Verordening 2016/1625 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

1.

Wettekst

16.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/77

 

VERORDENING (EU) 2016/1625 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 14 september 2016

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De nationale autoriteiten die kustwachttaken uitvoeren, zijn verantwoordelijk voor een breed spectrum van werkzaamheden, die onder meer maritieme veiligheid, beveiliging, opsporing en redding, grenscontrole, visserijcontrole, douanecontrole, algemene rechtshandhaving en milieubescherming kunnen omvatten. Het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid („het Agentschap”), het bij Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Europees grens- en kustwachtagentschap en het bij Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad (4) opgerichte Europees Bureau voor visserijcontrole moeten daarom, elk binnen hun opdracht, zowel hun onderlinge samenwerking als de samenwerking met de nationale autoriteiten die kustwachttaken uitvoeren, intensiveren teneinde de maritieme situatiekennis te versterken en samenhangende en kostenefficiënte maatregelen te ondersteunen.

 

(2)

De tenuitvoerlegging van deze verordening doet geen afbreuk aan de verdeling van de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten, noch aan de verplichtingen van de lidstaten die voortvloeien uit internationale verdragen zoals het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, het Internationaal Verdrag inzake opsporing en redding op zee, het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, en andere toepasselijke internationale maritieme instrumenten.

 

(3)

Om de nationale autoriteiten die kustwachttaken uitvoeren, op efficiënte en doeltreffende wijze te kunnen ondersteunen, moet het agentschap zich bedienen van beschikbare geavanceerde technologie, zoals van op afstand bestuurde luchtvaartuigen.

 

(4)

Het is raadzaam dat de raad van bestuur van het Agentschap volledig wordt betrokken bij de besluitvorming in aangelegenheden waarover deze verordening gaat, en die een weerslag kunnen hebben op de andere taken en de begroting van het Agentschap, inclusief de werkafspraak voor samenwerking tussen de agentschappen.

 

(5)

Derhalve dient Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad (5) dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het volgende artikel wordt ingevoegd in Verordening (EG) nr. 1406/2002:

„Artikel 2 ter

Europese samenwerking inzake kustwachttaken

  • 1. 
    Het Agentschap biedt, in samenwerking met het bij Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad (*) opgerichte Europees grens- en kustwachtagentschap en het bij Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad (**) opgerichte Europees Bureau voor visserijcontrole, elk binnen zijn opdracht, ondersteuning aan nationale autoriteiten bij de uitvoering van kustwachttaken op nationaal en Unieniveau en indien van toepassing op internationaal niveau, door:
 

a)

het delen, samenbrengen en analyseren van informatie die beschikbaar is in systemen voor de rapportage van vaartuigen en andere informatiesystemen die worden gehost door of die toegankelijk zijn voor die agentschappen, overeenkomstig hun respectieve rechtsgronden en onverminderd het eigendomsrecht van de lidstaten op de gegevens;

 

b)

het verstrekken van bewakings- en communicatiediensten op basis van geavanceerde technologie, waaronder in de ruimte gestationeerde en grondinfrastructuur en op een platform bevestigde sensoren;

 

c)

capaciteitsopbouw door het opstellen van richtsnoeren en aanbevelingen, het instellen van beste praktijken, alsook door het verstrekken van opleiding en uitwisseling van personeel;

 

d)

verbetering van de informatie-uitwisseling en samenwerking op het gebied van kustwachttaken, onder meer door operationele problemen en nieuwe risico's op maritiem gebied te analyseren;

 

e)

capaciteitsdeling door planning en uitvoering van operaties met meerdere doeleinden en door het delen van middelen en andere vermogens, voor zover dezeactiviteiten door die agentschappen worden gecoördineerd en de instemming hebben verkregen van de bevoegde instanties van de betrokken lidstaten.

  • 2. 
    Onverminderd de in artikel 10, lid 2, genoemde bevoegdheden van de raad van bestuur van het Agentschap worden de precieze vormen van samenwerking inzake kustwachttaken tussen het agentschap,het Europees grens- en kustwachtagentschap en het Europees Bureau voor visserijcontrole vastgesteld in werkafspraken, overeenkomstig hun respectieve opdrachten en de voor die agentschappen geldende financiële regeling. Een dergelijke regeling wordt goedgekeurd door de raad van bestuur van het Agentschap, de raad van bestuur van het Europees Bureau voor visserijcontrole en de raad van bestuur van het Europees grens- en kustwachtagentschap.
  • 3. 
    De Commissie, stelt in nauwe samenwerking met de lidstaten, het Agentschap, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en het Europees Bureau voor visserijcontrole, een praktische handleiding inzake Europese samenwerking op het gebied van kustwachttaken ter beschikking. Die handleiding bevat richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken voor informatie-uitwisseling. De handleiding wordt door de Commissie in de vorm van een aanbeveling goedgekeurd.
  • 4. 
    De in dit artikel genoemde taken gaan niet ten koste van de in artikel 2 bedoelde taken van het Agentschap en laten de rechten en plichten van de lidstaten, met name in hun hoedanigheid van vlaggen-, haven- of kuststaten, onverlet.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 14 september 2016.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • M. 
    SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

  • I. 
    KORČOK
 

  • (2) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 6 juli 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 14 september 2016.
  • (3) 
    Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).
  • (5) 
    Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.