Besluit 2019/28 - Standpunt in de Associatieraad EU-Jordanië over de verlenging met twee jaar van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië

1.

Wettekst

10.1.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/27

 

BESLUIT (EU) 2019/28 VAN DE RAAD

van 10 december 2018

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, over de verlenging met twee jaar van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie en van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds (de „overeenkomst”), is op 24 november 1997 ondertekend en op 1 mei 2002 in werking getreden (1).

 

(2)

Op basis van een evaluatie van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië die op 19 december 2016 is vastgesteld door de Associatieraad, zijn de partijen overeengekomen dat deze nog steeds geldig zijn als richtsnoer voor een verdere consolidatie van het partnerschap.

 

(3)

Op grond van artikel 91 van de overeenkomst heeft de Associatieraad de bevoegdheid besluiten vast te stellen om de doelstellingen van de overeenkomst te verwezenlijken.

 

(4)

De Associatieraad moet via schriftelijke procedure een besluit vaststellen wat betreft de verlenging met twee jaar van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië tot eind 2020.

 

(5)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad, aangezien het besluit voor de Unie bindend zal zijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, over de verlenging met twee jaar van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van de Associatieraad EU-Jordanië.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 10 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

  • F. 
    MOGHERINI
 

  • (1) 
    Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds (PB L 129 van 15.5.2002, blz. 3).
 

BIJLAGE

BESLUIT Nr. 1/2018 VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-JORDANIË

van …

tot goedkeuring van de verlenging met twee jaar van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië

DE ASSOCIATIERAAD EU-JORDANIË,

Gezien de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds (de „overeenkomst”),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, is op 24 november 1997 ondertekend en op 1 mei 2002 in werking getreden.

 

(2)

Artikel 91 van de overeenkomst geeft de Associatieraad de bevoegdheid passende besluiten vast te stellen om de doelstellingen van de overeenkomst te verwezenlijken.

 

(3)

In artikel 101 van de overeenkomst is bepaald dat de partijen alle algemene of bijzondere maatregelen dienen te treffen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen, en dienen zij erop toe te zien dat de in de overeenkomst vastgelegde doelstellingen worden verwezenlijkt.

 

(4)

Bij Besluit nr. 1/2016 van 19 december 2016 is de Associatieraad de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië voor de periode 2016-2018 overeengekomen om het partnerschap te consolideren met als doel de weerbaarheid en stabiliteit van Jordanië te steunen en te versterken en tegelijk ernaar te streven de impact van het langdurige conflict in Syrië aan te pakken.

 

(5)

Op basis van een evaluatie van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië zijn de partijen het erover eens dat de in 2016 overeengekomen partnerschapsprioriteiten tot eind 2020 moeten worden verlengd, en dat gedurende de periode 2019-2020, indien passend, een evaluatie van de partnerschapsprioriteiten en het daaraan gehechte pact EU-Jordanië kan plaatsvinden.

 

(6)

Bij artikel 10 van het reglement van orde van de Associatieraad is voorzien in de mogelijkheid om tussen de vergaderingen in besluiten vast te stellen via schriftelijke procedure, mits de partijen daarmee instemmen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Associatieraad besluit via schriftelijke procedure de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië, die zijn gehecht aan Besluit nr. 1/2016 van 19 december 2016, te verlengen tot en met 31 december 2020.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te …,

Voor de Associatieraad

De voorzitter

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.