Besluit 2017/1546 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de kaderovereenkomst met Australië

1.

Wettekst

15.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 237/5

 

BESLUIT (EU) 2017/1546 VAN DE RAAD

van 29 september 2016

betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van de kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Australië, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 en artikel 212, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea,

Gezien het gezamenlijk voorstel van de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Raad heeft de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid op 10 oktober 2011 gemachtigd om onderhandelingen met Australië te openen over een kaderovereenkomst ter vervanging van het partnerschapskader EU-Australië van 2008.

 

(2)

De onderhandelingen over de kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Australië, anderzijds (de „overeenkomst”), werden op 5 maart 2015 met succes afgerond. In de overeenkomst wordt rekening gehouden met de historisch gezien nauwe en steeds sterker wordende banden tussen de partijen, en met hun wens om hun betrekkingen op een ambitieuze en innovatieve wijze verder te versterken en uit te breiden.

 

(3)

Bij artikel 61 van de overeenkomst wordt voorzien in een mogelijke voorlopige toepassing van een aantal bepalingen van de overeenkomst door de Unie en Australië, zoals wederzijds overeengekomen door beide partijen, in afwachting van de inwerkingtreding ervan.

 

(4)

De overeenkomst moet derhalve namens de Unie worden ondertekend en sommige bepalingen ervan moeten voorlopig worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan vereiste procedures,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt namens de Unie machtiging verleend voor de ondertekening van de kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Australië, anderzijds, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

In afwachting van haar inwerkingtreding worden overeenkomstig artikel 61 van de overeenkomst en met inachtneming van de kennisgevingen waarin de overeenkomst voorziet, de volgende bepalingen van de overeenkomst voorlopig toegepast tussen de Unie en Australië, doch enkel en alleen voor zover zij betrekking hebben op aangelegenheden die binnen de bevoegdheid van de Unie vallen, met inbegrip van aangelegenheden die binnen de bevoegdheid van de Unie vallen om een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te bepalen en te voeren (1):

 

artikel 3 („Politieke dialoog”),

 

artikel 10 („Samenwerking in regionale en internationale organisaties”),

 

artikel 56 („Gemengde Commissie”), met uitzondering van de punten g), en h) van lid 3,

 

titel X (Slotbepalingen), met uitzondering van artikel 61, leden 1 en 3, voor zover noodzakelijk voor de effectieve voorlopige toepassing van de in de eerste drie streepjes vermelde bepalingen van de overeenkomst.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 29 september 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    ŽIGA
 

  • (1) 
    De datum met ingang waarvan de in artikel 2 bedoelde bepalingen van de overeenkomst voorlopig zullen worden toegepast, wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.