenkingen van fraude bij de door de auditautoriteit uitgevoerde audits (met inbegrip van de gevallen die door andere nationale of EU-instanties zijn gemeld en betrekking hebben op concrete acties die door de auditautoriteit zijn gecontroleerd), samen met de genomen maatregelen.

 

8.2.

Eventuele daaropvolgende gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na de indiening van de jaarrekening bij de auditautoriteit en vóór verzending van het jaarlijkse controleverslag uit hoofde van artikel 34, lid 5, onder b), van Verordening (EU) nr. 223/2014 aan de Commissie en waar rekening mee is gehouden ten tijde van de vaststelling van de mate van betrouwbaarheid en het oordeel van de auditautoriteit.

  • 9. 
    ALGEHELE MATE VAN BETROUWBAARHEID

Dit deel moet de volgende informatie bevatten:

 

9.1.

Vermelding van de algehele mate van betrouwbaarheid ten aanzien van de goede werking van het beheer- en controlesysteem (6), en toelichting over de manier waarop die mate van betrouwbaarheid is verkregen uit de combinatie van de resultaten van de systeemaudits (zoals vermeld in punt 10.2 hieronder) en audits van concrete acties (zoals vermeld in punt 10.3 hieronder). De auditautoriteit houdt, indien relevant, ook rekening met de resultaten van andere nationale of EU-auditwerkzaamheden die zijn verricht met betrekking tot het boekjaar.

 

9.2.

Beoordeling van eventuele remediërende maatregelen die zijn uitgevoerd, zoals financiële correcties en beoordeling van de behoefte aan aanvullende corrigerende maatregelen, zowel vanuit een systemisch als vanuit een financieel oogpunt.

  • 10. 
    BIJLAGEN BIJ HET JAARLIJKSE CONTROLEVERSLAG

10.1.   Resultaten van systeemaudits:

 

Gecontroleerde entiteit

 

Titel van de audit

Datum van het definitieve auditverslag

Operationeel programma: [CCI en naam van het OP]

Algehele beoordeling (categorie 1, 2, 3, 4)

[zoals gedefinieerd in tabel 2 — bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014]

Opmerkingen

Fundamentele eisen (FE) (indien van toepassing)

[zoals gedefinieerd in tabel 1 van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014]

FE 1

FE 2

FE 3

FE 4

FE 5

FE 6

FE 7

FE 8

FE 9

FE 10

FE 11

FE 12

FE 13

Beheerautoriteit

                                   
                         

Intermediaire instantie('s)

                                   
                         

Certificeringsautoriteit

                                   
                   

Noot: de grijze vakken in bovenstaande tabel verwijzen naar fundamentele eisen die niet van toepassing zijn op de gecontroleerde entiteit.

10.2.   Resultaten van audits van operaties:

 

CCI-nummer programma

Naam programma

A

B

C

D

E

F

G

H

Bedrag in EUR dat overeenkomt met de populatie waarvan de steekproef was genomen  (7)

Uitgaven met betrekking tot het boekjaar, gecontroleerd voor de willekeurige steekproef

Bedrag aan onregelmatige uitgaven in willekeurige steekproef

Totaal foutenpercentage  (8)

Uitgevoerde correcties als gevolg van het totale foutenpercentage

Resterend foutenpercentage

Andere gecontroleerde uitgaven  (9)

Bedrag aan onregelmatige uitgaven in andere gecontroleerde uitgaven

Bedrag  (10)

%  (11)

                     

10.3.   Berekeningen die ten grondslag liggen aan de selectie van de willekeurige steekproef en het totale foutenpercentage

 

  • (1) 
    Overeenkomstig de definitie in artikel 2, lid 14, van Verordening (EU) nr. 223/2014.
  • (2) 
    Toevallig, systemisch, afwijkend.
  • (3) 
    Bijvoorbeeld: subsidiabiliteit, openbare aanbesteding.
  • (4) 
    Het foutenpercentage per laag moet worden vermeld indien gelaagdheid is aangebracht overeenkomstig artikel 6, lid 10, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014 door een verdeling in subpopulaties met vergelijkbare kenmerken zoals activiteiten die uit financiële bijdragen voor waardevolle elementen bestaan.
  • (5) 
    Totaal aantal fouten minus correcties als bedoeld in punt 5.8, gedeeld door de totale populatie.
  • (6) 
    De algehele mate van betrouwbaarheid komt overeen met een van de vier categorieën als vastgesteld in tabel 2 van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014.
  • (7) 
    Kolom A verwijst naar de populatie waaruit de willekeurige steekproef was genomen, d.w.z. het totaalbedrag van de subsidiabele overheidsuitgaven die zijn opgenomen in het boekhoudsysteem van de certificeringsautoriteit en die zijn opgenomen in de betalingsaanvragen die bij de Commissie zijn ingediend (overeenkomstig artikel 49, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 223/2014), minus negatieve steekproefeenheden, indien van toepassing. In voorkomend geval wordt in punt 5.4 een toelichting gegeven.
  • (8) 
    Het totale foutenpercentage wordt berekend vóór financiële correcties worden toegepast met betrekking tot de gecontroleerde steekproef of de populatie waarvan de willekeurige steekproef was genomen. Indien de willekeurige steekproef betrekking heeft op meer dan een fonds of programma is het totale foutenpercentage dat wordt (berekend) vermeld in kolom D van toepassing op de hele populatie. Indien stratificatie is toegepast, wordt in punt 5.7 verdere informatie per stratum verstrekt.
  • (9) 
    Indien van toepassing verwijst kolom G naar de gecontroleerde uitgaven in het kader van een aanvullende steekproef.
  • Bedrag aan gecontroleerde uitgaven (indien overeenkomstig artikel 6, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 532/2014 substeekproeven zijn gehanteerd, wordt alleen het bedrag van de uitgavenposten die daadwerkelijk zijn gecontroleerd overeenkomstig artikel 5 van die gedelegeerde verordening in deze kolom opgenomen).
  • Percentage van de gecontroleerde uitgaven in verhouding tot de populatie.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.