Besluit 2014/494 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst met Georgië

1.

Wettekst

30.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/1

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 16 juni 2014

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds

(2014/494/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37 en artikel 31, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea, alsmede artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 10 mei 2010 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen met Georgië te openen met het oog op de sluiting van een nieuwe overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië ter vervanging van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (1).

 

(2)

In het licht van de nauwe historische banden en de steeds intensievere betrekkingen tussen de partijen, alsmede hun wens om de betrekkingen op ambitieuze en innovatieve wijze te versterken en verbreden, werden de onderhandelingen over de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds („de overeenkomst”) met succes afgerond en werd de overeenkomst op 29 november 2013 geparafeerd.

 

(3)

De overeenkomst dient namens de Unie te worden ondertekend en voor de inwerkingtreding ervan gedeeltelijk op voorlopige basis te worden toegepast in overeenstemming met artikel 431 van de overeenkomst, in afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan benodigde procedures.

 

(4)

De voorlopige toepassing van delen van de overeenkomst laat de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en haar lidstaten conform de Verdragen onverlet.

 

(5)

Op grond van artikel 218, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan de Raad de Commissie machtigen om wijzigingen in de overeenkomst goed te keuren die worden aangenomen door het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, als beschreven in artikel 408, lid 4, van de overeenkomst, op voorstel van het krachtens artikel 179 van de overeenkomst opgerichte subcomité geografische aanduidingen.

 

(6)

De procedures voor de bescherming van de geografische aanduidingen die ingevolge de overeenkomst worden beschermd, moeten worden vastgelegd.

 

(7)

De overeenkomst mag niet aldus worden uitgelegd dat daaraan rechten kunnen worden ontleend of dat deze verplichtingen bevat waarop bij rechterlijke instanties van de Unie of de lidstaten rechtstreeks beroep kan worden gedaan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De ondertekening, namens de Unie, van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds wordt goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst.
  • 2. 
    De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

  • 1. 
    In afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst worden, overeenkomstig artikel 431 van de overeenkomst en met inachtneming van de kennisgevingen waarin de overeenkomst voorziet, de volgende delen voorlopig toegepast tussen de Unie en Georgië, voor zover deze aangelegenheden betreffen die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, waaronder aangelegenheden die vallen onder de bevoegdheid van de Unie om een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te bepalen en uit te voeren:
 

a)

titel I;

 

b)

titel II: de artikelen 3 en 4 en 7 t/m 9;

 

c)

titel III: de artikelen 13 en 16;

 

d)

titel IV (met uitzondering van artikel 151 voor zover dit betrekking heeft op de strafrechtelijke handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, en de artikelen 223 en 224 voor zover de bepalingen betrekking hebben op administratieve procedures en toetsing en beroep op het niveau van de lidstaten);

 

e)

titel V: de artikelen 285 en 291;

 

f)

titel VI: hoofdstuk 1 (met uitzondering van artikel 293, onder a) en e), artikel 294, lid 2, onder a) en b)), hoofdstuk 2 (met uitzondering van artikel 298, onder k)), hoofdstuk 3 (met uitzondering van artikel 302, lid 1), hoofdstukn 7, hoofdstuk 10 (met uitzondering van artikel 333, onder i)), hoofdstuk 11 (met uitzondering van artikel 338, onder b), en artikel339), de hoofdstukken 13, 20 en 23, alsmede de artikelen 312, 319, 327, 354 en 357;

 

g)

titel VII;

 

h)

titel VIII (met uitzondering van artikel 423, lid 1), voor zover de bepalingen van deze titel enkel strekken tot de voorlopige toepassing van de overeenkomst als omschreven in dit lid;

 

i)

de bijlagen II tot en met XXXI en bijlage XXXIV, alsmede de protocollen I tot en met IV.

  • 2. 
    De datum met ingang waarvan de overeenkomst voorlopig wordt toegepast, zal door het secretariaat-generaal van de Raad worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Voor de toepassing van artikel 179 van de overeenkomst worden wijzigingen in de overeenkomst als gevolg van besluiten van het subcomité geografische aanduidingen door de Commissie namens de Unie goedgekeurd. Indien belanghebbenden, nadat bezwaren in verband met een geografische aanduiding naar voren zijn gebracht, geen overeenstemming kunnen bereiken, stelt de Commissie een standpunt vast op basis van de procedure van artikel 57, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2).

Artikel 5

  • 1. 
    Een ingevolge onderafdeling 3 „Geografische aanduidingen”, van hoofdstuk 9 van titel IV van de overeenkomst beschermde naam mag worden gebruikt door iedere marktdeelnemer die landbouwproducten, levensmiddelen, wijn, gearomatiseerde wijn of gedistilleerde dranken in de handel brengt die aan de desbetreffende specificatie voldoen.
  • 2. 
    Overeenkomstig artikel 175 van de overeenkomst handhaven de lidstaten en de instellingen van de Unie de in de artikelen 170 tot en met 174 van de overeenkomst bedoelde bescherming, ook op verzoek van een belanghebbende.

Artikel 6

Deze overeenkomst mag niet aldus worden uitgelegd dat daaraan rechten kunnen worden ontleend of dat deze verplichtingen bevat waarop bij rechterlijke instanties van de Unie of de lidstaten rechtstreeks beroep kan worden gedaan.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 16 juni 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    KARASMANIS
 

  • (1) 
    Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 205 van 4.8.1999, blz. 3).
  • (2) 
    Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.