Besluit 2016/2026 - Financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2018, het jaarlijkse bedrag voor 2017, de eerste tranche voor 2017 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen voor de jaren 2019 en 2020

1.

Wettekst

19.11.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 313/25

 

BESLUIT (EU) 2016/2026 VAN DE RAAD

van 15 november 2016

tot vaststelling van de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2018, het jaarlijkse bedrag voor 2017, de eerste tranche voor 2017 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen voor de jaren 2019 en 2020

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (1), zoals laatstelijk gewijzigd („de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst”),

Gezien het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (2) („het Intern Akkoord”), en met name artikel 7, lid 2,

Gezien Verordening (EU) 2015/323 van de Raad van 2 maart 2015 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (3) („het financieel reglement van het 11e EOF”), en met name artikel 21, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig de procedure van artikel 21, lid 2, van het financieel reglement van het 11e EOF heeft de Commissie op 15 oktober 2016 een voorstel ingediend dat de volgende elementen omvat: a) het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2018; b) de jaarlijkse bijdrage voor 2017; c) het bedrag van de eerste tranche van de bijdrage voor 2017 en d) een indicatieve, niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2019-2020.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 52 van het financieel reglement van het 11e EOF heeft de Europese Investeringsbank (EIB) de Commissie haar bijgewerkte vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten toegezonden op 28 juli 2016.

 

(3)

In artikel 22, lid 1, van het financieel reglement van het 11e EOF is bepaald dat bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor vorige Europese ontwikkelingsfondsen (EOF's) worden opgebruikt. Daarom dient een verzoek om bijdragen in het kader van het 10e EOF te worden gedaan.

 

(4)

Op 30 november 2015 heeft de Raad, op voorstel van de Commissie, bij Besluit (EU) 2015/2288 (4) besloten het maximum van de EOF-bijdragen van de lidstaten voor 2017 vast te stellen op 3 850 000 000 EUR voor de Commissie en op 150 000 000 EUR voor de EIB.

 

(5)

Op 12 december 2013 is de Raad, bij Besluit 2013/759/EU (5), overgegaan tot de oprichting van de overbruggingsfaciliteit betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het 11e Europees Ontwikkelingsfonds („de overbruggingsfaciliteit”),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het maximum voor de jaarlijkse EOF-bijdrage van de lidstaten voor 2018 wordt vastgesteld op 4 550 000 000 EUR voor de Commissie en op 250 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 2

De jaarlijkse EOF-bijdrage van de lidstaten voor 2017 wordt vastgesteld op 4 000 000 000 EUR. Het bedrag wordt gesplitst in 3 850 000 000 EUR voor de Commissie en 150 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 3

De individuele bijdragen aan het EOF die de lidstaten als eerste tranche voor 2017 aan de Commissie en de EIB moeten betalen, zijn weergegeven in de tabel in de bijlage bij dit besluit.

Betalingen van deze bijdragen kunnen worden gecombineerd met aanpassingen in het kader van de aftrek van de middelen die zijn vastgelegd in de overbruggingsfaciliteit, volgens een aanpassingsplan dat door elke lidstaat bij de vaststelling van de derde tranche voor 2015 aan de Commissie werd meegedeeld.

Artikel 4

De indicatieve niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor 2019 wordt vastgesteld op 4 500 000 000 EUR voor de Commissie en op 300 000 000 EUR voor de EIB; die voor 2020 op 4 500 000 000 EUR voor de Commissie en op 300 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 15 november 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

  • I. 
    KORČOK
 

  • (4) 
    Besluit (EU) 2015/2288 van de Raad van 30 november 2015 tot vaststelling van de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2017, het bedrag voor 2016, de eerste tranche voor 2016 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen voor de jaren 2018 en 2019 (PB L 323 van 9.12.2015, blz. 8).
  • (5) 
    Besluit 2013/759/EU van de Raad van 12 december 2013 betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 48).
 

BIJLAGE

 

Lidstaten

Verdeelsleutel 10e EDF %

1e tranche 2017 (EUR)

Betaald aan EIB

Betaald aan Commissie

Totaal

10e EDF

10e EDF

Oostenrijk

2,41

2 410 000,00

40 970 000,00

43 380 000,00

België

3,53

3 530 000,00

60 010 000,00

63 540 000,00

Bulgarije

0,14

140 000,00

2 380 000,00

2 520 000,00

Cyprus

0,09

90 000,00

1 530 000,00

1 620 000,00

Tsjechië

0,51

510 000,00

8 670 000,00

9 180 000,00

Denemarken

2,00

2 000 000,00

34 000 000,00

36 000 000,00

Estland

0,05

50 000,00

850 000,00

900 000,00

Finland

1,47

1 470 000,00

24 990 000,00

26 460 000,00

Frankrijk

19,55

19 550 000,00

332 350 000,00

351 900 000,00

Duitsland

20,50

20 500 000,00

348 500 000,00

369 000 000,00

Griekenland

1,47

1 470 000,00

24 990 000,00

26 460 000,00

Hongarije

0,55

550 000,00

9 350 000,00

9 900 000,00

Ierland

0,91

910 000,00

15 470 000,00

16 380 000,00

Italië

12,86

12 860 000,00

218 620 000,00

231 480 000,00

Letland

0,07

70 000,00

1 190 000,00

1 260 000,00

Litouwen

0,12

120 000,00

2 040 000,00

2 160 000,00

Luxemburg

0,27

270 000,00

4 590 000,00

4 860 000,00

Malta

0,03

30 000,00

510 000,00

540 000,00

Nederland

4,85

4 850 000,00

82 450 000,00

87 300 000,00

Polen

1,30

1 300 000,00

22 100 000,00

23 400 000,00

Portugal

1,15

1 150 000,00

19 550 000,00

20 700 000,00

Roemenië

0,37

370 000,00

6 290 000,00

6 660 000,00

Slowakije

0,21

210 000,00

3 570 000,00

3 780 000,00

Slovenië

0,18

180 000,00

3 060 000,00

3 240 000,00

Spanje

7,85

7 850 000,00

133 450 000,00

141 300 000,00

Zweden

2,74

2 740 000,00

46 580 000,00

49 320 000,00

Verenigd Koninkrijk

14,82

14 820 000,00

251 940 000,00

266 760 000,00

Totaal EU-27

100,00

100 000 000,00

1 700 000 000,00

1 800 000 000,00

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.