Hervormingsprogramma 2016 en convergentieprogramma 2016 van Denemarken

1.

Wettekst

18.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 299/87

 

AANBEVELING VAN DE RAAD

van 12 juli 2016

over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Denemarken en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2016 van Denemarken

(2016/C 299/21)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 9, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 26 november 2015 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees semester 2016 voor coördinatie van het economisch beleid. De prioriteiten van de jaarlijkse groeianalyse zijn op 17-18 maart 2016 door de Europese Raad bekrachtigd. Op 26 november 2015 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad (2) ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Denemarken niet heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

 

(2)

Op 26 februari 2016 is het landverslag 2016 voor Denemarken gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Denemarken bij de tenuitvoerlegging van de op 14 juli 2015 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen heeft gemaakt, alsmede de vooruitgang die Denemarken in de richting van zijn nationale Europa 2020-streefcijfers heeft geboekt.

 

(3)

Op 26 april 2016 heeft Denemarken zijn nationale hervormingsprogramma 2016 en zijn convergentieprogramma 2016 ingediend. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma's rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

 

(4)

De betrokken landspecifieke aanbevelingen zijn meegenomen in de programmering van de Europese structuur- en investeringsfondsen voor de periode 2014-2020. Op grond van artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) kan de Commissie een lidstaat verzoeken zijn partnerschapsovereenkomst en de desbetreffende programma's te herzien, en wijzigingen daarop voorstellen indien dit nodig is om de uitvoering van de betrokken aanbevelingen van de Raad te ondersteunen. De Commissie heeft nadere bijzonderheden over de toepassing van deze bepaling verstrekt in richtsnoeren inzake de toepassing van maatregelen om doeltreffendheid van de Europese structuur- en investeringsfondsen te koppelen aan gezond economisch bestuur.

 

(5)

Denemarken valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact. In haar convergentieprogramma 2016 gaat de regering uit van een verbetering van het nominale saldo, waarbij in 2020 een begrotingsevenwicht zal worden bereikt. De budgettaire middellangetermijndoelstelling — een structureel tekort van 0,5 % van het bbp — wordt naar verwachting bereikt in 2016. Volgens het convergentieprogramma zal de overheidsschuldquote in 2020 naar verwachting 35,1 % bedragen. Het macro-economische scenario dat aan deze begrotingsprognoses ten grondslag ligt, is plausibel. Op basis van de voorjaarsprognose 2016 van de Commissie wordt verwacht dat Denemarken in 2016 en 2017 aan de aanbevolen budgettaire aanpassing zal voldoen. Op basis van zijn beoordeling van het convergentieprogramma en rekening houdende met de voorjaarsprognose 2016 van de Commissie is de Raad van oordeel dat Denemarken naar verwachting aan de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact zal voldoen.

 

(6)

Een noodzakelijke voorwaarde voor duurzame groei in Denemarken is het veiligstellen van het arbeidsaanbod nu de bevolking vergrijst. Een reeks ingrijpende hervormingen van de arbeidsmarkt in de afgelopen jaren heeft met name tot doel meer arbeidsstimuli te creëren en het actieve arbeidsmarktbeleid efficiënter te maken. Deze hervormingen kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van het Europa 2020-streefcijfer inzake werkgelegenheid voor Denemarken en aan de duurzaamheid van het Deense model van de verzorgingsstaat. Toch is het nationale Europa 2020-streefcijfer voor sociale integratie, dat erop gericht is het aantal mensen dat in een huishouden met een zeer lage arbeidsintensiteit leeft, te verminderen, nog lang niet bereikt. Arbeidsmarktintegratie en het verbeteren van de inzetbaarheid van kansarme groepen blijven een uitdaging. Dit geldt vooral voor mensen met een migrantenachtergrond uit derde landen, met inbegrip van wie al lang in Denemarken woont, en voor jongeren met een laag onderwijsniveau. De maatregelen voor integratie in de arbeidsmarkt die in de tripartiete onderhandelingen van 2016 zijn overeengekomen, kunnen de situatie voor nieuw aangekomen vluchtelingen en migranten verbeteren. Toch moeten nog verdere maatregelen worden genomen om andere gemarginaliseerde groepen efficiënter in de arbeidsmarkt te integreren.

 

(7)

Voor het behoud van het relatief hoge welvaartsniveau in Denemarken is een hogere productiviteitsgroei essentieel. De productiviteitsgroei in de afgelopen twee decennia was evenwel zwak. Een van de factoren die hieraan bijdragen, is het blijvende gebrek aan concurrentie in de binnenlandse dienstensector, vooral in de detailhandel en de bouw. Denemarken moet dan ook de inspanningen ter verbetering van de productiviteit in de bouwsector opvoeren door het wegnemen van obstakels en het waarborgen van evenredige vergunningstelsels waar die nodig worden geacht. Het moet tevens de beperkingen voor detailhandelszaken versoepelen, met name door de uitvoering van de door de regering uitgestippelde hervormingen.

 

(8)

Sinds de scherpe daling van de particuliere investeringen tijdens de economische crisis is het algemene investeringsniveau in Denemarken laag. Dit is deels toe te schrijven aan lage investeringen in de woningbouw na het uiteenspatten van de vastgoedzeepbel en aan onbenutte capaciteit in het bedrijfsleven. Het stimuleren van investeringen zal Denemarken helpen om zijn economische groei te versterken en zijn productiviteit te verhogen. Er is vastgesteld dat er in de dienstensector en op onderzoeksgebied belemmeringen zijn voor investeringen. De detailhandel en de bouwsector worden geconfronteerd met belemmeringen voor het betreden van de markt, die op hun beurt van invloed zijn op de concurrentie en de productiviteitsgroei. Er zou meer kunnen worden gedaan om de resultaten van universitair onderzoek om te zetten in bedrijfsinnovatie.

 

(9)

In de context van het Europees semester heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Denemarken verricht. Deze analyse is gepubliceerd in het landverslag 2016. Voorts heeft de Commissie zowel het convergentieprogramma als het nationale hervormingsprogramma doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Denemarken zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Denemarken, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op EU-niveau in toekomstige nationale besluiten. De aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 en 2 weergegeven.

 

(10)

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma onderzocht en zijn advies (4) daarover is met name in onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

BEVEELT AAN dat Denemarken in 2016 en 2017 de volgende actie onderneemt:

 

1.

Respecteren van de budgettaire middellangetermijndoelstelling in 2016, en in 2017 een jaarlijkse budgettaire aanpassing met 0,25 % van het bbp tot stand brengen in de richting van de budgettaire middellangetermijndoelstelling.

 

2.

Verhogen van de productiviteit en de particuliere investeringen door de concurrentie in de binnenlandse dienstensector te doen toenemen, met name door de markttoegang in de kleinhandel en de bouw te vergemakkelijken. De samenwerking tussen het bedrijfsleven en de universiteiten stimuleren.

Gedaan te Brussel, 12 juli 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    KAŽIMÍR
 

  • (2) 
    Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25).
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).
  • (4) 
    Uit hoofde van artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.