Verordening 2018/974 - Statistiek van het goederenvervoer over de binnenwateren (codificatie)

1.

Wettekst

16.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 179/14

 

VERORDENING (EU) 2018/974 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 4 juli 2018

betreffende de statistiek van het goederenvervoer over de binnenwateren

(codificatie)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EG) nr. 1365/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van die verordening te worden overgegaan.

 

(2)

De binnenwateren spelen een belangrijke rol in de vervoersnetwerken van de Unie. Om tot vervoer te komen dat niet alleen economisch doelmatig is, maar ook minder energie verbruikt en minder schadelijke gevolgen heeft voor het milieu, wordt de binnenvaart in het kader van de doelstellingen van het gemeenschappelijke vervoerbeleid bevorderd.

 

(3)

Voor de verdere ontwikkeling en monitoring van zowel het gemeenschappelijke vervoerbeleid als de vervoercomponent in het regionaal beleid en de trans-Europese netwerken heeft de Commissie statistieken over het goederenvervoer over de binnenwateren nodig.

 

(4)

De statistieken over de verschillende vormen van vervoer in Europa moeten worden opgesteld met behulp van gemeenschappelijke concepten en standaards. Doel is statistieken over de verschillende vormen van vervoer te verkrijgen die in de praktijk zo veel mogelijk met elkaar kunnen worden vergeleken.

 

(5)

Vervoer over de binnenwateren komt niet in alle lidstaten voor en derhalve is het toepassingsgebied van deze verordening beperkt tot die lidstaten waar deze vorm van vervoer bestaat.

 

(6)

Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4) vormt een referentiekader voor de bepalingen van de onderhavige verordening.

 

(7)

Om rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen en internationaal overeengekomen wijzigingen in definities, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van het wijzigen van deze verordening om de drempel van een miljoen ton voor de statistische verwerking van de binnenvaart te verhogen, om de definities bij te stellen of te voorzien in nieuwe definities, alsmede om de bijlagen bij deze verordening aan te passen om veranderingen in de codering en classificatie op internationaal niveau of in de toepasselijke wetgevingshandelingen van de Unie op te nemen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (5). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

 

(8)

De Commissie dient erop toe te zien dat die gedelegeerde handelingen niet leiden tot een aanzienlijke lastenverzwaring voor de lidstaten of de respondenten.

 

(9)

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om haar de mogelijkheid te geven regelingen vast te stellen voor de toezending van gegevens, met inbegrip van de gegevensuitwisselingsnormen, voor de verspreiding van de resultaten door de Commissie (Eurostat) en tevens voor het ontwikkelen en publiceren van methodologische voorschriften en criteria die de kwaliteit van de geproduceerde gegevens moeten waarborgen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6).

 

(10)

De Commissie dient regelingen te treffen voor het verrichten van verkennende studies over de beschikbaarheid van statistische gegevens inzake het personenvervoer over de binnenwateren, onder meer via grensoverschrijdende vervoersdiensten. De Unie moet bijdragen aan de kosten voor het uitvoeren van die verkennende studies. Dergelijke bijdragen moeten gebeuren in de vorm van subsidies aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 223/2009 bedoelde nationale instanties voor de statistiek en andere nationale instanties, zulks in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (7).

 

(11)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het uitwerken van gemeenschappelijke statistische standaards voor de productie van geharmoniseerde gegevens, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang van dat uitwerken beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden gemeenschappelijke regels vastgelegd voor de productie van Europese statistieken van het goederenvervoer over de binnenwateren.

Artikel 2

Toepassingsgebied

  • 1. 
    De lidstaten verstrekken gegevens over de binnenvaart op hun grondgebied aan de Commissie (Eurostat).
  • 2. 
    De lidstaten verstrekken de gegevens zoals beschreven in artikel 4, lid 1, wanneer in het kader van de binnenlandse binnenvaart, de internationale binnenvaart of de doorvaart in totaal méér dan een miljoen ton goederen per jaar over hun binnenwateren wordt vervoerd.
  • 3. 
    In afwijking van lid 2 verstrekken de lidstaten de gegevens zoals beschreven in artikel 4, lid 2, wanneer geen internationale binnenvaart of doorvaart op hun binnenwateren plaatsvindt, maar in het kader van de binnenlandse binnenvaart in totaal méér dan een miljoen ton goederen over de binnenwateren wordt vervoerd.
  • 4. 
    Deze verordening is niet van toepassing op:
 

a)

het goederenvervoer met vaartuigen met een laadvermogen van minder dan 50 ton;

 

b)

vaartuigen die hoofdzakelijk voor het vervoer van passagiers worden gebruikt;

 

c)

veerponten;

 

d)

vaartuigen die uitsluitend voor niet-commerciële doeleinden worden gebruikt door haven- en andere autoriteiten;

 

e)

vaartuigen die alleen voor bunkering of opslag worden gebruikt;

 

f)

niet voor goederenvervoer bestemde vaartuigen zoals vissersschepen, baggerschuiten, drijvende werkplaatsen, woonboten en plezierboten.

  • 5. 
    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 gedelegeerde handelingen vast te stellen inzake het wijzigen van lid 2 van dit artikel ter verhoging van de daarin bedoelde drempel voor de statistische registratie van de binnenvaart om rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen.

Bij de uitoefening van die bevoegdheid ziet de Commissie erop toe dat de gedelegeerde handelingen niet leiden tot een aanzienlijke lastenverzwaring voor de lidstaten of de respondenten. Voorts verstrekt de Commissie een deugdelijke motivering voor de in deze gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen, in voorkomend geval op basis van een kostenefficiëntieanalyse met een evaluatie van de druk op de respondenten en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009.

Artikel 3

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a) 
    „binnenwater”: een niet van de zee deel uitmakende waterloop die door natuurlijke of kunstmatige kenmerken geschikt is voor de scheepvaart, en dan hoofdzakelijk de binnenvaart;
  • b) 
    „binnenschip”: een vaartuig dat voor goederenvervoer of openbaar personenvervoer over binnenwateren is ontworpen en dat hoofdzakelijk vaart op binnenwateren of op wateren in of dichtbij beschutte wateren waar havenvoorschriften gelden;
  • c) 
    „nationaliteit van het schip”: het land waar het schip geregistreerd is;
  • d) 
    „binnenvaart”: vervoer van goederen en/of personen met binnenschepen, dat volledig of gedeeltelijk over binnenwateren plaatsvindt;
  • e) 
    „binnenlandse binnenvaart”: binnenvaart tussen twee havens op een nationaal grondgebied, ongeacht de nationaliteit van het schip;
  • f) 
    „internationale binnenvaart”: binnenvaart tussen twee havens die zich op verschillende nationale grondgebieden bevinden;
  • g) 
    „doorvaart”: binnenvaart via een nationaal grondgebied tussen twee havens die zich beide op een of meer andere nationale grondgebieden bevinden, mits er tijdens het volledige traject op het nationale grondgebied geen overlading plaatsvindt;
  • h) 
    „binnenvaartverkeer”: alle verplaatsingen van binnenschepen op een bepaald binnenwater.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 gedelegeerde handelingen vast te stellen inzake de wijziging van de eerste alinea van het onderhavige artikel ter aanpassing van de daarin vervatte definities of om te voorzien in nieuwe definities om rekening te houden met toepasselijke internationaal gewijzigde of overeengekomen definities.

Bij de uitoefening van die bevoegdheid ziet de Commissie erop toe dat de gedelegeerde handelingen niet leiden tot een aanzienlijke lastenverzwaring voor de lidstaten of de respondenten. Voorts verstrekt de Commissie een deugdelijke motivering voor de in deze gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen, in voorkomend geval op basis van een kostenefficiëntieanalyse met een evaluatie van de druk op de respondenten en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009.

Artikel 4

Verzameling van gegevens

  • 1. 
    De gegevens worden verzameld aan de hand van de tabellen in de bijlagen I tot en met IV.
  • 2. 
    In het in artikel 2, lid 3, bedoelde geval worden de gegevens verzameld overeenkomstig de tabel in bijlage V.
  • 3. 
    Ten behoeve van deze verordening worden de goederen geclassificeerd volgens bijlage VI.
  • 4. 
    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 gedelegeerde handelingen vast te stellen inzake de wijziging van de bijlagen om veranderingen in de codering en classificatie op internationaal niveau of in de toepasselijke wetgevingshandelingen van de Unie op te nemen.

Bij de uitoefening van deze bevoegdheid ziet de Commissie erop toe dat de gedelegeerde handelingen niet leiden tot een aanzienlijke lastenverzwaring voor de lidstaten of de respondenten. Voorts verstrekt de Commissie een deugdelijke motivering voor de in deze gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen, in voorkomend geval op basis van een kostenefficiëntieanalyse met een evaluatie van de druk op de respondenten en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009.

Artikel 5

Verkennende studies

  • 1. 
    Uiterlijk op 8 december 2018 ontwikkelt de Commissie in samenspraak met de lidstaten de passende methode voor het verzamelen van statistieken over personenvervoer over de binnenwateren, onder meer via grensoverschrijdende vervoersdiensten.
  • 2. 
    Uiterlijk op 8 december 2019 gaat de Commissie van start met door de lidstaten uit te voeren vrijwillige verkennende studies die gegevens binnen het toepassingsgebied van deze verordening opleveren met betrekking tot de beschikbaarheid van statistische gegevens inzake het personenvervoer over de binnenwateren, onder meer via grensoverschrijdende vervoersdiensten. Het doel van deze verkennende studies is de haalbaarheid van die nieuwe gegevensverzamelingen, de kosten van de betrokken gegevensverzamelingen en de inherente kwaliteit van de statistieken te beoordelen.
  • 3. 
    Uiterlijk op 8 december 2020 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de resultaten van dergelijke verkennende studies. Afhankelijk van de resultaten van dat verslag dient de Commissie binnen een redelijke termijn indien nodig een wetgevingsvoorstel in bij het Europees Parlement en bij de Raad om deze verordening aan te passen met betrekking tot de statistieken over personenvervoer over de binnenwateren, onder meer via grensoverschrijdende vervoersdiensten.
  • 4. 
    Deze verkennende studies zullen, in voorkomend geval en rekening houdend met de meerwaarde voor de Unie, mede uit de algemene begroting van de Unie worden gefinancierd.

Artikel 6

Toezending van gegevens

  • 1. 
    De gegevens worden zo snel mogelijk en uiterlijk vijf maanden na afloop van de relevante referentieperiode toegezonden.
  • 2. 
    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met de regelingen voor toezending van gegevens aan de Commissie (Eurostat), met inbegrip van de gegevensuitwisselingsnormen. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 7

Verspreiding

De Europese statistieken die op basis van de in artikel 4 beschreven gegevens worden opgesteld, worden verspreid met min of meer dezelfde regelmaat als bij de toezending van de verzamelde gegevens.

De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met de regelingen voor de verspreiding van de resultaten. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 8

Kwaliteit van de gegevens

  • 1. 
    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met de methodologische voorschriften en criteria die de kwaliteit van de geproduceerde gegevens moeten waarborgen. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
  • 2. 
    De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat gegevens van goede kwaliteit worden toegezonden.
  • 3. 
    De Commissie (Eurostat) beoordeelt de kwaliteit van de toegezonden gegevens. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) een verslag met inlichtingen en cijfers over de kwaliteitscontroles die op de toegezonden gegevens zijn uitgevoerd.
  • 4. 
    Voor de toepassing van deze verordening moeten op de te verstrekken gegevens de kwaliteitscriteria van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 worden toegepast.
  • 5. 
    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met de gedetailleerde regelingen, structuur, frequentie en vergelijkbaarheidselementen voor de kwaliteitsverslagen. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 9

Uitvoeringsverslagen

Uiterlijk op 31 december 2020 en vervolgens om de vijf jaar dient de Commissie, na raadpleging van het Comité voor het Europees statistisch systeem, bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de uitvoering van deze verordening en over toekomstige ontwikkelingen.

In dat verslag houdt de Commissie rekening met relevante door de lidstaten verstrekte informatie over mogelijke verbeteringen en gebruikersbehoeften. Dit verslag bevat met name:

 

a)

een afweging van de kosten en baten van de geproduceerde statistieken voor de Unie, de lidstaten, de leveranciers en de gebruikers van de statistische gegevens;

 

b)

een beoordeling van de kwaliteit van de verstrekte gegevens en van de gehanteerde methoden voor het verzamelen van gegevens.

Artikel 10

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 2, lid 5, artikel 3 en artikel 4, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 7 december 2016. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2, lid 5, artikel 3 en artikel 4, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
  • 5. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 6. 
    Een overeenkomstig artikel 2, lid 5, artikel 3 of artikel 4, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden aan de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 11

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 opgerichte Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 12

Intrekking

Verordening (EG) nr.1365/2006 wordt hierbij ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage VIII.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 4 juli 2018.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • K. 
    EDTSTADLER
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 29 mei 2018 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 18 juni 2018.
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1365/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de statistiek van het goederenvervoer over de binnenwateren en houdende intrekking van Richtlijn 80/1119/EEG van de Raad (PB L 264 van 25.9.2006, blz. 1).
  • (3) 
    Zie bijlage VII.
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
  • (6) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • (7) 
    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
 

BIJLAGE I

Tabel I1.

Goederenvervoer naar soort goederen (jaargegevens)

 

Elementen

Codering

Classificatie

Eenheid

Tabel

2 alfanumerieke tekens

„I1”

 

Rapporterend land

2 letters

NUTS0 (landencode)

 

Jaar

4 cijfers

„jjjj”

 

Land/regio van lading

4 alfanumerieke tekens

NUTS2 (1)

 

Land/regio van lossing

4 alfanumerieke tekens

NUTS2 (1)

 

Soort vervoer

1 cijfer

1

=

nationaal

2

=

internationaal (m.u.v. doorvaart)

3

=

doorvaart

 

Soort goederen

2 cijfers

NST 2007

 

Soort verpakking

1 cijfer

1

=

in containers

2

=

niet in containers en lege containers

 

Vervoerd gewicht

   

ton

Tonkilometers

   

tonkilometer

 

  • (1) 
    Als de regiocode onbekend of niet beschikbaar is, moet de volgende codering worden gebruikt:
 

„NUTS0 + ZZ” als het partnerland een NUTS-code heeft;

 

„ISO code + ZZ” als het partnerland geen NUTS-code heeft;

 

„ZZZZ” als het partnerland volledig onbekend is.

 

BIJLAGE II

Tabel II1.

Vervoer naar scheepsvlag en soort schip (jaargegevens)

 

Elementen

Codering

Classificatie

Eenheid

Tabel

3 alfanumerieke tekens

„II1”

 

Rapporterend land

2 letters

NUTS0 (landencode)

 

Jaar

4 cijfers

„jjjj”

 

Land/regio van lading

4 alfanumerieke tekens

NUTS2 (1)

 

Land/regio van lossing

4 alfanumerieke tekens

NUTS2 (1)

 

Soort vervoer

1 cijfer

1

=

nationaal

2

=

internationaal (m.u.v. doorvaart)

3

=

doorvaart

 

Soort schip

1 cijfer

1

=

motorschip

2

=

schip zonder eigen aandrijving

3

=

motortankschip

4

=

tankschip zonder eigen aandrijving

5

=

ander soort vrachtschip

6

=

zeeschip

 

Nationaliteit van het schip

2 letters

NUTS0 (landencode) (2)

 

Vervoerd gewicht

   

ton

Tonkilometers

   

tonkilometer

Tabel II2.

Scheepsverkeer (jaargegevens)

 

Elementen

Codering

Classificatie

Eenheid

Tabel

3 alfanumerieke tekens

„II2”

 

Rapporterend land

2 letters

NUTS0 (landencode)

 

Jaar

4 cijfers

„jjjj”

 

Soort vervoer

1 cijfer

1

=

nationaal

2

=

internationaal (m.u.v. doorvaart)

3

=

doorvaart

 

Aantal verplaatsingen van beladen schepen

   

verplaatsingen van schepen

Aantal verplaatsingen van lege schepen

   

verplaatsingen van schepen

Scheepskilometers (beladen schepen)

   

Scheepskilometer

Scheepskilometers (lege schepen)

   

Scheepskilometer

NB: Toezending van tabel II2 is facultatief.

 

  • (1) 
    Als de regiocode onbekend of niet beschikbaar is, moet de volgende codering worden gebruikt:
 

„NUTS0 + ZZ” als het partnerland een NUTS-code heeft;

 

„ISO code + ZZ” als het partnerland geen NUTS-code heeft;

 

„ZZZZ” als het partnerland volledig onbekend is.

  • (2) 
    Als het land van registratie van het schip geen NUTS-code heeft, moet de ISO-landencode worden vermeld. Als de nationaliteit van het schip onbekend is, moet de code „ZZ” worden gebruikt.
 

BIJLAGE III

Tabel III1.

Containervervoer naar soort goederen (jaargegevens)

 

Elementen

Codering

Classificatie

Eenheid

Tabel

4 alfanumerieke tekens

„III1”

 

Rapporterend land

2 letters

NUTS0 (landencode)

 

Jaar

4 cijfers

„jjjj”

 

Land/regio van lading

4 alfanumerieke tekens

NUTS2 (1)

 

Land/regio van lossing

4 alfanumerieke tekens

NUTS2 (1)

 

Soort vervoer

1 cijfer

1

=

nationaal

2

=

internationaal (m.u.v. doorvaart)

3

=

doorvaart

 

Grootte van de containers

1 cijfer

1

=

20 voet

2

=

40 voet

3

=

groter dan 20 voet maar kleiner dan 40 voet

4

=

groter dan 40 voet

 

Beladingstoestand

1 cijfer

1

=

beladen containers

2

=

lege containers

 

Soort goederen

2 cijfers

NST 2007

 

Vervoerd gewicht

   

ton

Tonkilometers

   

tonkilometer

TEU

   

TEU

TEU-km

   

TEU-km

 

  • (1) 
    Als de regiocode onbekend of niet beschikbaar is, moet de volgende codering worden gebruikt:
 

„NUTS0 + ZZ” als het partnerland een NUTS-code heeft;

 

„ISO-code + ZZ” als het partnerland geen NUTS-code heeft;

 

„ZZZZ” als het partnerland volledig onbekend is.

 

BIJLAGE IV

Tabel IV1.

Vervoer naar scheepsvlag (kwartaalgegevens)

 

Elementen

Codering

Classificatie

Eenheid

Tabel

3 alfanumerieke tekens

„IV1”

 

Rapporterend land

2 letters

NUTS0 (landencode)

 

Jaar

4 cijfers

„jjjj”

 

Kwartaal

2 cijfers

41

=

kwartaal 1

42

=

kwartaal 2

43

=

kwartaal 3

44

=

kwartaal 4

 

Soort vervoer

1 cijfer

1

=

nationaal

2

=

internationaal (m.u.v. doorvaart)

3

=

doorvaart

 

Nationaliteit van het schip

2 letters

NUTS0 (landencode) (1)

 

Vervoerd gewicht

   

ton

Tonkilometers

   

tonkilometer

Tabel IV2.

Containervervoer naar scheepsvlag (kwartaalgegevens)

 

Elementen

Codering

Classificatie

Eenheid

Tabel

3 alfanumerieke tekens

„IV2”

 

Rapporterend land

2 letters

NUTS0 (landencode)

 

Jaar

4 cijfers

„jjjj”

 

Kwartaal

2 cijfers

41

=

kwartaal 1

42

=

kwartaal 2

43

=

kwartaal 3

44

=

kwartaal 4

 

Soort vervoer

1 cijfer

1

=

nationaal

2

=

internationaal (m.u.v. doorvaart)

3

=

doorvaart

 

Nationaliteit van het schip

2 letters

NUTS0 (landencode) (2)

 

Beladingstoestand

1 cijfer

1

=

beladen containers

2

=

lege containers

 

Vervoerd gewicht

   

ton

Tonkilometers

   

tonkilometer

TEU

   

TEU

TEU-km

   

TEU-km

 

  • (1) 
    ls het land van registratie van het schip geen NUTS-code heeft, moet de ISO-landencode worden vermeld. Als de nationaliteit van het schip onbekend is, moet de code „ZZ” worden gebruikt.
  • (2) 
    ls het land van registratie van het schip geen NUTS-code heeft, moet de ISO-landencode worden vermeld. Als de nationaliteit van het schip onbekend is, moet de code „ZZ” worden gebruikt.
 

BIJLAGE V

Tabel V1.

Goederenvervoer (jaargegevens)

 

Elementen

Codering

Classificatie

Eenheid

Tabel

2 alfanumerieke tekens

„V1”

 

Rapporterend land

2 letters

NUTS0 (landencode)

 

Jaar

4 cijfers

„jjjj”

 

Soort vervoer

1 cijfer

1

=

nationaal

2

=

internationaal (m.u.v. doorvaart)

3

=

doorvaart

 

Soort goederen

2 cijfers

NST 2007

 

Vervoerd gewicht

   

ton

Tonkilometers

   

tonkilometer

 

BIJLAGE VI

 

NST 2007

Afdeling

Omschrijving

01

Producten van de landbouw, jacht en bosbouw; vis en andere visserijproducten

02

Steenkool en bruinkool; ruwe aardolie en aardgas

03

Metaalertsen en andere delfstoffen; turf; uranium en thorium

04

Voedings- en genotmiddelen

05

Textiel en textielproducten; leder en lederwaren

06

Hout, hout- en kurkwaren (m.u.v. meubelen); vlecht- en mandenmakerswerk; pulp, papier en papierwaren; drukwerk en opgenomen media

07

Cokes en geraffineerde aardolieproducten

08

Chemische producten en synthetische of kunstmatige vezels; producten van rubber of kunststof; splijt- en kweekstoffen

09

Overige niet-metaalhoudende minerale producten

10

Metalen in primaire vorm; producten van metaal, andere dan machines en apparaten

11

Machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.; kantoormachines en computers; elektrische machines en apparaten, n.e.g.; radio-, televisie- en telecommunicatieapparatuur; medische apparatuur en instrumenten, precisie- en optische instrumenten; uurwerken

12

Transportmiddelen

13

Meubelen; overige industrieproducten, n.e.g.

14

Secundaire grondstoffen; gemeentelijk afval en overig afval

15

Brieven, pakketten

16

Uitrusting en materiaal voor het vervoer van goederen

17

Vervoerde goederen in het kader van particuliere of bedrijfsverhuizingen; separaat van passagiers vervoerde bagage; voor reparatiedoeleinden vervoerde voertuigen; overige niet voor de markt bestemde goederen, n.e.g.

18

Gegroepeerde goederen: diverse soorten goederen die gezamenlijk worden vervoerd

19

Niet identificeerbare goederen: goederen die om de een of andere reden niet te identificeren zijn en daarom ook niet in de groepen 01 tot en met 16 kunnen worden opgenomen

20

Overige goederen, n.e.g.

 

BIJLAGE VII

INGETROKKEN VERORDENING MET OVERZICHT VAN DE ACHTEREENVOLGENDE WIJZIGINGEN ERVAN

 

Verordening (EG) nr. 1365/2006 van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 264 van 25.9.2006, blz. 1)

 

Verordening (EG) nr. 425/2007 van de Commissie

(PB L 103 van 20.4.2007, blz. 26)

Uitsluitend artikel 1

Verordening (EG) nr. 1304/2007 van de Commissie

(PB L 290 van 8.11.2007, blz. 14)

Uitsluitend artikel 4

Verordening (EU) 2016/1954 van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 311 van 17.11.2016, blz. 20)

 
 

BIJLAGE VIII

Concordantietabel

 

Verordening (EG) nr. 1365/2006

De onderhavige verordening

Artikelen 1 tot en met 4

Artikelen 1 tot en met 4

Artikel 4 bis

Artikel 5

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 12

Artikel 13

Bijlage A

Bijlage I

Bijlage B

Bijlage II

Bijlage C

Bijlage III

Bijlage D

Bijlage IV

Bijlage E

Bijlage V

Bijlage F

Bijlage VI

Bijlage VII

Bijlage VIII

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.