Besluit 2016/1838 - Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2016

1.

Wettekst

18.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 280/30

 

BESLUIT (EU) 2016/1838 VAN DE RAAD

van 13 oktober 2016

betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2016

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 148, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid (3),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wordt bepaald dat de lidstaten en de Unie dienen te streven naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en arbeidsmarkten die soepel reageren op economische veranderingen, teneinde de doelstellingen van artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie te bereiken.

 

(2)

De door de Commissie voorgestelde Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei (hierna „de Europa 2020-strategie” genoemd) stelt de Unie in staat haar economie te richten op slimme, duurzame en inclusieve groei die gepaard gaat met hoge werkgelegenheid, productiviteit en sociale samenhang. Vijf kerndoelen vormen gedeelde doelstellingen die de leidraad vormen voor de maatregelen van de lidstaten en rekening houden met de uiteenlopende uitgangsposities en nationale omstandigheden van de lidstaten, alsook met de posities en de omstandigheden van de Unie. Op 14 juli 2015 heeft de Raad Aanbeveling (EU) 2015/1184 (4) betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie aangenomen. Voorts heeft de Raad op 5 oktober 2015 Besluit (EU) 2015/1848 (5) betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2015 (hierna „de werkgelegenheidsrichtsnoeren” genoemd) vastgesteld. Die twee reeksen richtsnoeren vormen de geïntegreerde richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie (hierna „de Europa 2020 geïntegreerde richtsnoeren” genoemd). De Europese werkgelegenheidsstrategie staat centraal bij de verwezenlijking van de werkgelegenheids- en arbeidsmarktdoelstellingen van de Europa 2020-strategie.

 

(3)

De Europa 2020-geïntegreerde richtsnoeren stroken met de conclusies van de Europese Raad van 17 en 18 maart 2016 en met het stabiliteits- en groeipact. Aan de hand van deze richtsnoeren kunnen de lidstaten hun nationale hervormingsprogramma's opstellen en hervormingen doorvoeren, waarin hun onderlinge afhankelijkheid terug te zien is. De werkgelegenheidsrichtsnoeren dienen de basis te vormen voor eventuele landenspecifieke aanbevelingen die de Raad krachtens artikel 148, lid 4, VWEU tot de lidstaten kan richten, in combinatie met de krachtens artikel 121, lid 2, VWEU tot de lidstaten gerichte landenspecifieke aanbevelingen. De werkgelegenheidsrichtsnoeren dienen ook te worden gebruikt als basis voor het opstellen van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid dat de Raad en de Commissie jaarlijks toezenden aan de Europese Raad.

 

(4)

Uit het onderzoek van de in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid opgenomen nationale hervormingsprogramma's van de lidstaten volgt dat de lidstaten alles in het werk stellen om de vraag naar arbeid te stimuleren, om het aanbod, de vaardigheden en de competenties van arbeidskrachten uit te breiden, om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren, om sociale insluiting te stimuleren, armoede te bestrijden en gelijke kansen te bevorderen.

 

(5)

De lidstaten moeten bij de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren nagaan in hoeverre van het Europees Sociaal Fonds gebruik kan worden gemaakt.

 

(6)

De werkgelegenheidsrichtsnoeren dienen stabiel te blijven, zodat alle aandacht kan uitgaan naar de uitvoering ervan. Een eventuele aanpassing van de werkgelegenheidsrichtsnoeren dient bijgevolg zeer beperkt te zijn. De ontwikkeling van de arbeidsmarkt en de sociale situatie sinds de aanneming van de richtsnoeren in 2015 in ogenschouw nemend, is een aanpassing niet nodig. De redenen voor het aannemen ervan gelden nog steeds en die richtsnoeren dienen derhalve te worden gehandhaafd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten, als vastgesteld in de bijlage bij Besluit (EU) 2015/1848, worden gehandhaafd voor 2016 en de lidstaten houden er rekening mee in hun werkgelegenheidsbeleid.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 13 oktober 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    RICHTER
 

  • (1) 
    Advies van 15 september 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (3) 
    Advies van 16 februari 2016.
  • (4) 
    Aanbeveling (EU) 2015/1184 van de Raad van 14 juli 2015 betreffende de globale richtsnoeren voor het economische beleid van de lidstaten en de Europese Unie (PB L 192 van 18.7.2015, blz. 27).
  • (5) 
    Besluit (EU) 2015/1848 van de Raad van 5 oktober 2015 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2015 (PB L 268 van 15.10.2015, blz. 28).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.