Verordening 2019/516 - Harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen en tot intrekking van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening 1287/2003 (bni-verordening)

1.

Wettekst

29.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 91/19

 

VERORDENING (EU) 2019/516 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 19 maart 2019

betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen en tot intrekking van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad (bni-verordening)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (bni) vormt de basis voor de berekening van het grootste aandeel van de eigen middelen in de algemene begroting van de Unie. Daarom dient de vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en volledigheid van dat aggregaat verder te worden versterkt.

 

(2)

Wanneer statistieken rechtstreeks voor administratieve doeleinden en voor beleidsvorming op het niveau van de Unie en de lidstaten worden gebruikt, komt groot belang toe aan statistische integriteit door de inachtneming van de beginselen van de praktijkcode Europese statistieken, zoals op 16 november 2017 door het Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité) herzien en geactualiseerd, en van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2).

 

(3)

Die statistische gegevens zijn ook een belangrijk analytisch instrument voor de coördinatie van het economische beleid van de lidstaten en voor verscheidene beleidsterreinen van de Unie, alsmede voor onderzoeksactiviteiten.

 

(4)

Overeenkomstig artikel 2, lid 7, van Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad (3), wordt voor de vaststelling van de eigen middelen onder bni verstaan een jaarlijks bni, uitgedrukt in marktprijzen, volgens de in bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) bepaalde methoden waarbij het herziene Europees systeem van rekeningen wordt ingesteld (ESR 2010). Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad (5) werd ingetrokken overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad en behoudens het bepaalde in artikel 10, lid 2, van dat besluit.

 

(5)

Het is van essentieel belang dat bni-gegevens vergelijkbaar zijn tussen de lidstaten, en dat de toepasselijke definities en registratieregels van ESR 2010 worden nageleefd. Met het oog daarop dienen de evaluatieprocedures en de daadwerkelijk gebruikte basisgegevens de mogelijkheid te bieden die definities en registratieregels correct toe te passen.

 

(6)

Het is van essentieel belang dat de bronnen en de methoden die voor het samenstellen van bni-gegevens worden gebruikt, betrouwbaar zijn. Daarom dienen, zo veel mogelijk, beproefde technieken te worden toegepast op solide, geschikte en actuele basisstatistieken.

 

(7)

Het is van essentieel belang dat bni-gegevens volledig zijn. Daarom dienen die gegevens ook rekening te houden met informele, niet-geregistreerde en andere activiteiten en transacties die niet in statistische enquêtes of bij fiscale, sociale of andere administratieve autoriteiten worden gemeld. Voor een betere bni-dekking is vereist dat geschikte statistische grondslagen en evaluatieprocedures worden ontwikkeld om betrouwbare statistieken te produceren en, indien van toepassing, de nodige aanpassingen aan te brengen en lacunes en dubbeltelling te voorkomen.

 

(8)

Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014 van de Raad (6) voorziet in controles in de lidstaten ten behoeve van de controle van de eigen middelen. Met het oog op bni-controle dient de Commissie (Eurostat) het recht te krijgen bni-informatiebezoeken uit te voeren om de kwaliteit van bni-aggregaten en de componenten daarvan en de naleving van ESR 2010 te controleren, alsmede om de vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en volledigheid van de bni-gegevens te waarborgen. De Commissie (Eurostat) dient de regels betreffende statistische geheimhouding na te leven. De deelname van vertegenwoordigers van nationale statistische autoriteiten aan bni-informatiebezoeken aan andere lidstaten is essentieel voor het bevorderen van de transparantie en de kwaliteit van het bni-controleproces.

 

(9)

Teneinde de betrouwbaarheid, volledigheid en maximale vergelijkbaarheid van bni-gegevens te waarborgen, in overeenstemming met ESR 2010, dient de bevoegdheid om handelingen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vast te stellen aan de Commissie te worden overgedragen wat betreft de lijst van de punten die in elke verificatiecyclus moeten worden behandeld. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen geschieden in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (7). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

 

(10)

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening met het oog op het verstrekken van bni-aggregaten ten behoeve van de eigen middelen, dienen aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te worden verleend tot het vaststellen van de structuur en de gedetailleerde regelingen met betrekking tot het overzicht van de bronnen en de methoden die worden gebruikt voor de productie van de bni-gegevens en de componenten daarvan, overeenkomstig bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013, van het tijdschema voor de actualisering en de toezending ervan en van de specifieke maatregelen voor het verbeteren van de vergelijkbaarheid, de betrouwbaarheid en de volledigheid van de bni-gegevens van de lidstaten op basis van de lijst met door de Commissie bepaalde punten. Die bevoegdheden dienen te worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (8).

 

(11)

Het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 opgerichte ESS-comité is overeenkomstig artikel 7 van die verordening verzocht professionele sturing te geven.

 

(12)

Het in artikel 4 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad (9) bedoelde bni-comité heeft adviezen uitgebracht voor de Commissie en heeft haar geadviseerd en bijgestaan bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden. In de strategie die gericht is op een nieuwe structuur voor het Europees statistisch systeem om de coördinatie en het partnerschap te verbeteren in een duidelijke piramidevormige structuur binnen het systeem, dient het ESS-comité een adviserende rol te hebben en de Commissie bij te staan bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden. Daarom dient het bni-comité, wat betreft het bijstaan van de Commissie bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden uit hoofde van deze verordening, te worden vervangen door het ESS-comité. De Commissie dient evenwel een formele deskundigengroep op te richten om haar bij te staan bij andere functies die voorheen uit hoofde van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door het bni-comité werden vervuld en die geen verband houden met de bijstand aan de Commissie bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden.

 

(13)

Bij Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad (10) en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 is een procedure ingesteld om de vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en volledigheid van de gegevens inzake het bruto nationaal product (bnp) en de bni-gegevens te controleren en te evalueren binnen het bnp-comité en het bni-comité, waarin de lidstaten en de Commissie nauw samenwerken. Die procedure dient te worden aangepast om rekening te houden met het gebruik van bni-gegevens voor de vaststelling van de eigen middelen overeenkomstig ESR 2010, het herziene tijdschema voor de indiening van gegevens ten behoeve van de eigen middelen en de recente ontwikkelingen binnen het Europees statistisch systeem. Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 dienen derhalve te worden ingetrokken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

DEFINITIE EN BEREKENING VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN TEGEN MARKTPRIJZEN

Artikel 1

  • 1. 
    Het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (bni) en het bruto binnenlands product tegen marktprijzen („bbp”) worden gedefinieerd overeenkomstig het Europees systeem van rekeningen (ESR 2010), dat bij Verordening (EU) nr. 549/2013 is ingesteld.
  • 2. 
    Overeenkomstig punt 8.89 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 wordt het bbp gedefinieerd als het eindresultaat van de productieve activiteiten van ingezeten productie-eenheden. Het kan op drie manieren worden gedefinieerd:
 

a)

vanuit het oogpunt van de productie: het bbp is de som van de bruto toegevoegde waarde van alle institutionele sectoren of bedrijfstakken en het saldo van productgebonden belastingen en subsidies (die niet aan sectoren en bedrijfstakken worden toegerekend). Het is eveneens de sluitpost van de productierekening van de totale economie;

 

b)

vanuit het oogpunt van de bestedingen: het bbp is de som van de finale bestedingen aan goederen en diensten door ingezeten institutionele eenheden (eindconsumptie en bruto-investeringen) en het saldo van de uitvoer en invoer van goederen en diensten;

 

c)

vanuit het oogpunt van het inkomen: het bbp is de som van de bestedingen in de inkomensvormingsrekening van de totale economie (beloning van werknemers, belastingen op productie en invoer exclusief subsidies, bruto-exploitatieoverschot en gemengd inkomen van de totale economie).

  • 3. 
    Overeenkomstig punt 8.94 van bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 wordt het bni gedefinieerd als het totaal van de door ingezeten institutionele eenheden ontvangen primaire inkomens: beloning van werknemers, belastingen op productie en invoer exclusief subsidies, saldo van ontvangen en betaald inkomen uit vermogen, bruto-exploitatieoverschot en bruto gemengd inkomen. Het bni is gelijk aan het bbp minus het primaire inkomen dat ingezeten institutionele eenheden aan niet-ingezeten institutionele eenheden betalen plus het primaire inkomen dat ingezeten institutionele eenheden uit het buitenland ontvangen.

HOOFDSTUK II

TOEZENDING VAN BNI-GEGEVENS EN AANVULLENDE INFORMATIE

Artikel 2

  • 1. 
    De lidstaten berekenen het bni als gedefinieerd in artikel 1 in het kader van de opstelling van hun nationale rekeningen.
  • 2. 
    In het kader van de opstelling van de nationale rekeningen verschaffen de lidstaten de Commissie (Eurostat) ieder jaar vóór 1 oktober cijfers voor de bni-aggregaten en de componenten daarvan overeenkomstig de in artikel 1 opgenomen definities. De totalen voor het bbp en de componenten daarvan worden gepresenteerd volgens de drie in artikel 1, lid 2, bedoelde benaderingen. De gegevens worden voor het voorgaande jaar toegezonden en alle wijzigingen van de gegevens van vroegere jaren worden tegelijk meegedeeld.
  • 3. 
    Het toezenden van de in lid 2 bedoelde gegevens gaat vergezeld van een verslag over de kwaliteit van de bni-gegevens. Dit verslag vermeldt nauwkeurig de methode die is gebruikt voor het produceren van de gegevens en bevat met name een beschrijving van belangrijke veranderingen in de gebruikte bronnen en methoden, alsmede een verklaring voor de herzieningen van bni-aggregaten en de componenten daarvan in vergelijking met eerdere perioden.

Artikel 3

  • 1. 
    De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) een overzicht van de bronnen en methoden die zijn gebruikt om bni-aggregaten en de componenten daarvan overeenkomstig ESR 2010 te produceren.
  • 2. 
    De Commissie stelt overeenkomstig bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 de structuur en de gedetailleerde regelingen met betrekking tot het in lid 1 van dit artikel bedoelde overzicht door middel van uitvoeringshandelingen vast, evenals een tijdschema voor het actualiseren en toezenden ervan. Bij de uitoefening van haar bevoegdheid ziet de Commissie erop toe dat dergelijke uitvoeringshandelingen niet leiden tot aanzienlijke bijkomende kosten die een disproportionele en onrechtvaardige last voor de lidstaten betekenen. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 8, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure. Het overzicht is consistent met ESR 2010, vergt geen dubbel werk en wordt niet overbeladen.
  • 3. 
    Om analyses van de naleving eenvoudiger vergelijkbaar te maken, stelt de Commissie, in nauwe samenwerking met de in artikel 4 bedoelde deskundigengroep, een gids voor de samenstelling van de overzichten op.

HOOFDSTUK III

PROCEDURES EN TOEZICHT OP DE BEREKENING VAN HET BNI

Artikel 4

De Commissie richt een formele deskundigengroep op, die bestaat uit vertegenwoordigers van alle lidstaten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie, die de Commissie adviseert en zijn standpunt kenbaar maakt ten aanzien van de vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en volledigheid van de bni-berekeningen, problemen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening onderzoekt en jaarlijks advies uitbrengt over de geschiktheid van de bni-gegevens van de lidstaten voor de vaststelling van de eigen middelen.

Artikel 5

  • 1. 
    De Commissie controleert de bronnen, het gebruik ervan en de methoden in het in artikel 3, lid 1, vermelde overzicht. Daartoe wordt gebruikgemaakt van een controlemodel dat door de Commissie, in nauwe samenwerking met de in artikel 4 bedoelde deskundigengroep, is opgesteld. Het model is gebaseerd op de beginselen van collegiale toetsing en kosteneffectiviteit en houdt rekening met de in lid 2, tweede alinea, van dit artikel bedoelde gedelegeerde handelingen.
  • 2. 
    De bni-gegevens moeten betrouwbaar, volledig en vergelijkbaar zijn.

De Commissie stelt overeenkomstig artikel 7 de gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van de in de eerste alinea van dit lid opgenomen bepaling door de lijst vast te stellen van de punten die in elke verificatiecyclus moeten worden behandeld met het oog op het waarborgen van de betrouwbaarheid, de volledigheid en hoogst mogelijke mate van vergelijkbaarheid van de bni-gegevens, in overeenstemming met ESR 2010.

  • 3. 
    De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen specifieke maatregelen vast om ervoor te zorgen dat de bni-gegevens vergelijkbaarder, betrouwbaarder en vollediger zijn op basis van de lijst van punten die door de Commissie in de in lid 2, tweede alinea, van dit artikel bedoelde gedelegeerde handelingen is vastgesteld. Dergelijke gedelegeerde handelingen zijn naar behoren gemotiveerd en in overeenstemming met ESR 2010. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 8, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 6

  • 1. 
    Onverminderd de in artikel 2 van Verordening (EG, Euratom) nr. 608/2014 bedoelde controles kan de Commissie (Eurostat), indien dit passend wordt geacht, in de lidstaten bni-informatiebezoeken afleggen.
  • 2. 
    Doel van de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatiebezoeken is de controle van de kwaliteit van bni-aggregaten en de componenten daarvan, en de controle van de mate waarin zij aan ESR 2010 voldoen. Bij de uitoefening van haar recht dergelijke informatiebezoeken af te leggen, eerbiedigt de Commissie (Eurostat) de in hoofdstuk V van Verordening (EG) nr. 223/2009 bepaalde regels inzake statistische geheimhouding.
  • 3. 
    Tijdens informatiebezoeken in de lidstaten kan de Commissie (Eurostat), en wordt zij ertoe aangemoedigd om, bijstand te verzoeken door deskundigen op het gebied van nationale rekeningen die de nationale statistische autoriteiten van andere lidstaten vertegenwoordigen.

De deskundigen op het gebied van nationale rekeningen worden ingeschreven op een lijst, die wordt samengesteld aan de hand van vrijwillige voorstellen die door de Commissie (Eurostat) zijn ontvangen van de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de rapportage van nationale rekeningen.De deelname van deskundigen op het gebied van nationale rekeningen van andere lidstaten aan die informatiebezoeken geschiedt op vrijwillige basis.

Artikel 7

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 5, lid 2, tweede alinea, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 18 april 2019. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 2, tweede alinea, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
  • 5. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 6. 
    Een overeenkomstig artikel 5, lid 2, tweede alinea, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie heeft medegedeeld daartegen geen bezwaar te zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 8

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 ingestelde Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 9

De Commissie dient vóór 1 januari 2023 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze verordening.

Artikel 10

Richtlijn 89/130/EEG, Euratom en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 worden ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken handelingen gelden als verwijzingen naar deze verordening, en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabellen in de bijlage.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 maart 2019.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 31 januari 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 18 februari 2019.
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
  • (4) 
    Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).
  • (6) 
    Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014 van de Raad van 26 mei 2014 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 29).
  • (8) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • (9) 
    Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen („BNI-verordening”) (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).
  • Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad van 13 februari 1989 betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal product tegen marktprijzen (PB L 49 van 21.2.1989, blz. 26).
 

BIJLAGE

Concordantietabellen

 

Richtlijn 89/130/EEG, Euratom

Deze verordening

Artikel 1

Artikel 1, leden 1 en 3

Artikel 2

Artikel 1, lid 2

Artikel 3

Artikel 2, leden 1 en 2

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 3

Artikel 5

Artikel 2, lid 3

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 6

Artikel 8

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 11

 

Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003

Deze verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 8

Artikel 5, lid 1

Artikel 5

Artikel 5, lid 2

Artikel 5, lid 3

Artikel 6

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 8

Artikel 11

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.