Besluit 2018/817 - Standpunt EU over de wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst (EMIR niveau 2-wetgeving)

1.

Wettekst

4.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 137/7

 

BESLUIT (EU) 2018/817 VAN DE RAAD

van 22 mei 2018

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst (EMIR niveau 2-wetgeving)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kan het Gemengd Comité van de EER besluiten onder andere bijlage IX bij die overeenkomst, die bepalingen inzake financiële diensten bevat, te wijzigen.

 

(3)

De volgende besluiten hebben betrekking op financiële diensten en moeten in de EER-overeenkomst worden opgenomen:

 

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 van de Commissie (3),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 van de Commissie (4),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 150/2013 van de Commissie (5),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 151/2013 van de Commissie (6),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 152/2013 van de Commissie (7),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie (8),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 876/2013 van de Commissie (9),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1002/2013 van de Commissie (10),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1003/2013 van de Commissie (11),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 285/2014 van de Commissie (12),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 667/2014 van de Commissie (13),

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie (14),

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1248/2012 van de Commissie (15),

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1249/2012 van de Commissie (16),

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 484/2014 van de Commissie (17),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1515 van de Commissie (18),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie (19),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie (20),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie (21),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/104 van de Commissie (22),

 

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/751 van de Commissie (23),

 

en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/105 van de Commissie (24).

 

(4)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(5)

Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet derhalve worden gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpbesluiten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst is gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

  • E. 
    KARANIKOLOV
 

  • (3) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 1).
  • (4) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot een handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 11).
  • (5) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 150/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de gegevens die in de aanvraag tot registratie als transactieregister moeten worden opgenomen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 25).
  • (6) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 151/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen ter specificatie van de door transactieregisters te publiceren en beschikbaar te stellen gegevens en van operationele normen voor de aggregatie van, vergelijking tussen en toegang tot gegevens (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 33).
  • (7) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 152/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende kapitaalvereisten voor centrale tegenpartijen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 37).
  • (8) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake vereisten voor centrale tegenpartijen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 41).
  • (9) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 876/2013 van de Commissie van 28 mei 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende colleges voor centrale tegenpartijen (PB L 244 van 13.9.2013, blz. 19).
  • Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1002/2013 van de Commissie van 12 juli 2013 tot wijziging, ten aanzien van de lijst van vrijgestelde entiteiten, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 279 van 19.10.2013, blz. 2).
  • Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1003/2013 van de Commissie van 12 juli 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters aangerekende vergoedingen (PB L 279 van 19.10.2013, blz. 4).
  • Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 285/2014 van de Commissie van 13 februari 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende aanzienlijke en voorzienbare rechtstreekse gevolgen van contracten binnen de Unie en ter voorkoming van de omzeiling van voorschriften en verplichtingen (PB L 85 van 21.3.2014, blz. 1).
  • Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 667/2014 van de Commissie van 13 maart 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met procedureregels betreffende door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters opgelegde geldboeten, met inbegrip van bepalingen inzake het recht van verweer en termijnbepalingen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 31).
  • Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 20).
  • Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1248/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van registratieaanvragen van transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 30).
  • Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1249/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters door centrale tegenpartijen bij te houden vastleggingen (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 32).
  • Uitvoeringsverordening (EU) nr. 484/2014 van de Commissie van 12 mei 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor het hypothetische kapitaal van een centrale tegenpartij overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 138 van 13.5.2014, blz. 57).
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1515 van de Commissie van 5 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad wat de verlenging van de overgangsperioden voor pensioenregelingen betreft (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 63).
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 13).
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie van 1 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 103 van 19.4.2016, blz. 5).
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie van 10 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 195 van 20.7.2016, blz. 3).
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/104 van de Commissie van 19 oktober 2016 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens (PB L 17 van 21.1.2017, blz. 1).
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/751 van de Commissie van 16 maart 2017 tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 wat betreft de uiterste datum voor de naleving van clearingverplichtingen door bepaalde tegenpartijen die in otc-derivaten handelen (PB L 113 van 29.4.2017, blz. 15).
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2017/105 van de Commissie van 26 oktober 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 17 van 21.1.2017, blz. 17, gerectificeerd in PB L 19 van 25.1.2017, blz. 97).
 

ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(2)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot een handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(3)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 150/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de gegevens die in de aanvraag tot registratie als transactieregister moeten worden opgenomen (3), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(4)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 151/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen ter specificatie van de door transactieregisters te publiceren en beschikbaar te stellen gegevens en van operationele normen voor de aggregatie van, vergelijking tussen en toegang tot gegevens (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(5)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 152/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende kapitaalvereisten voor centrale tegenpartijen (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(6)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende kapitaalvereisten voor centrale tegenpartijen (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(7)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 876/2013 van de Commissie van 28 mei 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende kapitaalvereisten voor centrale tegenpartijen (7) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(8)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1002/2013 van de Commissie van 12 juli 2013 tot wijziging, ten aanzien van de lijst van vrijgestelde entiteiten, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (8) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(9)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1003/2013 van de Commissie van 12 juli 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters aangerekende vergoedingen (9) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(10)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 285/2014 van de Commissie van 13 februari 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende aanzienlijke en voorzienbare rechtstreekse gevolgen van contracten binnen de Unie en ter voorkoming van de omzeiling van voorschriften en verplichtingen (10) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(11)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 667/2014 van de Commissie van 13 maart 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met procedureregels betreffende door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters opgelegde geldboeten, met inbegrip van bepalingen inzake het recht van verweer en termijnbepalingen (11) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(12)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (12) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(13)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1248/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van registratieaanvragen van transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (13) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(14)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1249/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters door centrale tegenpartijen bij te houden vastleggingen (14) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(15)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 484/2014 van de Commissie van 12 mei 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor het hypothetische kapitaal van een centrale tegenpartij overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (15) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(16)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

 

1.

In punt 31bc (Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

 

32013 R 1002: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1002/2013 van de Commissie van 12 juli 2013 (PB L 279 van 19.10.2013, blz. 2).”;

 

2.

Na punt 31bcai (Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2042 van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd:

 

„31bcb.

32012 R 1247: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 20).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de uitvoeringsverordening als volgt aangepast:

In artikel 5, wat betreft de EVA-staten:

 

i)

komen de leden 1 en 2 als volgt te luiden:

„1.   Derivatencontracten worden als volgt gerapporteerd:

 

a)

binnen zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit], wanneer voor deze bijzondere derivatenklasse overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een transactieregister is geregistreerd vóór de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit];

 

b)

90 dagen na registratie van een transactieregister voor een bijzondere derivatenklasse overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 648/2012, wanneer voor deze bijzondere derivatenklasse geen transactieregister is geregistreerd vóór of op de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit], maar in elk geval niet eerder dan zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit];

 

c)

binnen zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit], wanneer voor deze bijzondere derivatenklasse overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 648/2012 zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] geen transactieregister is geregistreerd. De rapportageverplichting vangt aan op deze datum en de contracten worden overeenkomstig artikel 9, lid 3, van deze verordening aan de ESMA gerapporteerd totdat voor deze bijzondere derivatenklasse een transactieregister is geregistreerd.”;

 

ii)

in de leden 3 en 4 worden de woorden „16 augustus 2012” vervangen door „de datum van inwerkingtreding van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 206/2016 van 30 september 2016.”.

 

31bcc.

32012 R 1248: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1248/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van registratieaanvragen van transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 30).

 

31bcd.

32012 R 1249: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1249/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters door centrale tegenpartijen bij te houden vastleggingen (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 32).

 

31bce.

32013 R 0148: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 1).

 

31bcf.

32013 R 0149: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot een handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 11).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de uitvoeringsverordening als volgt aangepast:

In artikel 12, wat betreft de EVA-staten:

 

i)

worden de woorden „tot en met 28 februari 2014” vervangen door „zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit]”;

 

ii)

worden de woorden „na 28 februari 2014” vervangen door „na zes maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit]”;

 

iii)

worden de woorden „tot en met 31 augustus 2013” vervangen door „vijf maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit]”;

 

iv)

worden de woorden „na 31 augustus 2013” vervangen door „na vijf maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit]”;

 

v)

worden de woorden „tot en met 31 augustus 2014” vervangen door „zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit]”;

 

vi)

worden de woorden „na 31 augustus 2014” vervangen door „na zes maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit]”.

 

31bcg.

32013 R 0150: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 150/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de gegevens die in de aanvraag tot registratie als transactieregister moeten worden opgenomen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 25).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

De woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” worden ingevoegd na het woord „ESMA”.

 

31bch.

32013 R 0151: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 151/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen ter specificatie van de door transactieregisters te publiceren en beschikbaar te stellen gegevens en van operationele normen voor de aggregatie van, vergelijking tussen en toegang tot gegevens (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 33).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

 

a)

Artikel 2, lid 3, is van toepassing op de EVA-staten, onder voorbehoud van de inhoud en inwerkingtreding van een besluit van het Gemengd Comité van de EER waarbij Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators wordt opgenomen.

 

b)

In artikel 3, wat betreft de EVA-staten:

 

i)

worden in lid 1 de woorden „de Unie een internationale overeenkomst als bedoeld in artikel 75 van Verordening (EU) nr. 648/2012” vervangen door „haar EVA-staat van vestiging een internationale overeenkomst als bedoeld in artikel 81, lid 3, onder h)”;

 

ii)

worden in lid 2 de woorden „de ESMA een samenwerkingsregeling als bedoeld in artikel 76 van Verordening (EU) nr. 648/2012” vervangen door „haar EVA-staat van vestiging een samenwerkingsregeling als bedoeld in artikel 81, lid 3, onder k)”.

 

31bci.

32013 R 0152: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 152/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende kapitaalvereisten voor centrale tegenpartijen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 37).

 

31bcj.

32013 R 0153: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake vereisten voor centrale tegenpartijen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 41).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

In artikel 2, onder i), worden de woorden „Unie-valuta” vervangen door de woorden „officiële valuta van een overeenkomstsluitende partij bij de EER-overeenkomst”.

 

31bck.

32013 R 0876: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 876/2013 van de Commissie van 28 mei 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende colleges voor centrale tegenpartijen (PB L 244 van 13.9.2013, blz. 19).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

De woorden „EU-valuta's” worden vervangen door de woorden „officiële valuta van een overeenkomstsluitende partij bij de EER-overeenkomst”.

 

31bcl.

32013 R 1003: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1003/2013 van de Commissie van 12 juli 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters aangerekende vergoedingen (PB L 279 van 19.10.2013, blz. 4).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

 

a)

In artikel 1 worden wat betreft de EVA-staten de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)”.

 

b)

In de artikelen 2 en 4 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „ESMA”.

 

c)

In artikel 10, lid 2:

 

i)

wat betreft de EVA-staten, wordt het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

ii)

wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer wat betreft in de EVA-staten gevestigde transactieregisters, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA-staten de betaalde registratievergoeding moet terugbetalen, stelt de ESMA hiertoe onverwijld de aan een transactieregister terug te betalen bedragen ter beschikking van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

 

d)

In artikel 11:

 

i)

wordt de volgende alinea aan lid 1 toegevoegd:

„Wanneer wat betreft de in de EVA-staten gevestigde transactieregisters, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA-staten de facturen voor de termijnen verstuurt, stelt de ESMA de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ruim vóór de respectieve betaaldatum in kennis van de berekeningen voor elk transactieregister.”;

 

ii)

worden in lid 2 wat betreft de EVA-staten het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

 

e)

In artikel 13:

 

i)

worden in lid 1 de woorden „Alleen ESMA” vervangen door de woorden „Alleen ESMA, of wat betreft in de EVA-staten gevestigde transactieregisters, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

ii)

worden in lid 2 de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

 

31bcm.

32014 R 0285: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 285/2014 van de Commissie van 13 februari 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende aanzienlijke en voorzienbare rechtstreekse gevolgen van contracten binnen de Unie en ter voorkoming van de omzeiling van voorschriften en verplichtingen (PB L 85 van 21.3.2014, blz. 1).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

In artikel 4, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden „10 oktober 2014” vervangen door „zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit]”.

 

31bcn.

32014 R 0484: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 484/2014 van de Commissie van 12 mei 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor het hypothetische kapitaal van een centrale tegenpartij overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 138 van 13.5.2014, blz. 57).

 

31bco.

32014 R 0667: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 667/2014 van de Commissie van 13 maart 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met procedureregels betreffende door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters opgelegde geldboeten, met inbegrip van bepalingen inzake het recht van verweer en termijnbepalingen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 31)

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

 

a)

In artikel 1 worden wat betreft de EVA-staten, de woorden „de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority — ESMA)” en „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

 

b)

In artikel 2 worden wat betreft de EVA-staten de woorden „en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

 

c)

In artikel 3, wat betreft de EVA-staten:

 

i)

worden in lid 1 de woorden „en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

 

ii)

wordt in lid 2 „stelt zij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hiervan in kennis. De Toezichthoudende Autoriteit stuurt onverwijld” ingevoegd na respectievelijk de woorden „stuurt zij”. In lid 3 worden de woorden „sluit zij de zaak en stelt zij de aan het onderzoek onderworpen personen in kennis van dit besluit.” vervangen door „stelt zij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hiervan in kennis. De Toezichthoudende Autoriteit sluit onverwijld de zaak en stelt de aan het onderzoek onderworpen personen in kennis van dit besluit.” In lid 4 worden de woorden „legt zij de aan het onderzoek onderworpen personen een nieuwe mededeling van bevindingen voor.” vervangen door „stelt zij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hiervan in kennis. De Toezichthoudende Autoriteit legt onverwijld de aan het onderzoek onderworpen personen een nieuwe mededeling van bevindingen voor.” In lid 5 worden de woorden „stelt zij de aan het onderzoek onderworpen personen daarvan in kennis.” vervangen door „stelt zij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hiervan in kennis. De Toezichthoudende Autoriteit stelt de aan het onderzoek onderworpen personen daarvan in kennis.”;

 

iii)

worden in de tweede alinea van lid 4 en in de derde zin van de eerste alinea van lid 5 de woorden „De ESMA kan” vervangen door „Vóór het opstellen van een conceptversie voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan de ESMA, of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

iv)

worden in de derde alinea van lid 4 en de tweede alinea van lid 5 de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „De ESMA”;

 

v)

wordt in lid 6 wordt het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

 

d)

In artikel 4, wat betreft de EVA-staten:

 

i)

wordt in de eerste alinea het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

ii)

worden in de vierde alinea de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

 

e)

In artikel 5, wat betreft de EVA-staten:

 

i)

worden de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „Op verzoek verleent de ESMA”;

 

ii)

worden de woorden „de ESMA een mededeling van bevindingen heeft gezonden” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een mededeling van bevindingen heeft gezonden”.

 

f)

In artikel 6, wat betreft de EVA-staten:

 

i)

wordt in de leden 1 en 4 het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

ii)

worden in lid 3 de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

 

iii)

wordt in lid 5 de volgende alinea toegevoegd:

„De verjaring voor de oplegging van geldboeten en dwangsommen wordt geschorst zolang het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA het voorwerp vormt van een procedure bij het EVA-Hof overeenkomstig artikel 35 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie.”.

 

g)

In artikel 7, wat betreft de EVA-staten:

 

i)

wordt het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

ii)

worden in lid 5, onder b), de woorden „de bezwaarcommissie van de ESMA overeenkomstig artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 of bij het Hof van Justitie van de Europese Unie overeenkomstig artikel 69 van Verordening (EU) nr. 648/2012” vervangen door „het EVA-Hof overeenkomstig artikel 35 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie”.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 148/2013, (EU) nr. 149/2013, (EU) nr. 150/2013, (EU) nr. 151/2013, (EU) nr. 152/2013, (EU) nr. 153/2013, (EU) nr. 876/2013, (EU) nr. 1002/2013, (EU) nr. 1003/2013, (EU) nr. 285/2014 en (EU) nr. 667/2014 en Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1247/2012, (EU) nr. 1248/2012, (EU) nr. 1249/2012 en (EU) nr. 484/2014 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER

 

(*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

 

ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1515 van de Commissie van 5 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad wat de verlenging van de overgangsperioden voor pensioenregelingen betreft (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(2)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(3)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie van 1 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(4)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie van 10 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (4), gerectificeerd bij PB L 196 van 21.7.2016, blz. 56, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(5)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/104 van de Commissie van 19 oktober 2016 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(6)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/751 van de Commissie van 16 maart 2017 tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 wat betreft de uiterste datum voor de naleving van clearingverplichtingen door bepaalde tegenpartijen die in otc-derivaten handelen (6), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(7)

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/105 van de Commissie van 26 oktober 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (7), gerectificeerd bij PB L 19 van 25.1.2017, blz. 97, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(8)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

 

1.

In punt 31bc (Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje ingevoegd:

 

„—

32015 R 1515: Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1515 van de Commissie van 5 juni 2015 (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 63).”;

 

2.

De tekst van punt 31bcb (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie) wordt vervangen door:

„32012 R 1247: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 20), gewijzigd bij:

 

32017 R 0105: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/105 van de Commissie van 26 oktober 2016 (PB L 17 van 21.1.2017, blz. 17), gerectificeerd bij PB L 19 van 25.1.2017, blz. 17.

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de uitvoeringsverordening als volgt aangepast:

 

a)

In artikel 4, lid 5, en artikel 4 ter worden wat betreft de EVA-staten de woorden „in de EER” ingevoegd na de woorden „wordt vastgesteld,”.

 

b)

In artikel 5, wat betreft de EVA-staten:

 

i)

komen de leden 1 en 2 als volgt te luiden:

„1.   Derivatencontracten worden als volgt gerapporteerd:

 

a)

binnen zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [JCD 32013R0148.A09], wanneer voor deze bijzondere derivatenklasse overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een transactieregister is geregistreerd vóór de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [JCD 32013R0148.A09];

 

b)

90 dagen na de registratie van een transactieregister voor een bijzondere derivatenklasse overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 648/2012, wanneer voor deze bijzondere derivatenklasse geen transactieregister is geregistreerd vóór of op de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [JCD 32013R0148.A09], maar in elk geval niet eerder dan zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [JCD 32013R0148.A09];

 

c)

binnen zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [JCD 32013R0148.A09], wanneer voor deze bijzondere derivatenklasse overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 648/2012 zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [JCD 32013R0148.A09] geen transactieregister is geregistreerd. De rapportageverplichting vangt aan op deze datum en de contracten worden overeenkomstig artikel 9, lid 3, van deze verordening aan de ESMA gerapporteerd totdat voor deze bijzondere derivatenklasse een transactieregister is geregistreerd.”;

 

ii)

worden in de leden 3 en 4 de woorden „16 augustus 2012” vervangen door „1 juli 2017”.”;

 

3.

In punt 31bce (Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd, met ingang van … [invoegen: negen maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit]:

„, gewijzigd bij:

 

32017 R 0104: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/104 van de Commissie van 19 oktober 2016 (PB L 17 van 21.1.2017, blz. 1).”;

 

4.

Na punt 31bco (Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 667/2014 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

 

„31bcp.

32015 R 2205: Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 13), gewijzigd bij:

 

32017 R 0751: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/751 van de Commissie van 16 maart 2017 (PB L 113 van 29.4.2017, blz. 15).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

 

a)

In artikel 2, lid 1, onder b), worden wat betreft de EVA-staten de woorden „januari, februari en maart 2016” vervangen door „januari, februari en maart … [invoegen: jaar van inwerkingtreding van dit besluit].”.

 

b)

In artikel 3:

 

i)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 1 als volgt:

„Voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben, treedt de clearingverplichting in werking:

 

a)

zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] voor tegenpartijen van categorie 1;

 

b)

een jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] voor tegenpartijen van categorie 2;

 

c)

op 21 juni 2019 voor tegenpartijen van categorie 3;

 

d)

twee jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] voor tegenpartijen van categorie 4”;

 

ii)

in de tweede alinea van lid 1 worden de woorden „, of tussen een in een EVA-staat gevestigde tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde tegenpartij” ingevoegd na de woorden „tussen twee tegenpartijen die tot verschillende categorieën tegenpartijen behoren”;

 

iii)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 2 als volgt:

„In afwijking van lid 1, onder a), b), en c), treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben en die worden gesloten tussen andere tegenpartijen dan tegenpartijen van categorie 4 welke van dezelfde groep deel uitmaken en waarbij de ene tegenpartij in een derde land en de andere tegenpartij in de EER is gevestigd, in werking:

 

a)

twee jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER geen gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten; of

 

b)

op de laatst vallende van de volgende data ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER een gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde otc-derivatencontracten:

 

i)

60 dagen na de datum van inwerkingtreding van het besluit van het Gemengd Comité van de EER met daarin zijn besluit ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde otc-derivatencontracten;

 

ii)

op de datum waarop de clearingverplichting overeenkomstig lid 1 in werking treedt.”.

 

c)

In artikel 4:

 

i)

worden in lid 1, wat betreft de EVA-staten, de woorden „21 februari 2016” vervangen door „twee maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit]”;

 

ii)

worden in lid 2, wat betreft de EVA-staten, de woorden „21 mei 2016” vervangen door „vijf maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit]”;

 

iii)

worden in lid 4 de woorden „, tussen een in een EVA-staat gevestigde financiële tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde financiële tegenpartij” ingevoegd na de woorden „tussen twee financiële tegenpartijen die tot verschillende categorieën behoren”.

 

31bcq.

32016 R 0592: Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie van 1 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 103 van 19.4.2016, blz. 5), gewijzigd bij:

 

32017 R 0751: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/751 van de Commissie van 16 maart 2017 (PB L 113 van 29.4.2017, blz. 15).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

 

a)

In artikel 2, lid 1, onder b), worden wat betreft de EVA-staten de woorden „januari, februari en maart 2016” vervangen door „januari, februari en maart … [invoegen: jaar van inwerkingtreding van dit besluit]”.

 

b)

In artikel 3:

 

i)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 1 als volgt:

„Voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben, treedt de clearingverplichting in werking:

 

a)

een jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] voor tegenpartijen van categorie 1;

 

b)

achttien maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] voor tegenpartijen van categorie 2;

 

c)

op 21 juni 2019 voor tegenpartijen van categorie 3;

 

d)

negenendertig maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] voor tegenpartijen van categorie 4.”;

 

ii)

in de tweede alinea van lid 1 worden de woorden „, of tussen een in een EVA-staat gevestigde tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde tegenpartij” ingevoegd na de woorden „tussen twee tegenpartijen die tot verschillende categorieën tegenpartijen behoren”;

 

iii)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 2 als volgt:

„In afwijking van lid 1, onder a), b), en c), treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben en die worden gesloten tussen andere tegenpartijen dan tegenpartijen van categorie 4 welke van dezelfde groep deel uitmaken en waarbij de ene tegenpartij in een derde land en de andere tegenpartij in de EER is gevestigd, in werking:

 

a)

negenendertig maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER geen gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten; of

 

b)

op de laatst vallende van de volgende data ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER een gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde otc-derivatencontracten:

 

i)

60 dagen na de datum van inwerkingtreding van het besluit van het Gemengd Comité van de EER met daarin zijn besluit ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde otc-derivatencontracten;

 

ii)

op de datum waarop de clearingverplichting overeenkomstig lid 1 in werking treedt.”.

 

c)

In artikel 4:

 

i)

worden in de leden 1 en 2, wat betreft de EVA-staten, de woorden „9 oktober 2016” vervangen door „vijf maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit]”;

 

ii)

worden in lid 4 de woorden „, tussen een in een EVA-staat gevestigde financiële tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde financiële tegenpartij” ingevoegd na de woorden „tussen twee financiële tegenpartijen die tot verschillende categorieën behoren”.

 

31bcr.

32016 R 1178: Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie van 10 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 195 van 20.7.2016, blz. 3), gerectificeerd bij PB L 196 van 21.7.2016, blz. 56, gewijzigd bij:

 

32017 R 0751: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/751 van de Commissie van 16 maart 2017 (PB L 113 van 29.4.2017, blz. 15).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

 

a)

In artikel 2, lid 1, onder b), worden wat betreft de EVA-staten de woorden „januari, februari en maart 2016” vervangen door „januari, februari en maart … [invoegen: jaar van inwerkingtreding van dit besluit].”.

 

b)

In artikel 3:

 

i)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 1 als volgt:

„Voor contracten die op een in bijlage I vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben, treedt de clearingverplichting in werking:

 

a)

zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] voor tegenpartijen van categorie 1;

 

b)

een jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] voor tegenpartijen van categorie 2;

 

c)

op 21 juni 2019 voor tegenpartijen van categorie 3;

 

d)

twee jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] voor tegenpartijen van categorie 4.”;

 

ii)

in de tweede alinea van lid 1 worden de woorden „, of tussen een in een EVA-staat gevestigde tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde tegenpartij” ingevoegd na de woorden „tussen twee tegenpartijen die tot verschillende categorieën tegenpartijen behoren”;

 

iii)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 2 als volgt:

„In afwijking van lid 1, onder a), b), en c), treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in bijlage I vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben en die worden gesloten tussen andere tegenpartijen dan tegenpartijen van categorie 4 welke van dezelfde groep deel uitmaken en waarbij de ene tegenpartij in een derde land en de andere tegenpartij in de EER is gevestigd, in werking:

 

a)

twee jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit] ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER geen gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten; of

 

b)

op de laatst vallende van de volgende data ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER een gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in bijlage I bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten:

 

i)

60 dagen na de datum van inwerkingtreding van het besluit van het Gemengd Comité van de EER met daarin zijn besluit ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening dat betrekking heeft op de in bijlage I bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten;

 

ii)

de datum waarop de clearingverplichting overeenkomstig lid 1 in werking treedt.”.

 

c)

In artikel 4:

 

i)

worden in de leden 1 en 2, wat betreft de EVA-staten, de woorden „9 oktober 2016” vervangen door „twee maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [onderhavig besluit]”;

 

ii)

in lid 4 worden de woorden „, tussen een in een EVA-staat gevestigde financiële tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde financiële tegenpartij” ingevoegd na de woorden „tussen twee financiële tegenpartijen die tot verschillende categorieën behoren”.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/1515, (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592, (EU) 2016/1178, gerectificeerd bij PB L 196 van 21.7.2016, blz. 56, (EU) 2017/104, en (EU) 2017/751 en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/105, gerectificeerd bij PB L 19 van 25.1.2017, blz. 97, zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER

 

(*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.