Verordening 2019/518 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 wat bepaalde kosten van grensoverschrijdende betalingen in de Unie en valutawisselkosten betreft

1.

Wettekst

29.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 91/36

 

VERORDENING (EU) 2019/518 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 19 maart 2019

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 wat bepaalde kosten van grensoverschrijdende betalingen in de Unie en valutawisselkosten betreft

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Sinds de vaststelling van Verordeningen (EG) nr. 2560/2001 (4) en (EG) nr. 924/2009 (5) van het Europees Parlement en de Raad zijn de kosten van grensoverschrijdende betalingen in euro tussen lidstaten van de eurozone sterk gedaald tot een niveau dat in de meeste gevallen verwaarloosbaar is.

 

(2)

Grensoverschrijdende betalingen in euro van lidstaten buiten de eurozone maken echter ongeveer 80 % uit van alle grensoverschrijdende betalingen uit lidstaten buiten de eurozone. De kosten van dergelijke grensoverschrijdende betalingen blijven in de meeste lidstaten buiten de eurozone buitensporig hoog, ook al hebben betalingsdienstaanbieders die zich in lidstaten buiten de eurozone bevinden, toegang tot dezelfde efficiënte infrastructuren om die transacties tegen zeer lage kosten te verwerken, als betalingsdienstaanbieders die zich binnen de eurozone bevinden.

 

(3)

De hoge kosten van grensoverschrijdende betalingen blijven een hinderpaal voor de volledige integratie in de interne markt van burgers en ondernemingen uit lidstaten buiten de eurozone, met negatieve gevolgen voor hun concurrentievermogen. Die hoge kosten leiden ertoe dat er in de Unie twee categorieën betalingsdienstgebruikers blijven bestaan: betalingsdienstgebruikers die profiteren van de gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA) en betalingsdienstgebruikers die hoge kosten betalen voor hun grensoverschrijdende betalingen in euro.

 

(4)

Om de werking van de interne markt te vergemakkelijken en op het vlak van grensoverschrijdende betalingen in euro een einde te maken aan de ongelijkheden tussen betalingsdienstgebruikers in de lidstaten binnen en buiten de eurozone, moet ervoor worden gezorgd dat de kosten van grensoverschrijdende betalingen in euro binnen de Unie worden gelijkgetrokken met de kosten van overeenkomstige binnenlandse betalingen in de nationale valuta van de lidstaat waar de betalingsdienstaanbieder van de betalingsdienstgebruiker zich bevindt. Een betalingsdienstaanbieder wordt geacht zich te bevinden in de lidstaat waar hij zijn diensten aan de betalingsdienstgebruiker aanbiedt.

 

(5)

Valutawisselkosten zijn significante kosten van grensoverschrijdende betalingen wanneer in de lidstaat van de betaler en de lidstaat van de begunstigde andere valuta's worden gebruikt. Artikel 45 van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad (6) bepaalt dat de kosten en de gebruikte wisselkoers transparant moeten zijn, artikel 52, lid 3, van die richtlijn bevat informatievereisten met betrekking tot betalingstransacties die onder een raamovereenkomst vallen, en in artikel 59, lid 2, van die richtlijn zijn informatievereisten neergelegd voor partijen die valutawisseldiensten aanbieden aan een geldautomaat of in het verkooppunt. Die informatievereisten hebben niet tot voldoende transparantie en vergelijkbaarheid van de valutawisselkosten geleid in situaties waarin aan een geldautomaat of in het verkooppunt verschillende valutawisselopties worden aangeboden. Dat gebrek aan transparantie en vergelijkbaarheid verhindert concurrentie die de valutawisselkosten zou doen dalen, en verhoogt het risico dat betalers voor een dure valutawisseloptie kiezen. Daarom moeten extra maatregelen worden ingevoerd om consumenten te beschermen tegen buitensporige kosten voor valutawisseldiensten en ervoor te zorgen dat consumenten de informatie krijgen die zij nodig hebben om de beste valutawisseloptie te kiezen.

 

(6)

Om te vermijden dat marktdeelnemers onevenredig hoge bedragen zouden moeten investeren in de aanpassing van hun betalingsinfrastructuur, -apparatuur en -processen met het oog op meer transparantie, moeten de uit te voeren maatregelen passend, adequaat en kosteneffectief zijn. Tegelijk moet de verstrekte informatie in situaties waarin de betaler aan een geldautomaat of in het verkooppunt met verschillende valutawisselopties wordt geconfronteerd, vergelijking mogelijk maken zodat de betaler een geïnformeerde keuze kan maken.

 

(7)

Om vergelijkbaarheid te bewerkstelligen, moeten de valutawisselkosten voor alle op kaarten gebaseerde betalingen op dezelfde wijze worden uitgedrukt, namelijk als in procent uitgedrukte marges op de recentste beschikbare referentiewisselkoersen van de Europese Centrale Bank (ECB). Bij omrekening tussen twee andere valuta's dan de euro kan het nodig zijn een marge te baseren op een koers die is afgeleid van twee ECB-koersen.

 

(8)

Overeenkomstig de in Richtlijn (EU) 2015/2366 vastgestelde algemene informatievereisten met betrekking tot valutawisselkosten moeten aanbieders van valutawisseldiensten informatie over hun valutawisselkosten meedelen voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd. Partijen die valutawisseldiensten aanbieden aan een geldautomaat of in het verkooppunt, moeten op duidelijke en toegankelijke wijze informatie verstrekken over hun kosten voor dergelijke diensten, bijvoorbeeld door hun kosten aan het loket of digitaal op de terminal aan te geven, of op het scherm in het geval van onlineaankopen. Naast de in artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366 bedoelde informatie moeten die partijen, voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd, expliciete informatie verstrekken over het aan de begunstigde te betalen bedrag in de door de begunstigde gebruikte valuta en het totale door de betaler te betalen bedrag in de valuta van de rekening van de betaler. Het bedrag dat moet worden betaald in de door de begunstigde gebruikte valuta moet de prijs van de te kopen goederen en diensten weergeven en kan worden aangegeven aan de kassa in plaats van op de betaalterminal. De door de begunstigde gebruikte valuta is over het algemeen de lokale valuta, maar kan volgens het beginsel van contractuele vrijheid in sommige gevallen een andere valuta van de Unie zijn. Het totale bedrag dat de betaler in de valuta van de rekening van de betaler moet betalen, moet bestaan uit de prijs van de goederen of diensten en de valutawisselkosten. Bovendien moeten beide bedragen worden gedocumenteerd op het ontvangstbewijs of op een andere duurzame drager.

 

(9)

Met betrekking tot artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366 moet de betaler, wanneer aan een geldautomaat of in het verkooppunt een valutawisseldienst wordt aangeboden, de mogelijkheid hebben om die dienst te weigeren en in plaats daarvan te betalen in de valuta die de begunstigde gebruikt.

 

(10)

Om betalers in staat te stellen de kosten van valutawisselopties aan een geldautomaat of in het verkooppunt te vergelijken, moeten de betalingsdienstaanbieders van de betalers niet alleen volledig vergelijkbare informatie over de toepasselijke valutawisselkosten in de voorwaarden van hun raamovereenkomst opnemen, maar moeten zij die informatie ook op bevattelijke en toegankelijke wijze openbaar maken op een algemeen beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk elektronisch platform, in het bijzonder op hun klantenwebsites, hun thuisbankieren-websites en hun mobiele bankapps. Dit zou de ontwikkeling van vergelijkingswebsites mogelijk maken, zodat het voor consumenten gemakkelijker wordt om prijzen te vergelijken wanneer zij in het buitenland reizen of winkelen. Bovendien moeten betalingsdienstaanbieders betalers aan de toepasselijke valutawisselkosten herinneren wanneer een op een kaart gebaseerde betaling in een andere valuta wordt verricht, met behulp van algemeen beschikbare en gemakkelijk toegankelijke elektronische communicatiekanalen zoals sms-berichten, e-mails of pushmeldingen via de mobiele bankapp van de betaler. Betalingsdienstaanbieders moeten met betalingsdienstgebruikers overeenkomen via welk elektronisch communicatiekanaal zij de informatie over valutawisselkosten zullen verstrekken, rekening houdend met het meest doeltreffende kanaal om de betaler te bereiken. Betalingsdienstaanbieders moeten ook gehoor geven aan verzoeken van betalingsdienstgebruikers om de elektronische berichten met informatie over de valutawisselkosten niet te ontvangen.

 

(11)

Periodieke herinneringen zijn aangewezen in situaties waarin de betaler voor langere tijd in het buitenland verblijft, bijvoorbeeld wanneer de betaler in het buitenland gedetacheerd is of studeert of wanneer de betaler regelmatig een kaart gebruikt voor online aankopen in de lokale valuta. Een verplichting om dergelijke herinneringen te verstrekken, zou geen onevenredige investeringen vereisen om de bestaande bedrijfsprocessen en betalingsverwerkingsinfrastructuur van de betalingsdienstaanbieder aan te passen, en zou ervoor zorgen dat de betaler beter geïnformeerd is wanneer hij verschillende valutawisselopties overweegt.

 

(12)

De Commissie moet bij het Europees Parlement, de Raad, de ECB en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag indienen over de toepassing van de regel dat de kosten van grensoverschrijdende betalingen in euro gelijk moeten zijn aan die van binnenlandse transacties in nationale valuta en over de effectiviteit van de in deze verordening vastgestelde informatievereisten met betrekking tot valutawissel. De Commissie moet ook verdere mogelijkheden om de regel van gelijke kosten uit te breiden tot alle valuta's van de Unie en de transparantie en vergelijkbaarheid van valutawisselkosten aanvullend te verbeteren — en de technische haalbaarheid van die mogelijkheden — analyseren, en zij moet de mogelijkheid onderzoeken tot deactivering of activering van de optie om valutawissel door andere partijen dan de betalingsdienstaanbieder van de betaler te aanvaarden.

 

(13)

Daar de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de grensoverschrijdende aard van de betalingen beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 924/2009

Verordening (EG) nr. 924/2009 wordt als volgt gewijzigd:

 

1.

artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   In deze verordening zijn regels neergelegd betreffende grensoverschrijdende betalingen en de transparantie van valutawisselkosten binnen de Unie.”;

 

b)

aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Niettegenstaande de eerste alinea van dit lid, zijn de artikelen 3 bis en 3 ter van toepassing op alle binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen die hetzij in euro, hetzij in een andere nationale valuta van een lidstaat dan de euro luiden en waarbij een valutawisseldienst wordt verricht.”;

 

2.

in artikel 2 wordt punt 9 vervangen door:

„9.   „kosten”: elk bedrag dat door een betalingsdienstaanbieder aan een betalingsdienstgebruiker in rekening wordt gebracht en direct of indirect verband houdt met een betalingstransactie, elk bedrag dat door een betalingsdienstaanbieder of een partij die overeenkomstig artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad (*1) valutawisseldiensten aanbiedt, aan een betalingsdienstgebruiker in rekening wordt gebracht voor een valutawisseldienst, of een combinatie daarvan;

(*1)  Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).”;"

 

3.

artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De kosten die een betalingsdienstaanbieder aan een betalingsdienstgebruiker aanrekent voor grensoverschrijdende betalingen in euro, zijn dezelfde als de kosten die deze betalingsdienstaanbieder aanrekent voor overeenkomstige binnenlandse betalingen van dezelfde waarde in de nationale valuta van de lidstaat waar de betalingsdienstaanbieder van de betalingsdienstgebruiker zich bevindt.”;

 

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„1 bis.   De kosten die een betalingsdienstaanbieder aan een betalingsdienstgebruiker aanrekent voor grensoverschrijdende betalingen in de nationale valuta van een lidstaat die kennis heeft gegeven van zijn beslissing om de toepassing van deze verordening uit te breiden tot zijn nationale valuta overeenkomstig artikel 14, zijn dezelfde als de kosten die deze betalingsdienstaanbieder aan betalingsdienstgebruikers aanrekent voor overeenkomstige binnenlandse betalingen van dezelfde waarde en in dezelfde valuta.”;

 

c)

lid 3 wordt geschrapt;

 

d)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De leden 1 en 1 bis zijn niet van toepassing op valutawisselkosten.”;

 

4.

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 3 bis

Valutawisselkosten bij op kaarten gebaseerde transacties

  • 1. 
    Ten aanzien van de informatievereisten met betrekking tot valutawisselkosten en de toe te passen wisselkoers, als bedoeld in artikel 45, lid 1, artikel 52, lid 3, en artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366, drukken betalingsdienstaanbieders en partijen die valutawisseldiensten aanbieden aan een geldautomaat of in het verkooppunt, als bedoeld in artikel 59, lid 2, van die richtlijn, de totale valutawisselkosten uit als een in procent uitgedrukte marge op de recentste beschikbare referentiewisselkoersen van de Europese Centrale Bank (ECB). Die marge wordt aan de betaler meegedeeld voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd.
  • 2. 
    Betalingsdienstaanbieders maken de in lid 1 bedoelde marges ook op bevattelijke en gemakkelijk toegankelijke wijze openbaar op een algemeen beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk elektronisch platform.
  • 3. 
    Naast de in lid 1 bedoelde informatie verstrekt een partij die een valutawisseldienst aanbiedt bij een geldautomaat of in het verkooppunt, de betaler de volgende informatie voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd:
 

a)

het aan de begunstigde te betalen bedrag in de door de begunstigde gebruikte valuta;

 

b)

het door de betaler te betalen bedrag in de valuta van de rekening van de betaler.

  • 4. 
    Een partij die valutawisseldiensten aanbiedt aan een geldautomaat of in het verkooppunt, vermeldt de in lid 1 bedoelde informatie duidelijk aan de geldautomaat of in het verkooppunt. Voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd, stelt die partij de betaler ook in kennis van de mogelijkheid om in de door de begunstigde gebruikte valuta te betalen en de valutawissel vervolgens door de betalingsdienstaanbieder van de betaler te laten uitvoeren. De in de leden 1 en 3 bedoelde informatie wordt na het initiëren van de betalingstransactie ook op een duurzame drager aan de betaler ter beschikking gesteld.
  • 5. 
    Voor elke betaalkaart die de betalingsdienstaanbieder van de betaler aan de betaler heeft verstrekt en die aan dezelfde rekening is gekoppeld, stuurt de betalingsdienstaanbieder van de betaler aan de betaler onverwijld nadat de betalingsdienstaanbieder van de betaler een betalingsopdracht voor een geldopname aan een geldautomaat of een betaling in een verkooppunt ontvangt die luidt in een valuta van de Unie die verschilt van de valuta van de rekening van de betaler, een elektronisch bericht met de in lid 1 bedoelde informatie.

Niettegenstaande de eerste alinea wordt een dergelijk bericht eenmaal verzonden in elke maand waarin de betalingsdienstaanbieder van de betaler een in dezelfde valuta luidende betalingsopdracht van de betaler ontvangt.

  • 6. 
    De betalingsdienstaanbieder komt met de betalingsdienstgebruiker overeen via welk algemeen beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk elektronisch communicatiekanaal of via welke algemeen beschikbare en gemakkelijk toegankelijke elektronische communicatiekanalen de betalingsdienstaanbieder het in lid 5 bedoelde bericht zal verzenden.

De betalingsdienstaanbieder biedt betalingsdienstgebruikers de mogelijkheid om af te zien van het ontvangen van de in lid 5 bedoelde elektronische berichten.

De betalingsdienstaanbieder en de betalingsdienstgebruiker kunnen overeenkomen dat lid 5 en dit lid geheel of gedeeltelijk niet van toepassing zijn indien de betalingsdienstgebruiker geen consument is.

  • 7. 
    De in dit artikel bedoelde informatie wordt gratis en op neutrale en begrijpelijke wijze verstrekt.”;
 

5.

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 3 ter

Valutawisselkosten bij overmakingen

  • 1. 
    Wanneer de betalingsdienstaanbieder van de betaler een valutawisseldienst aanbiedt bij een overmaking als gedefinieerd in artikel 4, punt 24, van Richtlijn (EU) 2015/2366 die rechtstreeks online wordt geïnitieerd via de website of de mobiele bankapp van de betalingsdienstaanbieder, stelt de betalingsdienstaanbieder, ten aanzien van artikel 45, lid 1, en artikel 52, lid 3, van die richtlijn, de betaler voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd, op duidelijke, neutrale en begrijpelijke wijze in kennis van de geraamde kosten van de valutawisseldiensten die op de overmaking van toepassing zijn.
  • 2. 
    Voordat een betalingstransactie wordt geïnitieerd, deelt de betalingsdienstaanbieder de betaler op duidelijke, neutrale en begrijpelijke wijze het geraamde totale bedrag van de overmaking in de valuta van de rekening van de betaler mee, met inbegrip van eventuele transactiekosten en eventuele valutawisselkosten. De betalingsdienstaanbieder deelt ook het geraamde aan de begunstigde over te maken bedrag mee in de door de begunstigde gebruikte valuta.”;
 

6.

artikel 15 wordt vervangen door:

„Artikel 15

Evaluatie

  • 1. 
    Uiterlijk op 19 april 2022 legt de Commissie het Europees Parlement, de Raad, de ECB en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag over de toepassing en het effect van deze verordening voor, dat met name het volgende bevat:
 

a)

een evaluatie van de wijze waarop betalingsdienstaanbieders artikel 3 van deze verordening, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2019/518 van het Europees Parlement en de Raad (*2), toepassen;

 

b)

een evaluatie van de ontwikkeling van de volumes en kosten voor binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen in de nationale valuta van de lidstaten en in euro sinds de vaststelling van Verordening (EU) 2019/518;

 

c)

een evaluatie van het effect van artikel 3 van deze verordening, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2019/518, op de ontwikkeling van de valutawisselkosten en andere kosten in verband met betalingsdiensten, zowel voor de betalers als voor de begunstigden;

 

d)

een evaluatie van het geraamde effect van een wijziging van artikel 3, lid 1, van deze verordening waarbij het toepassingsgebied zou worden uitgebreid tot alle valuta's van de lidstaten;

 

e)

een evaluatie van de wijze waarop aanbieders van valutawisseldiensten de in de artikelen 3 bis en 3 ter van deze verordening en de nationale wetgeving tot uitvoering van artikel 45, lid 1, artikel 52, lid 3, en artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366 vastgestelde informatievereisten toepassen en van de vraag of deze regels de transparantie van de valutawisselkosten hebben vergroot;

 

f)

een evaluatie van de vraag of en de mate waarin aanbieders van valutawisseldiensten problemen hebben ondervonden bij de praktische toepassing van de artikelen 3 bis en 3 ter van deze verordening en de nationale wetgeving tot uitvoering van artikel 45, lid 1, artikel 52, lid 3, en artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366;

 

g)

een kosten-batenanalyse van de communicatiekanalen en -technologieën die worden gebruikt door of beschikbaar zijn voor aanbieders van valutawisseldiensten en die de transparantie van de valutawisselkosten verder kunnen verbeteren, met inbegrip van een evaluatie van de vraag of er bepaalde kanalen zijn die betalingsdienstaanbieders verplicht zouden moeten aanbieden voor het verzenden van de in artikel 3 bis bedoelde informatie; die analyse omvat ook een beoordeling van de technische haalbaarheid van het gelijktijdig meedelen van de in artikel 3 bis, leden 1 en 3, van deze verordening bedoelde informatie, voordat de transactie wordt geïnitieerd, voor alle aan een geldautomaat of in het verkooppunt beschikbare valutawisselopties;

 

h)

een kosten-batenanalyse van de invoering van de mogelijkheid voor betalers om de valutawisseloptie die een andere partij dan de betalingsdienstaanbieder van de betaler bij een geldautomaat of in het verkooppunt aanbiedt, te blokkeren en hun voorkeuren op dit punt te wijzigen;

 

i)

een kosten-batenanalyse van de invoering van een verplichting voor de betalingsdienstaanbieder van de betaler om, wanneer hij bij een afzonderlijke betalingstransactie valutawisseldiensten aanbiedt, bij de clearing en afwikkeling van de transactie de wisselkoers toe te passen die gold op het tijdstip van het initiëren van de transactie.

  • 2. 
    Het in lid 1 van dit artikel bedoelde verslag bestrijkt ten minste de periode van 15 december 2019 tot en met 19 oktober 2021. In het verslag wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken van de verschillende betalingstransacties, en wordt met name een onderscheid gemaakt tussen transacties aan een geldautomaat en transacties in het verkooppunt.

Bij de voorbereiding van haar verslag mag de Commissie gebruikmaken van de gegevens die de lidstaten met betrekking tot lid 1 hebben verzameld.

(*2)  Verordening (EU) 2019/518 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 wat bepaalde kosten van grensoverschrijdende betalingen in de Unie en valutawisselkosten betreft (PB L 91 van 29.3.2019, blz. 36).”."

Artikel 2

  • 1. 
    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
  • 2. 
    Zij is van toepassing met ingang van 15 december 2019, met uitzondering van de volgende onderdelen:
 

a)

artikel 1, punt 6, is van toepassing met ingang van 18 april 2019;

 

b)

artikel 1, punten 4 en 5, is, wat artikel 3 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 3 ter van Verordening (EG) nr. 924/2009 betreft, van toepassing met ingang van 19 april 2020;

 

c)

artikel 1, punt 4, is, wat artikel 3 bis, leden 5 en 6, van Verordening (EG) nr. 924/2009 betreft, van toepassing met ingang van 19 april 2021;

 

d)

artikel 1, punt 4, is, wat artikel 3 bis, lid 7, van Verordening (EG) nr. 924/2009 betreft voor zover het betrekking heeft op artikel 3 bis, leden 1 tot en met 4, van die verordening, van toepassing met ingang van 19 april 2020;

 

e)

artikel 1, punt 4, is, wat artikel 3 bis, lid 7, van Verordening (EG) nr. 924/2009 betreft voor zover het betrekking heeft op artikel 3 bis, leden 5 en 6, van die verordening, van toepassing met ingang van 19 april 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 maart 2019.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

  • (3) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 14 februari 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 4 maart 2019.
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 2560/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2001 betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 13).
  • (5) 
    Verordening (EG) nr. 924/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2560/2001 (PB L 266 van 9.10.2009, blz. 11).
  • (6) 
    Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.