Besluit 2018/947 - Toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne

1.

Wettekst

6.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/11

 

BESLUIT (EU) 2018/947 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 4 juli 2018

tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De betrekkingen tussen de Europese Unie (hierna „de Unie” genoemd) en Oekraïne blijven zich ontwikkelen in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en het Oostelijk Partnerschap. Op 1 september 2017 is een associatieovereenkomst tussen de Unie en Oekraïne (2) (hierna „de associatieovereenkomst” genoemd) in werking getreden, met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsruimte (Deep and Comprehensive Free Trade Area; hierna „DCFTA” genoemd).

 

(2)

In het voorjaar van 2014 is Oekraïne begonnen met de uitvoering van een ambitieus hervormingsprogramma waarmee wordt beoogd de economie te stabiliseren en de levensstandaard van de burgers te verhogen. Oekraïne en de Unie hebben gezamenlijk een hervormingsagenda opgesteld (hierna de „associatieagenda” genoemd; deze is voor het laatst geactualiseerd in maart 2015). Corruptiebestrijding en grondwettelijke, electorale en justitiële hervormingen behoren tot de topprioriteiten op de agenda.

 

(3)

Naast haar politieke steun heeft de Unie in maart 2014 een financieel pakket ten belope van meer dan 11 miljard EUR toegezegd ter ondersteuning van de economische stabilisatie en de uitvoering van hervormingen in Oekraïne, waarvan 1,6 miljard EUR aan macrofinanciële bijstand op grond van Besluit 2002/639/EG van de Raad (3), Besluit nr. 646/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad (4) en Besluit 2014/215/EU van de Raad (5). Gezien de aanzienlijke externe financieringsbehoeften van Oekraïne is in april 2015 nog eens 1,8 miljard EUR aan macrofinanciële bijstand beschikbaar gesteld aan het land op grond van Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad (6).

 

(4)

Sinds mei 2014 heeft Oekraïne 2,81 miljard EUR aan macrofinanciële bijstand van de Unie ontvangen, waarvan 1,2 miljard EUR afkomstig is van de 1,8 miljard EUR die beschikbaar is gesteld uit hoofde van Besluit (EU) 2015/601. De derde en laatste tranche van 600 miljoen EUR aan macrofinanciële bijstand uit hoofde van Besluit (EU) 2015/601 is op 18 januari 2018 geannuleerd omdat Oekraïne het aan deze tranche gekoppelde programma van structurele hervormingen niet volledig heeft uitgevoerd.

 

(5)

Op 11 maart 2015 heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een vierjarige regeling in het kader van de uitgebreide fondsfaciliteit (Extended Fund Facility, EFF) voor Oekraïne ten belope van ongeveer 17,5 miljard USD goedgekeurd ter ondersteuning van het economische aanpassings- en hervormingsprogramma van het land, waarvan 8,5 miljard USD is uitbetaald tussen 2015 en 2017. Die financiële bijstand van het IMF werd aangevuld door aanzienlijke steun van een aantal bilaterale partners, waaronder de Unie en haar lidstaten, de VS, Japan en Canada. Ook andere internationale financiële instellingen, zoals de Wereldbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Europese Investeringsbank, hebben hun activiteit beduidend opgeschroefd om de economische transitie van Oekraïne te ondersteunen.

 

(6)

Naar aanleiding van zijn technische missie in november 2017 heeft het IMF zijn ramingen van de externe financieringsbehoeften van Oekraïne herzien, waarbij een aanvullend tekort van 4,5 miljard USD voor 2018 en 2019 is vastgesteld. Deze financieringsbehoeften liggen hoger dan de financiering die tot dusver is uitgetrokken door de internationale gemeenschap, met inbegrip van de macrofinanciële bijstand van de Unie op grond van Besluiten 2002/639/EG, nr. 646/2010/EU, 2014/215/EU en (EU) 2015/601.

 

(7)

In het licht van de aanhoudende moeilijke economische en financiële situatie van Oekraïne hebben de Oekraïense autoriteiten in november 2017 om aanvullende macrofinanciële bijstand van de Unie verzocht.

 

(8)

Op de Associatieraad EU-Oekraïne van 8 december 2017 heeft de Unie nogmaals haar steun uitgesproken voor de aanzienlijke hervormingsinspanningen van Oekraïne, en ook voor financiële bijstand die wordt gekoppeld aan concrete vorderingen met het hervormingsproces.

 

(9)

Omdat Oekraïne onder het ENB valt, moet het worden beschouwd als een land dat voor macrofinanciële bijstand van de Unie in aanmerking komt.

 

(10)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet een uitzonderlijk financieel instrument zijn van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun, gericht op het lenigen van de onmiddellijke externe financieringsbehoeften van de begunstigde, en moet dienen ter ondersteuning van de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige directe aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen die erop gericht zijn de betalingsbalanspositie van de begunstigde op korte termijn te verbeteren.

 

(11)

Aangezien er nog steeds sprake is van een resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van Oekraïne dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen te boven gaat, wordt de toekenning van macrofinanciële bijstand door de Unie aan Oekraïne, onder de huidige uitzonderlijke omstandigheden, aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van Oekraïne aan de Unie om zijn economische stabilisatie te ondersteunen, in samenhang met het IMF-programma. De macrofinanciële bijstand van de Unie zal de economische stabilisatie en de structurele hervormingsagenda van Oekraïne ondersteunen en een aanvulling vormen op de middelen die in het kader van de financiële regeling met het IMF beschikbaar worden gesteld.

 

(12)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet gericht zijn op het helpen herstellen van een houdbare externe financiële positie voor Oekraïne en aldus de economische en sociale ontwikkeling van het land ondersteunen.

 

(13)

Het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie is vastgesteld op basis van een volledige kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van Oekraïne. Daarbij is rekening gehouden met het vermogen van het land zichzelf te financieren met eigen middelen, met name met de internationale reserves waarover het beschikt. De macrofinanciële bijstand van de Unie moet complementair zijn aan de programma's van het IMF en de Wereldbank en de door hen verstrekte middelen. Bij de vaststelling van het bijstandsbedrag wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van bilaterale en multilaterale donoren, met het gegeven dat de lasten billijk tussen de Unie en andere donoren moeten worden verdeeld, met de reeds bestaande inzet van andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Oekraïne, en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie wordt geboden.

 

(14)

De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie juridisch en materieel verenigbaar is met de voornaamste beginselen en doelstellingen van de verschillende onderdelen van het extern optreden en het relevante beleid van de Unie op andere terreinen, alsook met de in het kader daarvan genomen maatregelen.

 

(15)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet het externe beleid van de Unie jegens Oekraïne ondersteunen. De diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten gedurende de hele macrofinanciëlebijstandsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de Unie te coördineren en de samenhang ervan te waarborgen.

 

(16)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet Oekraïne ondersteunen in zijn engagement met betrekking tot waarden die het land met de Unie deelt, waaronder democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en ook in zijn engagement met betrekking tot de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel.

 

(17)

Een noodzakelijke voorwaarde voor toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie moet zijn dat Oekraïne doeltreffende democratische mechanismen — waaronder een parlementair meerpartijenstelsel — en de rechtsstaat eerbiedigt, en dat het de eerbiediging van de mensenrechten garandeert. Daarnaast moeten de specifieke doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheersystemen voor de overheidsfinanciën in Oekraïne bevorderen en bijdragen aan structurele hervormingen die gericht zijn op de bevordering van duurzame en inclusieve groei, het scheppen van werkgelegenheid en begrotingsconsolidatie. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten er regelmatig op toezien dat aan de noodzakelijke voorwaarden is voldaan en dat die doelstellingen worden verwezenlijkt.

 

(18)

Om te verzekeren dat de financiële belangen van de Unie in het kader van de macrofinanciële bijstand van de Unie op efficiënte wijze worden beschermd, moet Oekraïne passende maatregelen nemen in verband met de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot de macrofinanciële bijstand van de Unie. Daarnaast moet erin worden voorzien dat de Commissie controles verricht en de Rekenkamer audits uitvoert.

 

(19)

De uitkering van de macrofinanciële bijstand van de Unie laat de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad als begrotingsautoriteit onverlet.

 

(20)

De bedragen van de voorziening voor de macrofinanciële bijstand van de Unie moeten stroken met de in het meerjarig financieel kader vastgestelde begrotingskredieten.

 

(21)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet door de Commissie worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de uitvoering van dit besluit kunnen volgen, moet de Commissie hen regelmatig inlichten over ontwikkelingen met betrekking tot de bijstand en hun de relevante documenten daarover verstrekken.

 

(22)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (7).

 

(23)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet zijn onderworpen aan economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. Ter wille van de efficiëntie en om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging te waarborgen, moet de Commissie bevoegd zijn om met de Oekraïense overheid onderhandelingen over die voorwaarden te voeren onder toezicht van het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011. Krachtens die verordening moet in alle andere gevallen dan die waarin die verordening voorziet, in de regel de raadplegingsprocedure worden gebruikt. Gezien de mogelijk belangrijke gevolgen van bijstand van meer dan 90 miljoen EUR, is het passend dat de onderzoeksprocedure wordt gebruikt voor verrichtingen boven die drempel. Gezien het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan Oekraïne moet op de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en voor het verlagen, schorsen of annuleren van de bijstand de onderzoeksprocedure worden toegepast,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De Unie stelt Oekraïne macrofinanciële bijstand beschikbaar voor een maximumbedrag van 1 miljard EUR (hierna „de macrofinanciële bijstand van de Unie” genoemd) teneinde de economische stabilisatie en substantiële hervormingsagenda van Oekraïne te ondersteunen. Die bijstand draagt bij aan het dekken van de betalingsbalansbehoeften van Oekraïne die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld.
  • 2. 
    Het volledige bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt aan Oekraïne verstrekt in de vorm van leningen. De Commissie is bevoegd om namens de Unie de nodige financiële middelen te lenen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen, en die middelen vervolgens aan Oekraïne door te lenen. De leningen hebben een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.
  • 3. 
    De uitkering van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt door de Commissie beheerd op een wijze die strookt met de overeenkomsten of afspraken tussen het IMF en Oekraïne, en met de hoofdbeginselen en -doelstellingen van de economische hervormingen zoals die in de in het kader van het ENB gesloten associatieovereenkomst, met inbegrip van de DCFTA, zijn uiteengezet.

De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad regelmatig in over de ontwikkelingen met betrekking tot de macrofinanciële bijstand van de Unie, onder meer de uitbetalingen daarvan, en verstrekt die instellingen tijdig de relevante documenten.

  • 4. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt voor een periode van tweeënhalf jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van het in artikel 3, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming.
  • 5. 
    Indien de financieringsbehoeften van Oekraïne tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie aanzienlijk verminderen ten opzichte van de oorspronkelijke prognoses, gaat de Commissie, handelend volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, over tot vermindering van het bedrag van de bijstand, dan wel tot schorsing of annulering van de bijstand.

Artikel 2

  • 1. 
    Een noodzakelijke voorwaarde voor toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie is dat Oekraïne doeltreffende democratische mechanismen — waaronder een parlementair meerpartijenstelsel — en de rechtsstaat eerbiedigt, en dat het de eerbiediging van de mensenrechten garandeert.
  • 2. 
    De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zien tijdens de volledige duur van de macrofinanciële bijstand van de Unie erop toe dat aan de in lid 1 bedoelde noodzakelijke voorwaarde is voldaan.
  • 3. 
    De leden 1 en 2 worden toegepast overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad (8).

Artikel 3

  • 1. 
    De Commissie bereikt, overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, met de Oekraïense autoriteiten overeenstemming over duidelijk bepaalde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden, gericht op structurele hervormingen en gezonde overheidsfinanciën, waaraan de macrofinanciële bijstand van de Unie onderworpen is en die worden vastgelegd in een memorandum van overeenstemming (hierna „het memorandum van overeenstemming” genoemd), dat een tijdschema bevat voor het voldoen aan die voorwaarden. De in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten of afspraken, met inbegrip van de programma's voor macro-economische aanpassing en structurele hervorming die door Oekraïne met steun van het IMF worden uitgevoerd.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde voorwaarden zijn er in het bijzonder op gericht de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheersystemen voor de overheidsfinanciën in Oekraïne te bevorderen, met inbegrip van de systemen voor het gebruik van de macrofinanciële bijstand van de Unie. Bij het vaststellen van de beleidsmaatregelen wordt ook naar behoren rekening gehouden met vooruitgang op het gebied van het wederzijds openstellen van markten, de ontwikkeling van op regels gebaseerde en eerlijke handel, en andere prioriteiten in het kader van het externe beleid van de Unie. De Commissie controleert regelmatig de vooruitgang die bij het bereiken van die doelstellingen is geboekt.
  • 3. 
    De financiële voorwaarden van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden in detail vastgelegd in een tussen de Commissie en de Oekraïense autoriteiten te sluiten leningsovereenkomst.
  • 4. 
    De Commissie onderzoekt op gezette tijden of de in artikel 4, lid 3, genoemde voorwaarden vervuld blijven, onder meer of het economische beleid van Oekraïne verenigbaar is met de doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie. De Commissie werkt daarbij nauw samen met het IMF en de Wereldbank en, indien nodig, met het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 4

  • 1. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt, onder de in lid 3 bedoelde voorwaarden, door de Commissie beschikbaar gesteld in twee leningstranches. De omvang van elke tranche wordt in het memorandum van overeenstemming vastgelegd.
  • 2. 
    Voor de bedragen van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden, indien nodig, voorzieningen aangelegd overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (9).
  • 3. 
    De Commissie besluit tot uitbetaling van de tranches mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
 

a)

de in artikel 2, lid 1, vastgestelde noodzakelijke voorwaarde;

 

b)

een constante bevredigende voortgang bij de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige maatregelen voor aanpassing en structurele hervorming, ondersteund door een niet uit voorzorg getroffen kredietregeling met het IMF;

 

c)

de bevredigende uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde economische beleidsvoorwaarden en financiële voorwaarden.

De tweede tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitkering van de eerste tranche uitbetaald.

  • 4. 
    Indien de in lid 3, eerste alinea, genoemde voorwaarden niet zijn vervuld, wordt de uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie tijdelijk geschorst of geannuleerd. In die gevallen licht zij het Europees Parlement en de Raad in over de redenen voor die schorsing of annulering.
  • 5. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitbetaald aan de Nationale Bank van Oekraïne. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vast te leggen bepalingen, onder meer betreffende een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoeften, kunnen de middelen van de Unie aan het Oekraïense ministerie van Financiën als eindbegunstigde worden overgemaakt.

Artikel 5

  • 1. 
    De op de macrofinanciële bijstand van de Unie betrekking hebbende transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen worden uitgevoerd in euro, worden met dezelfde valutadatum afgesloten, en mogen de Unie niet betrekken bij enige looptijdtransformatie, noch haar blootstellen aan enig valuta- of renterisico of enig ander commercieel risico.
  • 2. 
    Wanneer de omstandigheden dit mogelijk maken en indien Oekraïne daarom verzoekt, kan de Commissie de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat in de leningsvoorwaarden een clausule inzake vervroegde aflossing wordt opgenomen en dat in de voorwaarden van de opgenomen leningen een overeenkomstige clausule voorkomt.
  • 3. 
    De Commissie kan, wanneer de omstandigheden een gunstiger rente op de verstrekte lening mogelijk maken en indien Oekraïne daarom verzoekt, besluiten de oorspronkelijk door haar opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk te herfinancieren of de desbetreffende financiële voorwaarden te herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in de leden 1 en 4 vastgestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de looptijd van de betrokken opgenomen leningen en evenmin tot een verhoging van het op de datum van deze herfinancieringen of herstructureringen nog uitstaande bedrag.
  • 4. 
    Alle kosten die de Unie ter zake van de uit hoofde van dit besluit opgenomen of verstrekte leningen maakt, komen ten laste van Oekraïne.
  • 5. 
    De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad in over de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.

Artikel 6

  • 1. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (10) en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie (11).
  • 2. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt onder direct beheer uitgevoerd.
  • 3. 
    De in artikel 3, lid 3, bedoelde leningsovereenkomst bevat bepalingen die het volgende verzekeren:
 

a)

Oekraïne controleert regelmatig of de uit de begroting van de Unie verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, neemt passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude, en onderneemt zo nodig gerechtelijke stappen om de uit hoofde van dit besluit verstrekte middelen waaraan geen wettige bestemming is gegeven, terug te vorderen;

 

b)

de financiële belangen van de Unie worden beschermd, in het bijzonder door middel van specifieke maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de macrofinanciële bijstand van de Unie, overeenkomstig Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95 (12) en (Euratom, EG) nr. 2185/96 (13) van de Raad en Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (14);

 

c)

de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding, en haar vertegenwoordigers worden uitdrukkelijk gemachtigd tot het uitvoeren van controles, waaronder controles en inspecties ter plaatse;

 

d)

de Commissie en de Rekenkamer worden uitdrukkelijk gemachtigd om tijdens en na de periode waarin de macrofinanciële bijstand van de Unie beschikbaar is, audits uit te voeren, waaronder documentaudits en audits ter plaatse, zoals operationele beoordelingen; en

 

e)

de Unie heeft recht op vervroegde terugbetaling van de lening, indien is vastgesteld dat Oekraïne met betrekking tot het beheer van de macrofinanciële bijstand van de Unie fraude, corruptie of een andere onwettige activiteit heeft gepleegd die de financiële belangen van de Unie schaadt.

  • 4. 
    Vóór de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie beoordeelt de Commissie, door middel van een operationele beoordeling, de deugdelijkheid van de voor deze bijstand geldende financiële regelingen, administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Oekraïne.

Artikel 7

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 8

  • 1. 
    De Commissie dient jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dat verslag:
 

a)

wordt de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie onderzocht;

 

b)

worden de economische situatie en de vooruitzichten van Oekraïne beoordeeld, alsook de vorderingen die bij de tenuitvoerlegging van de in artikel 3, lid 1, bedoelde beleidsmaatregelen zijn gemaakt;

 

c)

wordt het verband gespecificeerd tussen de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid, de actuele economische en budgettaire prestaties van Oekraïne en de besluiten van de Commissie tot uitbetaling van de tranches van de macrofinanciële bijstand van de Unie.

  • 2. 
    Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de in artikel 1, lid 4, bedoelde beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag achteraf in met een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide macrofinanciële bijstand van de Unie en van de mate waarin die tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 4 juli 2018.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • K. 
    EDTSTADLER
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 13 juni 2018 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 26 juni 2018.
  • (2) 
    Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3).
  • (4) 
    Besluit nr. 646/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).
  • (6) 
    Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).
  • (7) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • (8) 
    Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).
  • Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
  • Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
  • Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).
  • Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
  • Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
 

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN HET PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

Het Parlement, de Raad en de Commissie herinneren eraan dat als randvoorwaarde voor de toekenning van macrofinanciële bijstand geldt dat het begunstigde land doeltreffende democratische mechanismen eerbiedigt, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel en de rechtsstaat, en de eerbiediging van de mensenrechten waarborgt.

De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zien tijdens de volledige duur van de macrofinanciële bijstand van de Unie erop toe dat aan die randvoorwaarde is voldaan.

Gezien het feit dat niet aan de voorwaarden betreffende corruptiebestrijding is voldaan en dat hierdoor de derde tranche van het vorige programma van macrofinanciële bijstand op grond van Besluit (EU) 2015/601 niet is uitbetaald, onderstrepen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie dat verdere macrofinanciële bijstand afhankelijk zal zijn van vooruitgang op het gebied van corruptiebestrijding in Oekraïne. Daarvoor moeten in het memorandum van overeenstemming tussen de Europese Unie en Oekraïne voorwaarden op het gebied van economisch beleid en financiële voorwaarden worden opgenomen, die onder andere de verplichting omvatten het bestuur, de administratieve capaciteiten en de institutionele structuur in het bijzonder met het oog op de bestrijding van corruptie in Oekraïne, te versterken. Het gaat hier in het bijzonder om een systeem voor de verificatie van vermogensaangiften, de controle van de gegevens van ondernemingen over hun uiteindelijke begunstigden en een goed werkende gespecialiseerde corruptiebestrijdingsrechtbank overeenkomstig de aanbevelingen van de Commissie van Venetië. Voorwaarden over de bestrijding van witwaspraktijken en belastingontduiking moeten eveneens worden overwogen. Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, zal de Commissie de uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie tijdelijk opschorten of die annuleren overeenkomstig artikel 4, lid 4.

De Commissie zal niet alleen het Europees Parlement en de Raad regelmatig informeren over ontwikkelingen betreffende de bijstand en hun relevante documenten verschaffen, maar ook zal zij bij elke uitbetaling openbaar verslag doen over de naleving van alle voorwaarden op het gebied van economisch beleid en alle financiële voorwaarden voor de betreffende uitbetaling, in het bijzonder de voorwaarden op het gebied van corruptiebestrijding.

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie brengen in herinnering dat deze macrofinanciële bijstand aan Oekraïne moet bijdragen aan met de Europese Unie gedeelde waarden, met inbegrip van duurzame en maatschappelijk verantwoorde ontwikkeling die leidt tot nieuwe banen en minder armoede, en de inzet voor een sterk maatschappelijk middenveld. De Commissie zal het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie ter goedkeuring van het memorandum van overeenstemming vergezeld doen gaan van een beoordeling van de verwachte maatschappelijke impact van de macrofinanciële bijstand. In overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 zal deze beoordeling worden ingediend bij het Comité lidstaten en beschikbaar worden gesteld aan het Parlement en de Raad via het register van de werkzaamheden van het comité.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.