Geactualiseerde convergentieprogramma van het Verenigd Koninkrijk voor de periode 2006/2007-2011/2012

1.

Wettekst

29.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/20

 

ADVIES VAN DE RAAD

van 27 februari 2007

over het geactualiseerde convergentieprogramma van het Verenigd Koninkrijk voor de periode 2006/2007-2011/2012

(2007/C 72/06)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 9, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

 

(1)

Op 27 februari 2007 heeft de Raad het geactualiseerde convergentieprogramma van het Verenigd Koninkrijk voor de begrotingsjaren 2006/2007-2011/2012 (2) behandeld.

 

(2)

Het programma bevat twee macro-economische scenario's: een centraal scenario en een alternatief scenario met een trendmatige groei die een kwartpunt lager ligt dan in het centrale scenario. De prognoses voor de overheidsfinanciën in de actualisering van het convergentieprogramma berusten op laatstgenoemd scenario, dat voorzichtiger van opzet is dan het centrale scenario en voor deze beoordeling als referentiescenario wordt genomen. Volgens dit scenario bedraagt de reële BBP-groei in 2006 en 2007 2

% en vlakt deze af tot 2

Formula

% in de rest van de programmaperiode. Afgaande op de thans beschikbare informatie lijkt het programma uit te gaan van plausibele groeihypothesen. De prognoses voor de inflatie, die terugloopt van 2

Formula

% in 2006 naar 2 % vanaf 2007, lijken gezien recentere gegevens aan de lage kant voor de eerste jaren, maar zijn voor het overige plausibel.

 

(3)

In de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie wordt het overheidstekort voor 2006/2007 op 3,0 % van het BBP geraamd. De huidige actualisering van het convergentieprogramma noemt voor dat jaar een tekort van naar schatting 2,8 % van het BBP, waaruit blijkt dat de recente trend waarbij de ontvangsten een krachtige groei te zien geven, maar de uitgaven minder sterk stijgen, in de resterende maanden van het begrotingsjaar doorzet.

 

(4)

Het begrotingsbeleid heeft volgens het geactualiseerde convergentieprogramma vooral tot doel de houdbaarheid op lange termijn en een eerlijke lastenverdeling tussen en binnen de generaties te waarborgen en, afhankelijk daarvan, een monetair beleid te steunen waarin conjunctuurbewegingen met name worden afgevlakt door middel van automatische stabilisatoren. Het programma beoogt een terugdringing van het tekort tot onder de 3 % van het BBP in 2006/2007 (namelijk 2,8 %) en tot 1,4 % van het BBP aan het eind van de projectieperiode in 2011/2012. Het primaire saldo van naar schatting -0,6 % van het BBP in 2005/2006 keert terug naar evenwicht in 2008/2009 en komt uit op een overschot van 0,7 % van het BBP in 2011/2012. De budgettaire aanpassing is in de projectieperiode gelijkelijk verdeeld tussen ontvangsten en uitgaven. In de eerste twee jaar van de projectieperiode vertoont de ontvangstenquote een stijging, die deels is terug te voeren op beleidsmaatregelen, terwijl vanaf 2008/2009 juist een duidelijke aanpassing aan de uitgavenzijde plaatsvindt, waar de groei van de lopende uitgaven wordt gematigd. De overheidsinvesteringen in de zin van het convergentieprogramma (3) stabiliseren zich vanaf 2006/2007 op een niveau van 2

Formula

% van het BBP, zodat het tekort vanaf 2007/2008 volledig is bestemd voor de financiering van overheidsinvesteringen. Het aanpassingstraject komt in grote lijnen overeen met dat van de actualisering 2005, hoewel de macro-economische kortetermijnvooruitzichten gunstiger zijn.

 

(5)

Het volgens de algemeen aanvaarde methode berekende structurele saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen) geeft een verbetering te zien: het tekort van 2

Formula

% van het BBP in 2006/2007 loopt terug tot circa 1

Formula

% van het BBP in het laatste jaar van het programma (2011/2012). Op basis van deze ramingen verloopt de aanpassing tussen 2006/2007 en 2008/2009 sneller en daarna trager. Evenals in de actualisering van 2005 wordt geen kwantitatieve middellangetermijndoelstelling (MTD) voor het structurele tekort genoemd. Het programma verwijst naar budgettaire doelstellingen volgens de nationale regelgeving die erop toegesneden zijn de schuldquote op een betrekkelijk laag niveau te stabiliseren en een veiligheidsmarge bieden welke ruim genoeg is om onder de drempel van 3 % van het BBP te blijven.

 

(6)

De mogelijke afwijkingen van de begrotingsprognoses in het programma lijken elkaar voor 2007/2008 min of meer in evenwicht te houden, maar daarna zouden de begrotingsresultaten slechter kunnen uitvallen dan in het programma wordt geraamd, afhankelijk van in hoeverre de bestedingen onder controle worden gehouden. De geprojecteerde stijging van de belastingquote berust deels op betrekkelijk wisselvallige factoren zoals de winsten uit de financiële en de olieproducerende sector. Wel lijken de betrekkelijk goede vooruitzichten voor de ontvangsten te worden bevestigd door recente economische ontwikkelingen, waaronder een hoge winstgevendheid. Vanaf 2008/2009 zal het tekorttraject van het programma echter alleen worden gehaald als de geprojecteerde matiging van de uitgavengroei wordt gerealiseerd en actief toezicht wordt gehouden op de inachtneming van de uitgavenplafonds. Een volledig geslaagde afremming van de bestedingengroei als voorgenomen in de Comprehensive Spending Review is een absolute voorwaarde om de doelstellingen van het programma te verwezenlijken. De Britse autoriteiten hebben voor een aantal kleinere ministeries reeds een korting op de budgettaire middelen aangekondigd; ook hebben zij zich gecommitteerd aan een reële jaarlijkse vermindering van 5 % in de begrotingen van alle openbare besturen en aan besparingen door scherper aanbesteden. De matiging van de uitgavengroei vanaf 2008/2009 moet echter nog grotendeels worden onderbouwd met specifieke begrotingstoewijzingen die moeten worden bevestigd in de Comprehensive Spending Review van de autoriteiten in juli 2007, waarin vastliggende bestedingsplannen voor de jaren tot 2010/2011 zullen worden aangekondigd. Actief toezicht op de inachtneming van de uitgavenplafonds heeft tot dusver positieve resultaten opgeleverd.

 

(7)

Gezien deze risicobeoordeling lijkt de begrotingskoers van het programma in grote lijnen te voldoen aan de eis dat het buitensporig tekort in 2006/2007 wordt gecorrigeerd, zoals de Raad heeft aanbevolen. De begrotingskoers biedt pas rond 2009/2010 een veiligheidsmarge die ruim genoeg is om het tekort bij normale macro-economische fluctuaties onder de drempel van 3 % BBP te houden; de prognoses zullen op dat tijdstip aan de uitkomsten van de Comprehensive Spending Review worden getoetst. In de jaren na de correctie van het buitensporige tekort zou de budgettaire consolidatie aldus in een hoger tempo moeten verlopen.

 

(8)

De bruto schuldquote, die in 2005/2006 op 42,1 % BBP stond, zal in de projectieperiode langzaam stijgen en in 2008/2009 een piek van net boven de 44 % bereiken, waarmee ze ruim onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % BBP blijft. Daarna zal de quote zich naar verwacht stabiliseren om vervolgens aan het eind van de programmaperiode te gaan dalen.

 

(9)

Van de vergrijzing gaat in het VK een langetermijneffect op de begroting uit dat dicht bij het EU-gemiddelde ligt. De pensioenuitgaven stijgen iets minder dan gemiddeld in de EU het geval is, deels omdat in het VK van oudsher in verhouding meer dan in andere EU-lidstaten particuliere pensioenregelingen worden aangegaan. De voorgenomen pensioenhervormingen moeten de bezorgdheid over een mogelijk ontoereikende toekomstige pensioendekking wegnemen door particulier pensioensparen aantrekkelijker te maken en de dekking van de overheidspensioenen te verbeteren; daardoor lopen de pensioenuitgaven van de overheid iets meer op dan waarop eerder was gerekend; de hervorming omvat ook een geleidelijke verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Hoewel de budgettaire uitgangspositie verbeterd is ten opzichte van 2005, wordt de houdbaarheid van de overheidsfinanciën nog steeds bedreigd als het tekort op de middellange termijn niet aanzienlijk wordt teruggedrongen, nog afgezien van het langetermijneffect van de vergrijzing op de begroting. Door een consolidatie van de overheidsfinanciën die verder gaat dan in het convergentieprogramma wordt beoogd, zouden de risico's voor de langetermijnhoudbaarheid van de overheidsfinanciën dan ook deels kunnen worden ondervangen. Al met al lijkt het VK een middelgroot risico te lopen wat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën betreft.

 

(10)

Het convergentieprogramma bevat een kwalitatieve beoordeling van de algemene gevolgen van het uitvoeringsverslag van oktober 2006 van het nationale hervormingsprogramma binnen het kader van de middellange termijnbegrotingsstrategie. Daarnaast verschaft het systematisch informatie over de rechtstreekse budgettaire kosten of besparingen van de voornaamste hervormingen waarin het nationale hervormingsprogramma voorziet, en wordt in de begrotingsprognoses expliciet rekening gehouden met de gevolgen van de in het nationale hervormingsprogramma geschetste maatregelen voor de openbare financiën. De in het convergentieprogramma opgenomen maatregelen op het gebied van de openbare financiën lijken aan te sluiten bij de in het kader van het nationale hervormingsprogramma voorgenomen acties. Met name wordt er in beide programma's van uitgegaan dat geleidelijk uitvoering zal worden gegeven aan de doelstellingen van de regering inzake efficiëntieverhoging en scherper aanbesteden in de publieke dienstverlening, en is in de langetermijnprognoses voor de openbare financiën rekening gehouden met de geraamde kosten van de voorgenomen pensioenhervorming.

 

(11)

De in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie is over het algemeen in overeenstemming met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008 zijn opgenomen.

 

(12)

Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, vertoont het programma enkele lacunes in de verplichte en facultatieve gegevens (4).

Al met al lijkt het programma volgens de Raad in grote lijnen te voldoen aan de eis dat het buitensporig tekort wordt gecorrigeerd binnen de door de Raad gestelde termijn (begrotingsjaar 2006/2007). De Raad verzoekt het VK de consolidatie na 2009/2010 voort te zetten. De budgettaire doelstellingen na 2007/2008 zullen alleen worden gehaald als de geprojecteerde uitgavenbeheersing daadwerkelijk wordt gerealiseerd.

Derhalve verzoekt de Raad het Verenigd Koninkrijk de begroting in de programmaperiode verder te consolideren door met name de bestedingengroei in de jaren na 2007/2008 af te remmen als voorgenomen, en zijn begrotingssituatie met het oog op de risico's voor de langetermijnhoudbaarheid van de openbare financiën verder te verbeteren.

Het Verenigd Koninkrijk wordt ook verzocht de datavereisten van de gedragscode beter in acht te nemen.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

 
 

2005/2006

2006/2007

2007/2008

2008/2009

2009/2010

2010/2011

2011/2012

Reëel GDP

(verandering in %)

CP dec 2006  (5)

1 Formula

2 Formula

2 Formula

2 Formula

2 Formula

2 Formula

2 Formula

COM nov 2006 (6)

1,9

2,7

2,6

2,4

n.b.

n.b.

n.b.

CP dec 2005  (5)

1Formula

2Formula

3

2Formula

2Formula

2Formula

n.b.

HICP-inflatie

(%)

CP dec 2006  (5)

2

2 Formula

2

2

2

2

2

COM nov 2006 (6)

2,1

2,4

2,2

2,0

n.b.

n.b.

n.b.

CP dec 2005

2Formula

2

2

2

2

2

n.b.

Output gap

(% van het potentiële BBP)

CP dec 2006  (7)

  • – 
    0,5
  • – 
    0,6
  • – 
    0,6
  • – 
    0,6
  • – 
    0,5
  • – 
    0,4
  • – 
    0,3

COM nov 2006 (6)  (8)

  • – 
    0,3
  • – 
    0,4
  • – 
    0,5
  • – 
    0,7

n.b.

n.b.

n.b.

CP dec 2005  (7)

  • – 
    0,5
  • – 
    1,0
  • – 
    0,8
  • – 
    0,5
  • – 
    0,6
  • – 
    0,6

n.b.

Overheidssaldo

(% van het BBP)

CP dec 2006  (9)  (10)

  • – 
    2,9
  • – 
    2,8
  • – 
    2,3
  • – 
    1,9
  • – 
    1,7
  • – 
    1,6
  • – 
    1,4

COM nov 2006 (10)  (11)

  • – 
    2,9
  • – 
    3,0
  • – 
    2,7
  • – 
    2,5

n.b.

n.b.

n.b.

CP dec 2005  (9)

  • – 
    3,1
  • – 
    2,8
  • – 
    2,4
  • – 
    1,9
  • – 
    1,7
  • – 
    1,5

n.b.

Primair saldo

(% van het BBP)

CP dec 2006  (12)

  • – 
    0,8
  • – 
    0,6
  • – 
    0,2
  • – 
    0,1
  • – 
    0,3
  • – 
    0,5
  • – 
    0,7

COM nov 2006

  • – 
    0,9
  • – 
    1,0
  • – 
    0,6
  • – 
    0,4

n.b.

n.b.

n.b.

CP dec 2005  (12)

  • – 
    1,0
  • – 
    0,7
  • – 
    0,3

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo

(% van het BBP)

CP dec 2006  (7)  (9)

  • – 
    2,7
  • – 
    2,5
  • – 
    2,1
  • – 
    1,7
  • – 
    1,5
  • – 
    1,4
  • – 
    1,3

COM nov 2006 (8)

  • – 
    2,8
  • – 
    2,8
  • – 
    2,4
  • – 
    2,2

n.b.

n.b.

n.b.

CP dec 2005  (7)

  • – 
    2,9
  • – 
    2,3
  • – 
    2,1
  • – 
    1,7
  • – 
    1,5
  • – 
    1,3

n.b.

Structureel saldo (13)

(% van het BBP)

CP dec 2006  (7)  (9)

  • – 
    3,0
  • – 
    2,5
  • – 
    2,1
  • – 
    1,7
  • – 
    1,5
  • – 
    1,4
  • – 
    1,3

COM nov 2006 (8)

  • – 
    3,1
  • – 
    2,8
  • – 
    2,4
  • – 
    2,2

n.b.

n.b.

n.b.

CP dec 2005

  • – 
    2,9
  • – 
    2,3
  • – 
    2,1
  • – 
    1,7
  • – 
    1,5
  • – 
    1,3

n.b.

Bruto overheidsschuld

(% van het BBP)

CP dec 2006

42,7

43,7

44,1

44,2

44,2

44,0

43,6

COM nov 2006

42,1

42,5

43,4

44,1

n.b.

n.b.

n.b.

CP dec 2005

43,3

44,4

44,8

44,7

44,6

44,4

n.b.

actualisering 2006 van het Britse convergentieprogramma, prognoses van de diensten van de Commissie.

 

http://europa.eu.int/comm/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm.

  • (2) 
    Het Britse begrotingsjaar loopt van april tot maart.
  • (3) 
    De definitie van overheidsinvesteringen in het Britse convergentieprogramma heeft anders dan in het ESR betrekking op investeringen van de publieke sector in zijn geheel (d.w.z. publiekrechtelijke ondernemingen en overheid) en omvat ook kapitaalsubsidies aan de particuliere sector na afschrijving.
  • (4) 
    Meer bepaald ontbreken de gegevens over de prognoses voor werkgelegenheid, werkloosheid, en looninflatie, alsmede een uitsplitsing van de prognoses voor de ontvangsten en uitgaven van de overheid na 2007/2008. De tijdhorizon van de uitsplitsing van de overheidsuitgaven in de huidige actualisering, de laatste actualisering vóór de vaststelling van nieuwe concrete bestedingsplannen in de Comprehensive Spending Review van juli 2007, is in vergelijking met die van de actualisering van 2005 korter.
  • (5) 
    BBP- en inflatieramingen die aan de door de autoriteiten opgestelde prognoses voor de openbare financiën ten grondslag liggen. Deze zijn afgeleid van een scenario waarin de trendmatige groei een kwartpunt hoger ligt.
  • (6) 
    De ramingen van de diensten van de Commissie gaan uit van een kalenderjaar.
  • (7) 
    Berekeningen van de output gap volgens de algemeen aanvaarde methode op basis van de gegevens in het convergentieprogramma. De outputgapberekeningen berusten op de gegevens van het centrale trendgroeiscenario.
  • (8) 
    Output gaps op basis van ramingen van een potentiële groei van 2,8 % in 2006, 2,7 % in 2007 en 2,6 % in 2008.
  • (9) 
    De gegevens uit het convergentieprogramma zijn gecorrigeerd voor de behandeling van de UMTS-opbrengsten. De autoriteiten van het VK houden in hun prognoses van het overheidssaldo rekening met jaarlijkse ontvangsten van ongeveer 1 miljard Britse pond uit de verkoop van UMTS-licenties in 2000. Om de prognoses op BTP-basis te brengen, moet dit worden gecorrigeerd. Daardoor wordt jaarlijks ongeveer 0,1 procentpunt van het saldo afgetrokken (waarmee het tekort stijgt). Alle in de tabel vermelde gegevens zijn berekend na correctie door de diensten van de Commissie van de desbetreffende gegevens in het programma.
  • Na overleg tussen Eurostat en het Britse bureau voor de statistiek zal de kwijtschelding van de Nigeriaanse schuld in de nationale rekeningen nu waarschijnlijk als tekortverhogend worden aangemerkt (circa 0,1 % van het BBP in 2005/2006 en in 2006/2007).
  • De prognoses van de diensten van de Commissie dateren van vóór de aankondiging van beleidsmaatregelen in het Pre-Budget Report van december 2006, waarmee in het convergentieprogramma rekening wordt gehouden. Omdat de aangekondigde bestedingsplannen voor de jaren vanaf 2008/2009 nog niet beschikbaar zijn, berusten de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie op de technische hypothese dat de uitgavenquote gelijk blijft. Het convergentieprogramma berust echter op de werkhypothese dat deze quote daalt.
  • Gegevens uit het convergentieprogramma die zijn gecorrigeerd overeenkomstig een definitie van het primair saldo die berust op bruto in plaats van op netto rentebetalingen.
  • Conjunctuurgezuiverd saldo (berekend volgens de algemeen aanvaarde methode), ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen. Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie en op basis van informatie van het nationale bureau voor de statistiek (0,3 % BBP in 2005/2006).

Bronnen:

actualisering 2006 van het Britse convergentieprogramma, prognoses van de diensten van de Commissie.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.