Besluit 2014/858 - Kennisgeving door het Verenigd Koninkrijk van de wens deel te nemen aan de handelingen van de Unie op het gebied van de politiële samenwerking en de justitiële samenwerking in strafzaken die vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn vastgesteld en die geen deel uitmaken van het Schengenacquis

1.

Wettekst

1.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 345/6

 

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 1 december 2014

betreffende de kennisgeving door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland van de wens deel te nemen aan de handelingen van de Unie op het gebied van de politiële samenwerking en de justitiële samenwerking in strafzaken die vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn vastgesteld en die geen deel uitmaken van het Schengenacquis

(2014/858/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien Protocol nr. 36 betreffende de overgangsbepalingen, en met name artikel 10, lid 5, in samenhang met artikel 4 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, en artikel 331, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Artikel 10, lid 4, van Protocol nr. 36 bepaalt dat het Verenigd Koninkrijk, uiterlijk zes maanden vóór het verstrijken van de in artikel 10, lid 3, van Protocol nr. 36 genoemde overgangsperiode van vijf jaar, de Raad ervan in kennis kan stellen dat het, met betrekking tot de handelingen van de Unie op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken die waren aangenomen vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, de bevoegdheden van de Commissie en het Hof van Justitie als bedoeld in artikel 10, lid 1, van Protocol nr. 36 niet aanvaardt.

 

(2)

Bij brief aan de voorzitter van de Raad van 24 juli 2013 heeft het Verenigd Koninkrijk van die mogelijkheid gebruikgemaakt door mede te delen dat het de bedoelde bevoegdheden van de Commissie en het Hof van Justitie niet aanvaardt, met als gevolg dat de bedoelde handelingen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken met ingang van 1 december 2014 niet meer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk.

 

(3)

Artikel 10, lid 5, van Protocol nr. 36 geeft het Verenigd Koninkrijk de mogelijkheid kennis te geven van zijn wens deel te nemen aan de handelingen die zijn opgehouden op hem van toepassing te zijn.

 

(4)

Bij brief aan de voorzitter van de Raad heeft het Verenigd Koninkrijk van die mogelijkheid gebruikgemaakt door mede te delen dat het met ingang van 1 december 2014 wenst deel te nemen aan enkele van de bovenbedoelde handelingen.

 

(5)

Met betrekking tot de betrokken handelingen die geen deel uitmaken van het Schengenacquis verwijst artikel 10, lid 5, van Protocol nr. 36 naar Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, waarvan artikel 4 naar de in artikel 331, lid 1 (VWEU), bedoelde procedure verwijst. Luidens deze laatste bepaling bevestigt de Commissie de deelneming van de lidstaat die wenst deel te nemen en constateert zij, in voorkomend geval, dat aan de voorwaarden voor deelneming is voldaan.

 

(6)

Volgens artikel 10, lid 5, laatste zin, van Protocol nr. 36, trachten de instellingen van de Unie en het Verenigd Koninkrijk opnieuw tot de ruimst mogelijke deelneming van het Verenigd Koninkrijk aan het acquis van de Unie op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht te komen zonder de praktische toepasbaarheid van de verschillende onderdelen daarvan ernstig in het gedrang te brengen en rekening houdend met de samenhang daarvan.

 

(7)

Aan de in artikel 10, lid 5, laatste zin, van Protocol nr. 36 vastgestelde voorwaarden is voor de door het Verenigd Koninkrijk meegedeelde handelingen voldaan en deze handelingen zijn in de bijlage bij dit besluit vermeld.

 

(8)

De deelname van het Verenigd Koninkrijk aan de in de bijlage bij dit besluit vermelde handelingen moet daarom worden bevestigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De deelname van het Verenigd Koninkrijk aan de in de bijlage bij dit besluit vermelde handelingen is bevestigd met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het treedt in werking op 1 december 2014.

Gedaan te Brussel, 1 december 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

BIJLAGE

 

1.

Gemeenschappelijk optreden 97/827/JBZ van 5 december 1997 tot instelling van een mechanisme voor evaluatie van de uitvoering en toepassing op nationaal niveau van de internationale verbintenissen inzake de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit (PB L 344 van 15.12.1997, blz. 7)

2.

Akte van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de overeenkomst op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de douaneadministraties (PB C 24 van 23.1.1998, blz. 1)

3.

Gemeenschappelijk optreden 98/700/JBZ van 3 december 1998 door de Raad aangenomen op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de invoering van een Europees beeldopslagsysteem (FADO) (PB L 333 van 9.12.1998, blz. 4)

4.

Besluit 2000/375/JBZ van de Raad van 29 mei 2000 ter bestrijding van kinderpornografie op internet (PB L 138 van 9.6.2000, blz. 1)

5.

Besluit 2000/641/JBZ van de Raad van 17 oktober 2000 tot oprichting van een secretariaat voor de gemeenschappelijke controleorganen voor gegevensbescherming ingesteld bij de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-overeenkomst), de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied en de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (Schengenovereenkomst) (PB L 271 van 24.10.2000, blz. 1)

6.

Besluit 2000/642/JBZ van de Raad van 17 oktober 2000 inzake een regeling voor samenwerking tussen de financiële inlichtingeneenheden van de lidstaten bij de uitwisseling van gegevens (PB L 271 van 24.10.2000, blz. 4)

7.

Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1)

8.

Besluit 2002/348/JBZ van de Raad van 25 april 2002 inzake veiligheid naar aanleiding van voetbalwedstrijden met een internationale dimensie (PB L 121 van 8.5.2002, blz. 1)

9.

Kaderbesluit 2002/465/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake gemeenschappelijke onderzoeksteams (PB L 162 van 20.6.2002, blz. 1)

10.

Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1)

11.

Besluit 2003/659/JBZ van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 245 van 29.9.2003, blz. 44)

12.

Kaderbesluit 2005/214/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties (PB L 76 van 22.3.2005, blz. 16)

13.

Kaderbesluit 2006/783/JBZ van de Raad van vrijdag 6 oktober 2006 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 59)

14.

Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad van 18 december 2006 betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 89)

15.

Besluit 2007/412/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 tot wijziging van Besluit 2002/348/JBZ inzake veiligheid naar aanleiding van voetbalwedstrijden met een internationale dimensie (PB L 155 van 15.6.2007, blz. 76)

16.

Besluit 2007/845/JBZ van de Raad van 6 december 2007 betreffende de samenwerking tussen de nationale bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen op het gebied van de opsporing en de identificatie van opbrengsten van misdrijven of andere vermogensbestanddelen die hun oorsprong vinden in misdrijven (PB L 332 van 18.12.2007, blz. 103)

17.

Kaderbesluit 2008/675/JBZ van de Raad van 24 juli 2008 betreffende de wijze waarop bij een nieuwe strafrechtelijke procedure rekening wordt gehouden met veroordelingen in andere lidstaten van de Europese Unie (PB L 220 van 15.8.2008, blz. 32)

18.

Kaderbesluit 2008/909/JBZ van de Raad van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafvonnissen waarbij vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen zijn opgelegd, met het oog op de tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie (PB L 327 van 5.12.2008, blz. 27)

19.

Besluit 2008/976/JBZ van de Raad van 16 december 2008 betreffende het Europees justitieel netwerk (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 130)

20.

Besluit 2009/426/JBZ van de Raad van 16 december 2008 inzake het versterken van Eurojust en tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 138 van 4.6.2009, blz. 14)

21.

Kaderbesluit 2009/299/JBZ van de Raad van 26 februari 2009 tot wijziging van Kaderbesluit 2002/584/JBZ, Kaderbesluit 2005/214/JBZ, Kaderbesluit 2006/783/JBZ, Kaderbesluit 2008/909/JBZ en Kaderbesluit 2008/947/JBZ en tot versterking van de procedurele rechten van personen, tot bevordering van de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen gegeven ten aanzien van personen die niet verschenen zijn tijdens het proces (PB L 81 van 27.3.2009, blz. 24)

22.

Kaderbesluit 2009/315/JBZ van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de organisatie en de inhoud van uitwisseling van gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten (PB L 93 van 7.4.2009, blz. 23)

23.

Besluit 2009/316/JBZ van de Raad van 6 april 2009 betreffende de oprichting van het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS) overeenkomstig artikel 11 van Kaderbesluit 2009/315/JBZ (PB L 93 van 7.4.2009, blz. 33)

24.

Besluit 2009/371/JBZ Besluit van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol) (PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37)

25.

Kaderbesluit 2009/829/JBZ van de Raad van 23 oktober 2009 inzake de toepassing, tussen de lidstaten van de Europese Unie, van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen inzake toezichtmaatregelen als alternatief voor voorlopige hechtenis (PB L 294 van 11.11.2009, blz. 20)

26.

Besluit 2009/917/JBZ Besluit van de Raad van 30 november 2009 inzake het gebruik van informatica op douanegebied (PB L 323 van 10.12.2009, blz. 20)

27.

Besluit 2009/934/JBZ van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de uitvoeringsregels voor de betrekkingen van Europol met partners, inclusief de uitwisseling van persoonsgegevens en gerubriceerde informatie (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 6)

28.

Besluit 2009/936/JBZ van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de uitvoeringsregels voor analysebestanden van Europol (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 14)

29.

Besluit 2009/968/JBZ van de Raad van 30 november 2009 houdende vaststelling van de geheimhoudingsregels betreffende Europol-informatie (PB L 332 van 17.12.2009, blz. 17)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.