Besluit 2019/524 - Standpunt EU in het gemengd comité dat is opgericht bij de strategische partnerschapsovereenkomst met Japan met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het gemengd comité

1.

Wettekst

28.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 86/66

 

BESLUIT (EU) 2019/524 VAN DE RAAD

van 21 maart 2019

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité dat is opgericht bij de strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Japan, anderzijds, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het gemengd comité

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Japan, anderzijds (1) („de overeenkomst”), is op 17 juli 2018 in Tokio ondertekend en wordt sinds 1 februari 2019 voorlopig toegepast.

 

(2)

Bij de overeenkomst wordt een gemengd comité ingesteld om het algemene partnerschap dat is gebaseerd op de overeenkomst, te coördineren („het gemengd comité”) en wordt bepaald dat het gemengd comité zijn reglement van orde dient vast te stellen.

 

(3)

Het reglement van orde dient zo spoedig mogelijk te worden goedgekeurd teneinde een doeltreffende tenuitvoerlegging van de overeenkomst te garanderen.

 

(4)

Het is wenselijk het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het gemengd comité, omdat het reglement van orde de werking zal bepalen van het gemengd comité, dat belast is met het beheer van de overeenkomst en de correcte uitvoering ervan verzekert.

 

(5)

Het standpunt van de Unie in het gemengd comité moet derhalve de vaststelling van het bijgevoegde ontwerpbesluit ondersteunen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de eerste vergadering van het gemengd comité dat is ingesteld overeenkomstig artikel 42 van de strategische partnerschapsovereenkomst, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het gemengd comité, houdt in dat steun wordt gegeven aan de vaststelling door het gemengd comité van zijn reglement van orde, zoals uiteengezet in het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het gemengd comité.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 21 maart 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

 

BESLUIT NR. 1/2019 VAN HET GEMENGD COMITÉ DAT IS OPGERICHT BIJ DE STRATEGISCHE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST EU-JAPAN

van …

tot vaststelling van zijn reglement van orde

HET GEMENGD COMITÉ,

Gezien de strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Japan, anderzijds (1) (hierna de „strategische partnerschapsovereenkomst” genoemd), en met name artikel 42,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bepaalde onderdelen van de strategische partnerschapsovereenkomst werden in afwachting van de inwerkingtreding sinds 1 februari 2019 voorlopig toegepast.

 

(2)

Om de doeltreffende uitvoering van de strategische partnerschapsovereenkomst te waarborgen, in afwachting van de inwerkingtreding ervan, dient het gemengd comité zo spoedig mogelijk te worden opgericht.

 

(3)

Overeenkomstig artikel 42, lid 5, van de strategische partnerschapsovereenkomst stelt het gemengd comité zijn eigen reglement van orde vast,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

 

1.

Het reglement van orde van het gemengd comité, zoals opgenomen in de bijlage, wordt vastgesteld.

 

2.

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te …,

Voor het gemengd comité

De medevoorzitters

 

  • (1) 
    PB L xxx van xx.xx.xxxx, blz. x.

Bijlage bij Besluit nr. 1/2019

Strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Japan, anderzijds

Reglement van orde van het gemengd comité

Artikel 1

Taken en samenstelling

  • 1. 
    Het gemengd comité voert de in artikel 42 van de strategische partnerschapsovereenkomst omschreven taken uit.
  • 2. 
    Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen.

Artikel 2

Voorzitter

Het gemengd comité wordt gezamenlijk voorgezeten door vertegenwoordigers van de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Japan, anderzijds. Hierna wordt naar deze verwezen als „de partijen” of de „partij”.

Artikel 3

Vergaderingen

  • 1. 
    Het gemengd comité vergadert normaal gezien eenmaal per jaar, afwisselend in Tokio en Brussel, op een datum die bij consensus wordt overeengekomen. Het gemengd comité komt ook op verzoek van een der partijen bij consensus bijeen.
  • 2. 
    Het gemengd comité vergadert gewoonlijk op het niveau van hoge ambtenaren, tenzij de partijen anders overeenkomen.

Artikel 4

Openbaarheid

De vergaderingen van het gemengd comité zijn niet openbaar, tenzij de partijen anders besluiten.

Artikel 5

Secretarissen

Een vertegenwoordiger van de Europese Dienst voor extern optreden en een vertegenwoordiger van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Japan treden gezamenlijk op als secretarissen van het gemengd comité. Alle mededelingen van en aan de medevoorzitters van het gemengd comité worden doorgestuurd naar de secretarissen.

Artikel 6

Deelnemers

  • 1. 
    Vóór elke vergadering worden de medevoorzitters via de secretarissen in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.
  • 2. 
    Indien nodig en bij consensus kunnen deskundigen of vertegenwoordigers van andere organen voor de vergaderingen van het gemengd comité worden uitgenodigd, als waarnemer of om informatie over een specifiek onderwerp te verstrekken.

Artikel 7

Agenda voor de vergaderingen

  • 1. 
    De medevoorzitters stellen voor elke vergadering een voorlopige agenda op.
  • 2. 
    De voorlopige agenda wordt ten laatste 15 dagen vóór de start van de vergadering opgesteld.
  • 3. 
    De definitieve agenda wordt aan het begin van elke vergadering door het gemengd comité goedgekeurd. Indien de partijen daartoe besluiten, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan, als agendapunt worden opgenomen.
  • 4. 
    De medevoorzitters kunnen besluiten de in lid 2 bedoelde termijnen in te korten als dit vereist is.

Artikel 8

Notulen

  • 1. 
    De secretarissen stellen gezamenlijk notulen op van elke vergadering, zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk twee maanden na afloop van elke vergadering, tenzij bij consensus anders wordt besloten. De ontwerpnotulen omvatten in de regel de definitieve agenda en een samenvatting van de discussies van elk punt op de agenda.
  • 2. 
    De ontwerpnotulen worden door de partijen schriftelijk goedgekeurd, zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk twee maanden na afloop van elke vergadering, tenzij bij consensus anders wordt besloten.

Artikel 9

Besluiten en aanbevelingen

  • 1. 
    Binnen zijn werkzaamheden en taken als vastgesteld in artikel 42 van de strategische partnerschapsovereenkomst doet het gemengd comité in voorkomend geval aanbevelingen en stelt het besluiten vast. Deze krijgen de benaming „aanbeveling” of „besluit”, gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een vermelding van het onderwerp ervan. In elke aanbeveling of elk besluit wordt de datum van inwerkingtreding vermeld.
  • 2. 
    Het gemengd comité kan bij consensus aanbevelingen doen en besluiten nemen.
  • 3. 
    Het gemengd comité kan besluiten aanbevelingen te doen en besluiten vast te stellen middels een schriftelijke procedure door middel van een uitwisseling van nota's tussen de medevoorzitters van het gemengd comité.
  • 4. 
    De besluiten en aanbevelingen van het gemengd comité worden door de medevoorzitters schriftelijk vastgesteld.
  • 5. 
    De partijen kunnen beslissen om de besluiten en aanbevelingen van het gemengd comité te publiceren op elke passend geachte wijze.

Artikel 10

Uitgaven

  • 1. 
    Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met de deelname aan vergaderingen van het gemengd comité.
  • 2. 
    Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.

Artikel 11

Werkgroepen

  • 1. 
    Het gemengd comité kan besluiten werkgroepen in te stellen, die het bij het vervullen van zijn taken bijstaan.
  • 2. 
    Het gemengd comité kan besluiten werkgroepen die het heeft opgericht, op te heffen of het mandaat ervan te bepalen of te wijzigen.
  • 3. 
    De werkgroepen brengen na iedere vergadering verslag uit aan het gemengd comité.

Artikel 12

Wijziging van het reglement van orde

De partijen kunnen dit reglement van orde wijzigen overeenkomstig artikel 9.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.