Besluit 2018/1925 - Standpunt in de Associatieraad EU-Tunesië over de vaststelling van de strategische prioriteiten EU-Tunesië voor de periode 2018-2020 - Hoofdinhoud
10.12.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 313/5 |
BESLUIT (EU) 2018/1925 VAN DE RAAD
van 18 september 2018
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euromediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, over de vaststelling van de strategische prioriteiten EU-Tunesië voor de periode 2018-2020
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt,
(1) |
De Euromediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds (1) („de Euromediterrane Overeenkomst”) is op 17 juli 1995 ondertekend en op 1 maart 1998 in werking getreden. |
(2) |
Artikel 80 van de Euromediterrane Overeenkomst machtigt de bij de Euromediterrane Overeenkomst ingestelde Associatieraad de besluiten te nemen die hij dienstig acht voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Euromediterrane Overeenkomst. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 90 van de Euromediterrane Overeenkomst treffen de partijen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen en zien zij erop toe dat de in de overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt. |
(4) |
De Raad toonde zich in zijn conclusies van 14 december 2015 verheugd over de gezamenlijke mededeling van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie van 18 november 2015 over de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid. De Raad heeft daarbij het voornemen bevestigd de samenwerking met zijn partners in 2016 naar een hoger plan te tillen en daarbij in voorkomend geval nieuwe partnerschapsprioriteiten vast te stellen die zijn toegespitst op gezamenlijk vastgestelde prioriteiten en belangen. |
(5) |
De Raad toonde zich in zijn conclusies van 17 oktober 2016 verheugd over de gezamenlijke mededeling van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie van 29 september 2016 over meer steun van de EU aan Tunesië. De Raad hernieuwt in die conclusies zijn verbintenis om de overgang in Tunesië te ondersteunen, benadrukt het uitzonderlijke karakter van de Tunesische situatie en het strategische belang van de EU om de opkomst van een democratisch, sterk en stabiel Tunesië in het nabuurschap te ondersteunen, evenals de noodzaak om de politieke vooruitgang gepaard te laten gaan met economische vooruitgang van dezelfde omvang, en bevordert daartoe de mobilisatie van alle beschikbare instrumenten van de EU en de versterkte betrokkenheid van de EU en haar lidstaten in nauwe samenwerking met de Tunesische autoriteiten. |
(6) |
De Unie en de Republiek Tunesië dienen samen te werken met het oog op het behalen van hun gemeenschappelijke doelstelling zoals bepaald in het kader van de strategische prioriteiten. De ontwikkeling van een voorspoedige en stabiele Tunesische democratie is een gezamenlijk strategisch belang. |
(7) |
De Unie en de Republiek Tunesië dienen de meest dringende uitdagingen aan te pakken en daarnaast te blijven werken aan de belangrijkste doelstellingen van hun duurzame partnerschap en in het bijzonder aan het creëren van toekomstperspectieven voor jongeren, de versnelling van de sociaal-economische hervormingen, evenals de voortzetting en de versterking van het democratische overgangsproces. |
(8) |
Het standpunt van de Unie in de Associatieraad over de vaststelling van de strategische prioriteiten EU-Tunesië voor de periode 2018-2020 moet derhalve worden gebaseerd op het hieraan gehechte ontwerpbesluit, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euromediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, over de vaststelling van de strategische prioriteiten EU-Tunesië voor de periode 2018-2020 wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van de Associatieraad.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 18 september 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
-
G.BLÜMEL
ONTWERP
BESLUIT Nr. 1/2018 VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-TUNESIË
van …
tot vaststelling van de strategische prioriteiten EU-Tunesië voor de periode 2018-2020
DE ASSOCIATIERAAD EU-TUNESIË,
Gezien de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds („de Euro-mediterrane overeenkomst”) is op 17 juli 1995 ondertekend en op 1 maart 1998 in werking getreden. |
(2) |
Artikel 80 van de Euro-mediterrane overeenkomst machtigt de Associatieraad de besluiten te nemen die hij dienstig acht voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 90 van de Euro-mediterrane overeenkomst treffen de partijen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen en zien zij erop toe dat de in de overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt. |
(4) |
In het kader van de evaluatie van het Europees nabuurschapsbeleid in 2016 werd een nieuwe fase in de samenwerking met de partners voorgesteld, die bijdroeg tot een sterker gevoel van betrokkenheid voor elke partij. |
(5) |
De Europese Unie en de Republiek Tunesië hebben besloten hun bevoorrecht partnerschap te consolideren door een reeks strategische prioriteiten voor de periode 2018-2020 goed te keuren, teneinde de veerkracht en de stabiliteit van de Republiek Tunesië te ondersteunen en versterken. |
(6) |
De partijen bij de Euro-mediterrane overeenkomst moeten overeenstemming bereiken over de tekst van de strategische prioriteiten, die het bevoorrecht partnerschap EU-Tunesië concretiseren voor de periode 2018-2020. Die prioriteiten moeten de uitvoering van de Euro-mediterrane overeenkomst ondersteunen, door de nadruk te leggen op de samenwerking rond gezamenlijk vastgestelde gedeelde belangen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Associatieraad stelt de strategische prioriteiten EU-Tunesië voor de periode 2018-2020 vast, zoals opgenomen in het document getiteld „Consolidatie van het geprivilegieerde partnerschap EU-Tunesië: strategische prioriteiten EU-Tunesië voor de periode 2018-2020” in de bijlage, en beveelt de partijen aan deze uit te voeren.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te …,
Voor de Associatieraad EU-Tunesië
De voorzitter
BIJLAGE
Consolidatie van het geprivilegieerde partnerschap EU-Tunesië: strategische prioriteiten voor de periode 2018-2020
-
1.Inleiding
Tunesië heeft van zijn verankering in de Europese ruimte een strategische keuze gemaakt. De ontwikkeling van een welvarende en stabiele Tunesische democratie in het nabuurschap van de Europese Unie is een gezamenlijk strategisch belang.
Het geprivilegieerde partnerschap EU-Tunesië bewijst hoe bijzonder en dynamisch de bilaterale banden zijn, maar ook hoe ambitieus beide partners zijn om de banden te doen evolueren in de richting van een steeds nauwere samenwerking tussen Tunesië en de Europese ruimte. Het doel op lange termijn is om een ambitieus toekomstmodel te ontwikkelen voor de relaties na 2020, waarbij wordt voortgebouwd op de behaalde vooruitgang en ten volle gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden voor toenadering die het Europese nabuurschapsbeleid biedt in de periode 2018-2020.
In het kader van het geprivilegieerde partnerschap heeft Tunesië zich er ten volle toe verbonden de hervormingen uit te voeren die noodzakelijk zijn voor duurzame sociaal-economische ontwikkeling van het land en de democratische overgang te bestendigen. De Europese Unie is zich bewust van de omvang van de uitdagingen en de moeilijkheden waar Tunesië mee wordt geconfronteerd, en hernieuwt haar verbintenis om steun te bieden om deze hervormingen zo snel mogelijk uit te voeren.
De strategische prioriteiten die in dit document zijn vastgelegd, vertalen het geprivilegieerde partnerschap in concrete termen voor de jaren 2018-2020. Het creëren van perspectieven voor jongeren zal centraal staan in de acties van beide partijen. De nadruk zal liggen op versnelde sociaal-economische hervormingen, met inbegrip van de verbetering van het ondernemingsklimaat, maar ook op het sluiten van een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst (DCFTA). De consolidatie van de democratie, in het bijzonder de daadwerkelijke toepassing van de grondwet van 2014 en goed bestuur, blijven eveneens cruciaal. Beide partijen zullen hun samenwerking op het vlak van veiligheid en terrorismebestrijding, alsook op het vlak van migratie en mobiliteit, versterken door de afsluiting van de onderhandelingen over visumversoepeling en overname en de steeds actievere deelname van Tunesië aan de Europese programma's. Deze inspanningen gaan gepaard met een versterking van de politieke dialoog op hoog niveau, van de dialoog met het maatschappelijk middenveld, alsook van de zichtbaarheid van het partnerschap.
Deze prioriteiten zijn gebaseerd op het Tunesische vijfjarige ontwikkelingsplan 2016-2020 (1) en op de gezamenlijke mededeling „Meer EU-steun aan Tunesië” (2).
-
2.Strategische prioriteiten van het geprivilegieerde partnerschap EU-Tunesië voor de periode 2018-2020
Partnerschap voor jongeren
De EU en Tunesië beschouwen de toekomstperspectieven voor jongeren als een hoofddoelstelling, zoals blijkt uit het partnerschap „EU-Tunesië voor jongeren”, dat op 1 december 2016 door de Tunesische president en de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter werd gelanceerd. Om beter aan de behoeften van jonge Tunesiërs te kunnen voldoen, moet de samenhang tussen de verschillende huidige en toekomstige acties worden verbeterd. Op basis van de dialoog die voor de uitvoering van dit partnerschap werd aangegaan, hebben de EU en Tunesië zich ertoe verbonden ondersteuning te bieden aan de acties ter bevordering van werkgelegenheid en inzetbaarheid van jongeren, mobiliteit, en meer betrokkenheid van jongeren bij het openbare en politieke leven, in het bijzonder lokale initiatieven. De inzetbaarheid zal worden verbeterd via de hervorming van het onderwijs en de beroepsopleiding en het creëren van een sterkere band tussen de privésector en de onderwijs- en opleidingsstelsels, alsook dankzij de bevordering en begeleiding van innoverende initiatieven die jongeren zelf lanceren, in het bijzonder op het vlak van nieuwe technologieën en cultuur. De ondersteuning van de ontwikkeling van een nationale Tunesische strategie voor jongeren zal, net als de versterking van de instellingen en organisaties voor jongeren, een sleutelelement zijn binnen het partnerschap.
Ter aanvulling van deze verbintenis voor jongeren zullen beide partijen aan de volgende strategische prioriteiten werken:
2.1. |
Inclusieve en duurzame sociaal-economische ontwikkeling Politieke vooruitgang kan pas duurzaam zijn indien deze vergezeld gaat van navenante economische vooruitgang. Rekening houdend met de kwetsbare sociaal-economische situatie van Tunesië, de hoge werkloosheidsgraad onder de jongeren (in het bijzonder jongeren met een diploma) en aanzienlijke regionale en sociale verschillen, is een van de hoofddoelstellingen bij te dragen aan de heropleving van de Tunesische economie, haar competitiever en gediversifieerder te maken en op een inclusieve en duurzame manier te transformeren, waarbij de internationale verbintenissen op het vlak van milieu en klimaatverandering in acht worden genomen. De EU zal de structurele hervormingen blijven ondersteunen en aanmoedigen. In het bijzonder zullen de acties op het vlak van sociaal-economische ontwikkeling de volgende verbintenissen omvatten:
Ter bevordering van de sociale vooruitgang verbinden de partijen zich ertoe om het volgende te blijven bevorderen:
Beide partijen blijven zich ten volle inzetten voor het onderhandelingsproces over een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst (DCFTA) en zijn het eens over een concreet actieplan voor 2018 om de onderhandelingen te versnellen om zo spoedig mogelijk tot een conclusie te komen. De EU en Tunesië zullen in ieders belang blijven werken aan de modernisering van de Tunesische economie, met inbegrip van de meest achtergestelde regio's en gemeenschappen, en zullen het scheppen van werkgelegenheid blijven stimuleren, in het bijzonder voor jongeren. De partijen verbinden zich ertoe de economische integratie van Tunesië in de Europese markt en in de Maghreb te vergroten. Om de rol van innovatie en onderzoek ten dienste van de economische, sociale en regionale ontwikkeling te versterken, streven de EU en Tunesië naar de integratie van Tunesië in de Europese ruimte voor onderzoek, meer bepaald via de bevordering van hoger onderwijs, versterking van het bestuur, mechanismen ter bevordering van publiek onderzoek en de overdracht van technologieën tussen de academische wereld en de industrie. |
2.2. |
Democratie, goed bestuur en mensenrechten De EU en Tunesië blijven veel belang hechten aan het democratische hervormingsproces en aan de bevordering van goed bestuur en de rechtsstaat, met eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsook aan de versterking van de rol en de deelname van het maatschappelijk middenveld. De partijen blijven het politieke hervormingsproces steunen via de daadwerkelijke toepassing van de grondwet en de internationale verbintenissen die Tunesië is aangegaan. De prioriteiten op het vlak van goed bestuur en eerbiediging van de rechtsstaat omvatten in het bijzonder:
De prioriteiten met betrekking tot de eerbiediging en de bevordering van mensenrechten omvatten:
|
2.3. |
Toenadering tussen de volkeren, mobiliteit en migratie De toenadering tussen de Tunesische en Europese samenlevingen is een essentiële pijler van het geprivilegieerde partnerschap, via de versterking van de uitwisselingen tussen volkeren, samenlevingen en culturen. Deze dimensie van mobiliteit is uitermate belangrijk bij de uitvoering van het partnerschap voor jongeren. De daadwerkelijke uitvoering van de associatie van Tunesië in het kader van Horizon 2020 en de deelname aan Creatief Europa en Erasmus+ vormen de hoekstenen van deze inspanningen. Gecoördineerd migratiebeheer is zowel voor Tunesië als voor de EU een politieke prioriteit. De partijen verbinden zich ertoe de dialoog en de samenwerking te versterken, meer bepaald door de uitvoering van het mobiliteitspartnerschap, het opvoeren van de strijd tegen de dieperliggende oorzaken van irreguliere migratie, alsook de bereidheid van Europa om de opzet van een Tunesisch asielsysteem te ondersteunen. Deze samenwerking, waarin ook de regionale dimensie van deze vraagstukken tot uiting komt, omvat:
|
2.4. |
Veiligheid en terrorismebestrijding De EU en Tunesië worden geconfronteerd met gemeenschappelijke veiligheidsuitdagingen die een gecoördineerd optreden vergen, met eerbied voor de gedeelde waarden inzake democratie en de eerbiediging van de mensenrechten. Tunesië is van plan om zijn globale en multisectorale strategie in de strijd tegen terrorisme en gewelddadig extremisme uit te voeren. De prioritaire samenwerkingsdomeinen omvatten:
De Europese Unie zal bovendien ten volle blijven deelnemen aan de G7+6-groep, die de coördinatie tussen de belangrijkste partners van Tunesië waarborgt. Er kunnen ook nog andere aspecten van het partnerschap op het gebied van veiligheid/defensie worden ontwikkeld. |
-
3.Volgende stappen in de consolidatie van het geprivilegieerde partnerschap EU-Tunesië
Het belang dat beide partijen aan hun betrekkingen hechten, zal zich blijven weerspiegelen in intensieve politieke contacten en regelmatige bezoeken, als onderdeel van een bredere politieke dialoog over een reeks onderwerpen van gezamenlijk belang, met inbegrip van regionale en mondiale kwesties. De regionale dimensie van deze gesprekken zou moeten worden versterkt. Beide partijen herinneren daarom aan het belang van hun samenwerking in het kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied. Naast de bestaande gesprekken zullen de partijen vergaderingen op hoog niveau organiseren tussen de EU en Tunesië en zullen Tunesische ministers deelnemen aan bepaalde informele thematische vergaderingen met de leden van de Raad van de Europese Unie. De parlementaire samenwerking tussen het Europees Parlement en de Kamer van Volksvertegenwoordigers wordt aangemoedigd.
De organen van de associatieovereenkomst (Associatieraad, Associatiecomité en technische subcomités) blijven bij uitstek de fora om de daadwerkelijke uitvoering van het partnerschap aan te sturen. De EU en Tunesië verbinden zich ertoe de doeltreffendheid en meerwaarde van hun inspanningen te verhogen en deze zo veel mogelijk te clusteren in prioritaire thema's, overeenkomstig de strategische prioriteiten.
Om de hierboven opgesomde prioriteiten tastbaarder te maken, heeft Tunesië een stappenplan voorgesteld, dat door de EU is aanvaard. Dit openbare document bevat de dringendste maatregelen (wetgevende, strategische en operationele) die nodig zijn voor de sociaal-economische heropleving van het land. Dit stappenplan is een flexibel en operationeel mechanisme dat ieder half jaar wordt getoetst.
In het kader van de gezamenlijke mededeling verbindt de EU zich ertoe haar financiële steun aan Tunesië significant te verhogen via het nabuurschapsinstrument. De EU en Tunesië zullen streven naar maximaal gebruik van de bestaande financieringsmogelijkheden, met inbegrip van de nieuwe instrumenten, zoals het EU-plan voor externe investeringen, door de complementariteit en hefboomeffecten tussen enerzijds de subsidies van de EU en anderzijds leningen van financiële instellingen te versterken. Beide partijen verbinden zich ertoe de synergie tussen de politieke en sectorale dialogen en de uitvoering van de financiële samenwerking te versterken. Ze streven eveneens naar versterking van de coördinatie- en dialoogmechanismen met de financiële partners en de internationale donoren, waarbij Tunesië verantwoordelijk is voor de vaststelling van de prioriteiten en voor de uitvoering ervan.
Tot slot verbinden beide partijen zich ertoe meer zichtbaarheid te geven aan de strategische relatie tussen de EU en Tunesië en de voordelen van hun samenwerking voor de burgers aan weerszijden van de Middellandse Zee duidelijker te maken.
-
Dit plan bevat een ontwikkelingsmodel voor duurzame en inclusieve groei en is opgebouwd rond vijf prioriteiten: i) goed bestuur, hervorming van het bestuur en corruptiebestrijding, ii) overgang van lagekosteneconomie naar economische hub, iii) menselijke ontwikkeling en sociale inclusie, iv) concrete ambities van de regio's en v) groene economie, pijler van duurzame ontwikkeling.
-
Deze mededeling van de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (JOIN(2016) 47 final van 29 september 2016) bestaat uit zes onderdelen: i) goed bestuur en hervorming van het openbare bestuur ii) versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld iii) investeren in de toekomst: werkgelegenheid en duurzame sociaal-economische ontwikkeling iv) aanpak van maatschappelijke ongelijkheid v) aanpak van veiligheidsproblemen vi) gezamenlijke inspanningen voor een beter beheer van migratie en mobiliteit.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.