Geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Luxemburg voor de periode 2005-2008

1.

Wettekst

7.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/29

 

ADVIES VAN DE RAAD

van 14 februari 2006

over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Luxemburg voor de periode 2005-2008

(2006/C 55/08)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 5, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

 

(1)

Op 14 februari 2006 heeft de Raad het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Luxemburg voor de periode 2005-2008 behandeld.

 

(2)

De afgelopen twintig jaar waren de economische prestaties van Luxemburg buitengewoon goed, met een gemiddelde reële groei van het BBP van 5,5 % per jaar en een toename van de binnenlandse werkgelegenheid met 3,25 %. In 2001 deed zich een sterke groeivertraging voor, die evenwel werd gevolgd door een snel herstel, dat resulteerde in een groeipercentage van 4,4 % in 2004. Luxemburg beschikt van oudsher over zeer gezonde overheidsfinanciën: vanaf het begin van de jaren negentig werden voortdurend overschotten geboekt bij een zeer lage overheidsschuld. Wegens de zeer sterke toename van de uitgaven laten deze overschotten sinds het begin van dit decennium evenwel een snelle daling zien en zijn zij in 2004 in een tekort omgeslagen.

 

(3)

In zijn advies van 18 januari 2005 heeft de Raad de in de vorige actualisering van het stabiliteitsprogramma voor de periode 2004-2007 gepresenteerde begrotingsstrategie onderschreven.

 

(4)

Wat de uitvoering van de begroting in 2005 betreft, wordt thans in de najaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie een overheidstekort van -2,3 % voorspeld, terwijl in de vorige actualisering van het stabiliteitsprogramma een tekortdoelstelling van -1 % van het BBP werd gehanteerd. Ruwweg de helft van de geconstateerde verslechtering is toe te schrijven aan de herziening van de statistieken als uitvloeisel van de uitvoering, door de Luxemburgse autoriteiten, van het besluit van Eurostat betreffende de statistische verwerking van door PPP's gefinancierde projecten. De overheidsinkomsten, die volgens de vorige actualisering met 1,2 procentpunt van het BBP zouden toenemen, stegen in werkelijkheid met slechts 0,2 procentpunt van het BBP, deels wegens aanzienlijke en onverwachte BTW-terugbetalingen; de overheidsuitgaven namen daarentegen toe met 1,4 procentpunt van het BBP (waarvan 0,8 procentpunt voor rekening kwam van overheidsinvesteringen) in plaats van met de geplande 0,8 procentpunt van het BBP.

 

(5)

Het programma is grotendeels in overeenstemming met de in de nieuwe gedragscode (2) vastgelegde modelstructuur en gegevensvereisten voor stabiliteits- en convergentieprogramma's.

 

(6)

In het macro-economische scenario dat in het programma wordt geschetst, wordt ervan uitgegaan dat de reële BBP-groei zal aantrekken van naar schatting 4,0 % in 2005 tot 4,4 % in 2006 en 4,9 % in zowel 2007 als 2008. Afgaande op de thans beschikbare informatie lijkt dit scenario van grotendeels plausibele groeihypothesen uit te gaan, maar iets te rooskleurig te zijn wat de laatste jaren betreft. Ook de inflatieprognoses van het programma lijken realistisch, rekening houdend met het feit dat de HICP in Luxemburg uitermate gevoelig is voor de schommelingen van de aardolieprijzen.

 

(7)

Het programma is erop gericht de overheidsbegroting tegen het einde van de programmaperiode vrijwel in evenwicht te brengen, waarbij in 2008 de middellangetermijndoelstelling van een tekort van 0,8 % van het BBP moet worden bereikt. Het tijdsprofiel en het niveau van het primaire saldo zijn vergelijkbaar met die van het totale saldo: het primaire tekort van — 2,1 % van het BBP in 2005 wordt omgebogen in een primair overschot van 0,1 % aan het einde van de periode. De terugdringing van het tekort wordt aan de uitgavenkant tot stand gebracht, aangezien wordt verwacht dat de totale overheidsuitgaven in de loop van de periode met 2,5 procentpunt zullen dalen, terwijl de ontvangstenquote met 0,4 procentpunt van het BBP zou afnemen. Om het hoofd te kunnen bieden aan de onverwachte verslechtering van het overheidssaldo in 2005, is de begrotingsstrategie aangepast sinds de indiening van de vorige actualisering, die op een minder optimistisch macro-economisch scenario berustte en ervan uitging dat het overheidstekort zou verbeteren van een geraamd tekort van -1,4 % van het BBP in 2004 tot een voorspeld tekort van -1 % van het BBP in 2005 en dan in 2006 en 2007 grotendeels op hetzelfde niveau zou blijven.

 

(8)

Gedurende de programmaperiode zal het volgens de algemeen aanvaarde methode berekende structurele saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen) gemiddeld met iets meer dan 0,5 % van het BBP per jaar verbeteren. De aanpassing vindt vooral plaats aan het einde van de programmaperiode, waarbij de inspanningen in 2007 zowel nominaal als structureel aanzienlijk toenemen. In het programma wordt een structureel tekort van 0,8 % van het BBP als middellangetermijndoelstelling voor de begrotingssituatie gehanteerd en wordt ernaar gestreefd deze situatie tegen 2008 te bereiken. De middellangetermijndoelstelling van het programma stemt overeen met de minimumbenchmark die tot doel heeft een veiligheidsmarge tot stand te brengen die ruim genoeg is om te waarborgen dat het overheidstekort de drempel van 3 % van het BBP niet overschrijdt. Bijgevolg moet het bereiken van deze doelstelling volstaan voor het tot stand brengen van deze veiligheidsmarge. Voorts mag op grond van deze evaluatie worden aangenomen dat de middellangetermijndoelstelling een passend niveau heeft omdat zij binnen de marge ligt die voor de aan de eurozone en aan het WKM II deelnemende lidstaten in het stabiliteits- en groeipact en in de gedragscode is vastgesteld en zij de schuldquote en de gemiddelde potentiële productiegroei op lange termijn naar behoren in aanmerking neemt.

 

(9)

Het begrotingsresultaat zou slechter kunnen uitvallen dan in het programma wordt voorspeld. Ten eerste kunnen de in het programma geschetste macro-economische prognoses enigszins optimistisch zijn voor de laatste jaren van de programmaperiode. Voorts zijn de in het programma aangekondigde maatregelen met het oog op de voortzetting van de aanpassingsinspanningen in 2007 en 2008 nog niet gespecificeerd. De begrotingsdoelstellingen van het programma kunnen slechts worden bereikt indien deze maatregelen worden gespecificeerd en naar behoren ten uitvoer worden gelegd.

 

(10)

In het licht van bovenstaande risicobeoordeling lijkt de in het programma geschetste begrotingsstrategie voldoende om ervoor te zorgen dat de in het programma vervatte middellangetermijndoelstelling ten laatste tegen 2008 wordt bereikt, op voorwaarde dat de voor 2007 en 2008 aangekondigde maatregelen worden gespecificeerd en naar behoren ten uitvoer worden gelegd. Volgens de berekeningen van de diensten van de Commissie kan in 2006 niet worden uitgesloten dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3 % van het BBP overschrijdt. Hoewel het geplande structurele tekort vanaf 2007 lager is dan de minimumbenchmark, kan de veiligheidsmarge in 2007 nog steeds onvoldoende zijn, tenzij de voor dat jaar aangekondigde uitgavenbeperkende maatregelen worden gespecificeerd en ten uitvoer worden gelegd. Het aanpassingstempo in de richting van de middellangetermijndoelstelling is grotendeels in overeenstemming met het stabiliteits- en groeipact, dat voorschrijft dat de lidstaten dit tot de eurozone en WKM II behoren, een jaarlijkse verbetering van het structurele begrotingssaldo moeten nastreven met een benchmark van 0,5 % van het BBP. De in het programma beoogde verbetering van het structureel tekort bedraagt evenwel slechts 0,3 procentpunt van het BBP in 2006, ondanks de gunstige algemene economische omstandigheden.

 

(11)

De overheidsschuld wordt in 2005 op 6,4 % van het BBP geraamd. In het programma wordt verwacht dat de overheidsschuld in 2008 zal toenemen tot 10,2 % van het BBP, waarbij de stijging overwegend in 2006 zal plaatsvinden.

 

(12)

Wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft, lijkt Luxemburg een middelgroot risico te lopen gezien de verwachte budgettaire lasten van de vergrijzing (3). Het huidige schuldniveau is weliswaar zeer laag en de voorgenomen consolidatie op middellange termijn zal wellicht bijdragen tot een gedeeltelijke verkleining van het risico voor de houdbaarheid van de openbare financiën, maar in de laatste twee decennia kende Luxemburg een periode van uitzonderlijk sterke werkgelegenheidsgroei die zich geleidelijk zal vertalen in een navenante stijging van het aantal gepensioneerden en een sterke toename van de pensioenuitgaven. Hoewel de huidige omvang van het vermogen van de pensioenfondsen aanzienlijk bijdraagt tot de houdbaarheid van de openbare financiën, zal het op termijn onvoldoende zijn en zal het op een gegeven ogenblik — zoals in het programma wordt erkend — noodzakelijk zijn om een aantal wijzingen in het pensioenstelsel aan te brengen om toekomstige stijgingen van de overheidsuitgaven in de hand te houden en het risico voor de houdbaarheid op lange termijn te verminderen.

 

(13)

De in het programma geschetste strategie op het gebied van de openbare financiën is grotendeels in overeenstemming met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008 zijn opgenomen. De strategie spoort in het bijzonder met het geïntegreerde richtsnoer met betrekking tot het waarborgen van de economische stabiliteit door het handhaven van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn tijdens de hele conjunctuurcyclus. Zolang deze doelstelling nog niet is bereikt, zal de regering alles in het werk stellen om in het licht van de voorspelde lasten die de vergrijzing met zich brengt, alle benodigde corrigerende maatregelen te nemen in overeenstemming met het stabiliteits- en groeipact, alsmede met het geïntegreerde richtsnoer ten aanzien van het waarborgen van een duurzame economische ontwikkeling.

 

(14)

In het nationale hervormingsprogramma van Luxemburg, dat op 17 november 2005 is ingediend, wordt gewezen op de volgende uitdagingen die aanzienlijke gevolgen voor de overheidsfinanciën hebben: i) handhaven van de economische stabiliteit en ii) waarborgen van een duurzame economische ontwikkeling. In het programma wordt ook gewezen op uitdagingen op andere terreinen die belangrijke gevolgen hebben voor de openbare financiën, in het bijzonder het feit dat de overheid veel meer inspanningen moet leveren op het gebied van O&O. De budgettaire gevolgen van de in het nationale hervormingsprogramma vermelde maatregelen komen tot uiting in de budgettaire prognoses van het stabiliteitsprogramma en de in het stabiliteitsprogramma opgenomen maatregelen op het gebied van de openbare financiën sluiten aan bij de maatregelen uit het nationale hervormingsprogramma.

Hoewel de in het programma geschetste algemene strategie, waarbij het tekort door middel van uitgavenbeperkingen wordt teruggedrongen lovenswaardig is, acht de Raad het aangewezen dat de Luxemburgse autoriteiten

 

de inspanningen inzake begrotingsaanpassing in 2006 versterken en de noodzakelijke maatregelen voor 2007 en 2008 vaststellen en ten uitvoer leggen, en

 

de houdbaarheid op lange termijn verbeteren, met name door stijgingen van de overheidsuitgaven in de hand te houden door hervorming van het pensioenstelsel.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

 
 

2004

2005

2006

2007

2008

Reëel BBP

(Verandering in %)

SP dec 2005

4,4

4,0

4,4

4,9

4,9

COM nov 2005

4,5

4,2

4,4

4,5

n.b.

SP dec 2004

4,4

3,8

3,3

4,3

n.b.

HICP-inflatie

(%)

SP dec 2005

3,2

3,7

2,6

2,0

1,8

COM nov 2005

3,2

4,1

4,4

2,2

n.b.

SP dec 2004

2,6

3,2

1,5

1,7

n.b.

Output gap

(% van het potentiële BBP)

SP dec 2005 (4)

  • – 
    1,7
  • – 
    1,7
  • – 
    1,3
  • – 
    0,7
  • – 
    0,6

COM nov 2005 (5)

  • – 
    1,8
  • – 
    1,6
  • – 
    1,3
  • – 
    1,2

n.b.

SP dec 2004 (4)

  • – 
    1,2
  • – 
    2,2
  • – 
    3,8
  • – 
    5,0

n.b.

Overheidssaldo

(% van het BBP)

SP dec 2005

  • – 
    1,2
  • – 
    2,3
  • – 
    1,8
  • – 
    1,0
  • – 
    0,2

COM nov 2005

  • – 
    1,2
  • – 
    2,3
  • – 
    2,0
  • – 
    2,2

n.b.

SP dec 2004

  • – 
    1,4
  • – 
    1,0
  • – 
    0,9
  • – 
    1,0

n.b.

Primair saldo

(% van het BBP)

SP dec 2005

  • – 
    0,9
  • – 
    2,1
  • – 
    1,7
  • – 
    0,7

0,1

COM nov 2005

  • – 
    0,9
  • – 
    2,1
  • – 
    1,8
  • – 
    2,0

n.b.

SP dec 2004

  • – 
    1,2
  • – 
    0,9
  • – 
    0,8
  • – 
    0,9

n.b.

Conjuctuurgezuiverd saldo=structureel saldo (6)

(% van het BBP)

SP dec 2005 (4)

  • – 
    0,3
  • – 
    1,5
  • – 
    1,2
  • – 
    0,6

0,1

COM nov 2005

  • – 
    0,4
  • – 
    1,5
  • – 
    1,4
  • – 
    1,6

n.b.

SP dec 2004 (4)

  • – 
    0,7

0,3

1,4

2,0

n.b.

Bruto overheidsschuld

(% van het BBP)

SP dec 2005

6,6

6,4

9,6

9,9

10,2

COM nov 2005

6,6

6,8

7,1

7,3

n.b.

SP dec 2004

5,0

5,0

4,6

4,5

n.b.

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

http://europa.eu.int/comm/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm.

  • (2) 
    Het bevat niet alle verplichte en facultatieve gegevens die de nieuwe gedragscode voorschrijft.
  • (3) 
    Nadere bijzonderheden over de houdbaarheid op lange termijn worden verstrekt in de technische beoordeling van het programma door de diensten van de Commissie

(http://europa.eu.int/comm/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm).

  • (4) 
    Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie.
  • (5) 
    Op basis van een geraamde potentiële groei van respectievelijk 4,1%, 4,0%, 4,1% en 4,3% in de periode 2004-2007.
  • (6) 
    Aangezien het programma niet voorziet in eenmalige en andere tijdelijke maatregelen, stemt het conjunctuurgezuiverd saldo overeen met het structureel saldo.

Bronnen:

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.