Besluit 2018/201 - Standpunt EU in het Gemengd Comité visumversoepeling opgericht bij de Overeenkomst met Azerbeidzjan inzake de versoepeling van de afgifte van visa, wat betreft de vaststelling van zijn reglement van orde

1.

Wettekst

10.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 38/13

 

BESLUIT (EU) 2018/201 VAN DE RAAD

van 23 januari 2018

inzake het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité visumversoepeling opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de versoepeling van de afgifte van visa, wat betreft de vaststelling van zijn reglement van orde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a), in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Besluit 2014/242/EU van de Raad van 14 april 2014 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de versoepeling van de afgifte van visa (1),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de versoepeling van de afgifte van visa (2) („de overeenkomst”) is op 1 september 2014 in werking getreden.

 

(2)

De overeenkomst voorziet in de oprichting van een Gemengd Comité voor het beheer van de overeenkomst („het Gemengd Comité”). Het Gemengd Comité heeft onder meer tot taak toe te zien op de uitvoering van de overeenkomst.

 

(3)

De overeenkomst bepaalt dat het Gemengd Comité zijn reglement van orde moet vaststellen.

 

(4)

Daarom is het passend het standpunt vast te stellen dat in het Gemengd Comité namens de Unie moet worden ingenomen wat betreft de vaststelling van het reglement van orde van het Gemengd Comité.

 

(5)

Dit besluit houdt een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad (3). Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit besluit is niet bindend voor noch van toepassing op deze lidstaat.

 

(6)

Dit besluit houdt een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (4). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit besluit is niet bindend voor noch van toepassing op deze lidstaat.

 

(7)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol nr. 22, betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit besluit is niet bindend voor noch van toepassing op deze lidstaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité visumversoepeling opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de versoepeling van de afgifte van visa, wat betreft de vaststelling van zijn reglement van orde wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

  • V. 
    GORANOV
 

  • (3) 
    Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43).
  • (4) 
    Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
 

ONTWERP

BESLUIT Nr. …/2018 VAN HET GEMENGD COMITÉ VISUMVERSOEPELING DAT IS OPGERICHT BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE REPUBLIEK AZERBEIDZJAN INZAKE DE VERSOEPELING VAN DE AFGIFTE VAN VISA

van …

betreffende de vaststelling van zijn reglement van orde

HET COMITÉ,

Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de versoepeling van de afgifte van visa („de overeenkomst”), en met name artikel 12, lid 4,

Overwegende dat deze overeenkomst op 1 september 2014 in werking is getreden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

voorzitterschap

Het Gemengd Comité visumversoepeling („het Gemengd Comité”) wordt gezamenlijk voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Europese Unie en een vertegenwoordiger van de Republiek Azerbeidzjan.

Artikel 2

Taken van het Gemengd Comité

  • 1. 
    Overeenkomstig artikel 12, lid 2, van de overeenkomst heeft het Gemengd Comité met name de volgende taken:
 

a)

toezien op de uitvoering van de overeenkomst;

 

b)

wijzigingen van of toevoegingen aan de overeenkomst voorstellen;

 

c)

geschillen beslechten die voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst.

  • 2. 
    Het Gemengd Comité kan aanbevelingen met richtsnoeren of beste praktijken overeenkomen om te helpen bij de uitvoering van de overeenkomst.

Artikel 3

Vergaderingen

  • 1. 
    Het Gemengd Comité komt zo vaak als nodig is op verzoek van de partijen bijeen, maar ten minste eens per jaar.
  • 2. 
    De partijen treden bij toerbeurt op als gastheer van de vergadering, tenzij anders wordt overeengekomen.
  • 3. 
    De vergaderingen van het Gemengd Comité worden door de medevoorzitters bijeengeroepen.
  • 4. 
    De medevoorzitters stellen een datum voor de vergadering vast en wisselen tijdig, zo mogelijk 30 dagen voor de vergadering, alle documenten uit die nodig zijn voor een goede voorbereiding.
  • 5. 
    De partij die als gastheer optreedt, regelt de noodzakelijke logistiek.

Artikel 4

Delegaties

De partijen stellen elkaar ten minste zeven dagen voor de vergadering op de hoogte van de voorgenomen samenstelling van hun delegaties.

Artikel 5

Agenda voor vergaderingen

  • 1. 
    Uiterlijk 14 dagen voor elke vergadering stellen de medevoorzitters een voorlopige agenda op. Op de voorlopige agenda staan de punten ten aanzien waarvan de medevoorzitters uiterlijk 14 dagen voor de vergadering een verzoek tot agendering hebben ontvangen.
  • 2. 
    Elk van beide partijen kan voorafgaand aan de vergadering punten aan de voorlopige agenda toevoegen, als de andere partij daarmee instemt. Verzoeken om punten aan de voorlopige agenda toe te voegen, worden schriftelijk ingediend en voor zover mogelijk ingewilligd.
  • 3. 
    De definitieve agenda wordt bij het begin van de vergadering door de medevoorzitters vastgesteld. Punten die niet op de voorlopige agenda staan, kunnen op de agenda worden geplaatst als de partijen daarmee instemmen; verzoeken daartoe worden voor zover mogelijk ingewilligd.

Artikel 6

Notulen van vergaderingen

  • 1. 
    De ontwerpnotulen worden zo spoedig mogelijk opgesteld door de medevoorzitter van de partij die gastheer van de vergadering is.
  • 2. 
    In de notulen worden over het algemeen voor ieder agendapunt de volgende gegevens vermeld:
 

a)

de aan het Gemengd Comité voorgelegde documenten;

 

b)

verklaringen die op verzoek van een partij worden opgenomen; en

 

c)

over een specifiek punt genomen besluiten, gedane aanbevelingen en vastgestelde conclusies.

  • 3. 
    De notulen vermelden de namen van de afzonderlijke leden van de respectievelijk deelnemende delegaties, alsmede het ministerie dat of de instantie of de instelling die zij vertegenwoordigen.
  • 4. 
    De notulen worden door het Gemengd Comité op zijn eerstvolgende vergadering goedgekeurd.

Artikel 7

Besluiten en aanbevelingen van het Gemengd Comité

  • 1. 
    Het Gemengd Comité besluit door middel van overeenstemming van beide partijen.
  • 2. 
    Elk besluit van het Gemengd Comité wordt voorzien van de titel „Besluit”, gevolgd door een volgnummer en een omschrijving van het onderwerp. Voorts wordt de datum aangegeven wannop het besluit in kracht treedt. De besluiten worden ondertekend door vertegenwoordigers van het Gemengd Comité die gemachtigd zijn namens de partijen te handelen. De besluiten worden opgesteld in tweevoud, waarbij beide teksten gelijkelijk authentiek zijn.
  • 3. 
    De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op aanbevelingen van het Gemengd Comité.

Artikel 8

Kosten

  • 1. 
    Elke partij draagt zelf de kosten die voortvloeien uit haar deelname aan de vergaderingen van het Gemengd Comité, met inbegrip van de personeels-, reis- en verblijfkosten en de kosten voor post en telecommunicatie.
  • 2. 
    Overige kosten die voortvloeien uit de organisatie van de vergaderingen komen voor rekening van de partij die gastheer is van de vergadering, tenzij door de partijen anders wordt beslist.

Artikel 9

Administratieve procedures

  • 1. 
    Tenzij het Gemengd Comité anders beslist, zullen zijn vergaderingen niet openbaar zijn.
  • 2. 
    De notulen en andere documenten van het Gemengd Comité worden vertrouwelijk behandeld.
  • 3. 
    Met instemming van de beide medevoorzitters kunnen andere deelnemers dan functionarissen van de partijen en de lidstaten worden uitgenodigd; voor hen gelden dezelfde vertrouwelijkheidsvoorschriften.
  • 4. 
    De partijen kunnen openbare briefings organiseren of belangstellenden op een andere wijze informeren over de resultaten van de vergaderingen van het Gemengd Comité.

Artikel 10

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te …,

Voor de Europese Unie

Voor de Republiek Azerbeidzjan

 

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE EUROPESE UNIE EN VAN DE REPUBLIEK AZERBEIDZJAN DIE IS GEHECHT AAN HET REGLEMENT VAN ORDE VAN HET GEMENGD COMITÉ VISUMVERSOEPELING DAT IS OPGERICHT BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE REPUBLIEK AZERBEIDZJAN INZAKE DE VERSOEPELING VAN DE AFGIFTE VAN VISA

Met het oog op de voortgezette, geharmoniseerde en correcte uitvoering van de overeenkomst onderhoudende lidstaten van de Unie, de Europese Commissie en de Republiek Azerbeidzjan in de perioden tussen de formele vergaderingen van het Gemengd Comité visumversoepeling ook informele contacten om dringende aangelegenheden te behandelen. Op de eerstvolgende vergadering van het Gemengd Comité visumversoepeling wordt verslag uitgebracht over die aangelegenheden en informele contacten.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.