Besluit 2019/845 - Standpunt EU in de Werkgroep geografische aanduidingen die is opgericht bij de Vrijhandelsovereenkomst met Korea wat betreft de vaststelling van zijn reglement van orde

1.

Wettekst

24.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 138/84

 

BESLUIT (EU) 2019/845 VAN DE RAAD

van 17 mei 2019

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Werkgroep geografische aanduidingen die is opgericht bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds, wat betreft de vaststelling van zijn reglement van orde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (1), ("de overeenkomst") is bij Besluit (EU) 2015/2169 van de Raad (2) door de Unie gesloten. De overeenkomst is op 13 december 2015 in werking getreden.

 

(2)

Bij artikel 15.3, lid 1, van de overeenkomst is de Werkgroep geografische aanduidingen opgericht, die onder toezicht staat van het Handelscomité dat bij artikel 15.1, lid 1, van de overeenkomst is opgericht.

 

(3)

Krachtens artikel 15.4 van het reglement van orde van het Handelscomité, dat is goedgekeurd bij Besluit nr. 1 van het Handelscomité EU-Korea (3), kan elke werkgroep zijn eigen reglement van orde vaststellen, dat aan het Handelscomité moet worden meegedeeld.

 

(4)

Het reglement van orde van de Werkgroep geografische aanduidingen moet worden vastgesteld.

 

(5)

Het is wenselijk het standpunt inzake het reglement van orde van de Werkgroep geografische aanduidingen te bepalen dat namens de Unie in die werkgroep moet worden ingenomen, aangezien dit reglement bindend zal zijn voor de Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Werkgroep geografische aanduidingen, wat betreft de vaststelling van zijn reglement van orde, berust op het bij het onderhavige besluit gevoegde ontwerpbesluit van deze werkgroep.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 17 mei 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

E.O. TEODOROVICI

 

  • (2) 
    Besluit (EU) 2015/2169 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (PB L 307 van 25.11.2015, blz. 2).
  • (3) 
    Besluit nr. 1 van het Handelscomité EU-Korea van 23 december 2011 betreffende de vaststelling van het reglement van orde van het Handelscomité [2013/110/EU] (PB L 58 van 1.3.2013, blz. 9).
 

BESLUIT Nr. 1/2019 VAN DE EU-KOREA-WERKGROEP GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

van …

tot vaststelling van zijn reglement van orde

DE EU-KOREA-WERKGROEP GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN,

Gezien de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (1) ("de overeenkomst"),

Gezien Besluit nr. 1 van het Handelscomité EU-Korea van 23 december 2011 betreffende de vaststelling van het reglement van orde van het Handelscomité [2013/110/EU] (2), en met name artikel 15.4 van de bijlage daarbij,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens artikel 15.4 van het reglement van orde van het Handelscomité, dat is goedgekeurd bij Besluit nr. 1 van het Handelscomité EU-Korea, kan elk gespecialiseerd comité en elke werkgroep zijn eigen reglement van orde vaststellen, dat aan het Handelscomité moet worden meegedeeld.

 

(2)

Het reglement van orde van de Werkgroep geografische aanduidingen moet worden vastgesteld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het reglement van orde van de Werkgroep geografische aanduidingen, zoals opgenomen in de bijlage, wordt hierbij vastgesteld.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te …,

Voor de Werkgroep geografische aanduidingen

Teamleider

Hoofd van de eenheid

Ministerie van Handel, Industrie en Energie van de Republiek Korea

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling van de Europese Commissie

Medevoorzitter van de Werkgroep geografische aanduidingen

Medevoorzitter van de Werkgroep geografische aanduidingen

 

BIJLAGE

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE WERKGROEP GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Artikel 1

Samenstelling en voorzitterschap

  • (1) 
    De Werkgroep geografische aanduidingen ("de GA-werkgroep"), die is opgericht overeenkomstig artikel 15.3.1, onder g), van de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds ("de overeenkomst"), voert zijn taken uit zoals bepaald in artikel 10.25 van de overeenkomst.
  • (2) 
    De GA-werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de Republiek Korea ("Korea"), enerzijds, en vertegenwoordigers van de Europese Unie, anderzijds.
  • (3) 
    Krachtens artikel 15.3.3, van de overeenkomst wordt de GA-werkgroep gezamenlijk voorgezeten door vertegenwoordigers van Korea en de Europese Unie.
  • (4) 
    Elke medevoorzitter kan alle medevoorzittertaken of een deel daarvan delegeren aan een benoemde plaatsvervanger, in welk geval alle navolgende bepalingen betreffende de medevoorzitter eveneens gelden voor de benoemde plaatsvervanger.
  • (5) 
    Elke medevoorzitter wijst een contactpunt aan voor alle aangelegenheden betreffende de GA-werkgroep. Die contactpunten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de vervulling van de secretariaatstaken van de GA-werkgroep.

Artikel 2

Bijeenkomsten

Krachtens artikel 10.25.2 van de overeenkomst komt de werkgroep bij toerbeurt bij de ene of bij de andere partij bijeen. De GA-werkgroep komt bijeen op een plaats en een tijdstip en op een wijze, waaronder eventueel per videoconferentie, die onderling door de partijen worden overeengekomen, maar niet later dan 90 dagen nadat het verzoek door een van beide partijen is gedaan.

Artikel 3

Correspondentie

  • (1) 
    De correspondentie aan de voorzitters van de GA-werkgroep wordt ter verspreiding onder de leden van de GA-werkgroep toegezonden aan de contactpunten.
  • (2) 
    De correspondentie kan schriftelijk worden gevoerd, waaronder per e-mail.
  • (3) 
    Krachtens artikel 15 van het reglement van orde van het Handelscomité wordt het Handelscomité geïnformeerd over de door de GA-werkgroep aangewezen contactpunten. Alle correspondentie, alle documenten en mededelingen, met inbegrip van de e-mails tussen de contactpunten van de GA-werkgroep, betreffende de uitvoering van de overeenkomst worden tegelijkertijd aan het secretariaat van het Handelscomité, de delegatie van de Europese Unie in de Republiek Korea en de missie van de Republiek Korea bij de Europese Unie toegezonden.

Artikel 4

Agenda van de bijeenkomsten

  • (1) 
    Vóór elke bijeenkomst stellen de contactpunten een voorlopige agenda op. Deze wordt samen met de desbetreffende documenten uiterlijk 15 dagen vóór de bijeenkomst toegezonden aan de leden van de GA-werkgroep, met inbegrip van de medevoorzitters van de GA-werkgroep. De voorlopige agenda kan elk onderwerp omvatten dat onder artikel 10.25 van de overeenkomst valt.
  • (2) 
    Elk van beide partijen kan ten minste 21 dagen vóór de bijeenkomst verzoeken om een onderwerp dat onder artikel 10.25 van de overeenkomst valt, op de voorlopige agenda te zetten. Dat onderwerp wordt dan op de voorlopige agenda gezet.
  • (3) 
    Ten minste vijf dagen vóór de bijeenkomst wordt de laatste versie van de voorlopige agenda onder de medevoorzitters verspreid.
  • (4) 
    De agenda wordt bij het begin van elke bijeenkomst unaniem goedgekeurd door de medevoorzitters. Indien beide medevoorzitters zulks overeenkomen, kan een punt dat niet op de voorlopige agenda staat, aan de agenda worden toegevoegd.

Artikel 5

Verzoeken tot wijziging van bijlage 10-A of bijlage 10-B bij de overeenkomst

  • (1) 
    Elk van beide partijen kan in een brief die door de medevoorzitter van de betrokken partij is ondertekend, verzoeken om toevoeging of schrapping van afzonderlijke geografische aanduidingen aan respectievelijk uit bijlage 10-A of bijlage 10-B bij de overeenkomst.
  • (2) 
    Overeenkomstig de artikelen 10.25.1 en 10.25.3 van de overeenkomst kan de GA-werkgroep bij consensus besluiten tot wijziging van de bijlagen 10-A en 10-B, teneinde daarin geval voor geval geografische aanduidingen van de Europese Unie of Korea op te nemen nadat de in de overeenkomst bedoelde procedure ter zake is afgesloten. De GA-werkgroep kan ook bij consensus besluiten om de toevoeging of schrapping van geografische aanduidingen voor een definitief besluit in het Handelscomité overeenkomstig artikel 10.21.4 en de artikelen 10.24 en 10.25 aan te bevelen.
  • (3) 
    Op grond van artikel 15.3.5 kan het Handelscomité de taak van de GA-werkgroep zelf uitvoeren en besluiten tot wijziging van de bijlagen 10-A en 10-B. Voorts kan het Handelscomité op grond van artikel 15.5.2 besluiten tot wijziging van de bijlagen 10-A en 10-B en kunnen de partijen het besluit goedkeuren volgens hun respectieve toepasselijke wettelijke vereisten en procedures.
  • (4) 
    Bij besluiten tot wijziging van de bijlagen 10-A en 10-B houden de partijen naar behoren rekening met de belangen van beide partijen met betrekking tot geografische aanduidingen.

Artikel 6

Besluiten en aanbevelingen

  • (1) 
    Overeenkomstig artikel 10.25 van de overeenkomst worden door de GA-werkgroep bij consensus aanbevelingen gedaan en besluiten genomen.
  • (2) 
    De aanbevelingen van de GA-werkgroep in de zin van artikel 10.25 van de overeenkomst worden gericht tot de partijen en dragen de handtekening van de medevoorzitters.
  • (3) 
    De besluiten van de GA-werkgroep in de zin van artikel 10.25 van de overeenkomst dragen de handtekening van de medevoorzitters. In elk besluit wordt de datum van inwerkingtreding vermeld.
  • (4) 
    Besluiten en aanbevelingen van de GA-werkgroep zijn voorzien van een volgnummer, de datum van vaststelling en een beschrijving van het onderwerp.

Artikel 7

Schriftelijke procedure

  • (1) 
    Een aanbeveling of een besluit van de GA-werkgroep kan via een schriftelijke procedure worden vastgesteld wanneer beide partijen daarmee instemmen. De schriftelijke procedure bestaat in een uitwisseling van nota's tussen de medevoorzitters van de GA-werkgroep.
  • (2) 
    De medevoorzitter van de partij die de toepassing van de schriftelijke procedure voorstelt, dient de ontwerpaanbeveling of het ontwerpbesluit in bij de medevoorzitter van de andere partij, die in zijn of haar reactie daarop aangeeft of hij of zij de ontwerpaanbeveling of het ontwerpbesluit al dan niet aanvaardt. De medevoorzitter van de andere partij kan ook wijzigingen voorstellen of om extra bedenktijd vragen. Indien over het ontwerp overeenstemming wordt bereikt, wordt het goedgekeurd overeenkomstig artikel 6.

Artikel 8

Notulen

  • (1) 
    Binnen 21 dagen na elke bijeenkomst stellen de contactpunten de ontwerpnotulen van de bijeenkomst op. De ontwerpnotulen vermelden de vastgestelde aanbevelingen en besluiten en de andere conclusies.
  • (2) 
    De notulen worden binnen 28 dagen na de bijeenkomst of uiterlijk op een andere door de partijen overeengekomen datum schriftelijk goedgekeurd door beide partijen. Na de goedkeuring worden twee originelen van de notulen door de medevoorzitters ondertekend. Elk van beide medevoorzitters bewaart een origineel van de notulen.

Artikel 9

Verslagen

Overeenkomstig artikel 15.3.4 van de overeenkomst brengt de GA-werkgroep op elke regelmatige bijeenkomst van het Handelscomité aan dit comité verslag uit over zijn activiteiten.

Artikel 10

Kosten

  • (1) 
    Elke partij draagt zelf de kosten die zij in verband met haar deelname aan de bijeenkomsten van de GA-werkgroep maakt.
  • (2) 
    Uitgaven in verband met de organisatie van de bijeenkomsten en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die als gastheer voor de bijeenkomst optreedt.

Artikel 11

Openbaarheid en vertrouwelijkheid

  • (1) 
    De bijeenkomsten van de GA-werkgroep zijn niet openbaar, tenzij de medevoorzitters anders besluiten.
  • (2) 
    Wanneer een partij informatie die zij ingevolge haar wet- en regelgeving als vertrouwelijk beschouwt, aan de GA-werkgroep overlegt, wordt die informatie door de andere partij vertrouwelijk behandeld, zoals bepaald in artikel 15.1.7 van de overeenkomst.
  • (3) 
    Elke partij kan besluiten tot de bekendmaking van de besluiten en aanbevelingen van de GA-werkgroep in haar publicatieblad of staatsblad.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.