Besluit 2017/1567 - Ondertekening en de lidstaten, en de voorlopige toepassing van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst met Oezbekistan in verband met de toetreding van Kroatië tot de EU

1.

Wettekst

16.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 238/1

 

BESLUIT (EU) 2017/1567 VAN DE RAAD

van 8 juni 2017

betreffende de ondertekening, namens de Unie en de lidstaten, en de voorlopige toepassing van het protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Oezbekistan, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, artikel 100, lid 2, en de artikelen 207 en 209, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien de Akte van toetreding van Kroatië, en met name artikel 6, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte van toetreding van Kroatië dient de toetreding van Kroatië tot de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Oezbekistan, anderzijds (1) („de overeenkomst”), te worden geregeld door de sluiting van een protocol bij de overeenkomst. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte van toetreding dient een vereenvoudigde procedure voor de toetreding te worden toegepast, waarbij een protocol wordt gesloten door de Raad, handelend met eenparigheid van stemmen namens de lidstaten, en de betrokken derde landen.

 

(2)

Op 14 september 2012 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met Oezbekistan voor de aanpassing van de overeenkomst. De onderhandelingen over een protocol bij de overeenkomst (het „protocol”) zijn succesvol afgesloten met de uitwisseling van notes verbales.

 

(3)

Wat betreft de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie behoren, is de ondertekening van het protocol onderworpen aan een afzonderlijke procedure.

 

(4)

Het protocol dient namens de Europese Unie en de lidstaten te worden ondertekend en het dient, ten einde de doeltreffende toepassing ervan te verzekeren, voorlopig te worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend tot de ondertekening namens de Unie en de lidstaten van het protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Oezbekistan, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, onder voorbehoud van de sluiting van voornoemd protocol.

De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) het protocol namens de Unie en de lidstaten te ondertekenen.

Artikel 3

Overeenkomstig artikel 4, lid 3, van het protocol wordt het protocol voorlopig toegepast met ingang van 1 juli 2013, in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 8 juni 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

  • K. 
    SIMSON
 

  • (1) 
    Besluit 1999/593/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 31 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Oezbekistan, anderzijds (PB L 229 van 31.8.1999, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.