18 februari 2019 Machtiging van Litouwen af te wijken van artikel 193 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

22.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/17

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/309 VAN DE RAAD

van 18 februari 2019

waarbij Litouwen wordt gemachtigd een bijzondere maatregel te treffen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG is de belastingplichtige die goederen levert of diensten verricht, in de regel ook de persoon die tot voldoening van de btw is gehouden.

 

(2)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 16 oktober 2018, heeft Litouwen verzocht om machtiging tot invoering van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde de verleggingsregeling te kunnen toepassen op leveringen van harde schijven („de bijzondere maatregel”).

 

(3)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten van het verzoek van Litouwen bij brief van 19 november 2018 in kennis gesteld. Bij brief van 20 november 2018 heeft de Commissie Litouwen meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(4)

Litouwen heeft geconstateerd dat er ploffraude in het intracommunautaire handelsverkeer wordt gepleegd met betrekking tot leveringen van elektronische goederen zoals laptops, mobiele telefoons, tablets en harde schijven. De omvang en de reikwijdte van deze praktijk hebben een rechtstreekse en uiterst negatieve impact op de staatsbegroting.

 

(5)

Litouwen heeft een reeks maatregelen genomen om dit soort van btw-fraude aan te pakken en te voorkomen. Volgens Litouwen schieten deze maatregelen evenwel tekort om btw-fraude bij de levering van elektronische goederen te voorkomen.

 

(6)

Litouwen wil de verleggingsregeling voor elektronische producten invoeren op basis van artikel 199 bis van Richtlijn 2006/112/EG. Harde schijven vallen echter buiten het toepassingsgebied van dit artikel.

 

(7)

Om de verleggingsregeling te kunnen toepassen op een bredere grondslag die niet alleen de elektronische producten zou omvatten waarin artikel 199 bis van Richtlijn 2006/112/EG al voorziet maar ook harde schijven, verzoekt Litouwen om machtiging tot invoering van de bijzondere maatregel.

 

(8)

Gelet op het positieve effect dat de bijzondere maatregel kan hebben op de strijd tegen de door Litouwen vastgestelde btw-fraude, dient een derogatie te worden verleend voor een beperkte periode, namelijk van 1 maart 2019 tot en met 28 februari 2022.

 

(9)

Derogaties worden gewoonlijk voor een beperkte periode toegestaan, opdat kan worden nagegaan of bijzondere maatregelen passend en doeltreffend zijn. Zo hebben de lidstaten de gelegenheid andere klassieke maatregelen te nemen om het probleem in kwestie aan te pakken tegen de tijd dat de bijzondere maatregelen verstrijken, zodat deze niet hoeven te worden verlengd. Derogaties op grond waarvan de verleggingsregeling kan worden gebruikt, worden slechts bij uitzondering verleend voor specifieke fraudegebieden en moeten als een laatste redmiddel worden gezien. Litouwen moet daarom tegen de tijd dat de bijzondere maatregel verstrijkt, andere klassieke maatregelen nemen ter bestrijding en voorkoming van btw-fraude met betrekking tot handel van de harde schijven, zodat het niet langer nodig is om ten aanzien van dergelijke leveringen af te wijken van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG.

 

(10)

De bijzondere maatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD

Artikel 1

In afwijking van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Litouwen ter zake van de levering van harde schijven gemachtigd de ontvanger aan te wijzen als de tot voldoening van de btw gehouden persoon.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van kennisgeving ervan.

Dit besluit is van toepassing van 1 maart 2019 tot en met 28 februari 2022.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Litouwen.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • N. 
    BĂDĂLĂU
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.