Gedelegeerde verordening 2015/962 - Aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU wat de verlening van EU-wijde realtimeverkeersinformatiediensten betreft

1.

Wettekst

23.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 157/21

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/962 VAN DE COMMISSIE

van 18 december 2014

ter aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de verlening van EU-wijde realtimeverkeersinformatiediensten betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (1), en met name artikel 7,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel 3, onder b), van Richtlijn 2010/40/EU is vastgesteld dat de verlening van EU-wijde realtimeverkeersinformatiediensten voor de ontwikkeling en het gebruik van specificaties en normen een prioritaire actie is.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2010/40/EU moet de Commissie de specificaties vaststellen die noodzakelijk zijn om te zorgen voor compatibiliteit, interoperabiliteit en continuïteit bij de invoering en het operationele gebruik van intelligente vervoerssystemen (hierna „ITS” genoemd) voor de verlening van EU-wijde realtimeverkeersinformatiediensten. Deze verordening beoogt een verbetering van de toegankelijkheid, de uitwisseling, het hergebruik en de actualisering van de weg- en verkeersgegevens die noodzakelijk zijn voor de levering van kwalitatief hoogstaande en continue realtimeverkeersinformatiediensten in de hele Unie.

 

(3)

In artikel 5 van Richtlijn 2010/40/EU is bepaald dat specificaties die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 6 van deze richtlijn moeten worden toegepast op de ITS-toepassingen en -diensten, zonder afbreuk te doen aan het recht van de lidstaten om zelf te beslissen over de invoering van deze toepassingen en diensten op hun grondgebied.

 

(4)

Deze specificaties dienen van toepassing te zijn op de levering van alle realtimeverkeersinformatiediensten, onverminderd bijzondere specificaties die zijn vastgesteld in andere handelingen uit hoofde van Richtlijn 2010/40/EU, met name Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 885/2013 van de Commissie (2) en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 886/2013 van de Commissie (3).

 

(5)

Er bestaat al een markt voor de verlening van realtimeverkeersinformatiediensten in de Unie en het is in het belang van zowel de gebruikers en klanten als de aanbieders van die diensten dat de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd om deze markt in stand te houden en op innovatieve wijze verder te ontwikkelen. Wat betreft de verlening van realtimeverkeersinformatiediensten, zijn in Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) minimumregels vastgesteld voor het hergebruik van overheidsinformatie in de hele Unie. Met betrekking tot het hergebruik van gegevens die in het bezit zijn van de wegbeheerders en publieke wegbeheerders, zijn de bij deze verordening vastgestelde voorschriften, met name die betreffende de actualisering van de gegevens, van toepassing onverminderd de voorschriften van de Richtlijn 2003/98/EG.

 

(6)

Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) schept een Europese infrastructuur voor ruimtelijke gegevens om de uitwisseling van en de publieke toegang tot ruimtelijke informatie (met inbegrip van het ruimtelijke gegevensthema „vervoersnetwerken”) in de hele Unie mogelijk te maken, teneinde het milieubeleid van de Unie en de beleidsmaatregelen of activiteiten die van invloed kunnen zijn op het milieu, te ondersteunen. De specificaties die in deze verordening zijn vastgesteld, moeten verenigbaar zijn met de specificaties die zijn vastgesteld in Richtlijn 2007/2/EG en de uitvoeringshandelingen daarvan, met name Verordening (EU) nr. 1089/2010 van de Commissie (6). De uitbreiding van de toepassing van deze specificaties tot alle types statische weggegevens zou ook verdere harmonisatie op dit gebied kunnen bevorderen.

 

(7)

In Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7) is de wegeninfrastructuur omschreven, die deel uitmaakt van het kernnetwerk en het uitgebreide trans-Europese vervoersnetwerk. Deze verordening dient van toepassing te zijn op het uitgebreide trans-Europese wegennet zoals omschreven in Verordening (EU) nr. 1315/2013, aangezien het merendeel van het internationale vervoer over de weg plaatsvindt op dit net. Aangezien de meeste autosnelwegen reeds zijn opgenomen in dit net, dienen de andere snelwegen eveneens onder deze verordening te vallen om de coherentie voor de weggebruikers te garanderen. Terugkerende externe kosten van het verkeer en andere problemen met verkeersbeheer, zoals congestie, luchtvervuiling of geluidshinder, blijven niet beperkt tot het trans-Europese wegennet of tot snelwegen. In feite vindt een aanzienlijk deel van de terugkerende verkeerscongestie plaats in stedelijke gebieden. De lidstaten moeten dan ook toestemming krijgen om deze specificaties toe te passen op geselecteerde wegen buiten het trans-Europese wegennet en het snelwegennet die zij als prioritaire gebieden beschouwen. Gezien de voortdurend veranderende aard van de verkeerspatronen, moeten de lidstaten toestemming krijgen om deze prioritaire gebieden te wijzigen.

 

(8)

Statische weggegevens, dynamische weggegevens en verkeersgegevens hebben allemaal andere kenmerken en moeten allemaal aan passende voorschriften voldoen. Gezien de diversiteit van de gegevensbronnen, variërend van infrastructuurgebaseerde sensoren tot voertuigen die als sensor dienst doen, is het van belang dat de specificaties van toepassing zijn op de relevante gegevenscategorieën, ongeacht de bron van gegevens en de technologie die wordt gebruikt voor het creëren of actualiseren van de gegevens.

 

(9)

Indien de persoonsgegevens worden verwerkt, moeten zij, voor zover mogelijk, op onherroepelijke wijze anoniem worden gemaakt. Bovendien moeten ze worden verwerkt overeenkomstig de wetgeving van de Unie, met name Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (8) en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (9), en overeenkomstig de nationale wetgeving dienaangaande. Zij moeten bovendien beantwoorden aan de beginselen van doelbeperking en gegevensminimalisering.

 

(10)

Indien voor de informatiedienst gegevens met geolocatie moeten worden verzameld, hetzij rechtstreeks via de eindgebruikers, hetzij in de toekomst via coöperatieve systemen, moeten de eindgebruikers duidelijk worden geïnformeerd over het feit dat die gegevens worden verzameld, over de regels inzake gegevensverzameling en over de potentiële tracering en bewaringstermijn. Publieke en private wegbeheerders, dienstverleners en de automobielsector dienen passende technische maatregelen te nemen om de anonimiteit te garanderen van de gegevens die worden ontvangen van eindgebruikers of hun voertuigen.

 

(11)

Om geharmoniseerde en naadloze realtimeverkeersinformatiediensten te kunnen verlenen, moeten de lidstaten gebruikmaken van bestaande technische oplossingen en normen die door de Europese en internationale normalisatie-instellingen zijn opgesteld, zoals DATEX II (CEN/TS 16157 en latere versies) en de ISO-normen. Voor gegevenstypes waarvoor geen gestandaardiseerd formaat beschikbaar is, dienen de lidstaten en de belanghebbenden te worden aangemoedigd om samen te werken om een akkoord te bereiken over de definitie en het formaat van de gegevens en metagegevens.

 

(12)

In de Unie bestaan al een aantal methoden voor dynamische plaatsbepaling, die worden toegepast in de lidstaten. Het gebruik van verschillende methoden voor dynamische plaatsbepaling moet toegestaan blijven. De lidstaten en belanghebbenden moeten echter worden aangemoedigd om samen te werken om overeenstemming te bereiken over de toegestane methoden voor plaatsbepaling, indien nodig via Europese normalisatie-instellingen.

 

(13)

De toegankelijkheid en regelmatige actualisering van statische weggegevens door wegenautoriteiten en wegenexploitanten zijn van essentieel belang om het mogelijk te maken actuele en nauwkeurige digitale kaarten op te stellen, die een belangrijke rol spelen in betrouwbare ITS-toepassingen. De producenten van digitale kaarten moeten worden aangemoedigd om actualiseringen van statische weggegevens tijdig te integreren in hun bestaande kaartdiensten en kaartactualiseringsdiensten. Om te voldoen aan het overheidsbeleid, bijvoorbeeld op het gebied van de verkeersveiligheid, moeten overheidsinstanties aan dienstverleners en producenten van digitale kaarten kunnen vragen om onjuistheden in hun gegevens te corrigeren.

 

(14)

De toegankelijkheid van nauwkeurige en actuele statische weggegevens, dynamische weggegevens en verkeersgegevens is van essentieel belang voor het verlenen van realtimeverkeersinformatiediensten in de hele Unie. De relevante gegevens worden verzameld en bewaard door wegenautoriteiten, wegenexploitanten en aanbieders van realtimeverkeersinformatie. Om de uitwisseling en het hergebruik van deze gegevens te vergemakkelijken met het oog op de verlening van de diensten in kwestie, moeten wegenautoriteiten, wegenexploitanten en verleners van realtimeverkeersinformatiediensten de gegevens, de overeenkomstige metagegevens en de informatie over de kwaliteit van de gegevens ter beschikking stellen van andere wegenautoriteiten, wegenexploitanten, verleners van realtimeverkeersinformatiediensten en producenten van digitale kaarten via een nationaal of gemeenschappelijk toegangspunt. Het toegangspunt kan de vorm aannemen van een databank, een register, een internetportaal of een vergelijkbare vorm, afhankelijk van het gegevenstype. De lidstaten moeten de bestaande openbare en particuliere toegangspunten samenvoegen tot één toegangspunt dat de toegang mogelijk maakt tot alle soorten relevante beschikbare gegevens die binnen het toepassingsgebied van deze specificaties vallen. Het moet de lidstaten worden toegestaan om met elkaar samen te werken om een gemeenschappelijk toegangspunt op te zetten dat betrekking heeft op de beschikbare gegevens van de deelnemende lidstaten. Het moet de lidstaten vrij staan om de toegangspunten die zijn vastgesteld uit hoofde van andere krachtens Richtlijn 2010/40/EU goedgekeurde gedelegeerde handelingen te gebruiken als nationale toegangspunten voor de gegevens die onder deze verordening vallen.

 

(15)

Om de wegenautoriteiten, wegenexploitanten, dienstverleners en producenten van digitale kaarten de gelegenheid te bieden om de relevante gegevens met succes en op kostenefficiënte wijze te zoeken en te gebruiken, is het noodzakelijk om de inhoud en structuur van deze gegevens correct te beschrijven met passende metagegevens.

 

(16)

Deze specificaties mogen wegenautoriteiten of wegenexploitanten en dienstverleners niet verplichten om gegevens te verzamelen die zij niet reeds verzamelen of om gegevens te digitaliseren die niet reeds beschikbaar zijn in machineleesbaar formaat. De specifieke voorschriften met betrekking tot de actualiseringen van statische weggegevens, dynamische weggegevens en verkeersgegevens mogen alleen gelden voor de gegevens die werkelijk worden verzameld en die beschikbaar zijn in machineleesbaar formaat. Tegelijkertijd moeten de lidstaten worden aangemoedigd te zoeken naar kosteneffectieve manieren die geschikt zijn om tegemoet te komen aan hun behoefte om bestaande statische weggegevens te digitaliseren.

 

(17)

Deze specificaties mogen wegenautoriteiten en wegbeheerders niet verplichten om verkeerscirculatieplannen en tijdelijke verkeersbeheersmaatregelen vast te stellen of uit te voeren. Zij mogen de dienstverleners niet verplichten om hun gegevens te delen met ander dienstverleners. Dienstverleners moeten de vrijheid hebben om onderling commerciële overeenkomsten te sluiten voor het hergebruik van relevante gegevens.

 

(18)

De lidstaten en de ITS-belanghebbenden moeten worden aangemoedigd om samen te werken teneinde overeenstemming te bereiken over gemeenschappelijke definities van gegevenskwaliteit, met het oog op het gebruik van gemeenschappelijke indicatoren voor de gegevenskwaliteit in de gehele waardeketen van verkeersgegevens, zoals de volledigheid, nauwkeurigheid en actualiteit van de gegevens, de methode waarmee ze zijn verkregen en de gebruikte methode voor plaatsbepaling, alsmede de toegepaste kwaliteitscontroles. Zij moeten ook worden aangemoedigd om inspanningen te blijven leveren om bijbehorende methoden voor kwaliteitsmeting en monitoring van de verschillende soorten gegevens vast te stellen. De lidstaten moeten worden aangemoedigd om hun kennis, ervaring en beste praktijken op dit gebied met elkaar te delen.

 

(19)

Het wordt erkend dat overheidsinstanties het verkeersbeheer en het infrastructuurbeheer en -onderhoud op kosteneffectieve wijze kunnen verbeteren door gebruik te maken van weg- en verkeersgegevens en realtimeverkeersinformatiediensten die gegenereerd zijn door particuliere dienstverleners. De specifieke voorwaarden die gelden voor het gebruik en het hergebruik van die gegevens en de bijbehorende diensten, moeten worden overgelaten aan de betrokken partijen, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Richtlijn 2003/98/EG.

 

(20)

Particuliere dienstverleners kunnen gebruikmaken van statische weggegevens, dynamische weggegevens en verkeersgegevens die door wegenautoriteiten en wegenexploitanten zijn verzameld als input voor hun eigen realtimeverkeersinformatiediensten. De specifieke voorwaarden die gelden voor het hergebruik van die gegevens, moeten worden overgelaten aan de betrokken partijen, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Richtlijn 2003/98/EG.

 

(21)

Om ervoor te zorgen dat deze voorschriften correct worden toegepast, moeten de lidstaten beoordelen of de eisen inzake toegankelijkheid, uitwisseling, hergebruik en actualisering van de weg- en verkeersgegevens worden nageleefd door de wegenautoriteiten, wegenexploitanten, producenten van digitale kaarten en dienstverleners. Daartoe moeten de bevoegde autoriteiten zich vrij kunnen baseren op empirisch onderbouwde verklaringen van conformiteit die zijn ingediend bij de autoriteiten, wegenexploitanten, producenten van digitale kaarten en dienstverleners.

 

(22)

Deze specificaties beperken de vrijheid van meningsuiting van radio-omroepen niet voor zover zij hen niet verplichten een specifiek standpunt in te nemen met betrekking tot de informatie die moet worden verspreid; ze laten de lidstaten ook genoeg speelruimte om rekening te houden met hun nationale grondwettelijke tradities met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting van radio-omroepen.

 

(23)

De Europese toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd in overeenstemming met artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (10) en heeft op 17 juni 2015 een advies uitgebracht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

In deze verordening worden de specificaties vastgesteld die nodig zijn om te zorgen voor de toegankelijkheid, de uitwisseling, het hergebruik en de actualisering van weg- en verkeersgegevens die door wegenautoriteiten, wegenexploitanten en dienstverleners worden gebruikt voor het verlenen van EU-wijde realtimeverkeersinformatiediensten.

De verordening is van toepassing op het uitgebreide trans-Europese wegennet en op snelwegen die niet in dit net zijn opgenomen, alsmede op prioritaire gebieden die door de nationale autoriteiten zijn geïdentificeerd, wanneer zij dit relevant achten.

De verordening is van toepassing overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2010/40/EU.

Artikel 2

Definities

Met het oog op de toepassing van deze verordening gelden de definities in artikel 4 van Richtlijn 2010/40/EU.

Daarnaast gelden de volgende definities:

  • 1. 
    „trans-Europees kernwegennet”: de wegvervoersinfrastructuur die deel uitmaakt van het kernnetwerk, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1315/2013;
  • 2. 
    „uitgebreid trans-Europees wegennet”: de wegvervoersinfrastructuur die deel uitmaakt van het uitgebreide netwerk, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1315/2013;
  • 3. 
    „snelweg”: een weg die als zodanig is aangewezen door de lidstaat waar hij gelegen is;
  • 4. 
    „prioritaire gebieden”: weggedeelten die door de nationale autoriteiten zijn aangewezen, voor zover zij dit relevant achten, met name in stedelijke gebieden, en die geen deel uitmaken van het uitgebreide trans-Europese wegennet en geen snelwegen zijn, gebaseerd op het niveau van terugkerende verkeerscongestie of andere beheersoverwegingen;
  • 5. 
    „toegankelijkheid van de gegevens”: de mogelijkheid om de gegevens te allen tijde in een machineleesbaar formaat op te vragen en te verkrijgen;
  • 6. 
    „statische weggegevens”: gegevens over het wegennet die niet vaak of op regelmatige basis veranderen, zoals vermeld in punt 1 van de bijlage;
  • 7. 
    „dynamische weggegevens”: gegevens over het wegennet die vaak of regelmatig veranderen en een beschrijving geven van de toestand van de weg, zoals vermeld in punt 2 van de bijlage;
  • 8. 
    „verkeersgegevens”: gegevens over de kenmerken van het wegverkeer, zoals vermeld in punt 3 van de bijlage;
  • 9. 
    „gegevensactualisering”: een wijziging van de bestaande gegevens, inclusief schrappingen of toevoegingen van nieuwe of aanvullende elementen;
  • 10. 
    „realtimeverkeersinformatie”: informatie die is afgeleid van statische weggegevens, dynamische weggegevens, verkeersgegevens of een combinatie daarvan en die via om het even welk communicatiemiddel door een wegenautoriteit, wegenexploitant of dienstverlener worden verstrekt aan gebruikers en eindgebruikers;
  • 11. 
    „realtimeverkeersinformatiedienst”: een ITS-dienst die onmiddellijk realtimeverkeersinformatie verstrekt aan gebruikers en eindgebruikers;
  • 12. 
    „wegenautoriteit”: een overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de planning, de controle of het beheer van wegen die onder haar territoriale bevoegdheid vallen;
  • 13. 
    „wegenexploitant”: een publieke of particuliere entiteit die verantwoordelijk is voor het onderhoud en beheer van de weg;
  • 14. 
    „dienstverlener”: een publieke of particuliere aanbieder van een realtimeverkeersinformatiedienst, met uitzondering van loutere doorgeefluiken van informatie, aan gebruikers en eindgebruikers;
  • 15. 
    „gebruiker”: alle wegenautoriteiten, wegenexploitanten, dienstverleners en producenten van digitale kaarten;
  • 16. 
    „eindgebruiker”: alle weggebruikers, natuurlijke personen of rechtspersonen die toegang hebben tot realtimeverkeersinformatiediensten;
  • 17. 
    „toegangspunt”: een digitale interface via dewelke statische weggegevens, dynamische weggegevens en verkeersgegevens, samen met de overeenkomstige metagegevens, toegankelijk worden gemaakt voor gebruikers met het oog op hergebruik, of waarbij de bronnen en metagegevens van deze gegevens toegankelijk worden gemaakt voor gebruikers met het oog op hergebruik;
  • 18. 
    „metagegevens”: een gestructureerde beschrijving van de inhoud van de gegevens die het zoeken naar en gebruiken van deze gegevens vergemakkelijken;
  • 19. 
    „zoekdiensten”: diensten die het mogelijk maken gegevens te zoeken door gebruik te maken van de inhoud van de overeenkomstige metagegevens en die deze inhoud kunnen weergeven;
  • 20. 
    „tijdelijke verkeersbeheersmaatregelen”: tijdelijke maatregelen om het hoofd te bieden aan een verstoring van het verkeer en om bijvoorbeeld verkeersstromen te controleren en te sturen;
  • 21. 
    „verkeerscirculatieplannen”: permanente verkeersbeheersmaatregelen die zijn ontworpen door verkeersbeheerders om verkeersstromen te controleren en te sturen in reactie op blijvende of terugkerende verkeersstoringen.

Artikel 3

Nationale toegangspunten

  • 1. 
    Elke lidstaat zet een nationaal toegangspunt op. Het nationale toegangspunt vormt een uniek punt van toegang voor gebruikers tot de weg- en verkeersgegevens, met inbegrip van actualiseringen van gegevens, die worden verstrekt door de wegenautoriteiten, wegenexploitanten en dienstverleners en die betrekking hebben op het grondgebied van een bepaalde lidstaat.
  • 2. 
    Bestaande nationale toegangspunten die zijn opgericht om te voldoen aan de eisen die voortvloeien uit andere op grond van Richtlijn 2010/40/EU vastgestelde gedelegeerde handelingen, mogen worden gebruikt als nationale toegangspunten indien de lidstaten zulks passend achten.
  • 3. 
    De nationale toegangspunten moeten passende zoekdiensten aanbieden aan de gebruikers.
  • 4. 
    De wegenautoriteiten en wegenexploitanten, in samenwerking met producenten van digitale kaarten en dienstverleners, zorgen ervoor dat zij de juiste metagegevens verstrekken om gebruikers in staat te stellen de gegevensreeksen waartoe via het nationale toegangspunt toegang wordt verleend, te zoeken en te gebruiken.
  • 5. 
    Twee of meer lidstaten mogen een gemeenschappelijk toegangspunt opzetten.

Artikel 4

Toegankelijkheid, uitwisseling en hergebruik van statische weggegevens

  • 1. 
    Om de verlening van compatibele, interoperabele en continue realtimeverkeersinformatiediensten in de hele Unie te vergemakkelijken, zorgen de wegenautoriteiten en de wegenexploitanten ervoor dat de statische weggegevens die zij verzamelen overeenkomstig artikel 8 tijdig worden verstrekt en geactualiseerd in een gestandaardiseerd formaat, voor zover beschikbaar, of in een ander machineleesbaar formaat.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde gegevens en de overeenkomstige metagegevens, met inbegrip van informatie over de kwaliteit daarvan, moeten toegankelijk zijn voor uitwisseling en hergebruik door alle producenten van digitale kaarten of dienstverleners in de Unie:
 

a)

op een niet-discriminerende wijze;

 

b)

binnen een tijdsbestek dat zorgt voor de tijdige verstrekking van de realtimeverkeersinformatiediensten;

 

c)

via het nationale of gemeenschappelijke toegangspunt, als bedoeld in artikel 3;

 

d)

de wegenautoriteiten, wegenexploitanten, producenten van digitale kaarten en dienstverleners die gebruikmaken van de in lid 1 vermelde statische weggegevens, werken samen om te garanderen dat eventuele onnauwkeurigheden in de statische weggegevens onverwijld worden gemeld aan de wegenautoriteiten en wegenexploitanten waarvan de gegevens afkomstig zijn.

  • 3. 
    Wanneer dienstverleners gebruikmaken van de in lid 1 bedoelde statische weggegevens die zijn verstrekt door wegenautoriteiten en wegenexploitanten, houden zij in de mate van het mogelijke rekening met de verkeerscirculatieplannen die door de bevoegde autoriteiten zijn opgesteld.

Artikel 5

Toegankelijkheid, uitwisseling en hergebruik van dynamische weggegevens

  • 1. 
    Om de verlening van compatibele, interoperabele en continue realtimeverkeersinformatiediensten in de hele Unie te vergemakkelijken, zorgen de wegenautoriteiten en wegenexploitanten ervoor dat de dynamische weggevens die zij verzamelen overeenkomstig artikel 9, worden verstrekt en geactualiseerd in DATEX II-formaat (CEN/TS 16157 en latere versies) of een ander machineleesbaar formaat dat volledig compatibel is met DATEX II.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde gegevens en de overeenkomstige metagegevens, met inbegrip van informatie over de kwaliteit daarvan, moeten toegankelijk zijn voor uitwisseling en hergebruik door alle dienstverleners in de Unie:
 

a)

op een niet-discriminerende wijze;

 

b)

binnen een tijdsbestek dat zorgt voor de tijdige verstrekking van de realtimeverkeersinformatiediensten;

 

c)

via het nationale of gemeenschappelijke toegangspunt, als bedoeld in artikel 3.

  • 3. 
    Wanneer dienstverleners gebruikmaken van de in lid 1 bedoelde dynamische weggegevens die zijn verstrekt door wegenautoriteiten en wegenexploitanten, houden zij in de mate van het mogelijke rekening met alle tijdelijke verkeersbeheersmaatregelen die door de bevoegde autoriteiten zijn genomen.

Artikel 6

Toegankelijkheid, uitwisseling en hergebruik van verkeersgegevens

  • 1. 
    Om de verlening van compatibele, interoperabele en continue realtimeverkeersinformatiediensten in de hele Unie te vergemakkelijken, zorgen de wegenautoriteiten en de wegenexploitanten ervoor dat de verkeersgegevens die zij verzamelen overeenkomstig artikel 10 worden verstrekt en geactualiseerd in DATEX II-formaat (CEN/TS 16157 en latere versies) of een ander machineleesbaar formaat dat volledig compatibel is met DATEX II.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde gegevens en de overeenkomstige metagegevens, met inbegrip van informatie over de kwaliteit daarvan, moeten toegankelijk zijn voor uitwisseling en hergebruik door alle dienstverleners in de Unie:
 

a)

op een niet-discriminerende wijze;

 

b)

binnen een tijdsbestek dat zorgt voor de tijdige verstrekking van de realtimeverkeersinformatiediensten;

 

c)

via het nationale of gemeenschappelijke toegangspunt, als bedoeld in artikel 3.

  • 3. 
    Om het verkeersbeheer te optimaliseren, mogen wegenautoriteiten en wegenexploitanten aan de dienstverleners vragen om de gegevens te verstrekken die zij verzamelen en actualiseren overeenkomstig artikel 10. Deze gegevens worden via het in artikel 3 bedoelde toegangspunt verstrekt in DATEX II-formaat (CEN/TS 16157 en latere versies) of een ander machineleesbaar formaat dat volledig compatibel is met DATEX II, en gaan vergezeld van de overeenkomstige metagegevens, met inbegrip van informatie over de kwaliteit daarvan.

Artikel 7

Actualiseringen van gegevens

Realtimeverkeersinformatiediensten worden gebaseerd op actualiseringen van statische weggegevens, dynamische weggegevens en verkeersgegevens, of een combinatie daarvan. Alle gegevens worden regelmatig geactualiseerd door de wegenautoriteiten, wegenexploitanten en dienstverleners in overeenstemming met de vereisten van de artikelen 8 tot en met 10. De wegenautoriteiten, wegenexploitanten en dienstverleners dienen tijdig de onjuistheden te corrigeren die zij hebben vastgesteld in de gegevens of die gesignaleerd zijn door andere gebruikers en eindgebruikers.

Artikel 8

Actualiseringen van statische weggegevens

  • 1. 
    De actualiseringen van de statische weggegevens hebben ten minste betrekking op de volgende parameters:
 

a)

het type statische weggegevens, zoals beschreven in punt 1 van de bijlage waarop de actualisering betrekking heeft;

 

b)

de locatie van de toestand waarop de actualisering betrekking heeft;

 

c)

het type actualisering (wijziging, toevoeging of schrapping);

 

d)

de beschrijving van de actualisering;

 

e)

de datum waarop de gegevens zijn bijgewerkt;

 

f)

de datum en het tijdstip waarop de verandering in een bepaalde toestand heeft plaatsgevonden of zal plaatsvinden;

 

g)

de kwaliteit van de gegevensactualisering.

De locatie van de toestand waarop de actualisering betrekking heeft, wordt bepaald met een gestandaardiseerde of andere algemeen aanvaarde dynamische plaatsbepalingsmethode die het mogelijk maakt deze locatie ondubbelzinnig te decoderen en te interpreteren.

  • 2. 
    Wegenautoriteiten en wegenexploitanten waarborgen dat statische weggegevens tijdig worden geactualiseerd en verstrekken deze actualiseringen van tevoren aan gebruikers, voor zover bekend en mogelijk.
  • 3. 
    Wanneer producenten van digitale kaarten en dienstverleners gebruikmaken van actualiseringen van statische weggegevens, zien zij erop toe dat deze actualiseringen tijdig worden verwerkt om de informatie onverwijld toegankelijk te maken voor de eindgebruikers.

Artikel 9

Actualiseringen van dynamische weggegevens

  • 1. 
    De actualiseringen van de dynamische weggegevens hebben ten minste betrekking op de volgende parameters:
 

a)

het type dynamische weggegevens zoals beschreven in punt 2 van de bijlage waarop de actualisering betrekking heeft en, indien nodig, een korte beschrijving ervan;

 

b)

de locatie van de gebeurtenis of toestand waarop de actualisering betrekking heeft;

 

c)

de periode waarin de gebeurtenis of toestand waarop de actualisering betrekking heeft, zich heeft voorgedaan;

 

d)

de kwaliteit van de gegevensactualisering.

De locatie van de gebeurtenis of toestand waarop de actualisering betrekking heeft, wordt bepaald met een gestandaardiseerde of andere algemeen aanvaarde dynamische plaatsbepalingsmethode die het mogelijk maakt deze locatie ondubbelzinnig te decoderen en te interpreteren.

  • 2. 
    Wegenautoriteiten en wegenexploitanten waarborgen dat dynamische weggegevens tijdig worden geactualiseerd en verstrekken deze actualiseringen van tevoren, voor zover bekend en mogelijk.
  • 3. 
    Zo spoedig mogelijk nadat de status van de dynamische weggegevens is gewijzigd, wordt de realtimeverkeersinformatie dienovereenkomstig gewijzigd of ingetrokken.
  • 4. 
    Wanneer dienstverleners gebruikmaken van actualiseringen van dynamische weggegevens, zien zij erop toe dat deze actualiseringen tijdig worden verwerkt om de informatie onverwijld toegankelijk te maken voor de eindgebruikers.

Artikel 10

Het bijwerken van verkeersgegevens

  • 1. 
    De actualiseringen van de verkeersgegevens hebben ten minste betrekking op de volgende parameters:
 

a)

het type verkeersgegevens zoals beschreven in punt 3 van de bijlage waarop de actualisering betrekking heeft en, indien nodig, een korte beschrijving ervan;

 

b)

de locatie van de gebeurtenis of toestand waarop de actualisering betrekking heeft;

 

c)

de kwaliteit van de gegevensactualisering.

De locatie van de gebeurtenis of toestand waarop de actualisering betrekking heeft, wordt bepaald met een gestandaardiseerde of andere algemeen aanvaarde dynamische plaatsbepalingsmethode die het mogelijk maakt deze locatie ondubbelzinnig te decoderen en te interpreteren.

  • 2. 
    Zo spoedig mogelijk nadat de status van de verkeersgegevens is gewijzigd, wordt de realtimeverkeersinformatie dienovereenkomstig gewijzigd of ingetrokken door wegenexploitanten en dienstverleners.
  • 3. 
    Wanneer dienstverleners gebruikmaken van actualiseringen van verkeersgegevens, zien zij erop toe dat deze actualiseringen tijdig worden verwerkt om de informatie onverwijld toegankelijk te maken voor de eindgebruikers.

Artikel 11

Beoordeling van de naleving

  • 1. 
    De lidstaten beoordelen of de vereisten van de artikelen 3 tot en met 10 worden nageleefd door de wegenautoriteiten, wegenexploitanten, producenten van digitale kaarten en dienstverleners, overeenkomstig de leden 2 en 3.
  • 2. 
    Om de beoordeling te kunnen uitvoeren, mogen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de volgende documenten vragen aan de wegenautoriteiten, wegenexploitanten, producenten van digitale kaarten en dienstverleners:
 

a)

een beschrijving van de weg- en verkeersgegevens, digitale kaarten of realtimeverkeersinformatiediensten die zij verstrekken, alsook de informatie over de kwaliteit daarvan en de voorwaarden voor het hergebruik van deze gegevens;

 

b)

een op feitelijke gegevens gebaseerde verklaring van overeenstemming met de voorschriften van de artikelen 3 tot en met 10.

  • 3. 
    De lidstaten controleren steekproefsgewijs de juistheid van de in lid 2, onder b), vermelde verklaringen.

Artikel 12

Verslaglegging

  • 1. 
    Uiterlijk op 13 juli 2017 dienen de lidstaten bij de Commissie een verslag in over de eventuele maatregelen die zij hebben genomen om een nationaal toegangspunt op te zetten en over de voorwaarden voor de werking ervan en, alsook, voor zover relevant, de lijst van snelwegen die geen deel uitmaken van het uitgebreide trans-Europese wegennet en de vastgestelde prioritaire gebieden.
  • 2. 
    Uiterlijk op 13 juli 2018 en daarna om de twee jaar dienen de lidstaten bij de Commissie een verslag in met de volgende informatie:
 

a)

de vooruitgang die geboekt is op het gebied van de toegankelijkheid, de uitwisseling en het hergebruik van de types weg- en verkeersgegevens die zijn vermeld in de bijlage;

 

b)

het geografische toepassingsgebied en de weg- en verkeersgegevensinhoud van realtimeverkeersinformatiediensten en hun kwaliteit, met inbegrip van de criteria voor het bepalen van de kwaliteit en de wijze waarop ze wordt gemonitord;

 

c)

de resultaten van de toetsing van de naleving als bedoeld in artikel 11 aan de vereisten van de artikelen 3 tot en met 10;

 

d)

indien relevant, een beschrijving van de wijzigingen van het nationale of gemeenschappelijke toegangspunt;

 

e)

indien relevant, een beschrijving van de wijzigingen van de prioritaire gebieden.

Artikel 13

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 13 juli 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 december 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (2) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 885/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het verstrekken van informatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen (PB L 247 van 18.9.2013, blz. 1).
  • (3) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 886/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de gegevens en procedures voor het aanbieden, waar mogelijk, van minimale universele verkeersveiligheidsinformatie die kosteloos is voor de gebruikers (PB L 247 van 18.9.2013, blz. 6).
  • (5) 
    Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).
  • (6) 
    Verordening (EU) nr. 1089/2010 van de Commissie van 23 november 2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens (PB L 323 van 8.12.2010, blz. 11).
  • (7) 
    Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende EU-richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet, en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).
  • (8) 
    Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
  • (9) 
    Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
  • Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
 

BIJLAGE

GEGEVENSCATEGORIEËN

(zoals vermeld in de artikelen 2, 8, 9, 10 en 12)

 

1.

De types statische weggegevens omvatten met name:

 

a)

wegverbindingen en de fysieke kenmerken ervan, zoals:

 

i)

geometrie,

 

ii)

breedte van de weg,

 

iii)

aantal rijstroken,

 

iv)

hellingshoek,

 

v)

knooppunten;

 

b)

wegclassificatie;

 

c)

verkeerssignalisatie om verkeersregels en gevaren aan te geven, zoals:

 

i)

toegangsvoorwaarden tot tunnels,

 

ii)

toegangsvoorwaarden tot bruggen,

 

iii)

permanente toegangsbeperkingen,

 

iv)

andere verkeersregels;

 

d)

snelheidsbeperkingen;

 

e)

verkeerscirculatieplannen;

 

f)

regels voor het leveren van goederen;

 

g)

locatie van tolstations;

 

h)

identificatie van tolwegen, toepasselijke vaste heffingen voor weggebruikers en beschikbare betaalmethoden;

 

i)

locatie van parkeerterreinen en tankstations;

 

j)

locatie en gebruiksvoorwaarden van laadpunten voor elektrische voertuigen;

 

k)

locatie van tankstations voor gecomprimeerd aardgas, vloeibaar aardgas en vloeibaar petroleumgas;

 

l)

locatie van stopplaatsen van het openbaar vervoer en overstappunten;

 

m)

locatie van leverzones.

 

2.

De types dynamische weggegevens omvatten met name:

 

a)

sluitingen van wegen;

 

b)

sluitingen van rijstroken;

 

c)

sluitingen van bruggen;

 

d)

inhaalverbod voor vrachtwagens;

 

e)

wegenwerken;

 

f)

ongevallen en incidenten;

 

g)

dynamische snelheidsbeperkingen;

 

h)

rijrichting op rijstroken met omkeerbare rijrichting;

 

i)

slechte toestand van de weg;

 

j)

tijdelijke verkeersbeheersmaatregelen;

 

k)

variabele heffingen voor weggebruikers en beschikbare betaalmethoden;

 

l)

beschikbaarheid van parkeerplaatsen;

 

m)

beschikbaarheid van leverzones;

 

n)

parkeerkosten;

 

o)

beschikbaarheid van laadpunten voor elektrische voertuigen;

 

p)

weersomstandigheden die een invloed hebben op het wegoppervlak en het zicht.

Deze kortetermijngegevens dienen niet te worden opgenomen in actualiseringen van digitale kaarten omdat ze beschouwd worden als wijzigingen die niet van permanente aard zijn.

 

3.

De types verkeersgegevens omvatten met name:

 

a)

verkeersvolume;

 

b)

snelheid;

 

c)

plaats en lengte van files;

 

d)

reistijden;

 

e)

wachttijd aan grensovergangen met niet-EU-lidstaten.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.