Besluit 2017/790 - Standpunt EU over een wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst - Hoofdinhoud
9.5.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 119/16 |
BESLUIT (EU) 2017/790 VAN DE RAAD
van 25 april 2017
betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) („de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kan, onder meer, bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd. |
(3) |
Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(4) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 205/2012 van de Commissie (4) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(5) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 293/2012 van de Commissie (5) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(6) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 114/2013 van de Commissie (6) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(7) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1047/2013 van de Commissie (7) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(8) |
Verordening (EU) nr. 253/2014 van het Europees Parlement en de Raad (8) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(9) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 404/2014 van de Commissie (9) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(10) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 410/2014 van de Commissie (10) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(11) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2014 van de Commissie (11) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(12) |
Bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(13) |
Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het hieraan gehechte ontwerpbesluit, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 25 april 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
-
I.BORG
-
Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van de geïntegreerde benadering van de Unie om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 145 van 31.5.2011, blz. 1).
-
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 205/2012 van de Commissie van 6 januari 2012 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door de lidstaten mee te delen gegevensbron en gegevensparameters (PB L 72 van 10.3.2012, blz. 2).
-
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 293/2012 van de Commissie van 3 april 2012 inzake de monitoring en rapportering van registratiegegevens van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 98 van 4.4.2012, blz. 1).
-
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 114/2013 van de Commissie van 6 november 2012 houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de regels voor de toepassing van een afwijking van de specifieke CO2-emissiedoelstellingen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen (PB L 38 van 9.2.2013, blz. 1).
-
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1047/2013 van de Commissie van 21 augustus 2013 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 114/2013 van de Commissie teneinde de gemiddelde specifieke CO2-emissies voor de fabrikant Piaggio te corrigeren (PB L 285 van 29.10.2013, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 253/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 510/2011 tot vaststelling van de modaliteiten voor het halen van de 2020-doelstelling inzake de reductie van de CO2-emissies van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 38).
-
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 404/2014 van de Commissie van 17 februari 2014 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de monitoring van CO2-emissies van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen waarvoor typegoedkeuring is verleend in een meerfasenprocedure (PB L 121 van 24.4.2014, blz. 1).
-
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 410/2014 van de Commissie van 23 april 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 293/2012 wat betreft de monitoring van CO2-emissies van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen waarvoor typegoedkeuring is verleend in een meerfasenprocedure (PB L 121 van 24.4.2014, blz. 21).
-
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2014 van de Commissie van 25 april 2014 tot vaststelling van een procedure voor de goedkeuring en certificering van innoverende technologieën ter beperking van de CO2-emissies van lichte bedrijfsvoertuigen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 125 van 26.4.2014, blz. 57).
ONTWERP
BESLUIT Nr. … VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
van …
tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van de geïntegreerde benadering van de Unie om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (1) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(2) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 205/2012 van de Commissie van 6 januari 2012 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door de lidstaten mee te delen gegevensbron en gegevensparameters (2) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 293/2012 van de Commissie van 3 april 2012 inzake de monitoring en rapportering van registratiegegevens van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(4) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 114/2013 van de Commissie van 6 november 2012 houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de regels voor de toepassing van een afwijking van de specifieke CO2-emissiedoelstellingen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen (4) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(5) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1047/2013 van de Commissie van 21 augustus 2013 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 114/2013 van de Commissie teneinde de gemiddelde specifieke CO2-emissies voor de fabrikant Piaggio te corrigeren (5) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(6) |
Verordening (EU) nr. 253/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 510/2011 tot vaststelling van de modaliteiten voor het halen van de 2020-doelstelling inzake de reductie van de CO2-emissies van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen (6) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(7) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 404/2014 van de Commissie van 17 februari 2014 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de monitoring van CO2-emissies van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen waarvoor typegoedkeuring is verleend in een meerfasenprocedure (7) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(8) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 410/2014 van de Commissie van 23 april 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 293/2012 wat betreft de monitoring van CO2-emissies van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen waarvoor typegoedkeuring is verleend in een meerfasenprocedure (8) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(9) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2014 van de Commissie van 25 april 2014 tot vaststelling van een procedure voor de goedkeuring en certificering van innoverende technologieën ter beperking van de CO2-emissies van lichte bedrijfsvoertuigen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad (9) dient in de EER-overeenkomst te worden opgenomen. |
(10) |
Bijlage XX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 21av (Richtlijn 2009/33/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende ingevoegd:
„21aw. |
32011 R 0510: Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van de geïntegreerde benadering van de Unie om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 145 van 31.5.2011, blz. 1), als gewijzigd bij:
Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt gelezen:
|
21awa |
32012 R 0293: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 293/2012 van de Commissie van 3 april 2012 inzake de monitoring en rapportering van registratiegegevens van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 98 van 4.4.2012, blz. 1), als gewijzigd bij:
Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt gelezen:
|
21awb |
32013 R 0114: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 114/2013 van de Commissie van 6 november 2012 houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de regels voor de toepassing van een afwijking van de specifieke CO2-emissiedoelstellingen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen (PB L 38 van 9.2.2013, blz. 1), als gewijzigd bij:
De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gelezen:
|
21awc. |
32014 R 0427: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2014 van de Commissie van 25 april 2014 tot vaststelling van een procedure voor de goedkeuring en certificering van innoverende technologieën ter beperking van de CO2-emissies van lichte bedrijfsvoertuigen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 125 van 26.4.2014, blz. 57).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EU) nr. 510/2011 en (EU) nr. 253/2014, van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 205/2012, (EU) nr. 114/2013, (EU) nr. 1047/2013 en (EU) nr. 404/2014, en van de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 293/2012, (EU) nr. 410/2014 en (EU) nr. 427/2014, zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op …, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER
(*1) [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.