Gedelegeerde verordening 2016/1712 - Aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen met technische reguleringsnormen voor een minimumpakket aan informatie over financiële contracten die in de gedetailleerde gegevens moet zijn vervat, en voor de omstandigheden waaronder het vereiste moet worden opgelegd

1.

Wettekst

24.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 258/1

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1712 VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 2016

tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen met technische reguleringsnormen voor een minimumpakket aan informatie over financiële contracten die in de gedetailleerde gegevens moet zijn vervat, en voor de omstandigheden waaronder het vereiste moet worden opgelegd

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 71, lid 8,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Om te waarborgen dat bevoegde autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten gemakkelijk toegang kunnen krijgen tot gegevens over financiële contracten in de zin van artikel 2, lid 1, punt 100, van Richtlijn 2014/59/EU wanneer het toepasselijke afwikkelingsplan of het groepsafwikkelingsplan voorziet in het nemen van afwikkelingsmaatregelen ten aanzien van een in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), van Richtlijn 2014/59/EU bedoelde instelling of entiteit, moeten die autoriteiten instellingen of entiteiten verplichten om permanent een minimumpakket aan informatie over dergelijke contracten bij te houden, zulks onverminderd de mogelijkheid waarover bevoegde autoriteiten of afwikkelingsautoriteiten beschikken om te verlangen dat aanvullende informatie in gedetailleerde gegevens van financiële contracten moet worden bijgehouden, en dergelijke vereisten op te leggen aan andere in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), van Richtlijn 2014/59/EU bedoelde instellingen of entiteiten wanneer dit nodig is voor een integrale en doeltreffende planning.

 

(2)

Het minimumpakket aan informatie die de desbetreffende instellingen of entiteiten in gedetailleerde gegevens van financiële contracten moeten bijhouden, moet duidelijk worden bepaald, zulks onverminderd de discretionaire bevoegdheid van bevoegde autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten om het als template te gebruiken dan wel zelf het formaat voor te schrijven waarin de gevraagde informatie binnen de in het verzoek gestelde termijn moet worden verstrekt.

 

(3)

Om twijfel te voorkomen, mag het vereiste dat aan de relevante instellingen of entiteiten is opgelegd om gedetailleerde gegevens van financiële contracten bij te houden, geen afbreuk doen aan het recht van de bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten om overeenkomstig artikel 81 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2) en artikel 71, lid 7, van Richtlijn 2014/59/EU de nodige informatie uit transactieregisters op te vragen.

 

(4)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Bankautoriteit aan de Commissie heeft voorgelegd.

 

(5)

De Europese Bankautoriteit heeft een open publieke raadpleging gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en heeft de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Stakeholdergroep Bankwezen om advies verzocht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Vereiste om gedetailleerde gegevens van financiële contracten bij te houden

  • 1. 
    De bevoegde autoriteit of afwikkelingsautoriteit verplicht een in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), van Richtlijn 2014/59/EU bedoelde instelling of entiteit om gedetailleerde gegevens van financiële contracten bij te houden wanneer het afwikkelingsplan of het groepsafwikkelingsplan voorziet in het nemen van afwikkelingsmaatregelen ten aanzien van de betrokken instelling of entiteit ingeval aan de afwikkelingsvoorwaarden is voldaan.
  • 2. 
    Wanneer het nodig is voor een integrale en doeltreffende planning, kunnen de bevoegde autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten het vereiste van lid 1 opleggen aan in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), van Richtlijn 2014/59/EU bedoelde instellingen of entiteiten die niet onder lid 1 van dit artikel vallen.

Artikel 2

Minimumpakket aan informatie over financiële contracten die in de gedetailleerde gegevens moet worden bijgehouden

  • 1. 
    Een instelling of entiteit die in het kader van artikel 1 gedetailleerde gegevens van financiële contracten moet bijhouden, houdt het in de bijlage beschreven minimumpakket aan informatie op permanente basis voor elk financieel contract bij in haar gegevens.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde instelling of entiteit verleent op verzoek van de bevoegde autoriteit of afwikkelingsautoriteit de verzoekende autoriteit inzage in de gevraagde informatie over de financiële contracten en zendt deze aan haar toe binnen de in het verzoek gestelde termijn.
  • 3. 
    Wanneer een informatieveld in de bijlage niet op een bepaalde soort financieel contract van toepassing is en de in lid 1 bedoelde instelling of entiteit kan dit tegenover de bevoegde autoriteit of afwikkelingsautoriteit aantonen, wordt de voor dat veld relevante informatie uitgesloten van het vereiste uit hoofde van artikel 1.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 juni 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (2) 
    Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).
 

BIJLAGE

Minimumpakket aan informatie over financiële contracten die in de gedetailleerde gegevens moet zijn opgenomen

 
 

Veld

Omschrijving van de informatie die in de gedetailleerde gegevens van financiële contracten moet worden bijgehouden

Afdeling 1 — Partijen bij het financiële contract

1

Tijdstempel van de gegevens

Datum en tijdstip waarop de gegevens zijn ingevoerd.

2

Soort ID van de rapporterende tegenpartij

Soort code die voor de identificatie van de rapporterende tegenpartij wordt gebruikt.

3

ID van de rapporterende tegenpartij

Unieke code (identificatiecode rechtspersoon (LEI), indien beschikbaar) ter identificatie van de rapporterende tegenpartij.

4

Soort ID van de andere tegenpartij

Soort code die voor de identificatie van de andere tegenpartij wordt gebruikt.

5

ID van de andere tegenpartij

Unieke code (LEI, indien beschikbaar) ter identificatie van de andere tegenpartij bij het financiële contract. Dit veld wordt ingevuld vanuit het oogpunt van de rapporterende tegenpartij. Ingeval het een natuurlijke persoon betreft, wordt op consistente wijze een cliëntcode gebruikt.

6

Naam van de rapporterende tegenpartij

Firmanaam van de rapporterende tegenpartij.

Dit veld behoeft niet te worden ingevuld wanneer de LEI voor de identificatie van de rapporterende tegenpartij wordt gebruikt.

7

Vestigingsplaats van de rapporterende tegenpartij

Informatie over de statutaire zetel, bestaande uit het volledige adres, de stad en het land van de rapporterende tegenpartij.

Dit veld behoeft niet te worden ingevuld wanneer de LEI voor de identificatie van de rapporterende tegenpartij wordt gebruikt.

8

Land van de andere tegenpartij

De landcode van het land waarin de statutaire zetel van de andere tegenpartij is gevestigd of, indien de andere tegenpartij een natuurlijke persoon is, van het land van verblijf.

9

Toepasselijk recht

Geef aan welk recht van toepassing is op het financiële contract.

10

Contractuele erkenning — Afschrijvings- en omzettingsbevoegdheden (alleen voor onder het recht van een derde land vallende contracten waarop het vereiste van de contractuele bepaling uit hoofde van artikel 55, lid 1, eerste alinea, van Richtlijn 2014/59/EU van toepassing is)

De contractuele bepaling die in het kader van artikel 55, lid 1, van Richtlijn 2014/59/EU is vereist.

Wanneer een dergelijke contractuele bepaling in een raamovereenkomst is opgenomen en van toepassing is op alle transacties die onder die raamovereenkomst vallen, kan deze worden geregistreerd op het niveau van de raamovereenkomst.

11

Contractuele erkenning — Opschorting van beëindigingsrechten (alleen voor contracten die onder het recht van een derde land vallen)

De contractuele bepaling waarbij de schuldeiser of partij bij de overeenkomst waarbij de passiva tot stand komen, de bevoegdheid van de afwikkelingsautoriteit van een lidstaat erkent om de beëindigingsrechten op te schorten.

Wanneer een dergelijke contractuele bepaling in een raamovereenkomst is opgenomen en van toepassing is op alle transacties die onder die raamovereenkomst vallen, kan deze worden geregistreerd op het niveau van de raamovereenkomst.

12

Contractuele erkenning — Afwikkelingsbevoegdheden (alleen voor contracten die onder het recht van een derde land vallen)

Een eventuele contractuele bepaling waarbij de schuldeiser of partij bij de overeenkomst waarbij de passiva tot stand komen, de bevoegdheid van de afwikkelingsautoriteit van een lidstaat erkent om andere afwikkelingsbevoegdheden toe te passen dan die welke in de velden 10 en 11 zijn vermeld.

Wanneer een dergelijke contractuele bepaling in een raamovereenkomst is opgenomen en van toepassing is op alle transacties die onder die raamovereenkomst vallen, kan deze worden geregistreerd op het niveau van de raamovereenkomst.

13

Kernbedrijfsonderdelen

Geef aan welk kernbedrijfsonderdeel of welke kernbedrijfsonderdelen van toepassing zijn op het financiële contract, indien van toepassing.

14

Waarde van het contract

Op basis van de marktwaarde bepaalde waardering van het financiële contract of op basis van een modellenbenadering bepaalde waardering op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 en gerapporteerd overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringsverordeningen. Voor een geclearde transactie wordt de CTP-waardering gebruikt.

15

Valuta van de waarde

De valuta die wordt gebruikt voor de waardering van het financiële contract.

16

Tijdstempel van de waardering

Datum en tijdstip van de laatste waardering.

Voor op basis van de marktwaarde bepaalde waarderingen worden datum en tijdstip van bekendmaking van referentieprijzen gerapporteerd.

17

Soort waardering

Geef aan of de waardering op marktprijzen of op een modellenbenadering berust of door de CTP is verstrekt.

18

Zekerheidsstelling

Geef aan of er een zekerheidsovereenkomst tussen de tegenpartijen is. Wanneer het financiële contract onder de rapportagevereisten in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen valt, wordt informatie over zekerheidsstelling verstrekt overeenkomstig die vereisten.

19

Zekerhedenportefeuille

Geef aan of de zekerheden op portefeuillebasis zijn gesteld. Op portefeuillebasis betekent dat de zekerheden zijn berekend op basis van de uit een samenstel van contracten resulterende nettoposities in plaats van per transactie.

20

Code van de zekerhedenportefeuille

Indien de zekerheden op portefeuillebasis worden gerapporteerd, wordt de portefeuille geïdentificeerd aan de hand van een door de rapporterende tegenpartij vastgestelde unieke code.

21

Gestorte initiële marge

De waarde van de initiële marge die de rapporterende tegenpartij bij de andere tegenpartij heeft gestort.

Wanneer de initiële marge op portefeuillebasis wordt gestort, bevat dit veld de totale waarde van de initiële marge die voor de betrokken portefeuille is gestort.

22

Valuta van de gestorte initiële marge

Vermeld de valuta van de gestorte initiële marge.

23

Gestorte variatiemarge

De waarde van de variatiemarge, inclusief in contanten afgewikkeld, die de rapporterende tegenpartij bij de andere tegenpartij heeft gestort.

Wanneer de variatiemarge op portefeuillebasis wordt gestort, bevat dit veld de totale waarde van de variatiemarge die voor de betrokken portefeuille is gestort.

24

Valuta van de gestorte variatiemarge

Vermeld de valuta van de gestorte variatiemarge.

25

Ontvangen initiële marge

De waarde van de initiële marge die de rapporterende tegenpartij heeft ontvangen van de andere tegenpartij.

Wanneer de initiële marge op portefeuillebasis wordt ontvangen, bevat dit veld de totale waarde van de initiële marge die voor de betrokken portefeuille is ontvangen.

26

Valuta van de ontvangen initiële marge

Vermeld de valuta van de ontvangen initiële marge.

27

Ontvangen variatiemarge

De waarde van de variatiemarge, inclusief in contanten afgewikkeld, die de rapporterende tegenpartij heeft ontvangen van de andere tegenpartij.

Wanneer de variatiemarge op portefeuillebasis wordt ontvangen, bevat dit veld de totale waarde van de variatiemarge die voor de betrokken portefeuille is ontvangen.

28

Valuta van de ontvangen variatiemarge

Vermeld de valuta van de ontvangen variatiemarge.

Afdeling 2a — Soort financieel contract

29

Soort financieel contract

Deel het financiële contract in overeenkomstig artikel 2, lid 1, punt 100, van Richtlijn 2014/59/EU.

30

ID van het financiële contract

Unieke ID van de transactie wanneer het financiële contract onder de rapportagevereisten in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen valt. Voor de overige financiële contracten is het de ID die door de rapporterende tegenpartij is toegewezen.

Afdeling 2b — Gegevens over de transactie

31

Ingangsdatum

Datum waarop de verplichtingen uit hoofde van het financiële contract in werking treden.

32

Vervaldatum

Oorspronkelijke afloopdatum van het gerapporteerde financiële contract. Vroegtijdige beëindiging wordt niet in dit veld geregistreerd.

33

Einddatum

Beëindigingsdatum in geval van een vroegtijdige beëindiging van het gerapporteerde financiële contract.

Indien deze datum niet verschilt van de vervaldatum, wordt dit veld niet ingevuld.

34

Beëindigingsrecht

Geef aan of het beëindigingsrecht van de andere tegenpartij uit hoofde van het gerapporteerde financiële contract op de insolvabiliteit of de financiële positie van de instelling in afwikkeling is gebaseerd.

Wanneer een dergelijke contractuele bepaling in een raamovereenkomst is opgenomen en van toepassing is op alle transacties die onder die raamovereenkomst vallen, kan het worden geregistreerd op het niveau van de raamovereenkomst.

35

Soort raamovereenkomst

Verwijzing naar de naam van de desbetreffende raamovereenkomst indien gebruikt voor het gerapporteerde financiële contract (bv. ISDA Master Agreement; Master Power Purchase and Sale Agreement; International ForEx Master Agreement; European Master Agreement of enigerlei lokale raamovereenkomsten).

36

Versie van de raamovereenkomst

Verwijzing naar het jaar van de versie van de voor de gerapporteerde transactie gehanteerde raamovereenkomst, indien toepasselijk (bv. 1992, 2002, …).

37

Salderingsovereenkomst

Als het financiële contract deel uitmaakt van een salderingsovereenkomst in de zin van artikel 2, lid 1, punt 98, van Richtlijn 2014/59/EU gaat het om een unieke referentie van de salderingsovereenkomst.

38

Soort passivum/vordering

Geef aan of de passiva die voortvloeien uit het financiële contract:

 

geheel zijn uitgesloten van de inbreng van de particuliere sector (bail-in) uit hoofde van artikel 44, lid 2, van Richtlijn 2014/59/EU;

 

deels zijn uitgesloten van bail-in hoofde van artikel 44, lid 2, van Richtlijn 2014/59/EU;

 

niet zijn uitgesloten van bail-in uit hoofde van artikel 44, lid 2, van Richtlijn 2014/59/EU.

Afdeling 2c — Clearing

39

Clearingverplichting

Geef aan of het gerapporteerde financiële contract behoort tot een klasse van otc-derivaten waarop de clearingverplichting van toepassing is verklaard en of beide partijen bij het contract aan de clearingverplichting zijn onderworpen in het kader van Verordening (EU) nr. 648/2012, op het moment van uitvoering van het financiële contract.

40

Gecleard

Geef aan of de clearing heeft plaatsgevonden.

41

Tijdstempel van de clearing

Tijdstip en datum waarop de clearing heeft plaatsgevonden.

42

CTP

Ingeval het een gecleard financieel contract betreft, de unieke code van de CTP die het financiële contract heeft gecleard.

43

Intragroep

Geef aan of het financiële contract is aangegaan als een intragroeptransactie in de zin van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 648/2012.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.