Besluit 2015/1913 - Ondertekening van het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (CETS nr. 196)

1.

Wettekst

24.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 280/22

 

BESLUIT (EU) 2015/1913 VAN DE RAAD

van 18 september 2015

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (CETS nr. 196)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 83, lid 1, juncto artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op grond van artikel 23 van het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (CETS nr. 196) („het Verdrag”) staat het Verdrag open voor ondertekening door de Europese Unie.

 

(2)

Op 1 april 2015 heeft de Raad de Commissie gemachtigd tot het openen van onderhandelingen over het aanvullend protocol bij het Verdrag („het aanvullend protocol”).

 

(3)

Op 19 mei 2015 heeft het Comité van ministers van de Raad van Europa zijn goedkeuring gehecht aan het aanvullend protocol. De Commissie heeft bij de Raad van de Europese Unie een voorstel ingediend voor een besluit van de Raad waarbij machtiging wordt verleend voor de ondertekening namens de Europese Unie van het aanvullend protocol.

 

(4)

Artikel 10 van het aanvullend protocol bepaalt dat het aanvullend protocol openstaat voor ondertekening door ondertekenaars van het Verdrag.

 

(5)

Bij Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad (1) zijn gemeenschappelijke Unieregels opgesteld inzake terrorismebestrijding. Het Verdrag kan gevolgen hebben voor die gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan wijzigen.

 

(6)

Het Verdrag dient derhalve namens de Europese Unie te worden ondertekend voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, voor zover het Verdrag gevolgen kan hebben voor die gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan kan wijzigen. De lidstaten behouden hun bevoegdheden, voor zover het Verdrag geen gevolgen heeft voor die gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan niet wijzigt.

 

(7)

Ierland is gebonden door Kaderbesluit 2002/475/JBZ en neemt derhalve deel aan de vaststelling van dit besluit.

 

(8)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt het Verenigd Koninkrijk niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat niet bindend is voor, noch van toepassing is in het Verenigd Koninkrijk.

 

(9)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening namens de Europese Unie van het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (CETS nr. 196), voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst (2).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) het Verdrag namens de Europese Unie te ondertekenen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. Het is van toepassing overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 18 september 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

  • C. 
    DIESCHBOURG
 

  • (2) 
    De tekst van het Verdrag zal samen met het besluit betreffende de sluiting ervan worden bekendgemaakt.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.