Besluit 2019/349 - Standpunt EU in het Comité voor overheidsopdrachten van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten in het kader van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU

1.

Wettekst

4.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/12

 

BESLUIT (EU) 2019/349 VAN DE RAAD

van 22 februari 2019

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Comité voor overheidsopdrachten van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten in het kader van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Unie is partij bij de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten („de herziene GPA”), en de herziene GPA is op grond van het Unierecht van toepassing op haar lidstaten.

 

(2)

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De Verdragen zullen niet meer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk met ingang van de datum van inwerkingtreding van een terugtrekkingsakkoord of, bij gebreke daarvan, na verloop van twee jaar na die kennisgeving, dat wil zeggen met ingang van 30 maart 2019, tenzij de Europese Raad met instemming van het Verenigd Koninkrijk met eenparigheid van stemmen tot verlenging van deze termijn besluit. Met ingang van die datum zal de herziene GPA automatisch niet langer op het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn.

 

(3)

Op 1 juni 2018 heeft het Verenigd Koninkrijk, met ondersteuning van de Unie, verzocht om toe te treden tot de herziene GPA.

 

(4)

Volgens artikel XXII, lid 2, van de herziene GPA kan elk WTO-lid tot deze overeenkomst toetreden op tussen dat lid en de partijen overeen te komen voorwaarden; deze voorwaarden worden vastgesteld in een besluit van het comité inzake overheidsopdrachten („het GPA-comité”). Toetreding geschiedt door nederlegging bij de directeur-generaal van de WTO van een toetredingsinstrument waarin de overeengekomen voorwaarden worden gespecificeerd. De herziene GPA treedt voor een toetredend lid in werking op de 30e dag nadat het zijn toetredingsinstrument heeft nedergelegd.

 

(5)

De verbintenissen van het Verenigd Koninkrijk inzake dekking op het gebied van toegang tot de markt voor overheidsopdrachten zijn vastgelegd in zijn definitieve aanbod dat op 2 oktober 2018 aan de partijen bij de GPA is gezonden.

 

(6)

Het definitieve aanbod van het Verenigd Koninkrijk is gepast omdat de verbintenissen van het Verenigd Koninkrijk inzake dekking de Unie de maximale dekking bieden die momenteel in het kader van de GPA-lijst van de Unie aan het Verenigd Koninkrijk toekomt, die overeenstemt met de dekking die momenteel in het kader van de lijst van de Unie aan het Verenigd Koninkrijk als lidstaat toekomt. De Unie moet zorgen voor een op wederkerigheid berustende behandeling en haar lijst aanpassen teneinde de marktdeelnemers van het Verenigd Koninkrijk een overeenkomstig toegangsniveau in het kader van de herziene GPA te bieden. Bovendien moet de lijst van de Unie in aanhangsel I van de herziene GPA worden gepreciseerd aangezien het Verenigd Koninkrijk niet langer onder die lijst zal vallen in het kader van de herziene GPA. Deze voorwaarden, zoals vermeld in de bijlage bij dit besluit, zullen deel uitmaken van de voorwaarden voor toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de herziene GPA en zullen worden opgenomen in het door het GPA-comité te nemen besluit over de toetreding van het Verenigd Koninkrijk.

 

(7)

Het is derhalve passend om het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het GPA-comité moet worden ingenomen in verband met de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de herziene GPA.

 

(8)

In het geval van een terugtrekkingsakkoord tussen het Verenigd Koninkrijk en de Unie waarin wordt voorzien in een overgangsperiode gedurende welke het recht van de Unie op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing zou zijn, moet de Unie de andere partijen bij de GPA ervan in kennis stellen dat het Verenigd Koninkrijk gedurende die overgangsperiode voor de toepassing van de herziene GPA als een lidstaat moet worden behandeld. Derhalve zou de herziene GPA tot de datum van het verstrijken van de overeengekomen overgangsperiode voor het Verenigd Koninkrijk blijven gelden. In dat geval moet het Verenigd Koninkrijk uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de overgangsperiode een bijgewerkte reeks antwoorden op de checklist van problemen indienen. Het GPA-comité zal de bijgewerkte reeks antwoorden van het Verenigd Koninkrijk op de checklist van problemen beoordelen en zich op dat moment beraden over een passend besluit.

 

(9)

Omdat het Verenigd Koninkrijk geen derde land zal zijn wanneer het GPA-comité een besluit neemt over de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de herziene GPA, is het in het belang van de Unie te waarborgen dat de herziene GPA voor het Verenigd Koninkrijk in werking treedt met ingang van de dag die volgt op de dag waarop het recht van de Unie niet langer van toepassing is op en in het Verenigd Koninkrijk. Tot aan zijn terugtrekking uit de Unie blijft het Verenigd Koninkrijk een lidstaat met alle uit de Verdragen voortvloeiende rechten en verplichtingen, waaronder de inachtneming van het beginsel van loyale samenwerking.

 

(10)

Als het recht van de Unie van toepassing blijft op en in het Verenigd Koninkrijk, moet de Commissie worden gemachtigd om het GPA-comité binnen 30 dagen na de nederlegging van het toetredingsinstrument van het Verenigd Koninkrijk namens de Unie ervan in kennis te stellen dat de herziene GPA op grond van het recht van de Unie voor het Verenigd Koninkrijk blijft gelden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Comité voor overheidsopdrachten („het GPA-comité”) houdt in dat de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten („de herziene GPA”) wordt goedgekeurd, onder de voorwaarden van artikel 2 van dit besluit en de toetredingsvoorwaarden in de bijlage bij dit besluit, voor zover de belangen van de Unie niet worden geschaad door het standpunt van de andere partijen bij de GPA.

Artikel 2

Het namens de Unie overeenkomstig artikel 1 in te nemen standpunt wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat het besluit van het GPA-comité bepalingen bevat die waarborgen dat:

 

1.

bij gebreke van een terugtrekkingsakkoord tussen het Verenigd Koninkrijk en de Unie waarin in een overgangsperiode wordt voorzien, het Verenigd Koninkrijk zijn toetredingsinstrument mag neerleggen bij de directeur-generaal van de WTO op voorwaarde dat:

 

a)

zulks niet eerder gebeurt dan dertig dagen vóór de datum waarop het Verenigd Koninkrijk geen lidstaat meer is; en

 

b)

zulks gebeurt binnen zes maanden na de datum van het besluit van het GPA-comité, tenzij de periode voor nederlegging van het toetredingsinstrument door het comité wordt verlengd;

 

2.

de nederlegging van het toetredingsinstrument van het Verenigd Koninkrijk wordt geacht niet te hebben plaatsgevonden voor de toepassing van artikel XXIV, lid 2, van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten van 1994 en artikel XXII, lid 2, van de herziene GPA, wanneer de Unie binnen 30 dagen na die nederlegging het GPA-comité ervan in kennis stelt dat de herziene GPA op grond van het recht van de Unie voor het Verenigd Koninkrijk blijft gelden.

Artikel 3

Ingeval het recht van de Unie van toepassing zal blijven op en in het Verenigd Koninkrijk, wordt de Commissie gemachtigd om het GPA-comité binnen 30 dagen na de nederlegging van het toetredingsinstrument van het Verenigd Koninkrijk namens de Unie ervan in kennis te stellen dat de herziene GPA op grond van het recht van de Unie voor het Verenigd Koninkrijk blijft gelden.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 22 februari 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

BIJLAGE

VOORWAARDEN VAN DE EU VOOR DE TOETREDING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK TOT DE GPA OP EIGEN TITEL

Bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten voor het Verenigd Koninkrijk op eigen titel:

 

komt sectie 2 („De aanbestedende diensten van de centrale overheden van de EU-lidstaten”), punt 1, van bijlage 1 bij aanhangsel I van de Europese Unie in het kader van de herziene overeenkomst als volgt te luiden:

 

„1.

Voor de goederen, diensten, leveranciers en dienstverleners van Liechtenstein, Zwitserland, IJsland, Noorwegen, Nederland met betrekking tot Aruba en het Verenigd Koninkrijk: opdrachten van alle aanbestedende diensten van centrale overheden van EU-lidstaten. De onderstaande lijst is indicatief”.

 

komt sectie 2 van bijlage 6 bij aanhangsel I van de Europese Unie in het kader van de herziene overeenkomst als volgt te luiden:

„Wanneer concessieovereenkomsten voor werken worden gegund door aanbestedende diensten van de bijlagen 1 en 2, is daarop het beginsel van nationale behandeling van toepassing voor de dienstverleners in de bouwnijverheid van IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Nederland met betrekking tot Aruba, Zwitserland, Montenegro en het Verenigd Koninkrijk, mits de waarde ervan gelijk is aan of meer bedraagt dan 5 000 000 BTR en voor de dienstverleners in de bouwnijverheid van Korea, mits de waarde ervan gelijk is aan of meer bedraagt dan 15 000 000 BTR”.

 

wordt aan de voetnoot bij de titel „De Europese Unie” in de bijlagen bij aanhangsel I van de Europese Unie in het kader van de herziene overeenkomst en bij de titel „Europese Unie” in het kader van de Overeenkomst van 1994 het volgende toegevoegd:

„De verwijzingen naar de aanbestedende diensten en aanbestedende instanties van het Verenigd Koninkrijk die momenteel zijn opgenomen in de bijlagen bij aanhangsel I van de Europese Unie zijn niet meer relevant”.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.