Verordening 2019/127 - Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

1.

Wettekst

31.1.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 30/74

 

VERORDENING (EU) 2019/127 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 16 januari 2019

tot oprichting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 153, lid 2, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad (3) om, door vergroting en verspreiding van de benodigde kennis, bij te dragen aan de plannen voor en de realisatie van betere levens- en arbeidsomstandigheden. Eurofound moet in die context ook rekening houden met het effect van deze beleidsmaatregelen op middellange en lange termijn.

 

(2)

Sinds haar oprichting in 1975 heeft Eurofound een belangrijke ondersteunende rol gespeeld in de verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden in de Unie. Tegelijkertijd zijn de betekenis en het belang van levens- en arbeidsomstandigheden geëvolueerd onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen en fundamentele veranderingen op de arbeidsmarkten. De terminologie die wordt gebruikt om de doelstellingen en taken van Eurofound te beschrijven, moet dan ook worden aangepast om deze ontwikkelingen weer te geven.

 

(3)

Verordening (EEG) nr. 1365/75 is meermaals gewijzigd. Aangezien verdere wijzigingen nodig zijn, moet die verordening omwille van de duidelijkheid worden ingetrokken en vervangen.

 

(4)

De regels waaraan Eurofound onderworpen is, dienen voor zover mogelijk en rekening houdend met de tripartiete aard ervan te worden vastgesteld in overeenstemming met de beginselen van de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over gedecentraliseerde agentschappen van 19 juli 2012.

 

(5)

Eurofound voorziet de instellingen en organen van de Unie, de lidstaten en de sociale partners van gespecialiseerde informatie met toegevoegde waarde op zijn deskundigheidsgebied.

 

(6)

Eurofound moet enquêtes blijven uitvoeren om de continuïteit van de vergelijkende analysen van tendensen in levens- en arbeidsomstandigheden en van de ontwikkeling van de arbeidsmarkt in de Unie te verzekeren.

 

(7)

Het is bovendien van belang dat Eurofound nauw samenwerkt met gerelateerde organen op internationaal, Unie- en nationaal niveau.

 

(8)

Aangezien de drie tripartiete agentschappen, namelijk Eurofound, het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) en het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop), thema's behandelen die verband houden met de arbeidsmarkt, de werkomgeving, beroepsonderwijs en -opleiding en vaardigheden, is een nauwe onderlinge samenwerking nodig. Bij haar werkzaamheden moet Eurofound daarom de werkzaamheden van het EU-OSHA en het Cedefop aanvullen wanneer zij soortgelijke interessegebieden hebben, en tegelijk de instrumenten die goed werken, zoals memoranda van overeenstemming, bevorderen. Eurofound moet manieren om efficiëntie en synergieën te verbeteren, benutten en bij haar activiteiten overlapping met de activiteiten van het EU-OSHA en het Cedefop en die van de Commissie vermijden. Daarnaast moet Eurofound, waar mogelijk, streven naar efficiënte samenwerking met de interne onderzoeksinstanties van de Unie-instellingen en van externe gespecialiseerde instanties.

 

(9)

Bij de evaluatie van Eurofound moet de Commissie de voornaamste belanghebbenden raadplegen, waaronder leden van de raad van bestuur en leden van het Europees Parlement.

 

(10)

Het tripartiete karakter van Eurofound, het EU-OSHA en het Cedefop is een zeer waardevol voorbeeld van een globale benadering op basis van een sociale dialoog tussen de sociale partners en de Unie- en nationale autoriteiten, die uitermate belangrijk is voor het vinden van gezamenlijke en duurzame oplossingen voor sociale en economische vraagstukken.

 

(11)

Om het besluitvormingsproces van Eurofound te stroomlijnen en met het oog op meer efficiëntie en effectiviteit, moet een bestuur met twee bestuurslagen worden ingesteld. Daartoe moeten de lidstaten, de nationale werkgevers- en werknemersorganisaties en de Commissie vertegenwoordigd worden in een raad van bestuur, die beschikt over de noodzakelijke bevoegdheden, onder meer om de begroting vast te stellen en het programmeringsdocument goed te keuren. In het programmeringsdocument, waarin het meerjarige werkprogramma en het jaarlijkse werkprogramma van Eurofound staan, moet de raad van bestuur de strategische prioriteiten van de activiteiten van Eurofound vaststellen. Bovendien moeten de door de raad van bestuur vastgestelde regels voor de voorkoming en beheersing van belangenconflicten maatregelen omvatten om mogelijke risico's in een vroeg stadium op te sporen.

 

(12)

Voor de goede werking van Eurofound moeten de lidstaten, de Europese werkgevers- en werknemersorganisaties en de Commissie ervoor zorgen dat personen die worden aangesteld in de raad van bestuur, beschikken over de nodige kennis op het gebied van sociaal en arbeidsbeleid met het oog op het nemen van strategische beslissingen en het houden van toezicht op de activiteiten van Eurofound.

 

(13)

Er moet een uitvoerend comité worden ingesteld dat de vergaderingen van de raad van bestuur goed voorbereidt en de processen van besluitvorming en monitoring ervan ondersteunt. Indien dat in dringende gevallen noodzakelijk is, moet het uitvoerend comité, wanneer het de raad van bestuur assisteert, namens de raad van bestuur bepaalde voorlopige besluiten kunnen nemen. De raad van bestuur moet het reglement van orde van het uitvoerend comité vaststellen.

 

(14)

De uitvoerend directeur moet verantwoordelijk zijn voor de bedrijfsvoering van Eurofound overeenkomstig de strategische visie van de raad van bestuur, met inbegrip van het dagelijks bestuur, de financiële planning en het personeelsbeheer. De uitvoerend directeur moet de hem opgedragen bevoegdheden uitoefenen. Deze bevoegdheden moeten kunnen worden opgeschort in uitzonderlijke omstandigheden, zoals belangenconflicten of ernstige verwaarlozing van de verplichtingen uit hoofde van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie („het Statuut”).

 

(15)

Het gelijkheidsbeginsel is een fundamenteel beginsel van het recht van de Unie. Dit houdt in dat de gelijkheid van vrouwen en mannen moet worden gewaarborgd op alle gebieden, met inbegrip van werkgelegenheid, beroep en beloning. Alle partijen moeten streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de raad van bestuur en het uitvoerend comité. Die doelstelling moet ook worden nagestreefd door de raad van bestuur met betrekking tot zijn voorzitter en vicevoorzitters samen, alsook door de groepen die de regeringen en de werkgevers- en werknemersorganisaties in de raad van bestuur vertegenwoordigen met betrekking tot de aanwijzing van plaatsvervangers om de vergaderingen van het uitvoerend comité bij te wonen.

 

(16)

Eurofound heeft een verbindingskantoor in Brussel. Het moet mogelijk blijven dat kantoor open te houden.

 

(17)

De financiële bepalingen en de bepalingen voor programmering en verslaglegging in verband met Eurofound moeten worden geactualiseerd. In Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie (4) is bepaald dat Eurofound evaluaties vooraf en achteraf moet uitvoeren van die programma's en van haar activiteiten die aanzienlijke uitgaven met zich brengen. Eurofound moet met die evaluaties rekening houden in haar meerjarige en jaarlijkse programmering.

 

(18)

Teneinde haar volledige zelfstandigheid en onafhankelijkheid te waarborgen en haar in staat te stellen de taken die ze op grond van deze verordening heeft naar behoren te vervullen en de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken, dient aan Eurofound een adequate eigen begroting te worden toegekend, waarbij de inkomsten hoofdzakelijk worden gevormd door een bijdrage uit de algemene begroting van de Unie. Met betrekking tot de bijdrage van de Unie en andere subsidies die ten laste komen van de algemene begroting van de Unie, moet op Eurofound de begrotingsprocedure van de Unie van toepassing zijn. De rekeningen van Eurofound dienen door de Rekenkamer te worden gecontroleerd.

 

(19)

De voor de werking van Eurofound vereiste vertaaldiensten dienen te worden verricht door het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (Vertaalbureau). Eurofound moet met het Vertaalbureau samenwerken om indicatoren inzake kwaliteit, tijdigheid en vertrouwelijkheid vast te stellen, de behoeften en prioriteiten van Eurofound duidelijk af te bakenen en transparante en objectieve procedures voor het vertaalproces in het leven te roepen.

 

(20)

De bepalingen inzake het personeel van Eurofound moeten worden afgestemd op het Statuut en op de bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad vastgestelde Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie („Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden”) (5).

 

(21)

Eurofound moet de nodige maatregelen nemen om de veilige behandeling en verwerking van vertrouwelijke informatie te waarborgen. Waar nodig moet Eurofound beveiligingsvoorschriften vaststellen die gelijkwaardig zijn aan die van de Besluiten (EU, Euratom) 2015/443 (6) en (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie (7).

 

(22)

Er moet worden voorzien in overgangsbepalingen inzake de begroting en inzake de raad van bestuur, de uitvoerend directeur en het personeel zodat de activiteiten van Eurofound kunnen worden voortgezet in afwachting van de tenuitvoerlegging van deze verordening,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

DOELSTELLINGEN EN TAKEN

Artikel 1

Oprichting en doelstellingen

  • 1. 
    De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) wordt hierbij opgericht als een agentschap van de Unie.
  • 2. 
    De doelstellingen van Eurofound zijn vergroting en verspreiding van kennis om de Commissie, andere instellingen, organen en agentschappen van de Unie, de lidstaten en de sociale partners bij te staan bij de ontwikkeling en uitvoering van een beleid inzake de verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, bij het vormgeven van werkgelegenheidsbeleid en bij het bevorderen van de dialoog tussen de sociale partners.

Daartoe verbetert en verspreidt Eurofound kennis en voorziet zij in empirische gegevens en diensten met het oog op beleidsvorming, met inbegrip van wetenschappelijk onderbouwde conclusies, en faciliteert zij de uitwisseling van kennis tussen de Unieactoren onderling en met nationale actoren.

Artikel 2

Taken

  • 1. 
    Eurofound heeft, met strikte inachtneming van de bevoegdheden van de lidstaten, in verband met de in artikel 1, lid 2, vermelde beleidsterreinen de volgende taken:
 

a)

ontwikkelingen analyseren en vergelijkende analysen van beleidsmaatregelen, institutionele kaders en praktijken verstrekken in de lidstaten en, indien nodig, in andere landen;

 

b)

gegevens verzamelen, bijvoorbeeld door middel van enquêtes, en tendensen in levens- en arbeidsomstandigheden, werkgelegenheid en de ontwikkeling van de arbeidsmarkt analyseren;

 

c)

de ontwikkelingen in systemen voor arbeidsverhoudingen en met name in de sociale dialoog op het niveau van de Unie en in de lidstaten analyseren;

 

d)

studies uitvoeren of daartoe opdracht geven en onderzoek doen naar relevante sociaal-economische ontwikkelingen en daarmee verband houdende beleidskwesties;

 

e)

indien nodig en op verzoek van de Commissie proefprojecten en voorbereidende acties uitvoeren;

 

f)

fora opzetten voor de uitwisseling van ervaringen en informatie tussen de regeringen, de sociale partners en andere belanghebbenden op nationaal niveau, onder meer op basis van empirische gegevens en analyse;

 

g)

instrumenten en gegevensverzamelingen beheren en ter beschikking stellen van beleidsmakers, de sociale partners, de academische instellingen en andere belanghebbenden;

 

h)

overeenkomstig artikel 30 een strategie opstellen voor de betrekkingen met derde landen en internationale organisaties inzake aangelegenheden waarvoor Eurofound bevoegd is.

  • 2. 
    Indien er nieuwe studies nodig zijn en voordat zij beleidsbeslissingen nemen houden de Unie-instellingen rekening met de expertise van Eurofound en eventuele studies die zij op het betrokken gebied reeds heeft uitgevoerd of die zij kan uitvoeren, overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (8).
  • 3. 
    Eurofound kan samenwerkingsovereenkomsten sluiten met andere relevante agentschappen van de Unie om de onderlinge samenwerking te verbeteren en te bevorderen.
  • 4. 
    Bij de uitvoering van haar taken onderhoudt Eurofound een nauwe dialoog voornamelijk met gespecialiseerde instanties, zowel publieke als private, nationale als internationale, met overheden, met academische instellingen en onderzoeksinstanties en met werkgevers- en werknemersorganisaties, alsook met nationale tripartiete organen, waar deze bestaan. Zonder daarbij afbreuk te doen aan haar doelstellingen en ambities, werkt Eurofound samen met andere agentschappen van de Unie, met name EU-OSHA en Cedefop, bevordert zij synergie en complementariteit met hun activiteiten en voorkomt zij dubbel werk.

HOOFDSTUK II

ORGANISATIE VAN EUROFOUND

Artikel 3

Administratieve en bestuurlijke structuur

De administratieve en bestuurlijke structuur van Eurofound omvat:

 

a)

een raad van bestuur;

 

b)

een uitvoerend comité;

 

c)

een uitvoerend directeur.

Afdeling 1

Raad van bestuur

Artikel 4

Samenstelling van de raad van bestuur

  • 1. 
    De raad van bestuur bestaat uit:
 

a)

een lid per lidstaat dat de regering van die lidstaat vertegenwoordigt;

 

b)

een lid per lidstaat dat de werkgeversorganisaties van die lidstaat vertegenwoordigt;

 

c)

een lid per lidstaat dat de werknemersorganisaties van die lidstaat vertegenwoordigt;

 

d)

drie leden die de Commissie vertegenwoordigen;

 

e)

een door het Europees Parlement benoemde onafhankelijke deskundige.

Elk van de onder a) tot en met d) bedoelde leden is stemgerechtigd.

De onder a), b) en c) bedoelde leden worden door de Raad benoemd op basis van de respectievelijk door de lidstaten en de Europese werkgevers- en werknemersorganisaties voorgedragen kandidaten.

De onder d) bedoelde leden worden door de Commissie benoemd.

De onder e) bedoelde deskundige wordt door de bevoegde commissie van het Europees Parlement benoemd.

  • 2. 
    Ieder lid van de raad van bestuur heeft een plaatsvervanger. De plaatsvervanger vertegenwoordigt het lid indien het afwezig is. De plaatsvervangers worden benoemd overeenkomstig lid 1.
  • 3. 
    De leden van de raad van bestuur en hun plaatsvervangers worden voorgedragen en benoemd op grond van hun kennis op het gebied van sociaal en arbeidsgerelateerd beleid, rekening houdend met hun relevante vaardigheden zoals bestuurlijke, administratieve en budgettaire vaardigheden en deskundigheid inzake de kerntaken van Eurofound, om een doeltreffende toezichthoudende rol te vervullen. Alle partijen in de raad van bestuur trachten het verloop van hun vertegenwoordigers te beperken om de continuïteit van de werkzaamheden van de raad van bestuur te waarborgen. Alle partijen streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de raad van bestuur.
  • 4. 
    Elk lid en elke plaatsvervanger ondertekent bij ambtsaanvaarding een schriftelijke verklaring dat betrokkene niet in een situatie van belangenconflict verkeert. Elk lid en elke plaatsvervanger actualiseert zijn verklaring wanneer zich een verandering in de omstandigheden betreffende belangenconflicten voordoet. Eurofound publiceert de verklaringen en de geactualiseerde versies op haar website.
  • 5. 
    De leden en de plaatsvervangers worden voor vier jaar benoemd. Die termijn kan worden verlengd. Na afloop van hun ambtstermijn of in het geval van aftreden blijven de leden van de raad van bestuur en de plaatsvervangers tot hun herbenoeming of vervanging in functie.
  • 6. 
    In de raad van bestuur vormen de vertegenwoordigers van de regeringen, van de werkgeversorganisaties en van de werknemersorganisaties ieder een afzonderlijke groep. Elke groep wijst een coördinator aan om de besprekingen in de groep en tussen de groepen efficiënter te maken. De coördinatoren van de groep werkgevers en de groep werknemers zijn vertegenwoordigers van hun respectieve Europese organisaties en kunnen worden aangewezen uit de benoemde leden van de raad van bestuur. Coördinatoren die geen benoemde leden van de raad van bestuur in de zin van lid 1 zijn, wonen de vergaderingen van de raad van bestuur zonder stemrecht bij.

Artikel 5

Functies van de raad van bestuur

  • 1. 
    De raad van bestuur:
 

a)

zorgt voor de strategische aansturing van de activiteiten van Eurofound;

 

b)

stelt ieder jaar met een tweederdemeerderheid van de stemgerechtigde leden en in overeenstemming met artikel 6 het programmeringsdocument van Eurofound vast, waarin het meerjarige werkprogramma van Eurofound en het jaarlijkse werkprogramma voor het volgende jaar zijn opgenomen;

 

c)

stelt met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden de jaarbegroting van Eurofound vast en oefent overeenkomstig hoofdstuk III andere functies met betrekking tot die begroting uit;

 

d)

keurt een geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag van Eurofound goed, zendt dit elk jaar uiterlijk op 1 juli samen met een beoordeling van de activiteiten van Eurofound toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en maakt het geconsolideerde jaarlijkse activiteitenverslag openbaar;

 

e)

stelt overeenkomstig artikel 17 de financiële regels vast die van toepassing zijn op Eurofound;

 

f)

stelt een fraudebestrijdingsstrategie vast die evenredig is met de frauderisico's en houdt daarbij rekening met de kosten en baten van de uit te voeren maatregelen;

 

g)

stelt regels vast voor de voorkoming en beheersing van belangenconflicten met betrekking tot zijn leden en onafhankelijke deskundigen, alsmede gedetacheerde nationale deskundigen en ander personeel dat niet in dienst is van Eurofound, als bedoeld in artikel 20;

 

h)

stelt communicatie- en verspreidingsplannen vast en werkt deze regelmatig bij op basis van een behoeftenanalyse, en brengt dit tot uiting in het programmeringsdocument van Eurofound;

 

i)

stelt zijn reglement van orde vast;

 

j)

oefent overeenkomstig lid 2 met betrekking tot het personeel van Eurofound de bevoegdheden uit die het Statuut toekent aan het tot aanstelling bevoegde gezag, en die de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden toekent aan het tot het sluiten van contracten bevoegde gezag („de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag”);

 

k)

stelt passende uitvoeringsregels ten behoeve van de uitvoering van het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vast overeenkomstig artikel 110 van het Statuut;

 

l)

benoemt de uitvoerend directeur en verlengt in voorkomend geval zijn ambtstermijn of ontheft hem uit zijn functie overeenkomstig artikel 19;

 

m)

benoemt een rekenplichtige, die onderworpen is aan het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, en die volledig onafhankelijk is bij de uitvoering van zijn taken;

 

n)

stelt het reglement van orde van het uitvoerend comité vast;

 

o)

richt raadgevende comités op en ontbindt deze overeenkomstig artikel 12, en stelt hun reglement van orde vast;

 

p)

zorgt voor een passende follow-up van de resultaten en aanbevelingen die voortvloeien uit de interne en externe auditverslagen en evaluaties en uit de onderzoeken van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF);

 

q)

geeft machtiging tot het opstellen van samenwerkingsregelingen met de bevoegde autoriteiten van derde landen en met internationale organisaties overeenkomstig artikel 30.

  • 2. 
    De raad van bestuur neemt overeenkomstig artikel 110 van het Statuut een beslissing die is gebaseerd op artikel 2, lid 1, van het Statuut en artikel 6 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, waarin hij de nodige bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag delegeert aan de uitvoerend directeur en de voorwaarden vastlegt voor de opschorting van deze gedelegeerde bevoegdheden. De uitvoerend directeur mag deze bevoegdheden op zijn beurt delegeren.

Indien uitzonderlijke omstandigheden dat vereisen, kan de raad van bestuur de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de uitvoerend directeur en de bevoegdheden die de uitvoerend directeur op zijn beurt heeft gedelegeerd, tijdelijk opschorten. In dat geval delegeert de raad van bestuur die bevoegdheden voor beperkte tijd aan een van de vertegenwoordigers van de Commissie, die hij aanstelt, of aan een ander personeelslid dan de uitvoerend directeur.

Artikel 6

Meerjarige en jaarlijkse programmering

  • 1. 
    Elk jaar stelt de uitvoerend directeur overeenkomstig artikel 11, lid 5, onder f), van deze verordening een ontwerp van programmeringsdocument op dat een meerjarig en een jaarlijks werkprogramma bevat overeenkomstig artikel 32 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013.
  • 2. 
    De uitvoerend directeur legt het in lid 1 bedoelde ontwerp van programmeringsdocument voor aan de raad van bestuur. Het ontwerp van programmeringsdocument wordt, na goedkeuring door de raad van bestuur, elk jaar uiterlijk op 31 januari toegezonden aan de Commissie, het Europees Parlement en de Raad. De uitvoerend directeur dient alle bijgewerkte versies van dat document volgens dezelfde procedure in. De raad van bestuur stelt het programmeringsdocument vast, rekening houdend met het advies van de Commissie.

Het programmeringsdocument wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Unie en wordt, indien nodig, dienovereenkomstig aangepast.

  • 3. 
    Het meerjarige werkprogramma omvat een beschrijving van de algemene strategische programmering, met inbegrip van de doelstellingen, beoogde resultaten en prestatie-indicatoren, waarbij overlappingen met de programmering van andere agentschappen worden voorkomen. Het behelst ook de programmering van de middelen, met inbegrip van de meerjarige begroting en de personele middelen. In het programma wordt ook een strategie opgenomen voor de betrekkingen met derde landen en internationale organisaties overeenkomstig artikel 30, de met deze strategie verbonden acties en een vermelding van de bijbehorende middelen.
  • 4. 
    Het jaarlijkse werkprogramma is consistent met het in lid 3 bedoelde meerjarige werkprogramma en bevat:
 

a)

gedetailleerde doelstellingen en de beoogde resultaten, met inbegrip van prestatie-indicatoren;

 

b)

een beschrijving van de te financieren acties, met inbegrip van geplande maatregelen om de efficiëntie te verbeteren;

 

c)

een indicatie van de financiële en personele middelen die aan iedere activiteit worden toegewezen overeenkomstig de beginselen van Activity Based Budgeting en Activity Based Management;

 

d)

mogelijke acties voor de betrekkingen met derde landen en internationale organisaties overeenkomstig artikel 30.

Het vermeldt duidelijk de acties die zijn toegevoegd, gewijzigd of geschrapt ten opzichte van het vorige begrotingsjaar.

  • 5. 
    De raad van bestuur past het vastgestelde jaarlijkse werkprogramma aan wanneer Eurofound een nieuwe activiteit toegewezen krijgt. De raad van bestuur kan aan de uitvoerend directeur de bevoegdheid delegeren om niet-wezenlijke wijzigingen door te voeren in het jaarlijkse werkprogramma.

Iedere wezenlijke wijziging van het jaarlijkse werkprogramma wordt vastgesteld volgens dezelfde procedure als die welke voor het oorspronkelijke jaarlijkse werkprogramma geldt.

  • 6. 
    Deze programmering van de middelen wordt jaarlijks bijgewerkt. De strategische programmering wordt in voorkomend geval geactualiseerd, met name om rekening te houden met de resultaten van de in artikel 28 bedoelde evaluatie.

Wanneer Eurofound een nieuwe activiteit toegewezen krijgt met het oog op de vervulling van de in artikel 2 vermelde taken, wordt daarmee rekening gehouden in haar programmering van financiële en andere middelen, onverminderd de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad (de „begrotingsautoriteit”).

Artikel 7

Voorzitter van de raad van bestuur

  • 1. 
    De raad van bestuur kiest als volgt een voorzitter en drie vicevoorzitters:
 

a)

één uit de groep leden die de regeringen van de lidstaten vertegenwoordigt;

 

b)

één uit de groep leden die de werkgeversorganisaties vertegenwoordigt;

 

c)

één uit de groep leden die de werknemersorganisaties vertegenwoordigt; en

 

d)

één uit de groep leden die de Commissie vertegenwoordigt.

De voorzitter en vicevoorzitters worden door de stemgerechtigde leden van de raad van bestuur gekozen met een tweederdemeerderheid.

  • 2. 
    De ambtstermijn van de voorzitter en de vicevoorzitters bedraagt één jaar. Hun ambtstermijn kan worden verlengd. Indien hun lidmaatschap van de raad van bestuur tijdens hun ambtstermijn eindigt, loopt hun ambtstermijn op dezelfde datum automatisch af.

Artikel 8

Vergaderingen van de raad van bestuur

  • 1. 
    De voorzitter roept de vergaderingen van de raad van bestuur bijeen.
  • 2. 
    De uitvoerend directeur neemt zonder stemrecht deel aan de beraadslagingen.
  • 3. 
    De raad van bestuur houdt een gewone vergadering per jaar. Daarnaast komt de raad bijeen op initiatief van de voorzitter of op verzoek van de Commissie of van ten minste één derde van zijn leden.
  • 4. 
    De raad van bestuur kan eenieder van wie het advies dienstig kan zijn, uitnodigen om als waarnemer de vergaderingen bij te wonen. Vertegenwoordigers van de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de EER-overeenkomst) kunnen de vergaderingen van de raad van bestuur als waarnemers bijwonen indien de EER-overeenkomst voorziet in hun deelname aan de activiteiten van Eurofound.
  • 5. 
    Eurofound vervult de secretariaatstaken voor de raad van bestuur.

Artikel 9

Stemprocedure in de raad van bestuur

  • 1. 
    Onverminderd artikel 5, lid 1, onder b) en c), artikel 7, lid 1, tweede alinea, en artikel 19, lid 7, neemt de raad van bestuur beslissingen met een meerderheid van zijn stemgerechtigde leden.
  • 2. 
    Elk stemgerechtigd lid heeft één stem. Bij afwezigheid van een stemgerechtigd lid mag zijn plaatsvervanger diens stemrecht uitoefenen.
  • 3. 
    De voorzitter neemt aan de stemming deel.
  • 4. 
    De uitvoerend directeur neemt aan de beraadslagingen deel, maar heeft geen stemrecht.
  • 5. 
    In het reglement van orde van de raad van bestuur wordt de stemprocedure nader uitgewerkt, met name betreffende de gevallen waarin een lid mag handelen namens een ander lid.

Afdeling 2

Uitvoerend comité

Artikel 10

Uitvoerend comité

  • 1. 
    De raad van bestuur wordt bijgestaan door een uitvoerend comité.
  • 2. 
    Het uitvoerend comité:
 

a)

stelt de besluiten op die ter goedkeuring aan de raad van bestuur worden voorgelegd;

 

b)

zorgt samen met de raad van bestuur voor een passende follow-up van de bevindingen en aanbevelingen die voortvloeien uit de interne en externe auditverslagen en evaluaties alsmede uit de onderzoeken van OLAF;

 

c)

adviseert waar nodig de uitvoerend directeur, onverminderd diens verantwoordelijkheden als omschreven in artikel 11, bij de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur om het toezicht op het administratief en begrotingsbeheer te versterken.

  • 3. 
    Indien dat in dringende gevallen noodzakelijk is, kan het uitvoerend comité namens de raad van bestuur bepaalde voorlopige beslissingen nemen, ook over de opschorting van de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag, overeenkomstig de in artikel 5, lid 2, bedoelde voorwaarden, en over begrotingskwesties.
  • 4. 
    Het uitvoerend comité bestaat uit de voorzitter van de raad van bestuur, de drie vicevoorzitters, de coördinatoren van de drie in artikel 4, lid 6, vermelde groepen en een vertegenwoordiger van de Commissie. Elke in artikel 4, lid 6, vermelde groep mag ten hoogste twee plaatsvervangers aanwijzen om de vergaderingen van het uitvoerend comité bij te wonen indien een door de betrokken groep benoemd lid afwezig is. De voorzitter van de raad van bestuur is ook de voorzitter van het uitvoerend comité. De uitvoerend directeur neemt deel aan de vergaderingen van het uitvoerend comité, maar heeft geen stemrecht.
  • 5. 
    De ambtstermijn van de leden van het uitvoerend comité bedraagt twee jaar. Die termijn kan worden verlengd. De ambtstermijn van een lid van het uitvoerend comité eindigt wanneer hun lidmaatschap van de raad van bestuur eindigt.
  • 6. 
    Het uitvoerend comité komt driemaal per jaar bijeen. Daarnaast komt het uitvoerend comité bijeen op initiatief van de voorzitter of op verzoek van zijn leden. Na iedere vergadering doen de coördinatoren van de in artikel 4, lid 6, vermelde drie groepen alles wat in hun vermogen ligt om de leden van hun groep tijdig en op transparante wijze op de hoogte te stellen van de inhoud van de discussie.

Afdeling 3

Uitvoerend directeur

Artikel 11

Verantwoordelijkheden van de uitvoerend directeur

  • 1. 
    De uitvoerend directeur is verantwoordelijk voor het beheer van Eurofound overeenkomstig de strategische visie van de raad van bestuur en legt verantwoording af aan de raad van bestuur.
  • 2. 
    Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie, de raad van bestuur en het uitvoerend comité is de uitvoerend directeur onafhankelijk bij de uitvoering van zijn taken en vraagt of aanvaardt hij geen instructies van een regering of enige andere instantie.
  • 3. 
    De uitvoerend directeur brengt desgevraagd verslag uit aan het Europees Parlement over de uitvoering van zijn taken. De Raad kan de uitvoerend directeur verzoeken verslag uit te brengen over de uitvoering van zijn taken.
  • 4. 
    De uitvoerend directeur treedt op als wettelijke vertegenwoordiger van Eurofound.
  • 5. 
    De uitvoerend directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken die bij deze verordening aan Eurofound zijn toegekend. De uitvoerend directeur is met name verantwoordelijk voor:
 

a)

de dagelijkse leiding van Eurofound, onder meer de uitoefening van de hem opgedragen bevoegdheid voor personeel, overeenkomstig artikel 5, lid 2;

 

b)

het uitvoeren van de beslissingen van de raad van bestuur;

 

c)

het nemen van beslissingen op het gebied van het personeelsbeheer overeenkomstig de in artikel 5, lid 2, bedoelde beslissing;

 

d)

het rekening houden met de behoeften in verband met de activiteiten van Eurofound en een gezond begrotingsbeheer, het nemen van beslissingen over de interne structuren van Eurofound en, waar nodig, de wijziging ervan,

 

e)

het selecteren en benoemen van de adjunct-directeur, die de uitvoerend directeur helpt bij de uitoefening van de taken en activiteiten van Eurofound;

 

f)

het opstellen van het programmeringsdocument en het indienen ervan bij de raad van bestuur na raadpleging van de Commissie;

 

g)

het uitvoeren van het programmeringsdocument en het uitbrengen van verslag over de uitvoering ervan aan de raad van bestuur;

 

h)

het voorbereiden van het geconsolideerd jaarverslag over de activiteiten van Eurofound en het ter goedkeuring indienen ervan bij de raad van bestuur;

 

i)

het opzetten van een effectief toezichtsysteem, zodat de in artikel 28 bedoelde regelmatige evaluaties kunnen worden uitgevoerd, en van een rapportagesysteem waarin de resultaten van die evaluaties worden samengevat;

 

j)

het opstellen van een ontwerp van financiële voorschriften voor Eurofound;

 

k)

het opstellen van de ontwerpraming van ontvangsten en uitgaven van Eurofound, als onderdeel van het programmeringsdocument van Eurofound, en het uitvoeren van de begroting van Eurofound;

 

l)

het opstellen van een actieplan voor de follow-up van de conclusies van interne of externe auditverslagen en evaluaties, alsook van onderzoeken van OLAF, en het uitbrengen van verslag over de geboekte vooruitgang, twee keer per jaar aan de Commissie en op regelmatige tijdstippen aan de raad van bestuur en het uitvoerend comité;

 

m)

het trachten te zorgen voor genderevenwicht binnen Eurofound;

 

n)

het beschermen van de financiële belangen van de Unie door het toepassen van maatregelen ter voorkoming van fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten, door middel van effectieve controles en, indien onregelmatigheden worden vastgesteld, door het terugvorderen van ten onrechte betaalde bedragen, en waar nodig door het opleggen van doeltreffende, evenredige en afschrikkende administratieve en financiële sancties;

 

o)

het opstellen van een fraudebestrijdingsstrategie voor Eurofound en het ter goedkeuring voorleggen ervan aan de raad van bestuur;

 

p)

indien nodig het samenwerken met andere Europese agentschappen, en het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met die agentschappen.

  • 6. 
    Het is ook de verantwoordelijkheid van de uitvoerend directeur te beslissen of het voor de efficiënte en effectieve uitvoering van de taken van Eurofound noodzakelijk is een verbindingskantoor in Brussel op te richten om de samenwerking van Eurofound met de betrokken instellingen van de Unie te bevorderen. Die beslissing moet vooraf worden goedgekeurd door de Commissie, de raad van bestuur en de betrokken lidstaat. In die beslissing wordt het toepassingsgebied gespecificeerd van de activiteiten die door dat verbindingskantoor moeten worden uitgevoerd, op zodanige wijze dat onnodige kosten en verdubbeling van administratieve functies van Eurofound worden vermeden.

Afdeling 4

Raadgevende comités

Artikel 12

Raadgevende comités

  • 1. 
    De raad van bestuur kan raadgevende comités oprichten in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van de programmeringsdocumenten van Eurofound.
  • 2. 
    Raadgevende comités zijn operationele organen die zijn opgericht om de kwaliteit van het onderzoek door Eurofound te waarborgen, en door de deelname aan de uitvoering van de programma's van Eurofound te bevorderen en door advies en nieuwe inbreng te leveren, waarborgen zij eveneens een brede verantwoordelijkheid voor de projecten en de resultaten daarvan.
  • 3. 
    In samenwerking met de raad van bestuur en het uitvoerend comité oefenen raadgevende comités de volgende belangrijke functies in verband met de onderzoeksprojecten uit:
 

a)

advies geven over het ontwerp en de uitvoering ervan;

 

b)

toezicht houden op de voortgang van de uitvoering ervan;

 

c)

bevindingen ervan evalueren;

 

d)

advies geven over de verspreiding van de resultaten.

  • 4. 
    De coördinatoren van de in artikel 4, lid 6, vermelde groepen zien toe op de benoeming en de deelname van de leden van de raadgevende comités overeenkomstig het reglement van orde van de raad van bestuur.
  • 5. 
    De raad van bestuur kan beslissen om de op grond van lid 1 opgerichte raadgevende comités te ontbinden in overeenstemming met de in de programmeringsdocumenten van Eurofound vastgestelde prioriteiten.

HOOFDSTUK III

FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 13

Begroting

  • 1. 
    Voor elk begrotingsjaar worden alle ontvangsten en uitgaven van Eurofound geraamd en vervolgens in de begroting van Eurofound opgenomen. Het begrotingsjaar valt samen met het kalenderjaar.
  • 2. 
    De ontvangsten en uitgaven van Eurofound moeten in evenwicht zijn.
  • 3. 
    Onverminderd andere middelen bestaan de ontvangsten van Eurofound uit:
 

a)

een in de algemene begroting van de Unie opgenomen bijdrage van de Unie;

 

b)

eventuele vrijwillige financiële bijdragen van de lidstaten;

 

c)

vergoedingen voor publicaties en andere door Eurofound verrichte diensten;

 

d)

eventuele bijdragen van derde landen die aan de werkzaamheden van Eurofound deelnemen op grond van artikel 30.

  • 4. 
    De uitgaven van Eurofound omvatten de bezoldiging van het personeel, uitgaven voor administratie en infrastructuur en werkingskosten.

Artikel 14

Vaststelling van de begroting

  • 1. 
    Elk jaar stelt de uitvoerend directeur een voorlopige ontwerpraming op van de ontvangsten en uitgaven van Eurofound voor het volgende begrotingsjaar, waarin de personeelsformatie is opgenomen, en zendt hij deze naar de raad van bestuur.

De voorlopige ontwerpraming stoelt op de doelstellingen en verwachte resultaten van het jaarlijkse programmeringsdocument zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, en houdt rekening met de financiële middelen die nodig zijn voor het verwezenlijken van die doelstellingen en verwachte resultaten, in overeenstemming met het beginsel van resultaatgericht begroten.

  • 2. 
    Op basis van de voorlopige ontwerpraming stelt de raad van bestuur een ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Eurofound voor het volgende begrotingsjaar vast en zendt hij deze uiterlijk op 31 januari van elk jaar aan de Commissie toe.
  • 3. 
    De Commissie zendt de ontwerpraming, samen met het ontwerp van algemene begroting van de Unie, toe aan de begrotingsautoriteit. De ontwerpraming wordt tevens beschikbaar gesteld aan Eurofound.
  • 4. 
    Op basis van de ontwerpraming neemt de Commissie de geraamde bedragen die zij voor de personeelsformatie nodig acht en de bijdrage ten laste van de algemene begroting, op in het ontwerp van algemene begroting van de Unie, dat zij overeenkomstig de artikelen 313 en 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorlegt aan de begrotingsautoriteit.
  • 5. 
    De begrotingsautoriteit keurt de kredieten voor de bijdrage uit de algemene begroting van de Unie aan Eurofound goed.
  • 6. 
    De begrotingsautoriteit stelt de personeelsformatie voor Eurofound vast.
  • 7. 
    De begroting van Eurofound wordt door de raad van bestuur vastgesteld. De begroting wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Unie en wordt, indien nodig, dienovereenkomstig aangepast. Wijzigingen van de begroting van Eurofound, met inbegrip van de personeelsformatie, worden volgens dezelfde procedure vastgesteld.
  • 8. 
    Op bouwprojecten die significante gevolgen kunnen hebben voor de begroting van Eurofound, is Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van toepassing.

Artikel 15

Uitvoering van de begroting

  • 1. 
    De uitvoerend directeur voert de begroting van Eurofound uit.
  • 2. 
    De uitvoerend directeur zendt de begrotingsautoriteit jaarlijks alle relevante informatie over de resultaten van de evaluatieprocedures toe.

Artikel 16

Indiening van de rekeningen en kwijting

  • 1. 
    De rekenplichtige van Eurofound zendt de voorlopige rekeningen voor het begrotingsjaar (jaar N) uiterlijk op 1 maart van het volgende begrotingsjaar (jaar N + 1) aan de rekenplichtige van de Commissie en de Rekenkamer toe.
  • 2. 
    Eurofound zendt uiterlijk op 31 maart van het jaar N + 1 een verslag over het budgettair en financieel beheer voor het jaar N toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer.
  • 3. 
    De rekenplichtige van de Commissie zendt de voorlopige rekeningen van Eurofound voor het jaar N, die met de rekeningen van de Commissie zijn geconsolideerd, uiterlijk op 31 maart van het jaar N + 1 aan de Rekenkamer toe.
  • 4. 
    Na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van Eurofound voor het jaar N krachtens artikel 246 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, maakt de rekenplichtige de definitieve rekeningen van Eurofound voor dat jaar op. De uitvoerend directeur legt deze voor advies voor aan de raad van bestuur.
  • 5. 
    De raad van bestuur brengt advies uit over de definitieve rekeningen van Eurofound voor jaar N.
  • 6. 
    De rekenplichtige van Eurofound dient uiterlijk op 1 juli van het jaar N + 1 de definitieve rekeningen voor het jaar N samen met het advies van de raad van bestuur in bij het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer.
  • 7. 
    De definitieve rekeningen voor het jaar N worden uiterlijk op 15 november van het jaar N + 1 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
  • 8. 
    De uitvoerend directeur geeft de Rekenkamer uiterlijk op 30 september van het jaar N + 1 antwoord op de opmerkingen die de Rekenkamer in haar jaarverslag heeft gemaakt. De uitvoerend directeur zendt het antwoord tevens toe aan de raad van bestuur.
  • 9. 
    De uitvoerend directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het jaar N, overeenkomstig artikel 109, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013.
  • 10. 
    Vóór 15 mei van het jaar N + 2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de uitvoerend directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar N.

Artikel 17

Financiële regels

De financiële regels die van toepassing zijn op Eurofound, worden vastgesteld door de raad van bestuur, na raadpleging van de Commissie. Deze regels wijken niet af van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 tenzij dit in verband met de werking van Eurofound specifiek vereist is en de Commissie vooraf toestemming heeft verleend.

HOOFDSTUK IV

PERSONEEL

Artikel 18

Algemene bepalingen

  • 1. 
    Het Statuut, de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden en de voorschriften die in onderling overleg zijn vastgesteld door de instellingen van de Unie ter uitvoering van het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, zijn van toepassing op het personeel van Eurofound.
  • 2. 
    Overeenkomstig artikel 110 van het Statuut stelt de raad van bestuur passende bepalingen vast voor de uitvoering van het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden.

Artikel 19

Uitvoerend directeur

  • 1. 
    De uitvoerend directeur is een personeelslid en wordt aangeworven als tijdelijk functionaris van Eurofound uit hoofde van artikel 2, onder a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden.
  • 2. 
    De uitvoerend directeur wordt na een open en transparante selectieprocedure door de raad van bestuur benoemd uit een lijst van door de Commissie voorgestelde kandidaten.

De geselecteerde kandidaat wordt verzocht voor het Europees Parlement een verklaring te komen afleggen en vragen van de parlementsleden te beantwoorden. Deze gedachtewisseling mag de benoeming niet onnodig vertragen.

Voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de uitvoerend directeur wordt Eurofound vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur.

  • 3. 
    De ambtstermijn van de uitvoerend directeur bedraagt vijf jaar. Vóór het einde van die termijn voert de Commissie een beoordeling uit waarin rekening wordt gehouden met de evaluatie van de door de uitvoerend directeur bereikte resultaten en de toekomstige taken en uitdagingen van Eurofound.
  • 4. 
    Rekening houdend met de in lid 3 bedoelde beoordeling kan de raad van bestuur de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal verlengen met ten hoogste vijf jaar.
  • 5. 
    Indien de ambtstermijn van een uitvoerend directeur is verlengd, mag hij na afloop van de volledige termijn niet deelnemen aan een nieuwe selectieprocedure voor hetzelfde ambt.
  • 6. 
    De uitvoerend directeur kan uitsluitend uit zijn ambt worden ontheven bij besluit van de raad van bestuur. In zijn besluit houdt de raad van bestuur rekening met de in lid 3 bedoelde beoordeling van de door de uitvoerend directeur bereikte resultaten door de Commissie.
  • 7. 
    De raad van bestuur neemt besluiten over de benoeming van de uitvoerend directeur, de verlenging van diens ambtstermijn en de ontheffing van de uitvoerend directeur uit zijn functie met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden.

Artikel 20

Gedetacheerde nationale deskundigen en andere personeelsleden

  • 1. 
    Eurofound kan gebruikmaken van gedetacheerde nationale deskundigen of ander personeel dat niet in dienst is van Eurofound.
  • 2. 
    Bij besluit van de raad van bestuur worden de voorschriften vastgesteld voor de detachering van nationale deskundigen bij Eurofound.

HOOFDSTUK V

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 21

Rechtspositie

  • 1. 
    Eurofound is een agentschap van de Unie. Het heeft rechtspersoonlijkheid.
  • 2. 
    Eurofound beschikt in alle lidstaten over de ruimste handelingsbevoegdheid die uit hoofde van het nationaal recht aan rechtspersonen wordt verleend. Eurofound kan met name roerende en onroerende goederen verkrijgen of vervreemden en in rechte optreden.
  • 3. 
    Eurofound heeft zijn zetel in Dublin.
  • 4. 
    Overeenkomstig artikel 11, lid 6, kan Eurofound een verbindingskantoor in Brussel oprichten om haar samenwerking met de betrokken instellingen van de Unie te bevorderen.

Artikel 22

Voorrechten en immuniteiten

Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie is van toepassing op Eurofound en haar personeel.

Artikel 23

Talenregeling

  • 1. 
    De bepalingen van Verordening nr. 1 van de Raad (9) zijn van toepassing op Eurofound.
  • 2. 
    De voor het functioneren van Eurofound vereiste vertaaldiensten worden geleverd door het Vertaalbureau.

Artikel 24

Transparantie en gegevensbescherming

  • 1. 
    Eurofound verricht haar werkzaamheden met een hoge mate van transparantie.
  • 2. 
    Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (10) is van toepassing op de documenten die in het bezit zijn van Eurofound.
  • 3. 
    De raad van bestuur stelt binnen zes maanden na de datum van zijn eerste vergadering de gedetailleerde regels ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vast.
  • 4. 
    Op de verwerking van persoonsgegevens door Eurofound is Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (11) van toepassing. De raad van bestuur stelt binnen zes maanden na de eerste vergadering maatregelen vast voor de toepassing van Verordening (EU) 2018/1725 door Eurofound, onder meer betreffende de benoeming van de functionaris voor gegevensbescherming. Deze maatregelen worden vastgesteld na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

Artikel 25

Fraudebestrijding

  • 1. 
    Om de bestrijding van fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten krachtens Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (12) te vereenvoudigen, treedt Eurofound uiterlijk 21 augustus 2019 toe tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) (13) en stelt zij op basis van het model in de bijlage bij dat akkoord passende voorschriften vast voor al haar werknemers.
  • 2. 
    De Rekenkamer is bevoegd om bij alle subsidieontvangers, contractanten en subcontractanten die van Eurofound Uniemiddelen hebben ontvangen, controles te verrichten, zowel op basis van documenten als door middel van inspecties ter plaatse.
  • 3. 
    OLAF kan overeenkomstig de bepalingen en procedures van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (14) onderzoeken verrichten, waaronder controles en inspecties ter plaatse, om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of enige andere onwettige activiteit waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad in verband met een subsidieovereenkomst of subsidiebesluit of een door Eurofound gefinancierde overeenkomst.
  • 4. 
    Onverminderd de leden 1, 2 en 3 omvatten de samenwerkingsovereenkomsten met derde landen en internationale organisaties, contracten, subsidieovereenkomsten en subsidiebesluiten van Eurofound bepalingen die de Rekenkamer en OLAF uitdrukkelijk de bevoegdheid verlenen dergelijke controles en onderzoeken te verrichten overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.

Artikel 26

Beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde informatie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie

Indien nodig stelt Eurofound beveiligingsvoorschriften vast die gelijkwaardig zijn aan de beveiligingsvoorschriften van de Commissie voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (EUCI) en gevoelige niet-gerubriceerde informatie, als vermeld in de Besluiten (EU, Euratom) 2015/443 en (EU, Euratom) 2015/444. De beveiligingsvoorschriften van Eurofound hebben onder andere en indien nodig betrekking op bepalingen voor de uitwisseling, verwerking en opslag van dergelijke informatie.

Artikel 27

Aansprakelijkheid

  • 1. 
    De contractuele aansprakelijkheid van Eurofound wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op de betrokken overeenkomst.
  • 2. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof van Justitie) is bevoegd uitspraak te doen krachtens arbitrageclausules in door Eurofound gesloten overeenkomsten.
  • 3. 
    In geval van niet-contractuele aansprakelijkheid vergoedt Eurofound in overeenstemming met de algemene beginselen die de rechtsstelsels van de lidstaten gemeen hebben, alle door haar diensten of door haar personeelsleden bij de uitoefening van hun werkzaamheden veroorzaakte schade.
  • 4. 
    Het Hof van Justitie is bevoegd met betrekking tot de vergoeding van de in lid 3 bedoelde schade.
  • 5. 
    De persoonlijke aansprakelijkheid van de personeelsleden jegens Eurofound wordt beheerst door de bepalingen van het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden.

Artikel 28

Evaluatie

  • 1. 
    Overeenkomstig artikel 29, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 verricht Eurofound evaluaties vooraf en achteraf van de programma's en activiteiten die aanzienlijke uitgaven met zich brengen.
  • 2. 
    Uiterlijk 21 februari 2024 en daarna om de vijf jaar zorgt de Commissie ervoor dat in overeenstemming met de richtsnoeren van de Commissie een evaluatie wordt uitgevoerd om de prestaties van Eurofound te toetsen aan haar doelstellingen, mandaat en taken. Bij haar evaluatie raadpleegt de Commissie leden van de raad van bestuur en andere belangrijke betrokken partijen. Deze evaluatie richt zich in het bijzonder op de vraag of het mandaat van Eurofound moet worden gewijzigd, en op de financiële gevolgen van dergelijke wijzigingen.
  • 3. 
    De Commissie brengt bij het Europees Parlement, de Raad en de raad van bestuur verslag uit van de bevindingen van haar evaluatie. De bevindingen van de evaluatie worden openbaar gemaakt.

Artikel 29

Administratieve onderzoeken

Overeenkomstig artikel 228 VWEU zijn de activiteiten van Eurofound onderworpen aan onderzoeken door de Europese Ombudsman.

Artikel 30

Samenwerking met derde landen en internationale organisaties

  • 1. 
    Voor zover noodzakelijk voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening en onverminderd de respectieve bevoegdheden van de lidstaten en de instellingen van de Unie, kan Eurofound samenwerken met de bevoegde autoriteiten van derde landen en met internationale organisaties.

Daartoe mag Eurofound, onder voorbehoud van machtiging door de raad van bestuur en na goedkeuring door de Commissie, werkregelingen treffen met de bevoegde autoriteiten van derde landen en met internationale organisaties. Die regelingen scheppen geen wettelijke verplichtingen voor de Unie of de lidstaten.

  • 2. 
    Eurofound staat open voor deelname van derde landen die met de Unie overeenkomsten in die zin hebben gesloten.

Krachtens de desbetreffende bepalingen van de in de eerste alinea bedoelde overeenkomsten worden regelingen opgesteld voor met name de aard, de omvang en de werkwijze van de deelname van de betrokken derde landen aan de werkzaamheden van Eurofound, met inbegrip van bepalingen betreffende de deelname aan initiatieven van Eurofound, de financiële bijdragen en het personeel. Wat personeelszaken betreft, voldoen deze regelingen in elk geval aan het Statuut.

  • 3. 
    De raad van bestuur stelt een strategie op voor de betrekkingen met derde landen en internationale organisaties inzake aangelegenheden waarvoor Eurofound bevoegd is.

Artikel 31

Zetelovereenkomst en voorwaarden voor de werking

  • 1. 
    De regelingen betreffende de huisvesting van Eurofound in de lidstaat van vestiging en de voorzieningen die deze lidstaat moet treffen, alsmede de bijzondere regels die in de lidstaat van vestiging van toepassing zijn op de uitvoerend directeur, de leden van de raad van bestuur, de werknemers van het Agentschap en hun gezinsleden, worden vastgelegd in een zetelovereenkomst tussen Eurofound en de lidstaat waar de zetel is gevestigd.
  • 2. 
    De lidstaat van vestiging biedt de noodzakelijke voorwaarden voor de werking van Eurofound, waaronder meertalig, Europees gericht onderwijs en goede vervoersverbindingen.

HOOFDSTUK VI

OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 32

Overgangsbepalingen in verband met de raad van bestuur

De leden van de op grond van artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad opgerichte raad van bestuur blijven in functie en oefenen de functies van de in artikel 5 van deze verordening bedoelde raad van bestuur uit tot de leden van de raad van bestuur en de onafhankelijke deskundige krachtens artikel 4, lid 1, van deze verordening benoemd zijn.

Artikel 33

Overgangsbepalingen in verband met het personeel

  • 1. 
    De directeur van Eurofound die is benoemd op grond van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1365/75 vervult voor de resterende duur van zijn ambtstermijn de taken van de uitvoerend directeur als bepaald in artikel 11 van deze verordening. De andere voorwaarden in zijn arbeidsovereenkomst blijven ongewijzigd.
  • 2. 
    Indien er op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze verordening een selectie- en benoemingsprocedure voor de uitvoerend directeur loopt, is artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1365/75 van toepassing tot die procedure is afgerond.
  • 3. 
    Deze verordening heeft geen gevolgen voor de rechten en verplichtingen van personeel dat op grond van Verordening (EEG) nr. 1365/75 in dienst is genomen. Hun arbeidsovereenkomsten kunnen krachtens deze verordening worden verlengd overeenkomstig het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden.

Elk verbindingskantoor dat Eurofound heeft op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze verordening, wordt behouden.

Artikel 34

Overgangsbepalingen inzake de begroting

De kwijtingsprocedure met betrekking tot de begrotingen die zijn goedgekeurd op grond van artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 1365/75 wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 16 van die verordening.

HOOFDSTUK VII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 35

Intrekking

Verordening (EEG) nr. 1365/75 wordt ingetrokken en alle verwijzingen naar de ingetrokken verordening worden beschouwd als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 36

Het van kracht blijven van door de raad van bestuur vastgestelde interne voorschriften

De door de raad van bestuur op grond van Verordening (EEG) nr. 1365/75 vastgestelde interne voorschriften blijven van kracht na 20 februari 2019, tenzij de raad van bestuur bij de uitvoering van deze verordening anders bepaalt.

Artikel 37

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 16 januari 2019.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

  • (2) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 11 december 2018 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 20 december 2018.
  • (3) 
    Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1).
  • (4) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).
  • (7) 
    Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).
  • (8) 
    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
  • Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
  • Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
  • Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
  • Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.