Besluit 2018/1714 - Standpunt EU in de Gemengde Commissie die is opgericht bij de kaderovereenkomst met Australië over de vaststelling van het reglement van orde van de Gemengde Commissie en de vaststelling van de mandaten van haar subcommissies en werkgroepen

1.

Wettekst

14.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 286/22

 

BESLUIT (EU) 2018/1714 VAN DE RAAD

van 6 november 2018

tot vaststelling van het door de Europese Unie in te nemen standpunt in de Gemengde Commissie die is opgericht bij de kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Australië, anderzijds, over de vaststelling van het reglement van orde van de Gemengde Commissie en de vaststelling van de mandaten van haar subcommissies en werkgroepen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Australië, anderzijds (1) („de overeenkomst”), werd op 7 augustus 2017 in Manilla ondertekend en bepaalde onderdelen ervan worden sinds 4 oktober 2018 voorlopig toegepast.

 

(2)

Bij artikel 56, lid 1, van de overeenkomst wordt een Gemengde Commissie opgericht om onder andere de doeltreffende tenuitvoerlegging van de overeenkomst te bevorderen.

 

(3)

Volgens artikel 56, lid 4, van de overeenkomst moet de Gemengde Commissie haar eigen reglement van orde vaststellen en kan zij subcommissies en werkgroepen oprichten om specifieke kwesties te behandelen.

 

(4)

Om de doeltreffende uitvoering van de overeenkomst te waarborgen, moeten het reglement van orde en de mandaten van de subcommissies en werkgroepen van de Gemengde Commissie zo snel mogelijk worden vastgesteld.

 

(5)

Het standpunt van de Unie in de Gemengde Commissie met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van de Gemengde Commissie en de vaststelling van de mandaten van haar subcommissies en werkgroepen, moet derhalve worden gebaseerd op de aangehechte ontwerpbesluiten van de Gemengde Commissie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de eerste vergadering van de Gemengde Commissie die is ingesteld overeenkomstig artikel 56 van de kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Australië, anderzijds, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van de Gemengde Commissie en de vaststelling van de mandaten van haar subcommissies en werkgroepen, wordt gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpbesluiten van de Gemengde Commissie.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 6 november 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

  • H. 
    LÖGER
 

 

ONTWERP

BESLUIT Nr. …/2018 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE EU-AUSTRALIË

van …

tot vaststelling van het reglement van orde van de Gemengde Commissie

DE GEMENGDE COMMISSIE EU-AUSTRALIË,

Gezien de kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Australië, anderzijds (1) („de overeenkomst”), en met name artikel 56,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bepaalde onderdelen van de overeenkomst worden sinds 4 oktober 2018 voorlopig toegepast.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 56, lid 1 van de overeenkomst wordt een Gemengde Commissie opgericht die bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen.

 

(3)

Overeenkomstig artikel 56, lid 4 van de overeenkomst moet het Gemengd Comité zijn eigen reglement van orde vaststellen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het reglement van orde van de Gemengde Commissie, zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit, wordt vastgesteld.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te …,

Voor de Gemengde Commissie EU-Australië,

De medevoorzitters

 

 

BIJLAGE

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE GEMENGDE COMMISSIE

Artikel 1

Taken en samenstelling

  • 1. 
    De Gemengde Commissie voert de in artikel 56 van de overeenkomst omschreven taken uit.
  • 2. 
    De Gemengde Commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen op het passende niveau.

Artikel 2

Voorzitter

De Gemengde Commissie wordt gezamenlijk voorgezeten door de partijen.

Artikel 3

Vergaderingen

  • 1. 
    De Gemengde Commissie vergadert gewoonlijk eenmaal per jaar, tenzij de partijen anders overeenkomen. De vergaderingen van de Gemengde Commissie worden bijeengeroepen door de medevoorzitters en vinden afwisselend plaats in Brussel en Canberra, op een datum die in onderling overleg is bepaald. Op verzoek van een van de partijen kunnen de partijen overeenkomen buitengewone vergaderingen van de Gemengde Commissie te beleggen.
  • 2. 
    De Gemengde Commissie vergadert gewoonlijk op het niveau van hoge ambtenaren, maar kan ook op ministerniveau vergaderen.

Artikel 4

Openbaarheid

Vergaderingen van de Gemengde Commissie zijn niet openbaar, tenzij de partijen anders overeenkomen.

Artikel 5

Deelnemers aan de vergaderingen

  • 1. 
    Vóór elke vergadering worden de medevoorzitters via de secretarissen in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.
  • 2. 
    Indien nodig kunnen deskundigen of vertegenwoordigers van andere organen met toestemming van de partijen voor de vergaderingen van de Gemengde Commissie worden uitgenodigd, als waarnemer of om informatie over een specifiek onderwerp te verstrekken.

Artikel 6

Secretarissen

Een vertegenwoordiger van de Europese Dienst voor extern optreden en een vertegenwoordiger van het departement Buitenlandse zaken en Handel van Australië treden gezamenlijk op als secretarissen van de Gemengde Commissie. Alle mededelingen van en aan de medevoorzitters worden doorgestuurd naar de secretarissen.

Artikel 7

Agenda voor de vergaderingen

  • 1. 
    De medevoorzitters stellen voor elke vergadering een voorlopige agenda op. Die wordt, samen met de nodige documenten, ten laatste 15 dagen voor de vergadering aan de andere partij doorgestuurd.
  • 2. 
    De voorlopige agenda bevat punten die ten laatste 21 dagen voor de vergadering aan de medevoorzitters werden voorgelegd.
  • 3. 
    De definitieve agenda wordt aan het begin van elke vergadering door de Gemengde Commissie goedgekeurd. Indien de partijen zulks overeenkomen, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan, als agendapunt worden opgenomen.
  • 4. 
    Met instemming van de partijen kunnen de medevoorzitters de in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen inkorten als dit vereist is.

Artikel 8

Notulen

  • 1. 
    De secretarissen stellen gezamenlijk van iedere vergadering ontwerpnotulen op, binnen 30 kalenderdagen na afloop van de vergadering. De ontwerpnotulen zijn gebaseerd op een samenvatting door de medevoorzitters van de conclusies die de Gemengde Commissie heeft getrokken.
  • 2. 
    De ontwerpnotulen worden binnen 45 kalenderdagen na afloop van de vergadering of op een andere door de partijen overeengekomen datum door de partijen goedgekeurd. Zodra overeenstemming is bereikt over de ontwerpnotulen, worden twee originelen ondertekend door de medevoorzitters en de secretarissen. Iedere partij krijgt een origineel.

Artikel 9

Besluiten en aanbevelingen

  • 1. 
    De Gemengde Commissie kan haar besluiten of aanbevelingen op basis van consensus tussen de partijen vaststellen, overeenkomstig artikel 56, lid 4, van de overeenkomst.
  • 2. 
    De Gemengde Commissie kan besluiten om besluiten of aanbevelingen vast te stellen via een schriftelijke procedure. In deze gevallen komen de partijen een termijn voor de duur van de procedure overeen. Indien bij het verstrijken van deze termijn geen partij bezwaar heeft aangetekend tegen het voorgestelde besluit of de voorgestelde aanbeveling, verklaren de medevoorzitters dat het besluit of de aanbeveling met wederzijdse instemming is goedgekeurd.
  • 3. 
    Besluiten of aanbevelingen van de Gemengde Commissie krijgen de benaming „besluit” of „aanbeveling”, gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een vermelding van het onderwerp ervan. In elk besluit wordt de datum van inwerkingtreding vermeld.
  • 4. 
    De door de Gemengde Commissie vastgestelde besluiten en aanbevelingen worden in tweevoud opgesteld en door de medevoorzitters ondertekend.
  • 5. 
    De partijen kunnen beslissen om de besluiten en aanbevelingen van de Gemengde Commissie op te nemen in hun respectieve publicatieblad.

Artikel 10

Correspondentie

  • 1. 
    De voor de Gemengde Commissie bestemde correspondentie wordt gericht aan de secretaris van de partij waarvan de auteur van de correspondentie deel uitmaakt, die op zijn beurt de andere secretaris inlicht.
  • 2. 
    De secretarissen zien erop toe dat de correspondentie die aan de Gemengde Commissie is gericht, aan de medevoorzitters wordt doorgestuurd, en in voorkomend geval verder verspreid, overeenkomstig artikel 11.
  • 3. 
    De correspondentie van de medevoorzitters van de Gemengde Commissie wordt door het secretariaat aan de partijen doorgestuurd en, in voorkomend geval, verder verspreid, overeenkomstig artikel 11.
  • 4. 
    Correspondentie van en aan de medevoorzitters kan verlopen in om het even welke schriftelijke vorm, ook e-mail.

Artikel 11

Documenten

Wanneer de beraadslagingen van de Gemengde Commissie gebaseerd zijn op documenten, worden deze door de secretarissen genummerd en onder de deelnemers aan de vergaderingen verspreid.

Artikel 12

Onkosten

  • 1. 
    Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met de deelname aan vergaderingen van de Gemengde Commissie.
  • 2. 
    Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.

Artikel 13

Wijzigingen van het reglement van orde

De partijen kunnen overeenkomen dit reglement van orde te wijzigen overeenkomstig artikel 9.

Artikel 14

Subcommissies en werkgroepen

  • 1. 
    De Gemengde Commissie kan besluiten om subcommissies en werkgroepen op te richten om haar te helpen haar taken uit te voeren.
  • 2. 
    De Gemengde Commissie kan besluiten het bevoegdheidsgebied van de door haar opgerichte subcommissies of werkgroepen te wijzigen of deze subcomités of werkgroepen op te heffen.
 

ONTWERP

BESLUIT Nr. …/2018 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE EU-AUSTRALIË

van …

over de vaststelling van de mandaten van haar subcommissies en werkgroepen

DE GEMENGDE COMMISSIE EU-AUSTRALIË,

Gezien de kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Australië, anderzijds (1) („de overeenkomst”), en met name artikel 56, en gezien artikel 14 van het reglement van orde van de Gemengde Commissie,

Overwegende dat in artikel 13, lid 1, van haar reglement van orde bepaald wordt dat de Gemengde Commissie subcommissies en werkgroepen kan oprichten om haar te helpen bij het uitvoeren van haar taken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het mandaat van de subcommissies en werkgroepen van de Gemengde Commissie, zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit, wordt vastgesteld.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te …,

Voor de Gemengde Commissie EU-Australië,

De medevoorzitters

 

 

BIJLAGE

MANDAAT VAN DE SUBCOMMISSIES EN WERKGROEPEN VAN DE GEMENGDE COMMISSIE

Artikel 1

De subcommissies en werkgroepen kunnen de uitvoering van de overeenkomst op hun respectieve werkterreinen bespreken. Zij kunnen ook onderwerpen of specifieke projecten bespreken die verband houden met het relevante terrein van de bilaterale samenwerking.

Artikel 2

  • 1. 
    De subcommissies en werkgroepen werken onder het gezag van de Gemengde Commissie. Zij brengen verslag uit en sturen hun notulen en conclusies binnen 30 kalenderdagen na iedere vergadering aan de medevoorzitters.
  • 2. 
    De subcommissies en werkgroepen hebben geen beslissingsrecht, maar kunnen aanbevelingen doen aan de Gemengde Commissie.

Artikel 3

  • 1. 
    De subcommissies en werkgroepen bestaan uit vertegenwoordigers van de partijen.
  • 2. 
    De subcommissies en werkgroepen kunnen deskundigen voor hun vergaderingen uitnodigen en deze raadplegen met betrekking tot specifieke punten op de agenda.

Artikel 4

De subcommissies en werkgroepen worden gezamenlijk voorgezeten door de partijen.

Artikel 5

Elke partij heeft een vertegenwoordiger; deze vertegenwoordigers treden gezamenlijk op als secretaris van de subcommissies en werkgroepen.

Artikel 6

  • 1. 
    De subcommissies en werkgroepen vergaderen wanneer de omstandigheden zulks vereisen, op schriftelijk verzoek van een partij. Elke vergadering wordt gehouden op een door de partijen overeengekomen plaats en datum.
  • 2. 
    Wanneer een partij verzoekt om een vergadering van een subcommissie of een werkgroep, antwoordt de secretaris van de andere partij binnen 15 werkdagen na ontvangst van dit verzoek. In bijzonder dringende gevallen en met wederzijdse instemming tussen de partijen kunnen vergaderingen van de subcommissies en werkgroepen op kortere termijn worden bijeengeroepen.
  • 3. 
    Vergaderingen van de subcommissies en werkgroepen worden gezamenlijk door de beide secretarissen bijeengeroepen.

Artikel 7

  • 1. 
    Elke partij kan de medevoorzitters verzoeken een punt op de agenda van een vergadering te plaatsen. Het verzoek daartoe wordt uiterlijk 15 dagen voor de vergadering aan de secretarissen bezorgd, en de ondersteunende documentatie uiterlijk 10 dagen voor de vergadering.
  • 2. 
    De secretarissen delen de voorlopige agenda mee ten laatste vijf werkdagen voor de vergadering. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen de partijen overeenkomen op kortere termijn punten aan de agenda toe te voegen.

Artikel 8

De secretarissen stellen gezamenlijk ontwerpnotulen van iedere vergadering op.

Artikel 9

Tenzij de partijen anders besluiten, zijn de vergaderingen van de subcommissies en werkgroepen niet openbaar.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.