Besluit 2018/1535 - Ondertekening van de statusovereenkomst met Macedonië inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoert in Macedonië

1.

Wettekst

15.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 257/23

 

BESLUIT (EU) 2018/1535 VAN DE RAAD

van 28 september 2018

inzake de ondertekening, namens de Unie, van de statusovereenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoert in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder b) en d), en artikel 79, lid 2, onder c), in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad (1) wordt bepaald dat in gevallen waarin de inzet wordt beoogd van Europese grens- en kustwachtteams in een derde land bij acties waarbij de teamleden uitvoeringsbevoegdheden zullen hebben, of waarin andere acties het vereisen, de Unie een statusovereenkomst dient te sluiten met het betreffende derde land. De statusovereenkomst dient alle aspecten te bestrijken die noodzakelijk zijn om de acties uit te voeren.

 

(2)

Op 21 februari 2017 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onderhandelingen te starten over een statusovereenkomst inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoert in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (de „overeenkomst”).

 

(3)

De onderhandelingen over de overeenkomst zijn op 15 september 2017 van start gegaan en zijn op 18 juli 2018 met succes afgerond door de parafering van de overeenkomst.

 

(4)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad (2); het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

 

(5)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (3); Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

 

(6)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze lidstaat. Aangezien dit besluit voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van genoemd protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad dit besluit heeft vastgesteld, of het dit besluit in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

 

(7)

De overeenkomst moet worden ondertekend en de tekst van de gezamenlijke verklaringen in de bijlage bij dit besluit moet worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie, van de statusovereenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoert in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (de „overeenkomst”), onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst (4).

Artikel 2

De tekst van de gezamenlijke verklaringen in de bijlage bij dit besluit wordt namens de Unie goedgekeurd.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 28 september 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    SCHRAMBÖCK
 

  • (1) 
    Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1).
  • (2) 
    Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43).
  • (3) 
    Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
  • (4) 
    De tekst van de overeenkomst wordt samen met het besluit betreffende de sluiting ervan bekendgemaakt.
 

BIJLAGE

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND, NOORWEGEN, ZWITSERLAND EN LIECHTENSTEIN

De partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein, met name uit hoofde van de overeenkomsten van 18 mei 1999 en 26 oktober 2004 inzake de wijze waarop deze landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Het is daarom wenselijk dat de autoriteiten van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië anderzijds, onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten inzake de uitvoering van acties door het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, die vergelijkbaar zijn met de onderhavige overeenkomst.

GEZAMENLIJKE VERKLARING

Beide partijen zijn het erover eens dat zich onthouden van maatregelen die een eventuele latere strafrechtelijke vervolging van een lid van het team door de bevoegde autoriteiten van de ontvangende staat in gevaar kunnen brengen ook betekent dat men zich ervan dient te onthouden de terugkeer van het betrokken lid van het team vanuit de gebouwen van de Europese grens- en kustwacht in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië naar zijn/haar lidstaat van herkomst op actieve wijze te faciliteren, in afwachting van de verklaring van de uitvoerend directeur van het Agentschap.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.