Besluit 2019/683 - Machtiging van de lidstaten om partij te worden bij het Verdrag van de Raad van Europa over een integrale benadering van veiligheid, beveiliging en gastvrijheid bij voetbalwedstrijden en andere sportevenementen (CETS nr. 218)

1.

Wettekst

2.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 115/9

 

BESLUIT (EU) 2019/683 VAN DE RAAD

van 9 april 2019

tot machtiging van de lidstaten om in het belang van de Europese Unie partij te worden bij het Verdrag van de Raad van Europa over een integrale benadering van veiligheid, beveiliging en gastvrijheid bij voetbalwedstrijden en andere sportevenementen (CETS nr. 218)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 87, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), v), en artikel 218, lid 8,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Verdrag van de Raad van Europa over een integrale benadering van veiligheid, beveiliging en gastvrijheid bij voetbalwedstrijden en andere sportevenementen (hierna "het Verdrag" genoemd) is gedaan te Saint-Denis op 3 juli 2016 en staat sinds dan open voor ondertekening en ratificatie.

 

(2)

Het Verdrag beoogt een veilige, beveiligde en gastvrije omgeving bij voetbalwedstrijden en andere sportevenementen te bieden.

 

(3)

De leden 2, 3 en 4 van artikel 11 van het Verdrag inzake nationale politiĆ«le informatiepunten betreffende voetbal kunnen gevolgen hebben voor gemeenschappelijke regels of de strekking ervan wijzigen in de zin van artikel 3, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), aangezien deze bepalingen samenvallen met bepaalde verplichtingen die zijn vervat in Besluit 2002/348/JBZ van de Raad (2).

 

(4)

De steun van de Unie voor het Verdrag is belangrijk voor de bestrijding van geweld in verband met sportwedstrijden en vormt een aanvulling op de inspanningen die op dit gebied reeds worden gedaan via steun aan projecten van het hoofdstuk Sport van het programma "Erasmus+" dat is ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3).

 

(5)

De Unie kan geen partij worden bij het Verdrag aangezien enkel staten partij bij het verdrag kunnen zijn.

 

(6)

De lidstaten dienen derhalve te worden gemachtigd om het Verdrag te ondertekenen en te ratificeren, gezamenlijk optredend in het belang van de Unie, voor de delen van het Verdrag die vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie.

 

(7)

Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn door Besluit 2002/348/JBZ gebonden en nemen derhalve deel aan de vaststelling van dit besluit.

 

(8)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing in dat land,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten worden hierbij gemachtigd om partij te worden bij het Verdrag van de Raad van Europa over een integrale benadering van veiligheid, beveiliging en gastvrijheid bij voetbalwedstrijden en andere sportevenementen (CETS nr. 218), wat artikel 11, leden 2, 3 en 4, betreft.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 9 april 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

  • (1) 
    Goedkeuring van 12 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Besluit 2002/348/JBZ van de Raad van 25 april 2002 inzake veiligheid naar aanleiding van voetbalwedstrijden met een internationale dimensie (PB L 121 van 8.5.2002, blz. 1).
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van "Erasmus+": het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.