Besluit 2018/1560 - Standpunt EU in het EPO-comité dat is opgericht bij de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust en de EG met betrekking tot de vaststelling van een besluit van het EPO-comité betreffende de toetreding van Kroatië tot de EU

1.

Wettekst

18.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/19

 

BESLUIT (EU) 2018/1560 VAN DE RAAD

van 15 oktober 2018

tot vaststelling van het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het EPO-comité dat is opgericht bij de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, met betrekking tot de vaststelling van een besluit van het EPO-comité betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie („VWEU”), en met name artikel 207 en artikel 218, lid 9,

Gezien de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (de „overeenkomst”) (1),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De overeenkomst is namens de Unie op 26 november 2008 ondertekend ingevolge Besluit 2009/156/EG van de Raad (2) en wordt sinds 3 september 2016 voorlopig toegepast.

 

(2)

Het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Unie is op 9 december 2011 ondertekend en op 1 juli 2013 in werking getreden.

 

(3)

De Republiek Kroatië is op 8 november 2017 tot de overeenkomst toegetreden door neerlegging van haar akte van toetreding.

 

(4)

Op grond van artikel 77 van de overeenkomst kan het EPO-comité wijzigingsmaatregelen vaststellen die eventueel noodzakelijk zijn in verband met de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Unie.

 

(5)

Het is passend het standpunt vast te stellen dat namens de Unie moet worden ingenomen wat betreft tot de vaststelling van een besluit van het EPO-comité op zijn jaarlijkse vergadering betreffende de na de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Unie noodzakelijke wijzigingen van de overeenkomst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het EPO-comité dat is opgericht bij de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, wat betreft de vaststelling van een besluit van het EPO-comité tijdens zijn jaarlijkse vergadering betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Unie, is gebaseerd op het aan dit besluit van het EPO-comité gehechte ontwerpbesluit.

Artikel 2

Het besluit van het EPO-comité wordt na de vaststelling ervan bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 15 oktober 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

  • F. 
    MOGHERINI
 

  • (2) 
    Besluit 2009/156/EG van de Raad van 21 november 2008 tot ondertekening en voorlopige toepassing van de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (PB L 59 van 3.3.2009, blz. 1).
 

ONTWERP

BESLUIT Nr. …/2018 VAN HET EPO-COMITÉ

dat is opgericht bij de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds,

van …

betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

HET EPO-COMITÉ,

Gezien de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (de „overeenkomst”), die op 26 november 2008 te Abidjan is ondertekend en sinds 3 september 2016 voorlopig wordt toegepast, en met name de artikelen 76, 77 en 81,

Gezien het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (de „Unie”) en de op 8 november 2017 door de Republiek Kroatië neergelegde akte van toetreding tot de overeenkomst,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op elk grondgebied waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is, onder de in dat verdrag neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van Ivoorkust.

 

(2)

Op grond van artikel 77, lid 3, van de overeenkomst kan het EPO-comité wijzigingsmaatregelen vaststellen die eventueel noodzakelijk zijn na de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Republiek Kroatië keurt, als partij bij de overeenkomst, op dezelfde wijze als de andere lidstaten van de Unie de teksten van de overeenkomst, alsmede de daaraan gehechte bijlagen, protocollen en verklaringen goed en neemt er nota van.

Artikel 2

Artikel 81 van de overeenkomst wordt vervangen door:

„Artikel 81

Authentieke teksten

Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.”.

Artikel 3

De Unie doet de Kroatische taalversie van de overeenkomst aan Ivoorkust toekomen.

Artikel 4

  • 1. 
    De bepalingen van de overeenkomst zijn van toepassing op goederen die uit Ivoorkust naar de Republiek Kroatië of uit de Republiek Kroatië naar Ivoorkust worden uitgevoerd, die voldoen aan de oorsprongsregels die gelden op het grondgebied van de partijen bij de overeenkomst en die op 3 september 2016 in Ivoorkust of in de Republiek Kroatië onderweg waren of zich aldaar in tijdelijke opslag, in een douane-entrepot of in een vrije zone bevonden.
  • 2. 
    In de in de eerste alinea bedoelde gevallen wordt preferentiële behandeling toegekend, op voorwaarde dat binnen vier maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit aan de douaneautoriteiten van het land van invoer een bewijs van oorsprong wordt overgelegd dat retroactief is afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer.

Artikel 5

Ivoorkust verbindt zich ertoe in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Unie geen vorderingen, verzoeken of rechtsmiddelen in te stellen, noch enige concessie uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 of artikel XXI van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) te wijzigen of in te trekken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt ondertekend.

De artikelen 3 en 4 zijn evenwel van toepassing met ingang van 3 september 2016.

Gedaan te …,

Voor Ivoorkust

Voor de Europese Unie

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.