Besluit 2019/895 - Standpunt EU in de ACS-EU-Raad van ministers met betrekking tot de delegatie van bevoegdheden aan het ACS-EU-Comité van ambassadeurs inzake het besluit om op grond van artikel 95, lid 4, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst overgangsmaatregelen vast te stellen

1.

Wettekst

29.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 142/67

 

BESLUIT (EU) 2019/895 VAN DE RAAD

van 22 mei 2019

betreffende het namens de Europese Unie in de ACS-EU-Raad van ministers in te nemen standpunt met betrekking tot de delegatie van bevoegdheden aan het ACS-EU-Comité van ambassadeurs inzake het besluit om op grond van artikel 95, lid 4, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst overgangsmaatregelen vast te stellen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (1) ("de partnerschapsovereenkomst"), is ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000. De partnerschapsovereenkomst is op 1 april 2003 in werking getreden en is van toepassing tot 29 februari 2020.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 95, lid 4, eerste alinea, van de partnerschapsovereenkomst gingen de onderhandelingen over een nieuwe partnerschapsovereenkomst in september 2018 van start. Er moeten overgangsmaatregelen worden vastgesteld voor het geval de nieuwe partnerschapsovereenkomst niet gereed is voor toepassing vóór het verstrijken van het huidige wettelijke kader.

 

(3)

In artikel 95, lid 4, tweede alinea, van de partnerschapsovereenkomst wordt bepaald dat de Raad van ministers overgangsmaatregelen kan vaststellen die nodig zijn tot aan de inwerkingtreding van de nieuwe partnerschapsovereenkomst.

 

(4)

Krachtens artikel 15, lid 4, van de partnerschapsovereenkomst kan de Raad van ministers een besluit vaststellen betreffende de delegatie van bevoegdheden aan het Comité van ambassadeurs, met inbegrip van de bevoegdheid inzake het besluit over overgangsmaatregelen.

 

(5)

De Raad van ministers houdt zijn jaarlijkse gewone vergadering op 23 en 24 mei 2019 in Brussel. Er zijn nog geen overgangsmaatregelen afgesproken en bijgevolg kan de Raad van ministers ze ook niet vaststellen tijdens zijn gewone vergadering. Aangezien er geen verdere bijeenkomsten van de Raad van ministers gepland zijn vóór het verstrijken van de partnerschapsovereenkomst, moet het besluit om overeenkomstig artikel 95, lid 4, van de partnerschapsovereenkomst overgangsmaatregelen vast te stellen, worden gedelegeerd aan het Comité van ambassadeurs, zodat het besluit over overgangsmaatregelen tijdig kan worden vastgesteld.

 

(6)

Tijdens zijn 44e zitting zal de Raad van ministers dus een besluit vaststellen waarbij de bevoegdheid om overgangsmaatregelen vast te stellen, wordt gedelegeerd aan het Comité van ambassadeurs ("de beoogde handeling").

 

(7)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Raad van ministers, aangezien de beoogde handeling voor de Unie bindend zal zijn.

 

(8)

Het standpunt van de Unie ter goedkeuring van de beoogde handeling tijdens de Raad van ministers, moet in dit besluit worden uiteengezet,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 44e vergadering van de ACS-EU-Raad van ministers, is de goedkeuring van de delegatie van bevoegdheden aan het ACS-EU-Comité van ambassadeurs overeenkomstig artikel 15, lid 4, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, inzake het besluit om, overeenkomstig artikel 95, lid 4, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, de overgangsmaatregelen vast te stellen die nodig zijn tot aan de inwerkingtreding van de nieuwe partnerschapsovereenkomst.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

C.B. MATEI

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.