Besluit 2016/1970 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de EU en Nieuw-Zeeland

1.

Wettekst

11.11.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/1

 

BESLUIT (EU) 2016/1970 VAN DE RAAD

van 29 september 2016

betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 en artikel 212, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea,

Gezien het gezamenlijk voorstel van de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Raad heeft de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid op 25 juni 2012 gemachtigd om onderhandelingen met Nieuw-Zeeland te openen over een kaderovereenkomst ter vervanging van de gezamenlijke verklaring over de betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en Nieuw-Zeeland van 21 september 2007.

 

(2)

De onderhandelingen over de Partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds (hierna „de overeenkomst” genoemd) werden op 30 juli 2014 met succes afgerond. In de overeenkomst wordt rekening gehouden met de historisch gezien nauwe en steeds sterker wordende banden tussen de partijen en met hun wens om hun betrekkingen op een ambitieuze en innovatieve wijze verder te versterken en uit te breiden.

 

(3)

Bij artikel 58 van de overeenkomst wordt voorzien in een mogelijke voorlopige toepassing van een aantal bepalingen van de overeenkomst door de Unie en Nieuw-Zeeland, zoals wederzijds overeengekomen door beide partijen, in afwachting van de inwerkingtreding ervan.

 

(4)

De overeenkomst dient derhalve namens de Unie te worden ondertekend en sommige bepalingen ervan dienen voorlopig te worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan vereiste procedures,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend tot de ondertekening namens de Unie van de Partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is als bijlage aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

Overeenkomstig artikel 58 van de overeenkomst en met inachtneming van de kennisgevingen waarin deze voorziet, worden de volgende bepalingen van de overeenkomst tussen de Unie en Nieuw-Zeeland, in afwachting van de inwerkingtreding ervan, voorlopig toegepast, echter slechts voor zover deze aangelegenheden betreffen die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, waaronder aangelegenheden die vallen onder de bevoegdheid van de Unie om een gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid te bepalen en uit te voeren (1):

 

artikel 3 (Dialoog),

 

artikel 4 (Samenwerking in regionale en internationale organisaties),

 

artikel 5 (Politieke dialoog),

 

artikel 53 (Gemengde Commissie), met uitzondering van lid 3, onder g) en h), en

 

titel X (Slotbepalingen), met uitzondering van artikel 57 en artikel 58, leden 1 en 3, voor zover noodzakelijk voor de voorlopige toepassing van de in dit artikel bedoelde bepalingen van de overeenkomst.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 29 september 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    ŽIGA
 

  • (1) 
    De datum met ingang waarvan de in artikel 2 bedoelde bepalingen van de overeenkomst voorlopig worden toegepast, wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.