Besluit 2018/253 - Standpunt dat de EU zal innemen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de EU en Nieuw-Zeeland over de vaststelling van besluiten met betrekking tot het reglement van orde van het Gemengd Comité en de vaststelling van de mandaten van de subcomités en werkgroepen - Hoofdinhoud
20.2.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 46/9 |
BESLUIT (EU) 2018/253 VAN DE RAAD
van 15 februari 2018
tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie zal innemen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, over de vaststelling van besluiten met betrekking tot het reglement van orde van het Gemengd Comité en de vaststelling van de mandaten van de subcomités en werkgroepen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 en artikel 212, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het gezamenlijke voorstel van de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds (1) (de „overeenkomst”), werd op 5 oktober 2016 in Brussel ondertekend en wordt sinds 12 januari 2017 voorlopig toegepast. |
(2) |
Uit hoofde van artikel 53, lid 1, van de overeenkomst wordt een Gemengd Comité opgericht om de tenuitvoerlegging van de overeenkomst te vergemakkelijken (het „Gemengd Comité”). |
(3) |
Krachtens artikel 53, lid 4, van de overeenkomst moet het Gemengd Comité zijn eigen reglement van orde vaststellen en kan het subcomités en werkgroepen oprichten om specifieke kwesties te behandelen. |
(4) |
In artikel 53, lid 5, van de overeenkomst wordt bepaald dat het Gemengd Comité door de partijen gezamenlijk wordt voorgezeten. |
(5) |
Om de doeltreffende uitvoering van de overeenkomst te waarborgen, moeten het reglement van orde en de mandaten van de subcomités en werkgroepen van het Gemengd Comité zo snel mogelijk worden vastgesteld. |
(6) |
Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet derhalve worden gebaseerd op de aangehechte ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Unie op de eerste vergadering van het Gemengd Comité in te nemen standpunt is gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 15 februari 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
-
K.VALCHEV
ONTWERP
BESLUIT Nr. 1/2018 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-NIEUW-ZEELAND
van …
tot vaststelling van zijn reglement van orde
HET GEMENGD COMITÉ,
Gezien de partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds (1) (hierna „de overeenkomst”), en met name artikel 53,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bepaalde onderdelen van de overeenkomst worden sinds 12 januari 2017 voorlopig toegepast. |
(2) |
Het Gemengd Comité moet derhalve zijn reglement van orde vaststellen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
1. |
Het reglement van orde van het Gemengd Comité, zoals opgenomen in de bijlage, wordt vastgesteld. |
2. |
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld. |
Gedaan te …,
Voor het Gemengd Comité
De medevoorzitters
BIJLAGE
Partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds
Reglement van orde van het gemengd comité
Taken en samenstelling
1. |
Het Gemengd Comité voert de in artikel 53 van de partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds („de overeenkomst”), omschreven taken uit. |
2. |
Het Gemengd Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen op het passende niveau. |
Voorzitter
3. |
De Gemengde Commissie wordt gezamenlijk voorgezeten door beide partijen. |
Vergaderingen
4. |
Het Gemengd Comité vergadert gewoonlijk eenmaal per jaar, tenzij de partijen anders overeenkomen. De vergaderingen van het Gemengd Comité worden bijeengeroepen door de medevoorzitters en vinden afwisselend plaats in Brussel en Wellington, op een datum die in onderling overleg is bepaald. Op verzoek van een van de partijen kunnen in onderling overleg buitengewone vergaderingen van het Gemengd Comité worden belegd. |
5. |
Het Gemengd Comité vergadert gewoonlijk op het niveau van hoge ambtenaren, tenzij de partijen anders overeenkomen. |
Openbaarheid
6. |
Vergaderingen van het Gemengd Comité zijn niet openbaar, tenzij anders wordt besloten. |
Deelnemers
7. |
Vóór elke vergadering worden de medevoorzitters via de secretarissen in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen. |
8. |
Indien nodig kunnen deskundigen of vertegenwoordigers van andere organen met toestemming van de partijen voor de vergaderingen van het Gemengd Comité worden uitgenodigd, als waarnemer of om informatie over een specifiek onderwerp te verstrekken. |
Secretarissen
9. |
Een vertegenwoordiger van de Europese Dienst voor extern optreden en een vertegenwoordiger van het ministerie van Buitenlandse zaken en Handel van Nieuw-Zeeland treden gezamenlijk op als secretarissen van het Gemengd Comité. Alle mededelingen van en aan de medevoorzitters van het Gemengd Comité worden doorgestuurd naar de secretarissen. |
Agenda voor de vergaderingen
10. |
De medevoorzitters stellen voor elke vergadering een voorlopige agenda op. Die wordt, samen met de nodige documenten, ten laatste 15 dagen vóór de start van de vergadering aan de partijen doorgestuurd. |
11. |
De voorlopige agenda bevat punten die ten laatste 21 dagen vóór de start van de vergadering aan de medevoorzitters werden voorgelegd. |
12. |
De definitieve agenda wordt aan het begin van elke vergadering door het Gemengd Comité goedgekeurd. Indien de partijen zulks overeenkomen, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan, als agendapunt worden opgenomen. |
13. |
Met instemming van de partijen kunnen de medevoorzitters de in de leden 11 en 12 bedoelde termijnen inkorten als dit vereist is. |
Notulen
14 |
De secretarissen stellen gezamenlijk van iedere vergadering ontwerpnotulen op, gewoonlijk binnen 30 kalenderdagen na afloop van de vergadering. De ontwerpnotulen zijn gebaseerd op een samenvatting door de medevoorzitters van de conclusies die het Gemengd Comité heeft getrokken. |
15. |
De ontwerpnotulen worden binnen 45 kalenderdagen na afloop van de vergadering of op een andere door de partijen overeengekomen datum door beide partijen goedgekeurd. Zodra overeenstemming is bereikt over de notulen, worden twee originelen ondertekend door de medevoorzitters en de secretarissen. Iedere partij krijgt een origineel. |
Besluiten en aanbevelingen
16. |
Het Gemengd Comité kan besluiten of aanbevelingen vaststellen. Deze krijgen de benaming „besluit” of „aanbeveling”, gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een vermelding van het onderwerp ervan. In elk besluit wordt de datum van inwerkingtreding vermeld. |
17. |
De Gezamenlijke Raad neemt zijn besluiten en neemt zijn aanbevelingen aan in overeenstemming tussen de partijen, na voltooiing van de respectieve interne procedures. |
18. |
Het Gemengd Comité kan besluiten tot vaststelling van besluiten of aanbevelingen via een schriftelijke procedure. In deze gevallen bereiken de partijen overeenstemming over een termijn voor de duur van de procedure. Indien bij het verstrijken van deze termijn geen partij bezwaar heeft aangetekend tegen het voorgestelde besluit of de voorgestelde aanbeveling, verklaren de medevoorzitters van het Gemengd Comité dat het besluit of de aanbeveling in onderling overleg is goedgekeurd. |
19. |
De door het Gemengd Comité vastgestelde besluiten en aanbevelingen worden gewaarmerkt door twee door de medevoorzitters van het Gemengd Comité ondertekende originelen. |
20. |
De partijen kunnen beslissen om de besluiten en aanbevelingen van het Gemengd Comité op te nemen in hun respectieve publicatieblad. |
Correspondentie
21. |
De voor het Gemengde Comité bestemde correspondentie wordt gericht aan de secretaris van de partij waarvan de auteur van de correspondentie deel uitmaakt, die op zijn beurt de andere secretaris inlicht. |
22. |
De secretarissen zien erop toe dat de correspondentie die aan het Gemengd Comité is gericht, aan de medevoorzitters wordt doorgestuurd, en in voorkomend geval ook aan de andere leden, overeenkomstig lid 25. |
23. |
De correspondentie van de medevoorzitters wordt door het secretarissen naar de partijen gezonden en, in voorkomend geval, als in lid 25 bedoelde documenten verspreid. |
24. |
Correspondentie van en aan de medevoorzitters kan verlopen in welke schriftelijke vorm dan ook, inclusief e-mail. |
Documenten
25. |
Wanneer de beraadslagingen van het Gemengd Comité gebaseerd zijn op documenten, worden deze door de secretarissen genummerd en onder de leden verspreid. |
Onkosten
26. |
Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met de deelname aan vergaderingen van het Gemengd Comité. |
27. |
Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die als gastheer voor de vergadering optreedt. |
Subcomités en werkgroepen
28. |
Het Gemengd Comité kan besluiten om subcomités en werkgroepen op te richten om het Gemengd Comité te helpen zijn taken uit te voeren. |
29. |
Het Gemengd Comité kan besluiten door het Gemengd Comité opgerichte subcomités of werkgroepen op te heffen of het mandaat ervan te bepalen of te wijzigen. |
30. |
De subcomités en werkgroepen brengen na iedere vergadering bij het Gemengd Comité verslag uit. |
31. |
De werkgroepen hebben geen beslissingsrecht, maar kunnen aanbevelingen doen aan het Gemengd Comité. |
Wijziging van het reglement van orde
32. |
De partijen kunnen overeenkomen dit reglement van orde te wijzigen overeenkomstig de leden 16 tot en met 20. |
ONTWERP
BESLUIT Nr. 2/2018 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-NIEUW-ZEELAND
van …
over de vaststelling van de mandaten van de subcomités en werkgroepen
HET GEMENGD COMITÉ,
Gezien de partnerschapsovereenkomst op het gebied van betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds (1) (hierna „de overeenkomst”), en met name artikel 53, en de leden 28 tot en met 31 van het reglement van orde van het Gemengd Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
Krachtens de leden 28 en 29 van zijn reglement van orde kan het Gemengd Comité subcomités en werkgroepen oprichten om het Comité te helpen bij het uitvoeren van zijn taken en hun mandaten bepalen,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
1. |
De mandaten van de subcomités en werkgroepen van het Gemengd Comité zijn vervat in de bijlage. |
2. |
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld. |
Gedaan te …,
Voor het Gemengd Comité
De medevoorzitters
BIJLAGE
Mandaten van subcomités en werkgroepen
1. |
De subcomités en werkgroepen bespreken de uitvoering van de overeenkomst op hun respectieve werkterreinen, zoals voorgeschreven door het Gemengd Comité. Zij kunnen ook onderwerpen of specifieke projecten bespreken die verband houden met het relevante terrein van de bilaterale samenwerking. |
2. |
De subcomités en werkgroepen werken onder het gezag van het Gemengd Comité. Zij sturen hun notulen en aanbevelingen naar het Gemengd Comité binnen de door het Gemengd Comité vastgestelde termijnen. |
3. |
De subcomités en werkgroepen bestaan uit vertegenwoordigers van de partijen. |
4. |
De subcomités en werkgroepen kunnen deskundigen voor hun vergaderingen uitnodigen en deze raadplegen met betrekking tot specifieke punten op de agenda. |
5. |
De subcomités en werkgroepen worden gezamenlijk voorgezeten door beide partijen voorgezeten. |
6. |
Elk subcomité en elke werkgroep hebben als secretarissen een vertegenwoordiger van elke partij Deze vertegenwoordigers treden gezamenlijk op. De secretarissen hebben dezelfde functies als de secretarissen van het Gemengd Comité. |
7. |
De subcomités en werkgroepen komen ten minste even vaak bijeen als voorgeschreven door het Gemengd Comité. Op verzoek van een van de partijen kunnen in onderling overleg buitengewone vergaderingen worden belegd. De vergaderingen worden gehouden op een door de partijen overeengekomen plaats en datum. |
8. |
De subcomités en de werkgroepen handelen in overeenstemming met het reglement van orde van het Gemengd Comité wat betreft agenda's, notulen, aanbevelingen, briefwisseling, documenten en uitgaven, tenzij door het Gemengd Comité anders is bepaald. |
9. |
Tenzij de partijen anders besluiten, zijn de vergaderingen niet openbaar. |
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.