Gedelegeerde verordening 2015/852 - Aanvulling van Verordening 508/2014 wat betreft de gevallen van niet-naleving en de gevallen van ernstige niet-naleving van de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid die kunnen leiden tot een onderbreking van de betalingstermijn of een schorsing van betalingen in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij

1.

Wettekst

2.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 135/13

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/852 VAN DE COMMISSIE

van 27 maart 2015

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de gevallen van niet-naleving en de gevallen van ernstige niet-naleving van de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid die kunnen leiden tot een onderbreking van de betalingstermijn of een schorsing van betalingen in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 102,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De verwezenlijking van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) mag niet in gevaar worden gebracht door lidstaten die de GVB-voorschriften niet naleven. Krachtens artikel 41 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) is de financiële steun van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) afhankelijk van de naleving van de GVB-voorschriften door de lidstaten. Niet-naleving van de GVB-voorschriften door de lidstaten kan leiden tot de onderbreking of schorsing van betalingen, of tot de toepassing van een financiële correctie op de financiële steun van de Unie in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

 

(2)

In artikel 83, lid 1, en artikel 142, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) is vastgesteld onder welke voorwaarden een onderbreking van de betalingstermijn respectievelijk een schorsing van betalingen kan worden opgelegd. Ingevolge deze twee artikelen kunnen in de fondsspecifieke voorschriften voor het EFMZV specifieke gronden worden vastgelegd voor onderbreking en schorsing van betalingen wegens de niet-naleving van regels die van toepassing zijn uit hoofde van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

 

(3)

Om de financiële belangen van de Unie en de belastingbetaler te behartigen mag de Commissie krachtens artikel 100 van Verordening (EU) nr. 508/2014 betalingstermijnen bij wijze van voorzorgsmaatregel onderbreken wanneer een lidstaat zijn uit het GVB voortvloeiende verplichtingen niet is nagekomen of wanneer de Commissie beschikt over bewijs ter staving van een dergelijke niet-naleving.

 

(4)

Niet alleen kan de Commissie overgaan tot de onderbreking van de betalingstermijn, bovendien mag zij krachtens artikel 101 van Verordening (EU) nr. 508/2014 en om te voorkomen dat betalingen worden verricht voor niet-subsidiabele uitgaven, de tussentijdse betalingen schorsen in geval van ernstige niet-naleving van de GVB-voorschriften.

 

(5)

De financiële correcties die worden opgelegd aan lidstaten die de GVB-voorschriften niet naleven, moeten in verhouding staan tot de aard, de ernst, de duur en het al dan niet herhaaldelijke karakter van de niet-naleving.

 

(6)

Met het oog op rechtszekerheid voor de lidstaten die operationele programma's in het kader van het EFMZV uitvoeren, is het noodzakelijk te bepalen welke gevallen van niet-naleving van de GVB-voorschriften die van essentieel belang zijn voor de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee, kunnen leiden tot de onderbreking van de betalingstermijn of tot een schorsing van betalingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 508/2014. Deze gevallen dienen de doeleinden van Verordening (EU) nr. 508/2014 en kaderen in de tenuitvoerlegging van artikel 41 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 onverminderd eventuele andere door de GVB-voorschriften opgelegde sancties.

 

(7)

Gevallen van niet-naleving van de GVB-voorschriften die van essentieel belang zijn voor de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee dienen als ernstig te worden beschouwd indien de lidstaat heeft nagelaten de nodige maatregelen te nemen om een einde te maken aan de situatie die aanleiding heeft gegeven tot een onderbreking van de betalingstermijn.

 

(8)

Voorafgaand aan de onderbreking of schorsing van betalingen moet de Commissie krachtens artikel 100, lid 2, en artikel 101, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014 uitvoeringshandelingen vaststellen die een nadere omschrijving bieden van de niet-naleving door de lidstaat van zijn verplichtingen in het kader van de GVB-voorschriften die van invloed kan zijn op de uitgaven waarvoor om een tussentijdse betaling is verzocht.

 

(9)

Gezien het belang van een geharmoniseerde en gelijke behandeling van de marktdeelnemers in alle lidstaten vanaf het begin van de programmeringsperiode moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Gevallen van niet-naleving

In de bijlage bij de onderhavige verordening zijn de gevallen van niet-naleving door een lidstaat van zijn verplichtingen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) omschreven die kunnen leiden tot een onderbreking van de betalingstermijn voor een aanvraag betreffende een tussentijdse betaling op grond van artikel 100 van Verordening (EU) nr. 508/2014.

Artikel 2

Gevallen van ernstige niet-naleving

De gevallen in de bijlage bij de onderhavige verordening worden gezien als ernstige niet-naleving door een lidstaat van zijn verplichtingen in het kader van het GVB die kunnen leiden tot een schorsing van de betalingen op grond van artikel 101 van Verordening (EU) nr. 508/2014 indien bovendien:

 

a)

zij leiden tot de onderbreking van de betalingstermijn voor een aanvraag betreffende een tussentijdse betaling op grond van artikel 100 van Verordening (EU) nr. 508/2014, en

 

b)

de lidstaat voor deze gevallen heeft nagelaten binnen de periode van onderbreking van de betalingstermijn de nodige maatregelen te nemen om een einde te maken aan de situatie.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 maart 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (2) 
    Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
 

BIJLAGE

Categorie 1:   Verzuim van bijdrage aan de verwezenlijking van de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bepaalde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid die van essentieel belang zijn voor de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee

 

1.1.

Verzuim van toezicht op de inachtneming van de krachtens de artikelen 16 en 17 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 aan de lidstaat toegewezen vangstmogelijkheden

 

1.2.

Verzuim van naleving van de vereisten die zijn bepaald in de verschillende soorten in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 vermelde instandhoudingsmaatregelen

Categorie 2:   Verzuim van naleving van de internationale instandhoudingsverplichtingen

 

2.1.

Verzuim van naleving van de uit artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 voortvloeiende verplichtingen

Categorie 3:   Verzuim van toezicht op het evenwicht tussen de vloot en de natuurlijke rijkdommen

 

3.1.

Verzuim van indiening van het verslag over het evenwicht tussen de vangstcapaciteit van de vloot en de vangstmogelijkheden dat in overeenstemming is met alle vereisten van artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013

 

3.2.

Verzuim van uitvoering van het actieplan op grond van artikel 22, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 waar het jaarlijks ingediende verslag een dergelijk actieplan omvat

 

3.3.

Verzuim van erop toe te zien dat bij onttrekking van vangstcapaciteit aan de vloot met overheidssteun, deze is voorafgegaan door het intrekken van de visvergunning en de vismachtigingen en dat de vangstcapaciteit niet wordt vervangen, als vastgesteld in artikel 22, leden 5 en 6, van Verordening (EU) nr. 1380/2013

 

3.4.

Verzuim van erop toe te zien dat de vangstcapaciteit nooit groter is dan de in artikel 22, lid 7, en bijlage II van Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgestelde vangstcapaciteitsmaxima

 

3.5.

Verzuim van uitvoering van de regeling voor toevoeging of onttrekking aan de vloot overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1380/2013

 

3.6.

Verzuim van beheer van het vissersvlootregister overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie (1)

Categorie 4:   Verzuim van tenuitvoerlegging van het communautaire kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1380/2013, als nader omschreven in Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad  (2) , dat resulteert in een gebrek aan informatie inzake natuurlijke rijkdommen

 

4.1.

Verzuim van verzameling en beheer van voor het visserijbeheer noodzakelijke biologische, technische, milieu- en sociaaleconomische gegevens als bepaald in de artikelen 4, 13 en 17 van Verordening (EG) nr. 199/2008

 

4.2.

Verzuim van jaarlijkse indiening en openbaarmaking van een verslag over de uitvoering van nationale gegevensverzamelingsprogramma's als bepaald in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 199/2008

 

4.3.

Verzuim van toezicht op de nationale coördinatie van de verzameling en het beheer van wetenschappelijke gegevens voor visserijbeheer als bepaald in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 199/2008

 

4.4.

Verzuim van coördinatie van activiteiten voor gegevensverzameling met andere lidstaten in dezelfde regio als bepaald in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 199/2008

 

4.5.

Verzuim van het tijdig verschaffen van gegevens aan eindgebruikers overeenkomstig de artikelen 18, 19 en 20 van Verordening (EG) nr. 199/2008

Categorie 5:   Verzuim van toepassing van een doeltreffend controle- en handhavingssysteem

 

5.1.

Verzuim van naleving van de algemene beginselen van controle en handhaving overeenkomstig titel II van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (3)

 

5.2.

Verzuim van toezicht op de naleving van de algemene voorwaarden voor toegang tot de wateren en de hulpbronnen overeenkomstig titel III van Verordening (EG) nr. 1224/2009

 

5.3.

Verzuim van controle op de afzet met het oog op de doeltreffende traceerbaarheid van visserij- en aquacultuurproducten overeenkomstig titel V van Verordening (EG) nr. 1224/2009

 

5.4.

Verzuim van de verrichting van bewaking en inspecties, en van het waarborgen van systematische en passende handhavingsmaatregelen ten aanzien van schendingen van de regels van het GVB overeenkomstig de titels VI, VII en VIII van Verordening (EG) nr. 1224/2009

 

5.5.

Verzuim van de vaststelling en uitvoering van nationale controleactieprogramma's overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 en, waar van toepassing, van de uitvoering van door de Commissie vastgestelde specifieke controle- en inspectieprogramma's overeenkomstig titel IX van die verordening

 

5.6.

Verzuim van medewerking met de Commissie bij de uitvoering van de taken van haar functionarissen tijdens hun uit hoofde van titel X van Verordening (EG) nr. 1224/2009 uitgevoerde missies met het oog op verificatie, autonome inspectie en audit

 

5.7.

Verzuim van tenuitvoerlegging van door de Commissie vastgestelde maatregelen om de naleving door de lidstaten van de GVB-doelstellingen te garanderen, zoals actieplannen en andere overeenkomstig titel XI van Verordening (EG) nr. 1224/2009 vastgestelde maatregelen

 

5.8.

Verzuim van naleving van de vereisten met betrekking tot de analyse, validering, toegang en uitwisseling van gegevens en informatie overeenkomstig titel XII van Verordening (EG) nr. 1224/2009

 

5.9.

Verzuim van controle op de toepassing van een doeltreffende vangstcertificeringsregeling waarin is voorzien in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (4)

 

5.10.

Verzuim van gevolggeving aan vermeende of gemelde illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 26, lid 3, en de artikelen 39 en 40 van Verordening (EG) nr. 1005/2008

Categorie 6:   Verzuim van opzet en toepassing van een goed functionerend systeem van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties

 

6.1.

In geval van een inbreuk: verzuim van inkennisstelling — overeenkomstig artikel 89, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 — van de vlaggenlidstaat, de lidstaat waarvan de dader van de inbreuk het staatburgerschap bezit, of iedere lidstaat die belang heeft bij de follow-up van de maatregelen die zijn genomen met het oog op de naleving

 

6.2.

Verzuim van het nemen van onmiddellijke maatregelen overeenkomstig artikel 91 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 om te voorkomen dat kapiteins van vissersvaartuigen of andere natuurlijke personen of rechtspersonen die op heterdaad zijn betrapt bij een ernstige inbreuk, daarmee doorgaan

 

6.3.

Verzuim van de vaststelling van criteria om de ernst van de inbreuk op de GVB-voorschriften te bepalen op grond van artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1005/2008

 

6.4.

Verzuim van het garanderen dat doeltreffende sancties systematisch worden toegepast voor inbreuken op de GVB-voorschriften en dat deze sancties voldoende streng en in verhouding tot de ernst van de inbreuk zijn, om zo voor afschrikking te zorgen en de daders minstens de economische voordelen die zij aan hun inbreuk te danken hebben, daadwerkelijk te ontnemen overeenkomstig titel VIII van Verordening (EG) nr. 1224/2009

 

6.5.

Verzuim van de toepassing van een puntensysteem voor ernstige inbreuken voor houders van visvergunningen en kapiteins overeenkomstig artikel 92 van Verordening (EG) nr. 1224/2009

 

6.6.

Verzuim van het opzetten en passend beheren van het nationaal register van inbreuken overeenkomstig artikel 93 van Verordening (EG) nr. 1224/2009

 

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 25).
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1).
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.