Gedelegeerde verordening 2017/751 - Wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 wat betreft de uiterste datum voor de naleving van clearingverplichtingen door bepaalde tegenpartijen die in otc-derivaten handelen

1.

Wettekst

29.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/15

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/751 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2017

tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 wat betreft de uiterste datum voor de naleving van clearingverplichtingen door bepaalde tegenpartijen die in otc-derivaten handelen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1), en met name artikel 5, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205 (2), (EU) 2016/592 (3) en (EU) 2016/1178 (4) van de Commissie worden 4 categorieën tegenpartijen onderscheiden ten behoeve van het vaststellen van de data waarop hun respectieve clearingverplichtingen een aanvang nemen. De tegenpartijen worden in categorieën ingedeeld volgens het niveau van hun juridische en operationele capaciteit en volgens hun handelsactiviteit met betrekking tot otc-derivaten.

 

(2)

Teneinde een tijdige en ordelijke toepassing van de clearingverplichting te garanderen, zijn voor deze verschillende categorieën tegenpartijen in de tijd gespreide infaseringstermijnen vastgesteld.

 

(3)

Bij de vaststelling van de datum vanaf wanneer de clearingverplichting voor tegenpartijen van categorie 3 in werking treedt, is rekening gehouden met het feit dat het merendeel van die tegenpartijen enkel toegang tot een centrale tegenpartij (CTP) kan krijgen door ofwel een cliënt, ofwel een indirecte cliënt van een clearinglid te worden.

 

(4)

Tegenpartijen met de laagste otc-derivatenactiviteit maken deel uit van categorie 3. Uit recente gegevens blijkt dat tegenpartijen van die categorie met ernstige problemen worden geconfronteerd bij het treffen van de nodige regelingen voor de clearing van dergelijke derivatencontracten. Dit is toe te schrijven aan de complexiteit van beide soorten toegang tot clearingregelingen, nl. cliëntclearing en indirectecliëntclearing.

 

(5)

Wat ten eerste de regelingen voor cliëntclearing betreft, lijken er voor clearingleden als gevolg van kostenkwesties weinig stimulansen te bestaan om hun aanbod inzake cliëntclearing sterk uit te breiden. Dat geldt zelfs nog meer voor tegenpartijen met een beperkte otc-derivatenactiviteit. Daarbij komt nog dat een herziening aan de gang is van het regelgevingskader betreffende de kapitaalvereisten die op cliëntclearingactiviteiten van toepassing zijn, wat leidt tot onzekerheden die op hun beurt een rem zetten op het uitbouwen door clearingleden van het aanbod inzake cliëntclearing.

 

(6)

Wat ten tweede de regelingen voor indirectecliëntclearing betreft, zijn tegenpartijen wegens een onbestaand aanbod momenteel niet in staat toegang tot CTP's te krijgen door een indirecte cliënt van een clearinglid te worden.

 

(7)

In het licht van deze moeilijkheden en om die tegenpartijen extra tijd te gunnen om de nodige clearingregelingen te voltooien, is het raadzaam de data waarop de clearingverplichting in werking treedt, uit te stellen voor tegenpartijen van categorie 3. Er is echter wel al rekening gehouden met de stimulansen voor het centraliseren binnen een groep van het beheer van aan intragroeptransacties verbonden risico's. Het uitstel van deze data heeft dan ook geen gevolgen voor die stimulansen en voor de data van transacties in bepaalde otc-derivaten die tussen tegenpartijen van dezelfde groep worden gesloten.

 

(8)

Gezien de positieve gevolgen die uit de invoering van clearingregelingen voortvloeien en teneinde dubbel werk bij de voorbereiding van de clearing van verschillende aan de clearingverplichting onderworpen activaklassen te vermijden, verdient het aanbeveling de nieuwe data vanaf wanneer de clearingverplichting voor tegenpartijen van categorie 3 in werking treedt, te laten samenvallen.

 

(9)

Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(10)

Deze verordening is gebaseerd op ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority, ESMA) bij de Commissie heeft ingediend.

 

(11)

De ESMA heeft een open publieke raadpleging gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd, de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5) opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht, en het Europees Comité voor systeemrisico's geraadpleegd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205

In artikel 3, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 wordt punt c) vervangen door:

 

„c)

21 juni 2019 voor tegenpartijen van categorie 3;”.

Artikel 2

Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592

In artikel 3, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 wordt punt c) vervangen door:

 

„c)

21 juni 2019 voor tegenpartijen van categorie 3;”.

Artikel 3

Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178

In artikel 3, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 wordt punt c) vervangen door:

 

„c)

21 juni 2019 voor tegenpartijen van categorie 3;”.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (2) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 13).
  • (3) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie van 1 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 103 van 19.4.2016, blz. 5).
  • (4) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie van 10 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 195 van 20.7.2016, blz. 3).
  • (5) 
    Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.