Gedelegeerde verordening 2016/232 - Aanvulling van Verordening 1308/2013 wat betreft bepaalde aspecten van samenwerking tussen producenten

1.

Wettekst

19.2.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 44/1

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/232 VAN DE COMMISSIE

van 15 december 2015

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bepaalde aspecten van samenwerking tussen producenten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 173, lid 1 en artikel 223, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 is Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (2) ingetrokken en vervangen en zijn specifieke regels inzake producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties en brancheorganisaties vastgesteld. Verordening (EU) nr. 1308/2013 machtigt de Commissie om in dit verband gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Om de doeltreffendheid van de activiteiten van zulke organisaties en unies in het nieuwe rechtskader te waarborgen, moeten bepaalde regels worden vastgesteld.

 

(2)

Specifieke regels inzake bepaalde aspecten van samenwerking tussen producenten bestaan al voor de sector groenten en fruit, de sector melk en zuivelproducten en de sector olijfolie en tafelolijven. Met het oog op de continuïteit moeten de specifieke regels voor deze sectoren van toepassing blijven. De onderhavige verordening moet van toepassing zijn op de niet onder deze specifieke regels vallende aspecten van samenwerking tussen producenten.

 

(3)

In artikel 155 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is bepaald dat de lidstaten erkende producentenorganisaties of erkende unies van producentenorganisaties mogen toestaan hun werkzaamheden (met uitzondering van productie) uit te besteden in de sectoren waarvoor uitbesteding door de Commissie is toegestaan. Momenteel is voorzien in uitbesteding in de sector groenten en fruit en de sector olijfolie en tafelolijven. Rekening houdend met de betrokken economische aspecten en de voordelen die de uitbesteding van bepaalde activiteiten kan bieden aan producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties en hun leden, moeten alle sectoren de mogelijkheid krijgen van die uitbesteding gebruik te maken.

 

(4)

Er moeten regels inzake de erkenning van transnationale producentenorganisaties, transnationale unies van producentenorganisaties en transnationale brancheorganisaties alsook regels ter verduidelijking van de verantwoordelijkheid van de betrokken lidstaten worden vastgesteld. De erkenning van transnationale producentenorganisaties en transnationale unies van producentenorganisaties moet, met inachtneming van de vrijheid van vestiging, vallen onder de verantwoordelijkheid van de lidstaat waar zulke organisaties of unies een aanzienlijk aantal leden hebben of beschikken over een afzetbare productie waarvan het volume of de waarde aanzienlijk is. Over de erkenning van transnationale brancheorganisaties moet een besluit worden genomen door de lidstaat waar die organisaties hun hoofdzetel hebben.

 

(5)

Er moeten regels worden vastgesteld inzake de totstandbrenging van de administratieve bijstand die bij transnationale samenwerking moet worden verleend. Dergelijke bijstand dient in het bijzonder overdracht van informatie te omvatten die het de bevoegde lidstaat mogelijk maakt te beoordelen of een transnationale producentenorganisatie, unie van producentenorganisaties of brancheorganisatie aan de erkenningsvoorwaarden voldoet. Dergelijke informatie is ook noodzakelijk opdat de bevoegde lidstaat maatregelen zou kunnen nemen indien niet aan de voorwaarden is voldaan. Tegelijkertijd maakt die bijstand het de bevoegde lidstaten mogelijk om op verzoek informatie door te geven aan de lidstaten waar de leden van zulke organisaties of unies zijn gevestigd.

 

(6)

Met het oog op de goede werking van maatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en met het oog op monitoring, analyse en beheer van de markt voor landbouwproducten en ter waarborging van een geharmoniseerde en vereenvoudigde benadering moet worden vastgesteld welke informatie vereist is bij de kennisgeving van besluiten om uitbesteding toe te staan en om de erkenning van een producentenorganisatie, een unie van producentenorganisaties of een brancheorganisatie toe te kennen, te weigeren of in te trekken.

 

(7)

Verordening (EG) nr. 223/2008 (3) en Verordening (EG) nr. 709/2008 (4) van de Commissie voorzien in regels inzake producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties en brancheorganisaties. Sommige bepalingen van die verordeningen zijn achterhaald of zijn nooit toegepast. Derhalve moeten deze verordeningen worden ingetrokken om de samenhang met de nieuwe wetgeving inzake de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten te waarborgen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Bij deze verordening worden regels vastgesteld tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wat betreft bepaalde aspecten van samenwerking tussen producenten. Zij is van toepassing onverminderd de specifieke regels die zijn vastgesteld in de volgende verordeningen:

 

a)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie (5) wat de sector groenten en fruit betreft;

 

b)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 880/2012 van de Commissie (6) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 511/2012 van de Commissie (7) wat de sector melk en zuivelproducten betreft; en

 

c)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 611/2014 van de Commissie (8) wat de sector olijfolie en tafelolijven betreft.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a) 
    „transnationale producentenorganisatie”: een producentenorganisatie waarbij de bedrijven van de aangesloten producenten in meer dan een lidstaat zijn gevestigd;
  • b) 
    „transnationale unie van producentenorganisaties”: een unie van producentenorganisaties waarvan de aangesloten organisaties in meer dan een lidstaat zijn gevestigd;
  • c) 
    „transnationale brancheorganisatie”: een brancheorganisatie waarvan de leden zich in meer dan een lidstaat bezighouden met productie, verwerking of verhandeling van de onder de activiteiten van de organisatie vallende producten.

Artikel 3

Uitbesteding

  • 1. 
    De sectoren waarin de lidstaten overeenkomstig artikel 155 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 uitbesteding mogen toestaan, zijn die welke zijn vermeld in artikel 1, lid 2, van die verordening.
  • 2. 
    Producentenorganisaties of unies van producentenorganisaties die activiteiten uitbesteden, treffen een commerciële regeling door middel van een schriftelijke overeenkomst die garandeert dat de producentenorganisatie of de unie van producentenorganisaties de zeggenschap over en het toezicht op de verrichte activiteit behoudt.

Artikel 4

Erkenning van transnationale organisaties en unies

  • 1. 
    Onverminderd deel II, titel II, hoofdstuk III, afdelingen 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is het aan de lidstaat waar een transnationale producentenorganisatie of een transnationale unie van producentenorganisaties een aanzienlijk aantal leden of aangesloten organisaties heeft of beschikt over een afzetbare productie waarvan het volume of de waarde aanzienlijk is, of aan de lidstaat waar een transnationale brancheorganisatie haar hoofdzetel heeft, om een besluit te nemen inzake de erkenning van een dergelijke organisatie of unie.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde lidstaat brengt met de andere lidstaten waar de leden van een dergelijke organisatie of unie zijn gevestigd, de nodige administratieve samenwerking tot stand om na te gaan of de in de artikelen 154, 156 en 157 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde erkenningsvoorwaarden zijn vervuld.
  • 3. 
    De andere lidstaten waar de leden van een transnationale producentenorganisatie, transnationale unie van producentenorganisaties of transnationale brancheorganisatie zijn gevestigd, bieden de in lid 1 bedoelde lidstaat alle nodige administratieve bijstand.
  • 4. 
    De in lid 1 bedoelde lidstaat stelt op verzoek van een andere lidstaat waar leden van een dergelijke organisatie of unie zijn gevestigd, alle relevante informatie beschikbaar.

Artikel 5

Kennisgevingen

De lidstaten stellen de Commissie elk jaar uiterlijk op 31 maart in kennis van de volgende informatie met betrekking tot het vorige kalenderjaar:

 

a)

besluiten tot toekenning, weigering of intrekking van de erkenning van producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties of brancheorganisaties, met inbegrip van de datum van het besluit en de namen en de betrokken sectoren en een samenvatting van de redenen voor de weigering of de intrekking van een erkenning;

 

b)

met betrekking tot erkende producentenorganisaties en erkende unies van producentenorganisaties, de waarde van de afzetbare productie.

Artikel 6

Intrekkingen

De Verordeningen (EG) nr. 223/2008 en (EG) nr. 709/2008 worden ingetrokken.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 december 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 223/2008 van de Commissie van 12 maart 2008 tot vaststelling van de voorwaarden en procedures voor de erkenning van producentenorganisaties van zijderupsentelers (PB L 69 van 13.3.2008, blz. 10).
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 709/2008 van de Commissie van 24 juli 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft brancheorganisaties en overeenkomsten in de tabakssector (PB L 197 van 25.7.2008, blz. 23).
  • (5) 
    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1).
  • (6) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 880/2012 van de Commissie van 28 juni 2012 ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat de grensoverschrijdende samenwerking en de contractuele onderhandelingen van producentenorganisaties in de sector melk en zuivelproducten betreft (PB L 263 van 28.9.2012, blz. 8).
  • (7) 
    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 511/2012 van de Commissie van 15 juni 2012 inzake kennisgevingen met betrekking tot producenten- en brancheorganisaties en contractuele onderhandelingen en betrekkingen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad in de sector melk en zuivelproducten (PB L 156 van 16.6.2012, blz. 39).
  • (8) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 611/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de programma's ter ondersteuning van de sector olijfolie en tafelolijven (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 55).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.