Verordening 2019/26 - Aanvulling van de typegoedkeuringswetgeving van de Unie in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie

1.

Wettekst

10.1.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 8/1

 

VERORDENING (EU) 2019/26 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 8 januari 2019

tot aanvulling van de typegoedkeuringswetgeving van de Unie in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). De Verdragen zullen niet langer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk met ingang van de datum van inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord of, bij gebreke daarvan, na verloop van twee jaar na de kennisgeving, d.w.z. met ingang van 30 maart 2019, tenzij de Europese Raad met instemming van het Verenigd Koninkrijk met eenparigheid van stemmen tot verlenging van die termijn besluit.

 

(2)

Het terugtrekkingsakkoord als overeengekomen tussen de onderhandelaars voorziet in regelingen op grond waarvan bepalingen van het Unierecht op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing kunnen blijven tot na de datum waarop de Verdragen niet langer van toepassing zijn op en in het Verenigd Koninkrijk. Indien dat akkoord in werking treedt, zal de typegoedkeuringswetgeving van de Unie gedurende de overgangsperiode van toepassing zijn op en in het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig dat akkoord, en zal na het einde van die periode niet meer van toepassing zijn.

 

(3)

Bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3), Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (4), Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (5) en Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en van de Raad (6) is een breed wetgevingskader voor typegoedkeuringen van de Unie vastgesteld.

 

(4)

Die handelingen laten fabrikanten de keuze van de typegoedkeuringsinstantie voor het verkrijgen van een typegoedkeuring die hen in staat stelt voertuigen, systemen, componenten en technische eenheden in de Unie in de handel te brengen.

 

(5)

Als er geen bijzondere bepalingen worden vastgesteld, zou de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie tot gevolg hebben dat de EG-typegoedkeuringen en EU-typegoedkeuringen die eerder door de typegoedkeuringsinstantie van het Verenigd Koninkrijk („typegoedkeuringsinstantie van het VK”) zijn verleend, overeenkomstig de regelgevingshandelingen van de Unie, niet langer toegang bieden tot de markt van de Unie. Ook fabrikanten in de andere lidstaten dan het Verenigd Koninkrijk zijn in het bezit van dergelijke typegoedkeuringen. Hoewel voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden met een in het Verenigd Koninkrijk, overeenkomstig regelgevingshandelingen van de Unie, verleende typegoedkeuring in de Unie in de handel kunnen worden gebracht tot het moment waarop de typegoedkeuringswetgeving van de Unie niet langer op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing is, is het nodig te voorzien in bijzondere bepalingen om het in de Unie in de handel brengen van die voertuigen, systemen, componenten of technische eenheden na die datum te vergemakkelijken.

 

(6)

De huidige typegoedkeuringswetgeving van de Unie voorziet niet in de mogelijkheid om typen die reeds elders in de Unie zijn goedgekeurd, opnieuw goed te keuren. Fabrikanten moeten echter kunnen doorgaan met de productie van voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die eerder op typegoedkeuringen die door de typegoedkeuringsinstantie van het VK zijn verleend, waren gebaseerd, en zij moeten dergelijke voertuigen, systemen, componenten of technische eenheden in de Unie in de handel kunnen blijven brengen. Daarom moet fabrikanten de mogelijkheid worden geboden nieuwe typegoedkeuringen te verkrijgen van typegoedkeuringsinstanties van andere lidstaten dan het Verenigd Koninkrijk.

 

(7)

Deze verordening moet ook waarborgen dat fabrikanten de grootst mogelijke vrijheid behouden bij hun keuze van een typegoedkeuringsinstantie van de Unie. In het bijzonder moet die keuze van de fabrikant niet onderworpen zijn aan toestemming van de typegoedkeuringsinstantie van het VK, of afhankelijk zijn van eventuele afspraken tussen de typegoedkeuringsinstantie van het VK en de nieuwe typegoedkeuringsinstantie van de Unie.

 

(8)

Om alle belanghebbenden de nodige rechtszekerheid te bieden en dezelfde regels voor fabrikanten te waarborgen, is het noodzakelijk op transparante wijze gelijke voorwaarden vast te stellen die in alle lidstaten van toepassing zijn.

 

(9)

Om de voortzetting van de productie en het in de handel brengen van voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden mogelijk te maken, is het noodzakelijk dat de voorschriften waaraan de desbetreffende typen moeten voldoen om door de typegoedkeuringsinstantie van een andere lidstaat dan het Verenigd Koninkrijk te worden erkend, overeenkomen met de voorschriften die gelden voor het in de handel brengen van nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden, niet met de voorschriften die gelden voor nieuwe typen.

 

(10)

De voorschriften voor nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden gelden evenzeer voor fabrikanten met typegoedkeuringen die door een andere lidstaat dan het Verenigd Koninkrijk zijn verleend. Met de keuze om voor de goedkeuring van typen uit hoofde van deze verordening dezelfde voorschriften toe te passen als voor het in de handel brengen van nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden, wordt dus beoogd te waarborgen dat de fabrikanten die de gevolgen ondervinden van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk gelijk worden behandeld als fabrikanten waarvan de typegoedkeuringen zijn verleend door andere lidstaten dan het Verenigd Koninkrijk.

 

(11)

Niets in deze verordening mag de fabrikant van een voertuig ervan weerhouden om voor een voertuigtype dat eerder in het Verenigd Koninkrijk is goedgekeurd, op vrijwillige basis goedkeuring van de Unie aan te vragen aan de hand van bepaalde voorschriften die van toepassing zijn op nieuwe typen systemen, onderdelen of technische eenheden en waarbij het voertuigtype voor het overige identiek blijft aan het type dat in het Verenigd Koninkrijk was goedgekeurd.

 

(12)

Aanvragen voor goedkeuringen voor geheel nieuwe typen voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden mogen niet onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen.

 

(13)

Het moet mogelijk zijn om typegoedkeuringen die op basis van deze verordening worden verleend, te baseren op testrapporten die al waren ingediend met het oog op het verkrijgen van de typegoedkeuring in het Verenigd Koninkrijk, mits de voorschriften die aan de desbetreffende test ten grondslag liggen niet zijn gewijzigd. Om een dergelijk gebruik van de testrapporten van een door het Verenigd Koninkrijk aangemelde technische dienst mogelijk te maken, moet deze verordening voorzien in een vrijstelling van de eis dat de desbetreffende technische dienst moet zijn aangewezen door de instantie die de typegoedkeuring verleent en bij de Commissie door de lidstaat moet zijn aangemeld. Om ook de tijd te bestrijken waarin de typegoedkeuringswetgeving van de Unie niet langer op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing is, moet deze verordening ook voorzien in een vrijstelling van de specifieke voorschriften met betrekking tot de aanwijzing en aanmelding van technische diensten van derde landen.

 

(14)

Tegelijkertijd moeten typegoedkeuringsinstanties van de Unie, die immers de volledige verantwoordelijkheid dragen voor de door hen verleende nieuwe typegoedkeuringen van de Unie, de mogelijkheid hebben om de uitvoering van aanvullende tests te verlangen voor elk element van de goedkeuring waarvoor zij dat wenselijk achten.

 

(15)

Voor zover in deze verordening niet anders wordt bepaald, moeten de algemene bepalingen inzake EG-typegoedkeuring en EU-typegoedkeuring van toepassing blijven.

 

(16)

Er moet rekening mee worden gehouden dat de aan typegoedkeuringsinstanties toebedeelde rol niet eindigt met de productie of het in de handel brengen van een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid, maar zich tot meerdere jaren na het in de handel brengen van de desbetreffende voertuigen, systemen, componenten of technische eenheden uitstrekt. Dit geldt in het bijzonder met betrekking tot de verplichtingen inzake de conformiteit tijdens het gebruik van voertuigen die vallen onder Richtlijn 2007/46/EG, en de verplichtingen inzake reparatie- en onderhoudsinformatie en eventuele terugroepacties voor voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die vallen onder Richtlijn 2007/46/EG, Verordening (EU) nr. 167/2013, Verordening (EU) nr. 168/2013 of Verordening (EU) 2016/1628. Om te garanderen dat er een verantwoordelijke typegoedkeuringsinstantie is, moet de instantie die de typegoedkeuring van de Unie verleent, die verplichtingen ook op zich nemen met betrekking tot voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die op hetzelfde type gebaseerd zijn en die op basis van een typegoedkeuring van het VK al in de Unie in de handel zijn gebracht.

 

(17)

Wanneer fabrikanten gebruikmaken van de procedures die in deze verordening zijn vastgelegd, kan hun typegoedkeuring van het VK ongeldig worden voordat de typegoedkeuringswetgeving van de Unie niet langer van toepassing is op en in het Verenigd Koninkrijk omdat de typegoedkeuring van de Unie voor hetzelfde type is verleend. Daar fabrikanten niet mogen worden benadeeld omdat zij gebruik hebben gemaakt van deze verordening, moet het worden toegestaan dat de voorraad voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die zijn geproduceerd op basis van een geldige typegoedkeuring van het VK in de handel wordt gebracht, geregistreerd en in gebruik genomen zodra de fabrikanten een nieuwe typegoedkeuring van de Unie hebben verkregen, zolang de typegoedkeuringswetgeving van de Unie van toepassing blijft op en in het Verenigd Koninkrijk, mits die voertuigen, systemen, componenten en technische eenheden blijven voldoen aan de algemene vereisten van de in artikel 1 vermelde handelingen. Daar de tijdstippen van het in de handel brengen, registreren en in gebruik nemen uiteen kunnen lopen, dient het tijdstip waarop de eerste van die stappen is gezet te worden gebruikt om de in deze verordening vastgestelde termijnen te bepalen.

 

(18)

Het is ook noodzakelijk dat een typegoedkeuringsinstantie van de Unie bepaalde verplichtingen op zich neemt met betrekking tot voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die in de Unie in de handel zijn gebracht op basis van typegoedkeuringen van het VK die ofwel niet langer geldig zijn op grond van artikel 17 van Richtlijn 2007/46/EG, artikel 32 van Verordening (EU) nr. 167/2013, artikel 37 van Verordening (EU) nr. 168/2013 of artikel 30 van Verordening (EU) 2016/1628, of waarvoor geen typegoedkeuring van de Unie wordt aangevraagd. Om ervoor te zorgen dat er een verantwoordelijke typegoedkeuringsinstantie van de Unie is, moet van de fabrikanten worden verlangd dat zij de typegoedkeuringsinstantie van de Unie door wie zij de eerder in het Verenigd Koninkrijk goedgekeurde typen moeten laten goedkeuren, verzoeken verplichtingen op zich te nemen ten aanzien van terugroepacties, reparatie- en onderhoudsinformatie en controles van de conformiteit tijdens het gebruik met betrekking tot hun voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die op andere typen gebaseerd zijn en reeds in de Unie in de handel zijn gebracht. Om de omvang van de verplichtingen die door de typegoedkeuringsinstantie van de Unie op zich worden genomen te beperken, moeten die verplichtingen alleen betrekking hebben op voertuigen, systemen, componenten en technische eenheden gebaseerd op typegoedkeuringen van het VK die zijn verleend na 1 januari 2008.

 

(19)

Besluiten van nationale instanties die zijn genomen overeenkomstig artikel 27, lid 3, van Richtlijn 2007/46/EG, artikel 39, lid 3, van Verordening (EU) nr. 167/2013 of artikel 44, lid 3, van Verordening (EU) nr. 168/2013, terwijl de typegoedkeuringswetgeving van de Unie nog van toepassing is op en in het Verenigd Koninkrijk, op grond waarvan wordt toegestaan dat voertuigen uit restantvoorraad, die in overeenstemming zijn met een type waarvan de typegoedkeuring van het VK ongeldig is geworden vóór de dag waarop de typegoedkeuringswetgeving van de Unie niet langer van toepassing is op en in het Verenigd Koninkrijk, op de markt mogen worden aangeboden, geregistreerd, verkocht of in gebruik genomen, moeten blijven gelden.

 

(20)

De vrijstellingen en overgangsbepalingen die gelden voor motoren of voertuigen en niet voor de weg bestemde mobiele machines waarin dergelijke motoren zijn geïnstalleerd als bepaald in artikel 10, lid 7, van Richtlijn 97/68/EG, artikel 34, leden 7 en 8, of artikel 58, leden 5 tot en met 11, van Verordening (EU) 2016/1628, en in handelingen die zijn vastgesteld op basis van artikel 19, lid 6, artikel 20, lid 8, artikel 28, lid 6, en artikel 53, lid 12, van Verordening (EU) nr. 167/2013, op grond waarvan dergelijke motoren, voertuigen en niet voor de weg bestemde mobiele machines in de handel mogen worden gebracht zonder het vereiste van een geldige typegoedkeuring, moeten blijven gelden.

 

(21)

Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het aanvullen van Richtlijn 2007/46/EG, Verordening (EU) nr. 167/2013, Verordening (EU) nr. 168/2013 en Verordening (EU) 2016/1628 met bijzondere regels in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van die regels beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

 

(22)

Om de fabrikanten in staat te stellen de nodige maatregelen te treffen om zich wat de typegoedkeuringswetgeving van de Unie betreft zo tijdig mogelijk op de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk voor te bereiden, moet deze verordening in werking treden op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening strekt tot aanvulling van Richtlijn 2007/46/EG, Verordening (EU) nr. 167/2013, Verordening (EU) nr. 168/2013 en Verordening (EU) 2016/1628 en stelt in dat kader bijzondere bepalingen vast voor de EU-typegoedkeuring en het in de handel brengen van voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden waarvan de typegoedkeuring is verleend door de typegoedkeuringsinstantie van het Verenigd Koninkrijk („typegoedkeuringsinstantie van het VK”) terwijl de in artikel 2, lid 1, van deze verordening bedoelde typegoedkeuringswetgeving van de Unie nog op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing is.

Artikel 2

Toepassingsgebied

  • 1. 
    Deze verordening is van toepassing op voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die vallen binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2007/46/EG, Verordening (EU) nr. 167/2013, Verordening (EU) nr. 168/2013 of Verordening (EU) 2016/1628 en de typen waartoe zij behoren en die door de typegoedkeuringsinstantie van het VK zijn goedgekeurd op basis van die handelingen of enige regelgevingshandeling van de Unie vermeld in bijlage IV bij Richtlijn 2007/46/EG of een regelgevingshandeling die bij die regelgevingshandelingen van de Unie is ingetrokken.
  • 2. 
    Verwijzingen naar technische eenheden in het kader van deze verordening worden gelezen als verwijzingen naar motoren in het kader van Verordening (EU) 2016/1628.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1) 
    „typegoedkeuringsinstantie van de Unie”: een typegoedkeuringsinstantie van een andere lidstaat dan het Verenigd Koninkrijk;
  • 2) 
    „typegoedkeuring van het VK”: een EG- of EU-typegoedkeuring die is verleend door de typegoedkeuringsinstantie van het VK;
  • 3) 
    „typegoedkeuring van de Unie”: een EU-typegoedkeuring die overeenkomstig deze verordening door een typegoedkeuringsinstantie van de Unie is verleend.

Artikel 4

Aanvraag van een typegoedkeuring van de Unie

  • 1. 
    In afwijking van artikel 6, lid 6, en artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2007/46/EG, artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) nr. 167/2013, artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) nr. 168/2013 en artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1628 kan een fabrikant die houder is van een typegoedkeuring van het VK die niet haar geldigheid heeft verloren uit hoofde van artikel 17 van Richtlijn 2007/46/EG, artikel 32 van Verordening (EU) nr. 167/2013, artikel 37 van Verordening (EU) nr. 168/2013 of artikel 30 van Verordening (EU) 2016/1628, totdat de onder artikel 2, lid 1, bedoelde typegoedkeuringswetgeving van de Unie niet langer op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing is bij een typegoedkeuringsinstantie van de Unie een aanvraag indienen voor een typegoedkeuring van de Unie voor hetzelfde type.
  • 2. 
    Om te worden goedgekeurd, moet het type voldoen aan de voorschriften voor het in de handel brengen, de registratie of het in gebruik nemen van nieuwe voertuigen, systemen, componenten of technische eenheden zoals die van toepassing zijn op het tijdstip waarop de typegoedkeuring van de Unie van kracht wordt.
  • 3. 
    Met de indiening van de aanvraag krachtens lid 1 verplicht de fabrikant zich tot de betaling van een passende vergoeding, vastgesteld door de typegoedkeuringsinstantie van de Unie, voor de kosten die voortvloeien uit de uitoefening van de bevoegdheden en het voldoen aan de verplichtingen van de goedkeuringsinstantie van de Unie met betrekking tot de typegoedkeuring van de Unie.
  • 4. 
    Wanneer de aanvraag op grond van lid 1 van dit artikel wordt ingediend, verstrekt de fabrikant, op verzoek van de typegoedkeuringsinstantie van de Unie, alle documentatie en informatie die de instantie nodig acht om te besluiten een typegoedkeuring van de Unie overeenkomstig artikel 5 te verlenen.

De in de eerste alinea bedoelde documentatie en informatie kan de oorspronkelijke typegoedkeuring van het VK omvatten, met inbegrip van alle wijzigingen, het informatiedossier en de testrapporten. In het geval van voertuigen kan een dergelijke aanvraag ook een EG-, EU-, of VN-typegoedkeuring omvatten en alle bijlagen, als onderdeel van de typegoedkeuring van het gehele voertuig.

Artikel 5

Voorwaarden voor het verlenen van een typegoedkeuring van de Unie en gevolgen daarvan

  • 1. 
    In afwijking van artikel 8, lid 2, artikel 9, lid 1, en artikel 10, leden 1 en 2, van Richtlijn 2007/46/EG, artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 167/2013, artikel 7, lid 2, en artikel 18 van Verordening (EU) nr. 168/2013 en artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1628 kan de typegoedkeuringsinstantie van de Unie die een aanvraag overeenkomstig artikel 4 van deze verordening heeft ontvangen, een typegoedkeuring van de Unie verlenen met betrekking tot een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid als het desbetreffende type op het moment dat de typegoedkeuring van de Unie van kracht wordt voldoet aan de voorschriften die gelden voor het in de handel brengen, de registratie of het in gebruik nemen van nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden.
  • 2. 
    Voor zover er geen nieuwe voorschriften van toepassing zijn en zonder afbreuk te doen aan lid 3 van dit artikel, kan de typegoedkeuring van de Unie worden verleend op basis van dezelfde testrapporten die eerder zijn gebruikt voor het verlenen van de typegoedkeuring van het VK volgens de geldende bepalingen, ongeacht of de technische dienst die het testrapport heeft afgegeven door de lidstaat die de typegoedkeuring van de Unie verleent overeenkomstig Richtlijn 2007/46/EG, Verordening (EU) nr. 167/2013, Verordening (EU) nr. 168/2013 of Verordening (EU) 2016/1628 is aangewezen en aangemeld, en zelfs wanneer de in artikel 2, lid 1, van deze verordening bedoelde typegoedkeuringswetgeving van de Unie niet langer op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing is.
  • 3. 
    Alvorens een typegoedkeuring van de Unie te verlenen, kan de typegoedkeuringsinstantie van de Unie verlangen dat specifieke tests worden herhaald. In zo'n geval wordt de test uitgevoerd door een technische dienst die door de lidstaat van de typegoedkeuringsinstantie van de Unie overeenkomstig Richtlijn 2007/46/EG, Verordening (EU) nr. 167/2013, Verordening (EU) nr. 168/2013 of Verordening (EU) 2016/1628 is aangewezen en aangemeld.
  • 4. 
    Het type dat overeenkomstig lid 1 van dit artikel is goedgekeurd, ontvangt een EU-typegoedkeuringscertificaat met een nummer bestaande uit het kengetal van de lidstaat waarvan de goedkeuringsinstantie de typegoedkeuring van de Unie heeft verleend en het in artikel 2, lid 1 bedoelde nummer van de toepasselijke handeling. Op het certificaat wordt ook het nummer vermeld van de laatste wijzigingshandeling die voorschriften voor typegoedkeuring bevatte in overeenstemming waarmee de typegoedkeuring van de Unie wordt verleend. Bij voertuigen bevatten het typegoedkeuringscertificaat en het certificaat van overeenstemming onder „Opmerkingen” de vermelding „Eerdere typegoedkeuring:” met het nummer en de datum van het EU-typegoedkeuringscertificaat dat op grond van de typegoedkeuring van het VK is ontvangen. Bij systemen, onderdelen of technische eenheden bevat het typegoedkeuringscertificaat de vermelding „Eerdere typegoedkeuringsmarkering:” met een verwijzing naar de typegoedkeuringsmarkering die op grond van de typegoedkeuring van het VK is ontvangen.
  • 5. 
    De typegoedkeuring van de Unie wordt van kracht op de dag waarop zij wordt verleend of op een latere datum die erin is vastgesteld. De typegoedkeuring van het VK wordt ongeldig op de dag voorafgaand aan de dag waarop de typegoedkeuring van de Unie van kracht wordt. Zij wordt in ieder geval ongeldig uiterlijk op de datum waarop de in artikel 2, lid 1, bedoelde typegoedkeuringswetgeving van de Unie niet langer op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing is.
  • 6. 
    Een typegoedkeuring van de Unie wordt beschouwd als een EG- of EU-typegoedkeuring in de zin van Richtlijn 2007/46/EG of enige in bijlage IV bij die richtlijn vermelde handeling, Verordening (EU) nr. 167/2013, Verordening (EU) nr. 168/2013 of Verordening (EU) 2016/1628. Alle bepalingen in die handelingen waarvan in deze verordening niet wordt afgeweken, blijven van toepassing. De typegoedkeuringsinstantie van de Unie neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de verplichtingen die voortvloeien uit de typegoedkeuring van de Unie.

Vanaf het tijdstip waarop de typegoedkeuring van de Unie van kracht wordt oefent de typegoedkeuringsinstantie van de Unie eveneens alle bevoegdheden uit en voldoet zij aan alle verplichtingen van de typegoedkeuringsinstantie van het VK met betrekking tot het volgende:

 

a)

voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden die zijn geproduceerd op basis van de typegoedkeuring van het VK en die reeds in de Unie in de handel zijn gebracht, geregistreerd of in gebruik zijn genomen;

 

b)

voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden die zijn geproduceerd op basis van de typegoedkeuring van het VK en die reeds in de Unie in de handel zijn gebracht, geregistreerd of in gebruik zijn genomen overeenkomstig de derde alinea.

Voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden die zijn geproduceerd op basis van de typegoedkeuring van het VK, die ongeldig is geworden ten gevolge van de verlening van een typegoedkeuring van de Unie, mogen in de Unie in de handel worden gebracht, geregistreerd en in gebruik genomen totdat de in artikel 2, lid 1, van deze verordening bedoelde typegoedkeuringswetgeving van de Unie niet langer op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing is of, wanneer de typegoedkeuring van de Unie ongeldig is geworden voor die datum op grond van artikel 17 van Richtlijn 2007/46/EG, artikel 32 van Verordening (EU) nr. 167/2013, artikel 37 van Verordening (EU) nr. 168/2013 of artikel 30 van Verordening (EU) 2016/1628, tot de datum waarop de typegoedkeuring van de Unie ongeldig wordt. Voor voertuigen geven de fabrikanten het typegoedkeuringsnummer van de Unie aan in een supplement bij het certificaat van overeenstemming vóór dergelijke voertuigen in de Unie in de handel worden gebracht, geregistreerd of in gebruik worden genomen.

De typegoedkeuringsinstantie van de Unie is niet aansprakelijk voor handelingen of nalatigheden van de typegoedkeuringsinstantie van het VK.

Artikel 6

Typegoedkeuringsinstantie van de Unie die verantwoordelijk is voor voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden waarvan de typen niet uit hoofde van deze verordening zijn goedgekeurd

  • 1. 
    Wanneer een fabrikant een aanvraag voor een typegoedkeuring van de Unie krachtens artikel 4 indient, verzoekt hij de betrokken typegoedkeuringsinstantie van de Unie ook de verplichtingen van de typegoedkeuringsinstantie van het VK over te nemen met betrekking tot de andere voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden van de fabrikant die in de Unie in de handel worden gebracht, worden geregistreerd of in gebruik worden genomen op basis van typegoedkeuringen van het VK die niet meer geldig zijn op grond van artikel 17 van Richtlijn 2007/46/EG, artikel 32 van Verordening (EU) nr. 167/2013, artikel 37 van Verordening (EU) nr. 168/2013 of artikel 30 van Verordening (EU) 2016/1628, of waarvoor geen typegoedkeuring van de Unie krachtens deze verordening wordt aangevraagd.

Een dergelijk verzoek heeft betrekking op alle voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden in verband waarmee de fabrikant beschikt over typegoedkeuringen van het VK die na 1 januari 2008 zijn verleend, tenzij de fabrikant aan de typegoedkeuringsinstantie van de Unie bewijs verstrekt waaruit blijkt dat hij met betrekking tot die voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden een overeenkomst met een andere typegoedkeuringsinstantie van de Unie heeft.

  • 2. 
    De typegoedkeuringsinstantie van de Unie kan een typegoedkeuring van de Unie overeenkomstig artikel 5 pas verlenen nadat zij het krachtens lid 1 van dit artikel ingediende verzoek heeft aanvaard en nadat de fabrikant ermee heeft ingestemd de kosten te dekken die de typegoedkeuringsinstantie van de Unie eventueel moet maken als gevolg van de uitoefening van haar bevoegdheden en het nakomen van haar verplichtingen ten aanzien van de desbetreffende voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden.
  • 3. 
    Na de aanvaarding van het in lid 1 van dit artikel bedoelde verzoek en de verlening van de typegoedkeuring van de Unie overeenkomstig artikel 5 oefent de typegoedkeuringsinstantie van de Unie met betrekking tot alle voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden die zijn geproduceerd op basis van de in lid 1 van dit artikel bedoelde typegoedkeuringen van het VK alle bevoegdheden uit en voldoet zij aan alle verplichtingen van de typegoedkeuringsinstantie van het VK op het gebied van terugroepacties, reparatie- en onderhoudsinformatie en controles van de conformiteit tijdens het gebruik. De typegoedkeuringsinstantie van de Unie is niet aansprakelijk voor handelingen of nalatigheden van de typegoedkeuringsinstantie van het VK.
  • 4. 
    De typegoedkeuringsinstantie van de Unie stelt de typegoedkeuringsinstanties van de andere lidstaten en de Commissie in kennis van de typen waarvoor zij overeenkomstig lid 1 de verplichtingen van de typegoedkeuringsinstantie van het VK heeft overgenomen.

Artikel 7

Specifieke bepalingen

Deze verordening staat niet in de weg aan het in de handel brengen, op de markt aanbieden, registreren of in gebruik nemen van motoren, of van voertuigen en niet voor de weg bestemde mobiele machines waarin dergelijke motoren zijn geïnstalleerd, die in overeenstemming zijn met een type waarvan de typegoedkeuring voor het VK ongeldig is geworden terwijl de in artikel 2, lid 1, van deze verordening bedoelde typegoedkeuring van de Unie nog steeds van toepassing is op en in het Verenigd Koninkrijk, overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Richtlijn 97/68/EG, artikel 34, leden 7 en 8, of artikel 58, leden 5 tot en met lid 11, van Verordening (EU) 2016/1628, en de handelingen die zijn vastgesteld op basis van de artikelen 19, lid 6, artikel 20, lid 8, artikel 28, lid 6, en artikel 53, lid 12, van Verordening (EU) nr. 167/2013.

Artikel 8

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 januari 2019.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

  • (2) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 11 december 2018 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 20 december 2018.
  • (3) 
    Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1).
  • (4) 
    Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 5 februari 2013 inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen (PB L 60 van 2.3.2013, blz. 1).
  • (5) 
    Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PB L 60 van 2.3.2013, blz. 52).
  • (6) 
    Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en van de Raad van 14 september 2016 inzake voorschriften met betrekking tot emissiegrenswaarden voor verontreinigende gassen en deeltjes en typegoedkeuring voor in niet voor de weg bestemde mobiele machines gemonteerde interne verbrandingsmotoren, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1024/2012 en (EU) nr. 167/2013, en tot wijziging en intrekking van Richtlijn 97/68/EG (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 53).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.