Convergentieprogramma van Bulgarije voor de periode 2006-2009

1.

Wettekst

24.4.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/11

 

ADVIES VAN DE RAAD

van 27 maart 2007

over het convergentieprogramma van Bulgarije voor de periode 2006-2009

(2007/C 89/04)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 9, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

 

(1)

Op 27 maart 2007 heeft de Raad het convergentieprogramma van Bulgarije voor de periode 2006-2009 behandeld.

 

(2)

Bulgarije is er mede dankzij gezonde overheidsfinanciën in geslaagd een zeer stabiel macro-economisch klimaat te scheppen. Er is sprake geweest van een krachtige, stabiele economische groei die in de afgelopen jaren is opgelopen tot circa 5

%. Wel blijft het BBP per hoofd van de bevolking (in KKP) met 32,9 % van het EU25-gemiddelde van 2005 op een laag niveau. Bulgarije heeft dus nog een behoorlijke achterstand in te lopen. Dit is voor het land de grootste uitdaging op middellange en lange termijn. Na de invoering van de currency board in 1997 is de inflatie in 1999 teruggevallen tot onder de 10 %. Wel is het desinflatieproces in de afgelopen jaren gestokt en is de CPI-inflatie in 2006 uitgekomen op 7,3 %.

 

(3)

Volgens het macro-economische scenario van het programma zal de reële BBP-groei hoog blijven en zelfs nog iets oplopen van 5,9 % in 2006 naar gemiddeld 6,1 % in de resterende programmaperiode. Afgaande op de thans beschikbare informatie lijkt dit scenario uit te gaan van plausibele groeihypothesen. Wel blijven de grote externe onevenwichtigheden een risicofactor voor de middellange termijn, met name nu het externe tekort in 2006 16 % van het BBP bedroeg. Wel is het tekort volledig gedekt uit de instroom van BDI. De in het programma gehanteerde inflatieprognoses lijken realistisch.

 

(4)

In de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie wordt het overheidsoverschot over 2006 geraamd op 3,3 % van het BBP, terwijl in het pretoetredingsprogramma (PEP) van december 2005 nog werd gemikt op een sluitende begroting en in het convergentieprogramma wordt gerekend op een overschot van 3,2 % van het BBP. Het veel betere budgettaire resultaat is voornamelijk het gevolg van het feit dat de ontvangsten dankzij de voorzichtige PEP-ontvangstenramingen, de hogere productiegroei en de verbeterde belastinginning hoger uitvallen dan verwacht. Ook vallen de uitgaven in vergelijking met de PEP-projecties 1 % van het BBP lager uit. Dit komt vooral door lagere lopende uitgaven.

 

(5)

De budgettaire middellangetermijnstrategie van het convergentieprogramma is erop gericht het overheidsoverschot op 0,8 à 1,5 % van het BBP te houden om de macro-economische stabiliteit en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen. In 2007 worden de budgettaire teugels behoorlijk gevierd: het begrotingsoverschot komt in dat jaar uit op 0,8 % van het BBP, tegen 3,2 % van het BBP in 2006. In 2008 en 2009 zal het overschot weer stijgen en zich stabiliseren op een niveau van 1,5 % van het BBP. Hoewel de rente-uitgaven in de programmaperiode met circa

Formula

% van het BBP dalen, loopt het primaire overschot van 4

Formula

% van het BBP in 2006 terug tot 2

Formula

% van het BBP in 2007 om daarna weer te stijgen tot circa 2

Formula

% van het BBP in 2008 en 2009. De budgettaire versoepeling in 2007 vindt bijna uitsluitend plaats aan de uitgavenzijde. De uitgaven vertonen in dat jaar namelijk een stijging van 2

Formula

% van het BBP, die in 2008 slechts gedeeltelijk teniet wordt gedaan (ongeveer

Formula

% van het BBP). De verwachte stijging van de uitgaven in 2007 vindt voornamelijk plaats bij de „overige uitgaven ”(+2

Formula

% van het BBP) en subsidies (+

Formula

% van het BBP). De stijging bij de „overige uitgaven ”hangt samen met de Bulgaarse EU-bijdrage (1

Formula

% van het BBP), met hogere uitgaven aan EU-structuurfondsprojecten (

Formula

% van het BBP), die geheel worden gedekt uit hogere EU-subsidies, en met hogere „overige lopende uitgaven ”(1 % van het BBP). De beoogde verlaging van de vennootschaps- en de inkomstenbelasting wordt bijna geheel goedgemaakt door een betere naleving van de fiscale regelgeving en een betere belastinginning. Daardoor zullen de totale ontvangsten (als percentage van het BBP) in de programmaperiode vrijwel gelijk blijven. Ook wordt in het programma erop gewezen dat in de begroting van 2007 wordt gerekend op een overheidsoverschot van 0,8 % van het BBP, maar dat bij de uitvoering van de begroting eigenlijk wordt gemikt op een hoger overschot (2 %), aangezien de begrotingswet bepaalt dat 10 % van de begrote lopende primaire uitgaven alleen mag worden verricht als het externe tekort niet verder oploopt. Dankzij aanzienlijke ontvangstenmeevallers in 2006 die doorwerken naar de daaropvolgende jaren, en dankzij iets gunstigere vooruitzichten voor de productiegroei zijn de budgettaire doelstellingen in vergelijking met het PEP van 2005 fors naar boven bijgesteld.

 

(6)

Aangenomen wordt dat het overeenkomstig de algemeen aanvaarde methode berekende structurele saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen), zal teruglopen van circa 3

Formula

% van het BBP in 2006 naar 1 % in 2007 en daarna weer zal stijgen tot rond de 2 % van het BBP in 2008 en 2009. Als bij de uitvoering van de begroting in 2007 een hoger nominaal overschot van 2 % van het BBP wordt behaald, hetgeen in het programma als een van de doelstellingen wordt aangemerkt, verloopt het aanpassingstraject gelijkmatiger. De in het programma gepresenteerde middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie is een in de gehele programmaperiode ruimschoots vast te houden structureel budgettair evenwicht. Aangezien de MTD ambitieuzer is dan de minimumbenchmark (geraamd op een tekort van circa 1

Formula

% van het BBP), mag worden aangenomen dat de verwezenlijking ervan een veiligheidsmarge biedt die ruim genoeg is om een buitensporig tekort te voorkomen. De MTD is ambitieuzer dan in het licht van de schuldquote en de gemiddelde potentiële productiegroei op lange termijn noodzakelijk is.

 

(7)

Het uiteindelijke budgettaire resultaat over 2007 kan beter uitvallen dan waarop in het programma wordt gerekend, en de risico's met betrekking tot de budgettaire prognoses van 2008 en 2009 lijken elkaar min of meer in evenwicht te houden. Gelet op de goede staat van dienst als het gaat om de verwezenlijking van budgettaire doelstellingen, en gelet op de begrotingswet 2007 die voorziet in een uitgavenbeperking bij de uitvoering van de begroting, lijkt een hoger overschot over 2007 realistisch, hoewel aan de ontvangstenprognoses voor 2007 bepaalde neerwaartse risico's verbonden zijn, aangezien de lagere belastingontvangsten mogelijk niet volledig worden goedgemaakt door een betere naleving van de fiscale regelgeving en een betere belastinginning. Hoewel geen bijzonderheden worden verstrekt over de aanpassingsstrategie vanaf 2008, lijken de budgettaire doelstellingen tot het eind van de programmaperiode in grote lijnen plausibel, mits over 2007 een beter budgettair resultaat wordt behaald dan waarop momenteel wordt gerekend.

 

(8)

Uit de begrotingskoers van het programma blijkt dus dat de MTD in de gehele programmaperiode ruimschoots wordt vastgehouden. Bovendien verschaft deze koers een veiligheidsmarge die in de gehele programmaperiode ruim genoeg is om te voorkomen dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3 % van het BBP overschrijdt. Het programma gaat uit van een expansief begrotingsbeleid in 2007, hetgeen in een economisch goed jaar procyclisch zou kunnen uitpakken. Dit zou niet volledig stroken met het stabiliteits- en groeipact. Met name loopt het structurele saldo ondanks de voor 2007 verwachte gunstige conjunctuur volgens het programma met circa 2

Formula

% van het BBP en volgens de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie met 1

Formula

% terug.

 

(9)

Volgens de ramingen is de bruto overheidsschuld in 2006 uitgekomen op 25

Formula

% van het BBP, ruim onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het BBP. In het programma wordt een daling van de schuldquote in de programmaperiode van 4 procentpunten verwacht.

 

(10)

Aangezien het EPC/de Commissie voor de andere lidstaten wel, maar voor Bulgarije geen langetermijnprojecties van leeftijdsgerelateerde uitgaven op basis van de gemeenschappelijke macro-economische hypothesen hebben opgesteld, is geen vergelijkbare, grondige beoordeling mogelijk van de gevolgen van de vergrijzing in Bulgarije. Gezien de huidige demografische opbouw kan echter niet worden uitgesloten dat de gevolgen ervan voor de uitgaven aanzienlijk zijn. Dankzij de budgettaire uitgangspositie met een fors structureel overschot kan de schuld in elk geval sterk worden gestabiliseerd, zelfs als geen rekening wordt gehouden met de langetermijngevolgen van de vergrijzing voor de begroting. Door de primaire overschotten op middellange termijn op een hoog niveau te houden, zouden de risico's voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën deels kunnen worden ondervangen.

 

(11)

De in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie is gedeeltelijk in overeenstemming met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008 zijn opgenomen. Op basis van dat programma wordt in 2007 een expansief begrotingsbeleid gevoerd, hetgeen in een economisch goede jaar procyclisch zou kunnen uitpakken, waardoor het toch al hoge externe tekort nog verder dreigt op te lopen. Daar komt nog bij dat hoewel er stappen zijn gezet om de houdbaarheid van het pensioenstelsel op lange termijn te verbeteren, maar zeer weinig concrete maatregelen worden gepresenteerd om de doelmatigheid van de overheidsuitgaven te vergroten. Dit geldt met name voor de gezondheidszorg waar de bewaking en beheersing van de uitgaven en de kwaliteit van de dienstverlening telkens weer ter discussie staan.

 

(12)

Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, vertoont het programma enkele lacunes in de verplichte en facultatieve gegevens (2).

De Raad is van oordeel dat er sprake is van een solide budgettaire middellangetermijnsituatie en dat de begrotingsstrategie een goed voorbeeld is van een begrotingsbeleid waarbij het stabiliteits- en groeipact in acht wordt genomen. Wel zou de beoogde verlaging van het begrotingsoverschot in het economisch goede jaar 2007 procyclisch kunnen uitpakken, waardoor de bestaande externe onevenwichtigheden zouden kunnen toenemen. Het bereiken van een hoger overschot van 2 % van het BBP tijdens de uitvoering van de begroting zou dat risico aanzienlijk verkleinen.

In het licht van de bovenstaande evaluatie verzoekt de Raad Bulgarije om:

 

i)

met het oog op de bevordering van de macro-economische stabiliteit en een indamming van het hoge externe tekort in 2007 een hoger budgettair overschot te realiseren dan momenteel in het programma gepland is, en er daarna voor te zorgen dat er sprake blijft van een solide situatie;

 

ii)

de doelmatigheid van de overheidsuitgaven met name via hervormingen in de gezondheidszorg verder te vergroten.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses (3)

 
   

2005

2006

2007

2008

2009

Reëel BBP

(Verandering in %)

CP jan 2007

5,5

5,9

5,9

6,2

6,1

COM nov 2006

5,5

6,0

6,0

6,2

n.b.

PEP dec 2005

5,7

5,7

5,9

5,9

n.b.

HICP-inflatie

(%)

CP jan 2007

5,0

7,4

4,0

3,0

3,0

COM nov 2006

5,0

7,0

3,5

3,8

n.b.

PEP dec 2005

4,9

6,7

3,1

2,8

n.b.

Output gap

(% van het potentiële BBP)

CP jan 2007 (4)

0,5

0,1

  • – 
    0,4
  • – 
    0,8
  • – 
    1,0

COM nov 2006 (8)

0,5

0,3

  • – 
    0,1
  • – 
    0,5

n.b.

PEP dec 2005

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Overheidssaldo

(% van het BBP)

CP jan 2007

2,4

3,2

0,8

1,5

1,5

COM nov 2006

2,4

3,3

1,8

1,7

n.b.

PEP dec 2005

1,8

0,0

  • – 
    0,2
  • – 
    0,7

n.b.

Primair saldo

(% van het BBP)

CP jan 2007

3,9

4,6

2,2

2,8

2,7

COM nov 2006

3,9

4,7

2,9

2,7

n.b.

PEP dec 2005

3,4

1,5

1,2

0,5

n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo

(% van het BBP)

CP jan 2007 (4)

2,1

3,2

1,0

1,9

2,0

COM nov 2006

2,1

3,2

1,8

1,9

n.b.

PEP dec 2005

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Structureel saldo (5)

(% van het BBP)

CP jan 2007 (6)

2,1

3,2

1,0

1,9

2,0

COM nov 2006 (7)

2,1

3,2

1,8

1,9

n.b.

PEP dec 2005

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Bruto overheidsschuld

(% van het BBP)

CP jan 2007

29,8

25,3

22,7

22,3

21,1

COM nov 2006

29,8

25,8

21,8

17,9

n.b.

PEP dec 2005

31,3

26,3

23,9

22,7

n.b.

Bronnen:

Convergentieprogramma (CP); economisch pretoetredingsprogramma (PEP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

http://europa.eu.int/comm/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm.

  • (2) 
    Met name ontbreken de arbeidsmarktgegevens over de gewerkte uren en informatie over de houdbaarheid op lange termijn.
  • (3) 
    Eurostat heeft de overheidsrekeningen van Bulgarije nog niet officieel aan een volledige kwaliteitsanalyse onderworpen. Kort na de gegevensmelding van 1 april 2007 zal het de cijfers over het overheidssaldo en de schuld valideren en bekendmaken.
  • (4) 
    Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie.
  • (5) 
    Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de voorgaande rijen), ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen.
  • (6) 
    Er zijn geen eenmalige en tijdelijke maatregelen in het programma opgenomen.
  • (7) 
    Er zijn geen eenmalige en tijdelijke maatregelen in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie opgenomen.
  • (8) 
    Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 5,8 %, 6,3 %, 6,4 % en 6,7 % in de periode 2005-2008.

Bronnen:

Convergentieprogramma (CP); economisch pretoetredingsprogramma (PEP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.