Verordening 2017/997 - Wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG wat betreft de gevaarlijke eigenschap HP 14 „Ecotoxisch”

1.

Wettekst

14.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 150/1

 

VERORDENING (EU) 2017/997 VAN DE RAAD

van 8 juni 2017

tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de gevaarlijke eigenschap HP 14 „Ecotoxisch”

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (1), en met name artikel 38, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG bevat een lijst van gevaarlijke eigenschappen van afvalstoffen.

 

(2)

Richtlijn 2008/98/EG bepaalt dat bij de indeling van een afvalstof als gevaarlijke afvalstof onder meer moet worden uitgegaan van de Uniewetgeving inzake chemische stoffen, meer bepaald met betrekking tot de indeling van mengsels als gevaarlijk, inclusief de daartoe gehanteerde grenswaarden. Bij Beschikking 2000/532/EG van de Commissie (2) is een lijst van soorten afvalstoffen vastgesteld teneinde een geharmoniseerde indeling van afvalstoffen aan te moedigen en te komen tot een geharmoniseerde definitie van gevaarlijke eigenschappen van afvalstoffen binnen de Unie.

 

(3)

In bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG is bepaald dat toewijzing van de gevaarlijke eigenschap HP 14 „Ecotoxisch” gebeurt op basis van de in bijlage VI bij Richtlijn 67/548/EEG van de Raad (3) vastgelegde criteria.

 

(4)

Richtlijn 67/548/EEG werd met ingang van 1 juni 2015 ingetrokken en vervangen door Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (4). Die richtlijn kan echter voor sommige mengsels tot en met 1 juni 2017 van toepassing blijven, indien ze werden ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt overeenkomstig Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) en reeds vóór 1 juni 2015 op de markt zijn gebracht.

 

(5)

Bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG werd vervangen door Verordening (EU) nr. 1357/2014 (6) van de Commissie teneinde, waar nodig, de definities van gevaarlijke eigenschappen in overeenstemming te brengen met Verordening (EG) nr. 1272/2008, en verwijzingen naar Richtlijn 67/548/EEG te vervangen door verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 1272/2008.

 

(6)

De definitie van de gevaarlijke eigenschap HP 14 „Ecotoxisch” werd bij Verordening (EU) nr. 1357/2014 niet gewijzigd, omdat een aanvullende studie moest worden uitgevoerd om te zorgen voor volledigheid en representativiteit wat betreft de informatie over het mogelijke effect van het in overeenstemming brengen van de gevaarlijke eigenschap HP 14 „Ecotoxisch” met de in Verordening (EG) nr. 1272/2008 vastgelegde criteria. Nu deze studie is voltooid, is het wenselijk de daarin gedane aanbevelingen in aanmerking te nemen bij de beoordeling van de gevaarlijke eigenschap HP 14 „Ecotoxisch” voor afvalstoffen zoals beschreven in bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG, en die beoordeling zo goed mogelijk af te stemmen op de in Verordening (EG) nr. 1272/2008 vastgelegde criteria voor de beoordeling van de ecotoxiciteit van chemicaliën. Bij het bepalen van de gevarenindeling van afvalstoffen voor de gevaarlijke eigenschap HP 14 „Ecotoxisch” door middel van berekeningsformules moeten algemene ondergrenzen, zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1272/2008, worden toegepast.

 

(7)

Bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 bevat geharmoniseerde vermenigvuldigingsfactoren die zijn toegewezen aan een beperkt aantal stoffen die zijn ingedeeld als „gevaarlijk voor het aquatisch milieu, acute categorie 1”, of „gevaarlijk voor het aquatisch milieu, chronische categorie 1”, die worden gebruikt om de indeling af te leiden van mengsels waarin die stoffen aanwezig zijn. In het licht van de vooruitgang die is geboekt bij het vastleggen van dergelijke vermenigvuldigingsfactoren, kan de Commissie, overeenkomstig artikel 38, lid 2, van Richtlijn 2008/98/EG, de berekeningsmethode voor de beoordeling van stoffen met betrekking tot de gevaarlijke eigenschap HP 14 „Ecotoxisch” herzien, met het oog op de eventuele opneming van vermenigvuldigingsfactoren in die methode.

 

(8)

Wanneer afvalstoffen worden getest op de gevaarlijke eigenschap HP 14 „Ecotoxisch”, is het wenselijk de desbetreffende methoden zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 440/2008 van de Commissie (7) en andere internationaal erkende testmethoden en richtsnoeren toe te passen. In Beschikking 2000/532/EG is bepaald dat, wanneer een gevaarlijke eigenschap van afval is beoordeeld door middel van een test en aan de hand van de concentraties van gevaarlijke stoffen van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG, de testresultaten voorrang dienen te hebben. Voorts moet rekening worden gehouden met artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1272/2008, en met name punt b), en de methoden voor de toepassing ervan. De Commissie dient de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen met betrekking tot testmethoden voor de beoordeling van stoffen wat betreft de gevaarlijke eigenschap HP 14 „Ecotoxisch” met het oog op de eventuele harmonisatie ervan.

 

(9)

Het is wenselijk ondernemingen en bevoegde autoriteiten voldoende tijd te geven om zich aan te passen aan de nieuwe eisen.

 

(10)

Het in artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG bedoelde comité heeft geen advies uitgebracht over de in deze verordening vervatte maatregelen. De maatregelen moeten derhalve door de Raad worden vastgesteld overeenkomstig artikel 5 bis, lid 4, van Besluit 1999/468/EG van de Raad (8),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening:

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 5 juli 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 8 juni 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

  • K. 
    SIMSON
 

  • (2) 
    Beschikking 2000/532/EG van de Commissie van 3 mei 2000 tot vervanging van Beschikking 94/3/EG houdende vaststelling van een lijst van afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, onder a), van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad betreffende afvalstoffen en Beschikking 94/904/EG van de Raad tot vaststelling van een lijst van gevaarlijke afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen (PB L 226 van 6.9.2000, blz. 3).
  • (3) 
    Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PB 196 van 16.8.1967, blz. 1).
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
  • (5) 
    Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1).
  • (6) 
    Verordening (EU) nr. 1357/2014 van de Commissie van 18 december 2014 ter vervanging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 89).
  • (7) 
    Verordening (EG) nr. 440/2008 van de Commissie van 30 mei 2008 houdende vaststelling van testmethoden uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (PB L 142 van 31.5.2008, blz. 1).
  • (8) 
    Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).
 

BIJLAGE

Bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

de vermelding voor HP 14 „Ecotoxisch” wordt vervangen door:

„HP 14 „Ecotoxisch”: afvalstoffen die onmiddellijk of na verloop van tijd gevaar voor één of meer sectoren van het milieu opleveren of kunnen opleveren.

Afvalstoffen die voldoen aan een van de onderstaande voorwaarden, worden ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 14:

 

Afvalstoffen die een stof bevatten die is ingedeeld als ozonafbrekend en waaraan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (*1) de code voor de gevarenaanduiding H420 is toegekend, en waarbij de concentratie van die stof de concentratiegrens van 0,1 % bereikt of overschrijdt.

[c(H420) ≥ 0,1 %]

 

Afvalstoffen die een of meer stoffen bevatten die zijn ingedeeld als aquatisch acuut en waaraan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 de code voor de gevaren-aanduiding H400 is toegekend, en waarbij de som van de concentraties van deze stoffen de concentratiegrens van 25 % bereikt of overschrijdt. Voor dergelijke stoffen geldt een ondergrens van 0,1 %.

[Σ c (H400) ≥ 25 %]

 

Afvalstoffen die een of meer stoffen bevatten die zijn ingedeeld als aquatisch chronisch 1, 2 of 3 en waaraan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 de code voor de gevarenaanduiding H410, H411 of H412 is toegekend, en waarbij de som van de concentraties van alle stoffen die zijn ingedeeld als aquatisch chronisch 1 (H410), vermenigvuldigd met 100 plus de som van de concentraties van alle stoffen die zijn ingedeeld als aquatisch chronisch 2 (H411), vermenigvuldigd met 10 plus de som van de concentraties van alle stoffen die zijn ingedeeld als aquatisch chronisch 3 (H412) de concentratiegrens van 25 % bereikt of overschrijdt. Voor stoffen die zijn ingedeeld als H410 geldt een ondergrens van 0,1 %, en voor stoffen die zijn ingedeeld als H411 of H412 geldt een ondergrens van 1 %.

[100 × Σc (H410) + 10 × Σc (H411) + Σc (H412) ≥ 25 %]

 

Afvalstoffen die een of meer stoffen bevatten die zijn ingedeeld als aquatisch chronisch 1, 2, 3 of 4 en waaraan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 de code voor de gevarenaanduiding H410, H411, H412 of H413 zijn toegekend, en waarbij de som van de concentraties van alle als aquatisch chronisch ingedeelde stoffen de concentratiegrens van 25 % bereikt of overschrijdt. Voor stoffen die zijn ingedeeld als H410 geldt een ondergrens van 0,1 % en voor stoffen die zijn ingedeeld als H411, H412 of H413 geldt een ondergrens van 1 %.

[Σ c H410 + Σ c H411 + Σ c H412 + Σ c H413 ≥ 25 %]

Waarbij: Σ = som en c = concentraties van de stoffen.

(*1)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).”."

 

2)

De opmerking onder de vermelding voor HP 15 wordt geschrapt.

 


Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.