Besluit 2019/441 - Sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met Marokko, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de overeenkomst

1.

Wettekst

20.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/4

 

BESLUIT (EU) 2019/441 VAN DE RAAD

van 4 maart 2019

betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de overeenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), v), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 22 mei 2006 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 764/2006 (2) betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko („de overeenkomst”) vastgesteld. De overeenkomst is vervolgens stilzwijgend verlengd.

 

(2)

Het meest recente protocol voor de uitvoering van de overeenkomst en tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in die overeenkomst, is verstreken op 14 juli 2018.

 

(3)

In zijn arrest in zaak C-266/16 (3) heeft het Hof, als antwoord op een prejudiciële vraag over de geldigheid en de uitlegging van de overeenkomst en het bijbehorende uitvoeringsprotocol, geoordeeld dat noch de overeenkomst noch het bijbehorende uitvoeringsprotocol van toepassing is op de wateren die grenzen aan het grondgebied van de Westelijke Sahara.

 

(4)

De Unie loopt niet vooruit op de afloop van het door de Verenigde Naties geleide politieke proces inzake de uiteindelijke status van de Westelijke Sahara en blijft zich uitspreken voor een oplossing voor het geschil in de Westelijke Sahara, dat momenteel door de Verenigde Naties op de lijst van niet-zelfbesturende gebieden is geplaatst en vandaag de dag grotendeels door het Koninkrijk Marokko wordt bestuurd. Zij staat volledig achter de inspanningen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en zijn persoonlijke gezant om de partijen te helpen tot een rechtvaardige, duurzame en wederzijds aanvaardbare politieke oplossing te komen, die recht doet aan het zelfbeschikkingsrecht van de bevolking van de Westelijke Sahara in het kader van regelingen die in overeenstemming zijn met de doelen en beginselen in het Handvest van de Verenigde Naties, zoals geformuleerd in de resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (UNSCR), en met name de Resoluties 2152 (2014), 2218 (2015), 2285 (2016), 2351 (2017) en 2414 (2018) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

 

(5)

Het is van belang dat de vloten van de Unie de visserijactiviteiten die zij sinds de inwerkingtreding van de overeenkomst verrichten, kunnen voortzetten en dat het toepassingsgebied van de overeenkomst wordt vastgesteld teneinde daarin de aan het grondgebied van de Westelijke Sahara grenzende wateren op te nemen. De voortzetting van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij is bovendien essentieel opdat dit gebied voordeel kan blijven halen uit de sectorale steun die in het kader van de overeenkomst wordt geboden volgens het Unierecht en het internationaal recht, met inbegrip van de mensenrechten, en ten bate van de betrokken bevolking.

 

(6)

Met het oog daarop heeft de Raad de Commissie op 16 april 2018 gemachtigd onderhandelingen te starten met het Koninkrijk Marokko teneinde de overeenkomst te wijzigen en een nieuw uitvoeringsprotocol overeen te komen. Na afloop van die onderhandelingen is op 24 juli 2018 een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko („de visserijovereenkomst”) geparafeerd, alsmede een nieuw uitvoeringsprotocol, met de bijlage en aanhangsels bij dat protocol, en de briefwisseling bij de visserijovereenkomst die een integrerend onderdeel uitmaakt van de visserijovereenkomst.

 

(7)

De visserijovereenkomst heeft tot doel het voor de Unie en het Koninkrijk Marokko mogelijk te maken om nauwer samen te werken met het oog op de bevordering van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de in de visserijovereenkomst afgebakende visserijzone, en het Koninkrijk Marokko ondersteuning te bieden bij zijn inspanningen om de visserijsector en een blauwe economie te ontwikkelen. De overeenkomst draagt op die manier bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen die de Unie in het kader van artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie nastreeft.

 

(8)

De Commissie heeft een beoordeling verricht van de mogelijke gevolgen van de visserijovereenkomst voor de duurzame ontwikkeling, met name wat betreft de voordelen voor de betrokken bevolking en de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen in de betrokken gebieden.

 

(9)

In lijn met deze beoordeling wordt ervan uitgegaan dat de visserijovereenkomst de betrokken bevolking zeer ten goede zal komen wegens de positieve sociaal-economische effecten op die bevolking, met name op het gebied van werkgelegenheid en investeringen, en wegens de impact ervan op de ontwikkeling van de visserijsector en de visverwerkende sector.

 

(10)

Ook zou de visserijovereenkomst de beste garantie zijn dat de natuurlijke hulpbronnen in de aan de Westelijke Sahara grenzende wateren op duurzame wijze worden geëxploiteerd, aangezien de visserijactiviteiten stroken met de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en aanbevelingen ter zake en onderworpen zijn aan passende maatregelen op het gebied van monitoring en controle.

 

(11)

Gelet op de overwegingen in het arrest van het Hof van Justitie heeft de Commissie, in samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden, in de huidige context alle redelijke en haalbare maatregelen genomen om de betrokken bevolking op passende wijze bij de procedure te betrekken teneinde zich van hun instemming te vergewissen. Uitgebreide raadplegingen hebben plaatsgevonden in de Westelijke Sahara en in het Koninkrijk Marokko, en de sociaal-economische en politieke actoren die aan de raadplegingen hebben deelgenomen, waren duidelijk voorstander van het sluiten van de visserijovereenkomst. Het Polisariofront en enkele andere partijen wensten echter niet deel te nemen aan de raadplegingsprocedure.

 

(12)

Diegenen die niet wensten deel te nemen aan de procedure, hebben de toepassing van de visserijovereenkomst en het bijbehorende uitvoeringsprotocol op de aan de Westelijke Sahara grenzende wateren afgewezen, omdat zij in essentie vinden dat deze handelingen de positie van het Koninkrijk Marokko in de Westelijke Sahara zou bekrachtigen. Noch uit de bewoordingen van deze visserijovereenkomst noch uit die van het bijbehorende uitvoeringsprotocol kan echter in enig opzicht worden afgeleid dat daarmee de soevereiniteit of de soevereine rechten van het Koninkrijk Marokko over de Westelijke Sahara en de aangrenzende wateren worden erkend. Bovendien zal de Unie met nog grotere inspanningen het proces blijven steunen dat onder leiding van de Verenigde Naties is begonnen en wordt voortgezet om tot een vreedzame oplossing van het geschil te komen.

 

(13)

Overeenkomstig Besluit (EU) 2018/2068 van de Raad (4) zijn de visserijovereenkomst, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de visserijovereenkomst, ondertekend op 14 januari 2019, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

 

(14)

De visserijovereenkomst, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de visserijovereenkomst dienen te worden goedgekeurd.

 

(15)

Bij artikel 13 van de visserijovereenkomst is een gemengde commissie opgericht die belast is met de monitoring van de toepassing van de overeenkomst. De gemengde commissie kan wijzigingen van het uitvoeringsprotocol bij de visserijovereenkomst vaststellen overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de visserijovereenkomst. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te vergemakkelijken, moet de Commissie er, onder bepaalde voorwaarden, toe worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko („de overeenkomst”), het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de visserijovereenkomst worden namens de Unie goedgekeurd.

De teksten van de visserijovereenkomst, van het bijbehorende uitvoeringsprotocol, met de bijlage en aanhangsels bij dat protocol, en van de briefwisseling bij de visserijovereenkomst zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

Aan de Commissie wordt volgens de voorwaarden van de bijlage bij dit besluit de bevoegdheid verleend om, namens de Unie, haar goedkeuring te hechten aan wijzigingen van het uitvoeringsprotocol bij de visserijovereenkomst die worden vastgesteld door de bij artikel 13 van de visserijovereenkomst ingestelde gemengde commissie.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de kennisgeving als bedoeld in artikel 17 van de visserijovereenkomst en artikel 15 van het bijbehorende uitvoeringsprotocol.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    ANTON
 

  • (1) 
    Goedkeuring van 12 februari 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 764/2006 van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 141 van 29.5.2006, blz. 1).
  • (3) 
    Arrest van het Hof van Justitie van 27 februari 2018, Western Sahara Campaign UK, C-266/16, ECLI:EU:C:2018:118.
  • (4) 
    Besluit (EU) 2018/2068 van de Raad van 29 november 2018 betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol alsook de briefwisseling bij de overeenkomst (PB L 331 van 28.12.2018, blz. 1).
 

BIJLAGE

Reikwijdte van de verleende bevoegdheden en procedure voor de vaststelling van het standpunt van de Unie in de gemengde commissie

 
 

1.

De Commissie is gemachtigd om met het Koninkrijk Marokko te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan de voorwaarden van punt 3 in deze bijlage, haar goedkeuring te hechten aan wijzigingen van het uitvoeringsprotocol bij de visserijovereenkomst die betrekking hebben op de volgende aspecten:

a)

de herziening van de vangstmogelijkheden en, bijgevolg, van de in artikel 12, lid 2, onder a) en b), van de visserijovereenkomst bedoelde financiële tegenprestatie;

 

b)

de bepalingen inzake de sectorale steun en, bijgevolg, de in artikel 12, lid 2, onder c), van de visserijovereenkomst bedoelde financiële tegenprestatie;

 

c)

de technische voorwaarden en modaliteiten waaronder de vaartuigen van de Unie hun visserijactiviteiten verrichten.

 
 

2.

In de gemengde commissie die bij de visserijovereenkomst is ingesteld:

a)

handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

 

b)

ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften van de regionale organisaties voor visserijbeheer en die passen in de context van gezamenlijk beheer door de kuststaten.

 
 

3.

Als er in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het uitvoeringsprotocol als bedoeld in punt 1, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het namens de Unie in te nemen standpunt rekening houdt met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

 
 

4.

Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

 
 

5.

Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde standpunt van de Unie door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het beoogde standpunt van de Unie in het voorbereidende document geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een aantal lidstaten die een blokkerende minderheid vormen, daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen twintig dagen na ontvangst van het voorbereidende document, al naargelang hetgeen zich het eerst voordoet. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak aan de Raad voorgelegd.

 
 

6.

Indien tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het door de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

 
 

7.

De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.