Besluit 2017/1107 - Verlenging van de periode waarin een aanspraak voor audiovisuele coproducties bestaat zoals vastgesteld in artikel 5 van het Protocol betreffende culturele samenwerking bij de Vrijhandelsovereenkomst met Korea

1.

Wettekst

22.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 160/33

 

BESLUIT (EU) 2017/1107 VAN DE RAAD

van 8 juni 2017

betreffende de verlenging van de periode waarin een aanspraak voor audiovisuele coproducties bestaat zoals vastgesteld in artikel 5 van het Protocol betreffende culturele samenwerking bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit (EU) 2015/2169 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (1), en met name artikel 3, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 1 oktober 2015 heeft de Raad Besluit (EU) 2015/2169 betreffende de sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds („het besluit”) vastgesteld.

 

(2)

Het aan de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds gehechte Protocol betreffende culturele samenwerking („het protocol”) stelt in artikel 1 het kader vast waarbinnen de partijen samenwerken om de uitwisseling van culturele activiteiten, goederen en diensten, onder meer in de audiovisuele sector, te vergemakkelijken. Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van het protocol bevorderen de partijen coproducties tussen producenten uit de EU en uit Korea, onder meer door ervoor te zorgen dat voor coproducties aanspraak kan worden gemaakt op hun respectieve regelingen ter bevordering van plaatselijke en regionale culturele inhoud.

 

(3)

Overeenkomstig artikel 5, lid 8, onder b), van het protocol wordt het recht van aanspraak na de aanvankelijke periode met drie jaar verlengd en daarna automatisch telkens met perioden van dezelfde duur, tenzij een van de partijen het recht van aanspraak ten minste drie maanden voor het verstrijken van de aanvankelijke of verlengingsperiode schriftelijk opzegt.

 

(4)

Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Besluit (EU) 2015/2169 moet de Commissie Korea in kennis stellen van het voornemen van de Unie om de in artikel 5 van het protocol bedoelde periode waarin een aanspraak voor coproductie bestaat, niet overeenkomstig de procedure van artikel 5, lid 8, van dat protocol te verlengen, tenzij de Raad, op voorstel van de Commissie, vier maanden vóór het verstrijken van die periode met verlenging ervan instemt. Stemt de Raad met verlenging van de aanspraakperiode in, dan moet deze bepaling bij het einde van de verlengde periode waarin een recht op aanspraak bestaat, opnieuw toepasselijk worden. Over de verlenging van de periode waarin aanspraak bestaat, moet de Raad met eenparigheid van stemmen beslissen.

 

(5)

Op 5 september 2016 heeft de overeenkomstig artikel 3, lid 5, van het protocol ingestelde interne adviesgroep van de Unie een gunstig advies uitgebracht over de verlenging van de periode waarin aanspraak bestaat, als bedoeld in artikel 5, lid 8, onder a), van het protocol.

 

(6)

De Raad stemt in met de verlenging van de periode waarin voor audiovisuele coproducties aanspraak kan worden gemaakt op de respectieve regelingen van de partijen voor de bevordering van plaatselijke en regionale culturele inhoud als bedoeld in artikel 5, leden 4 tot en met 7, van het protocol.

 

(7)

Dit besluit dient de respectieve bevoegdheden van de Unie en de lidstaten onverlet te laten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De periode waarin voor audiovisuele coproducties aanspraak kan worden gemaakt op de respectieve regelingen van de partijen voor de bevordering van plaatselijke en regionale culturele inhoud, zoals vastgesteld in artikel 5, leden 4 tot en met 7, van het protocol, wordt met drie jaar verlengd, van 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2020.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 8 juni 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

  • K. 
    SIMSON
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.