Richtlijn 2019/997 - EU-noodreisdocument

1.

Wettekst

20.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/1

 

RICHTLIJN (EU) 2019/997 VAN DE RAAD

van 18 juni 2019

tot vaststelling van een EU-noodreisdocument en tot intrekking van Besluit 96/409/GBVB

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 23, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het is een basisbeginsel dat onderdanen van de lidstaten tegelijk ook burgers van de Unie zijn. Op grond van dat burgerschap geniet iedere burger van de Unie op het grondgebied van derde landen waar de lidstaat waarvan hij onderdaan is, niet vertegenwoordigd is, de bescherming van de diplomatieke en consulaire instanties van een andere lidstaat, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaat. Richtlijn (EU) 2015/637 (2) van de Raad geeft uitvoering aan dat recht door de coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen vast te stellen die nodig zijn om de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie te vergemakkelijken.

 

(2)

In Richtlijn (EU) 2015/637 worden noodreisdocumenten genoemd als één vorm van consulaire bijstand die de ambassades en consulaten van de lidstaten moeten verlenen aan niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie. Een noodreisdocument is een document voor een enkele reis dat de houder ervan in staat stelt naar huis terug te keren of, in uitzonderlijke gevallen, naar een andere bestemming te reizen wanneer hij niet over zijn gebruikelijke reisdocument beschikt, bijvoorbeeld omdat dit gestolen of verloren is. Een andere bestemming kan bijvoorbeeld een buurland of even dichtbij gelegen land zijn waar de lidstaat waarvan de niet-vertegenwoordigde burger onderdaan is, een ambassade of consulaat heeft.

 

(3)

Bij Besluit 96/409/GBVB van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen (3), is een gemeenschappelijk noodreisdocument vastgesteld dat de lidstaten aan burgers van de Unie afgeven op plaatsen waar de lidstaat waarvan die burgers onderdaan zijn ("de lidstaat van nationaliteit") geen diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging heeft. De in dat besluit vastgelegde voorschriften moeten worden geactualiseerd en er moet een modern en beter beveiligd model voor het EU-noodreisdocument (EU-NRD) worden vastgesteld. Er moet worden gezorgd voor coherentie tussen de specifieke voorwaarden en de specifieke procedure voor de afgifte van EU-NRD's enerzijds en de algemene regels inzake consulaire bescherming zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2015/637 anderzijds, omdat die richtlijn, met inbegrip van de financiële procedure van artikel 14 ervan, van toepassing is op de afgifte van EU-NRD's aan niet-vertegenwoordigde burgers. In de onderhavige richtlijn dienen aanvullende voorschriften te worden opgenomen die in voorkomend geval naast die van Richtlijn (EU) 2015/637 moeten worden toegepast.

 

(4)

Desgevraagd moet een EU-NRD worden afgegeven aan een niet-vertegenwoordigde burger in een derde land van wie het paspoort of reisdocument verloren, gestolen of vernietigd is, of om een andere reden niet binnen een redelijke termijn kan worden verkregen, bijvoorbeeld aan pasgeborenen die tijdens de reis zijn geboren, of aan personen van wie de documenten, die niet gemakkelijk door de lidstaat van nationaliteit kunnen worden vervangen, zijn verlopen. Een EU-NRD moet worden afgegeven zodra de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger de nationaliteit en de identiteit van deze burger heeft bevestigd ten aanzien van de lidstaat die de burger bijstand verleent.

 

(5)

Aangezien het verlies van een paspoort of een reisdocument tot aanzienlijke problemen voor niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen kan leiden, dient een vereenvoudigde procedure te worden vastgesteld voor samenwerking en coördinatie tussen de bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat zo spoedig mogelijk, doorgaans binnen enkele werkdagen, overleg wordt gepleegd. Tegelijkertijd moet in uitzonderlijke gevallen voldoende ruimte worden gelaten voor flexibiliteit. Het moet de bijstandverlenende lidstaat enkel in uiterst dringende gevallen worden toegestaan EU-NRD's af te geven zonder voorafgaande raadpleging van de lidstaat van nationaliteit. Alvorens daartoe over te gaan, moeten alle beschikbare communicatiemiddelen met de lidstaat van nationaliteit zijn uitgeput. De lidstaten moeten bijvoorbeeld eerst proberen een deel van de relevante informatie door te geven, zoals de naam, nationaliteit en geboortedatum van de aanvrager. In dergelijke gevallen moet de bijstandverlenende lidstaat de lidstaat van nationaliteit zo spoedig mogelijk in kennis stellen van de namens hem verleende bijstand teneinde te waarborgen dat de lidstaat van nationaliteit adequaat geïnformeerd is.

 

(6)

Om veiligheidsredenen moeten de houders van een EU-NRD dit document retourneren zodra zij veilig thuis zijn aangekomen, bijvoorbeeld aan grenswachters of aan de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de afgifte van paspoorten. Voorts moet een kopie of scan van elk EU-NRD worden opgeslagen bij de instantie van afgifte van de bijstandverlenende lidstaat en moet een tweede kopie of scan worden toegezonden aan de lidstaat van nationaliteit van de houder. De geretourneerde EU-NRD's en de opgeslagen kopieën ervan moeten zo spoedig mogelijk worden vernietigd.

 

(7)

Niet-vertegenwoordigde burgers moeten een EU-NRD kunnen aanvragen bij de ambassade of het consulaat van om het even welke lidstaat. Krachtens Richtlijn (EU) 2015/637 kunnen de lidstaten praktische regelingen overeenkomen betreffende het delen van verantwoordelijkheden voor het afgeven van EU-NRD's aan niet-vertegenwoordigde burgers. De lidstaten moeten bij ontvangst van elke aanvraag voor een EU-NRD bepalen of een EU-NRD moet worden afgegeven, dan wel of de zaak moet worden verwezen naar de ambassade die of het consulaat dat volgens een reeds getroffen specifieke regeling als bevoegd is aangewezen.

 

(8)

Aangezien het EU-NRD bedoeld is als document voor een enkele reis, dient het zo lang geldig te zijn als nodig is om die reis te maken. De reismogelijkheden zijn tegenwoordig zo talrijk en het reizen gaat zo snel dat een EU-NRD, behalve in bijzondere omstandigheden, niet langer dan vijftien kalenderdagen geldig hoeft te zijn.

 

(9)

Afgezien van de afgifte van EU-NRD's aan niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen, mag deze richtlijn de lidstaten niet beletten om in andere situaties EU-NRD's af te geven, rekening houdend met het nationaal recht en de nationale praktijk. De lidstaten moeten tevens EU-NRD's kunnen afgeven aan hun eigen onderdanen, aan burgers van de Unie die niet-vertegenwoordigd zijn op het grondgebied van de lidstaten, aan vertegenwoordigde burgers en aan onderdanen van een andere lidstaat die vertegenwoordigd is in het land waar zij het EU-NRD wensen te verkrijgen. De lidstaten moeten daarbij de nodige maatregelen nemen om misbruik en fraude te voorkomen. De lidstaten mogen echter ook besluiten om in dergelijke situaties geen EU-NRD af te geven.

 

(10)

Om de doeltreffende uitoefening van het in artikel 20, lid 2, punt c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) vastgelegde recht en van het in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het "Handvest") erkende recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven te waarborgen en om rekening te houden met het nationaal recht en de nationale praktijk, moet een bijstandverlenende lidstaat overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn (EU) 2015/637 een EU-NRD kunnen afgeven aan familieleden die geen burger van de Unie zijn en die burgers van de Unie vergezellen, indien die familieleden legaal ingezetenen van een lidstaat zijn, naargelang de omstandigheden van het concrete geval.

 

(11)

Sommige familieleden die geen burger van de Unie zijn, kunnen worden verplicht om, naast het EU-NRD, een visum te verkrijgen om terug te keren naar het grondgebied van de Unie. Uit hoofde van artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) mogen familieleden die niet de nationaliteit van een lidstaat bezitten, slechts aan de inreisvisumplicht worden onderworpen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad (5) of, in voorkomend geval, de nationale wetgeving. Het bezit van een geldige verblijfskaart als bedoeld in artikel 10 van Richtlijn 2004/38/EG stelt dergelijke familieleden vrij van de visumplicht. De lidstaten moeten deze personen alle faciliteiten verlenen om de nodige visa te verkrijgen. Deze visa moeten zo spoedig mogelijk kosteloos en via een versnelde procedure worden afgegeven.

 

(12)

Het EU-NRD moet bestaan uit een uniforme EU-NRD-formulier en een uniforme EU-NRD-sticker. Het EU-NRD moet alle vereiste informatie bevatten en moet aan strenge technische normen voldoen, met name wat waarborgen tegen namaak en vervalsing betreft. Het moet kosteneffectief zijn, geschikt zijn om door alle lidstaten te worden gebruikt en algemeen herkenbare veiligheidskenmerken hebben die met het blote oog duidelijk waarneembaar zijn.

 

(13)

Het uniforme EU-NRD-formulier moet blanco pagina's bevatten, zodat visa in voorkomend geval rechtstreeks op het formulier kunnen worden aangebracht. Dat formulier moet dienen als drager voor de uniforme EU-NRD-sticker, die de relevante informatie over de houder bevat. De uniforme EU-NRD-sticker moet worden ontworpen volgens het uniforme visummodel zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1683/95 (6) van de Raad, en moet vergelijkbare veiligheidskenmerken bevatten. De uniforme EU-NRD-sticker moet in de ambassade of het consulaat van de bijstandverlenende lidstaat worden ingevuld met behulp van dezelfde printers die voor visa worden gebruikt. In geval van technische overmacht moet het mogelijk zijn de uniforme EU-NRD-sticker handmatig in te vullen. Om geringere acceptatie en veiligheidsrisico's te voorkomen, moet het handmatig invullen zoveel mogelijk worden beperkt en alleen gebeuren wanneer het niet mogelijk is binnen een redelijke termijn een met behulp van een printer ingevulde uniforme EU-NRD-sticker af te geven.

 

(14)

Om de afgifte beter te beveiligen en te bespoedigen, moet de voor het EU-NRD bestemde gezichtsopname van de aanvrager direct op de ambassade of het consulaat worden gemaakt met een digitale camera of een gelijkwaardige methode. Alleen indien dit niet mogelijk is, mag een foto worden gebruikt waarvan de ambassade of het consulaat heeft verzekerd dat het een foto van de aanvrager is. Deze gezichtsopname of foto moet dan aan de lidstaat van nationaliteit van de aanvrager worden doorgezonden met het oog op bevestiging van de identiteit van de aanvrager.

 

(15)

Voor in deze richtlijn vastgestelde specificaties mag geen geheimhoudingsplicht gelden. Indien nodig kunnen deze specificaties worden aangevuld met geheime specificaties om namaak en vervalsing te voorkomen.

 

(16)

Om het aantal personen dat over de informatie inzake de aanvullende technische specificaties beschikt, tot het strikte minimum te beperken, moet elke lidstaat een organisatie aanwijzen die de verantwoordelijkheid voor de productie van de uniforme EU-NRD-formulieren en -stickers draagt. Ter wille van de efficiëntie worden de lidstaten aangespoord één enkele organisatie aan te wijzen. De lidstaten moeten zo nodig van organisatie kunnen veranderen. Om veiligheidsredenen dient elke lidstaat de naam van die organisatie mee te delen aan de Commissie en aan de andere lidstaten.

 

(17)

Teneinde in te spelen op de noodzaak om de specificaties van het uniforme EU-NRD-formulier en de uniforme EU-NRD-sticker aan de technische vooruitgang aan te passen, en teneinde de lidstaat die verantwoordelijk is voor het verstrekken van modellen ter kennisgeving van het uniforme EU-NRD-formulier aan derde landen, te kunnen wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (7). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangt de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben zijn deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

 

(18)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze richtlijn te waarborgen op het vlak van aanvullende technische specificaties en indicatoren voor het toezicht op de toepassing van deze richtlijn, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 (8) van het Europees Parlement en de Raad.

 

(19)

Om de acceptatie van EU-NRD's te verbeteren, moeten de delegaties van de Unie in derde landen de relevante autoriteiten van derde landen in kennis stellen van het uniforme EU-NRD-formulier en latere wijzigingen ervan, verslag uitbrengen over de acceptatie van het EU-NRD door derde landen, en het gebruik ervan stimuleren. De voor dit doel gebruikte modellen moeten met steun van de Commissie door een lidstaat aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) worden verstrekt.

 

(20)

Deze richtlijn dient gunstigere nationale bepalingen onverlet te laten voor zover die bepalingen verenigbaar zijn met deze richtlijn.

 

(21)

Verordening (EU) 2016/679 (9) van het Europees Parlement en de Raad moet van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten in het kader van deze richtlijn. Voor de werking van het EU-NRD-systeem moeten de persoonsgegevens worden verwerkt die nodig zijn om de identiteit van de aanvrager te verifiëren, de uniforme EU-NRD-sticker te drukken en de reis van de betrokkene te vergemakkelijken. Er dient nader te worden gespecificeerd welke waarborgen op de verwerkte persoonsgegevens van toepassing zijn, bijvoorbeeld ten aanzien van de maximale bewaartermijn voor de verzamelde persoonsgegevens. Een maximale bewaartermijn van 180 dagen voor de bijstandverlenende lidstaat en van twee jaar voor de lidstaat van nationaliteit is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat alle toepasselijke vergoedingen worden geïnd en om mogelijk misbruik of andere frauduleuze activiteiten te voorkomen. Het wissen van persoonsgegevens van aanvragers mag geen afbreuk doen aan de capaciteit van de lidstaten om toezicht te houden op de toepassing van deze richtlijn.

 

(22)

Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven dient de Commissie voor deze richtlijn een evaluatie uit te voeren, met name op basis van via specifieke monitoringregelingen verzamelde informatie, om de effecten van deze richtlijn en de behoefte aan verdere acties na te gaan. Bij die evaluatie zou ook rekening kunnen worden gehouden met toekomstige technische ontwikkelingen die de invoering van elektronische noodreisdocumenten (eNRD) mogelijk maken.

 

(23)

Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk de vaststelling van maatregelen die nodig zijn om de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers te vergemakkelijken via de afgifte van veilige en algemeen aanvaarde noodreisdocumenten, onvoldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en beter op het niveau van de Unie kunnen worden gerealiseerd teneinde versnippering en een daaruit voortvloeiende geringere acceptatie van door lidstaten aan niet-vertegenwoordigde burgers afgegeven noodreisdocumenten te voorkomen, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

 

(24)

Deze richtlijn is gericht op het bevorderen van de consulaire bescherming, zoals gewaarborgd bij artikel 46 van het Handvest. De richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest, met inbegrip van het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens. Deze richtlijn dient in het licht van deze rechten en beginselen te worden uitgelegd en toegepast.

 

(25)

Besluit 96/409/GBVB dient te worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

ONDERWERP EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp

In deze richtlijn wordt vastgesteld onder welke voorwaarden en volgens welke procedure niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen een EU-noodreisdocument (EU-NRD) kunnen verkrijgen, en wordt een uniform model voor een dergelijk document vastgelegd.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

  • 1) 
    "niet-vertegenwoordigde burger": elke burger die de nationaliteit bezit van een lidstaat die niet wordt vertegenwoordigd in een derde land als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2015/637;
  • 2) 
    "aanvrager": de persoon die een EU-NRD aanvraagt;
  • 3) 
    "houder": de persoon aan wie een EU-NRD wordt afgegeven;
  • 4) 
    "bijstandverlenende lidstaat": de lidstaat die een aanvraag voor een EU-NRD ontvangt;
  • 5) 
    "lidstaat van nationaliteit": de lidstaat waarvan de aanvrager stelt een onderdaan te zijn;
  • 6) 
    "werkdagen": alle andere dagen dan feestdagen of weekends die door de aangezochte instantie in acht worden genomen.

HOOFDSTUK II

HET EU-NOODREISDOCUMENT

Artikel 3

Het EU-noodreisdocument

  • 1. 
    Het EU-noodreisdocument (EU-NRD) is een reisdocument dat door een lidstaat aan een niet-vertegenwoordigde burger in een derde land wordt afgegeven voor een enkele reis naar de lidstaat van nationaliteit of de lidstaat van verblijf van die burger, zoals aangevraagd door de burger, dan wel, in uitzonderlijke gevallen, naar een andere bestemming. Lidstaten kunnen ook besluiten om overeenkomstig artikel 7 EU-NRD's af te geven aan andere houders.
  • 2. 
    Lidstaten geven overeenkomstig de in artikel 4 bedoelde procedure EU-NRD's af aan niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen van wie het paspoort of reisdocument verloren, gestolen of vernietigd is, of om een andere reden niet binnen een redelijke termijn kan worden verkregen.

Artikel 4

Procedure

  • 1. 
    Lidstaten die een aanvraag voor een EU-NRD ontvangen, raadplegen zo spoedig mogelijk, en uiterlijk twee werkdagen na ontvangst van de aanvraag, overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/637, de lidstaat van nationaliteit met het oog op verificatie van de nationaliteit en de identiteit van de aanvrager.
  • 2. 
    De bijstandverlenende lidstaat verstrekt de lidstaat van nationaliteit alle relevante informatie, met inbegrip van:
 

a)

de achternaam en voornaam/voornamen, nationaliteit, geboortedatum en het geslacht van de aanvrager;

 

b)

een gezichtsopname van de aanvrager, die door de instanties van de bijstandverlenende lidstaat moet worden gemaakt op het moment van de aanvraag, of, indien zulks niet haalbaar is, een gescande of digitale foto van de aanvrager op basis van de normen die zijn vastgesteld in deel 3 van document 9303 van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) inzake machineleesbare reisdocumenten (zevende uitgave, 2015) ("ICAO-document 9303");

 

c)

een kopie of scan van een identificatiemiddel dat voorhanden is, zoals een identiteitskaart of rijbewijs, en, indien beschikbaar, het type en het nummer van het te vervangen document en het nationale registratie- of socialezekerheidsnummer.

  • 3. 
    Zo spoedig mogelijk, en uiterlijk drie werkdagen na ontvangst van de in lid 2 bedoelde informatie, antwoordt de lidstaat van nationaliteit op de raadpleging overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Richtlijn (EU) 2015/637 en bevestigt hij of de aanvrager zijn onderdaan is. Indien de lidstaat van nationaliteit niet binnen drie werkdagen kan antwoorden, stelt hij de bijstandverlenende lidstaat daar binnen die termijn van in kennis en geeft hij een indicatie van de verwachte responstijd. De bijstandverlenende lidstaat stelt de aanvrager daarvan in kennis. Na bevestiging van de nationaliteit van de aanvrager verstrekt de bijstandverlenende lidstaat de aanvrager zo spoedig mogelijk, en uiterlijk twee werkdagen na ontvangst van de bevestiging, een EU-NRD.
  • 4. 
    Indien de lidstaat van nationaliteit er bezwaar tegen maakt dat aan een van zijn onderdanen een EU-NRD wordt afgegeven, stelt hij de bijstandverlenende lidstaat daarvan in kennis. In dat geval wordt geen EU-NRD afgegeven en neemt de lidstaat van nationaliteit de verantwoordelijkheid voor het verlenen van consulaire bescherming aan zijn onderdaan op zich, in overeenstemming met zijn wettelijke verplichtingen en de praktijk. In nauw overleg met de lidstaat van nationaliteit stelt de bijstandverlenende lidstaat de aanvrager daarvan in kennis.
  • 5. 
    In gemotiveerde gevallen mogen de lidstaten de in de leden 1 en 3 vastgestelde termijnen overschrijden.
  • 6. 
    In uiterst dringende gevallen mag de bijstandverlenende lidstaat een EU-NRD afgeven zonder voorafgaande raadpleging van de lidstaat van nationaliteit. Alvorens daartoe over te gaan, moeten de beschikbare communicatiemiddelen met de lidstaat van nationaliteit zijn uitgeput. De bijstandverlenende lidstaat stelt de lidstaat van nationaliteit er zo spoedig mogelijk van in kennis dat een EU-NRD is afgegeven, met vermelding van de identiteit van de persoon aan wie het EU-NRD is afgegeven. Die kennisgeving bevat alle gegevens die in het EU-NRD zijn opgenomen.
  • 7. 
    De instantie van de lidstaat die het EU-NRD heeft afgegeven, slaat een kopie of scan van het afgegeven EU-NRD op en zendt een tweede kopie of scan toe aan de lidstaat van nationaliteit van de aanvrager.
  • 8. 
    De houder van een EU-NRD wordt verzocht het EU-NRD te retourneren, ongeacht of dit reeds is verstreken, zodra hij op de eindbestemming is aangekomen.
  • 9. 
    De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen een gestandaardiseerd EU-NRD-aanvraagformulier vaststellen, dat tevens informatie bevat over de verplichting om het EU-NRD bij aankomst te retourneren. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 5

Financiële bepalingen

  • 1. 
    De bijstandverlenende lidstaat rekent de aanvrager de leges aan die hij zijn eigen onderdanen voor de afgifte van nationale nooddocumenten aanrekent.
  • 2. 
    De bijstandverlenende lidstaat kan afzien van het aanrekenen van leges in het algemeen of in door hem bepaalde specifieke situaties.
  • 3. 
    Indien de aanvrager bij indiening van zijn aanvraag niet in staat is de bijstandverlenende lidstaat de toepasselijke leges te betalen, verbindt hij zich ertoe deze leges aan zijn lidstaat van nationaliteit terug te betalen met gebruikmaking van het in bijlage I bij Richtlijn (EU) 2015/637 opgenomen standaardformulier. In dergelijke gevallen zijn artikel 14, lid 2, en artikel 15 van Richtlijn (EU) 2015/637 van toepassing.

Artikel 6

Geldigheid

Een EU-NRD is zolang geldig als nodig is om de reis te maken waarvoor het document wordt verstrekt. Bij de berekening van die periode worden eventueel noodzakelijke overnachtingen of aansluitingen in aanmerking genomen. In de geldigheidsduur is een marge van twee dagen verrekend. Behalve in uitzonderlijke omstandigheden is een EU-NRD niet langer geldig dan 15 kalenderdagen.

Artikel 7

Facultatieve afgifte van EU-NRD's

  • 1. 
    Een lidstaat mag een EU-NRD afgeven aan aanvragers van wie het paspoort of reisdocument verloren, gestolen of vernietigd is, of om een andere reden niet binnen een redelijke termijn kan worden verkregen, en die tot de volgende categorieën behoren:
 

a)

zijn eigen onderdanen;

 

b)

burgers van de Unie die niet vertegenwoordigd zijn op het grondgebied van de lidstaten, met inbegrip van de in artikel 355, lid 2, eerste alinea, VWEU genoemde landen en gebieden overzee;

 

c)

burgers van een andere lidstaat die vertegenwoordigd is in het land waar deze burgers het EU-NRD wensen te verkrijgen en waar desbetreffende regelingen tussen de betrokken lidstaten bestaan;

 

d)

familieleden die geen burger van de Unie zijn en die burgers van de Unie die niet vertegenwoordigd zijn in een derde land vergezellen, of burgers van de Unie als bedoeld in punt a), b) of c), indien die familieleden legaal in een lidstaat verblijven, onverminderd de toepasselijke visumvereisten;

 

e)

andere personen aan wie die lidstaat of een andere lidstaat op grond van het internationaal of nationaal recht bescherming moet bieden en die legaal in een lidstaat verblijven.

  • 2. 
    Indien een lidstaat een EU-NRD afgeeft overeenkomstig:
 

a)

punt b) of c) van lid 1 van dit artikel, wordt bij de in artikel 4 bedoelde raadpleging de lidstaat van nationaliteit van de burgers van de Unie betrokken;

 

b)

punt d) van lid 1 van dit artikel, wordt bij de in artikel 4 bedoelde raadpleging de lidstaat van nationaliteit van de vergezelde burger van de Unie betrokken en, in voorkomend geval, de lidstaat van verblijf van het familielid. In afwijking van artikel 4, lid 6, wordt geen EU-NRD afgegeven zonder de voorafgaande raadpleging van de lidstaat van nationaliteit van de vergezelde burger van de Unie en, in voorkomend geval, de lidstaat van verblijf van het familielid;

 

c)

punt e) van lid 1 van dit artikel, wordt bij de in artikel 4 bedoelde raadpleging de lidstaat betrokken die op grond van het internationaal of nationaal recht verplicht is de aanvrager bescherming te bieden, oftewel het land van bestemming dat op het EU-NRD vermeld staat.

HOOFDSTUK III

UNIFORM MODEL VOOR EU-NRD's

Artikel 8

Uniform model voor EU-NRD's

  • 1. 
    Het EU-NRD bestaat uit een uniform EU-NRD-formulier en een uniforme EU-NRD-sticker. Dat formulier en die sticker voldoen aan de specificaties als vastgesteld in de bijlagen I en II en aan de aanvullende technische specificaties als vastgesteld in artikel 9.
  • 2. 
    Bij het invullen van de uniforme EU-NRD-sticker worden de in bijlage II opgenomen rubrieken ingevuld en wordt het machineleesbare gedeelte ingevuld overeenkomstig ICAO-document 9303 betreffende machineleesbare documenten.
  • 3. 
    Ter verwezenlijking van de doelstellingen van deze richtlijn, met name om de uitoefening van het recht op consulaire bescherming te waarborgen op basis van een modern en beveiligd EU-NRD-model, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 11 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlagen I en II te wijzigen en de verwijzingen naar de door de ICAO vastgestelde normen als bedoeld in lid 2 van dit artikel en artikel 4, lid 2, punt b), aan de technische vooruitgang aan te passen.
  • 4. 
    Lidstaten kunnen alle nodige nationale vermeldingen als vermeld in bijlage II, punt 9, toevoegen in de rubriek "Opmerkingen" van de uniforme EU-NRD-sticker. Die nationale vermeldingen mogen de in bijlage II opgenomen rubrieken inhoudelijk niet overlappen.
  • 5. 
    Alle vermeldingen op de uniforme EU-NRD-sticker, met inbegrip van de gezichtsopname, moeten worden gedrukt. Er mogen met de hand geen wijzigingen worden aangebracht op een gedrukte uniforme EU-NRD-sticker.

In uitzonderlijke gevallen van technische overmacht mogen uniforme EU-NRD-stickers met de hand worden ingevuld, en mag er een foto op worden aangebracht. In dergelijke gevallen moet de foto extra worden beschermd tegen vervanging. Er mogen geen wijzigingen worden aangebracht op de uniforme EU-NRD-sticker die met de hand is ingevuld.

  • 6. 
    Indien een fout wordt opgemerkt op de uniforme EU-NRD-sticker die nog niet op het uniforme EU-NRD-formulier is aangebracht, wordt de uniforme EU-NRD-sticker ongeldig gemaakt en vernietigd. Indien een fout wordt opgemerkt nadat de uniforme EU-NRD-sticker op het uniforme EU-NRD-formulier is aangebracht, worden zij allebei ongeldig gemaakt en vernietigd en wordt een nieuwe uniforme EU-NRD-sticker gemaakt.
  • 7. 
    De gedrukte uniforme EU-NRD-sticker met de ingevulde rubrieken wordt overeenkomstig bijlage I aangebracht op het uniforme EU-NRD-formulier.
  • 8. 
    De lidstaten zorgen voor een tegen diefstal beveiligde opslag van blanco uniforme EU-NRD-formulieren en -stickers.

Artikel 9

Aanvullende technische specificaties

  • 1. 
    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin aanvullende technische specificaties voor EU-NRD's worden opgenomen met betrekking tot:
 

a)

het ontwerp, het model en de kleuren van het uniforme EU-NRD-formulier en de bijbehorende uniforme EU-NRD-sticker;

 

b)

voorschriften voor de materialen en druktechnieken van het uniforme EU-NRD-formulier;

 

c)

veiligheidskenmerken en -vereisten, met inbegrip van strengere normen ter voorkoming van vervalsing en namaak;

 

d)

andere voorschriften die in acht moeten worden genomen bij het invullen en afgeven van het EU-NRD.

Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

  • 2. 
    Er kan worden besloten dat de aanvullende technische specificaties als bedoeld in lid 1 geheim moeten blijven en niet bekend mogen worden gemaakt. In dat geval worden zij uitsluitend verstrekt aan de door de lidstaten aangewezen organisatie die de verantwoordelijkheid voor de productie van de EU-NRD's draagt, en aan personen die door een lidstaat of de Commissie naar behoren zijn gemachtigd.

Artikel 10

Productie van EU-NRD's

  • 1. 
    Elke lidstaat wijst een organisatie aan die de verantwoordelijkheid draagt voor de productie van uniforme EU-NRD-formulieren en -stickers. Die organisatie kan door meerdere of alle lidstaten worden aangewezen.
  • 2. 
    Elke lidstaat deelt de Commissie en de andere lidstaten de naam mee van de organisatie die zijn uniforme EU-NRD-formulieren en -stickers produceert. Indien een lidstaat de door hem aangewezen organisatie verandert, stelt hij de Commissie en de andere lidstaten daarvan in kennis.

Artikel 11

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 8, lid 3, en artikel 13, lid 1, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van 10 juli 2019.
  • 3. 
    De Raad kan de bevoegdheidsdelegatie als bedoeld in artikel 8, lid 3, en artikel 13, lid 1, te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
  • 5. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij de Raad daarvan in kennis.
  • 6. 
    Een krachtens artikel 8, lid 3, en artikel 13, lid 1, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien de Raad binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving ervan geen bezwaar heeft aangetekend, of indien de Raad de Commissie vóór het verstrijken van deze termijn heeft meegedeeld geen bezwaar te zullen aantekenen. Die termijn wordt op initiatief van de Raad met twee maanden verlengd.
  • 7. 
    De Commissie stelt het Europees Parlement in kennis van de door haar vastgestelde gedelegeerde handelingen, eventuele bezwaren die daartegen zijn gemaakt of de intrekking van de bevoegdheidsdelegatie door de Raad.

Artikel 12

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1683/95 ingestelde comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 13

Kennisgeving aan derde landen

  • 1. 
    Binnen 21 maanden na vaststelling van de aanvullende technische specificaties als bedoeld in artikel 9, stelt de lidstaat die overeenkomstig artikel 16, lid 9, VEU het voorzitterschap van de Raad uitoefent, modellen van het uniforme formulier en de uniforme sticker voor het EU-NRD ter beschikking van de Commissie en de EDEO.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de eerste alinea van dit lid zodanig te wijzigen dat een andere lidstaat wordt aangewezen als de verantwoordelijke staat voor het verstrekken van de in die alinea bedoelde modellen, op basis van objectieve criteria, zoals de aanwezigheid op zijn grondgebied van een organisatie die door meerdere of alle lidstaten is aangewezen voor de productie van EU-NRD's.

  • 2. 
    De EDEO zendt de modellen van het uniforme EU-NRD-formulier en de uniforme EU-NRD-sticker toe aan de delegaties van de Unie in derde landen.
  • 3. 
    De delegaties van de Unie in derde landen stellen de bevoegde instanties in de respectieve derde landen in kennis van het gebruik van het EU-NRD en het uniforme model en de belangrijkste veiligheidskenmerken ervan, onder meer door modellen van het uniforme EU-NRD-formulier en de uniforme EU-NRD-sticker ter beschikking te stellen voor referentiedoeleinden. De kennisgeving aan een individueel derde land wordt op verzoek van dat derde land herhaald. De kennisgeving bevat geen specificaties die overeenkomstig artikel 9, lid 2, geheim moeten blijven.
  • 4. 
    Telkens wanneer het uniforme model van het formulier en de sticker voor het EU-NRD wordt gewijzigd, wordt de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde procedure herhaald. De in lid 1 bedoelde termijn bedraagt 21 maanden na de vaststelling van het gewijzigde model van het uniforme EU-NRD-formulier of de uniforme EU-NRD-sticker.
  • 5. 
    Indien in een derde land geen delegatie van de Unie aanwezig is, besluiten de vertegenwoordigde lidstaten via plaatselijke consulaire samenwerking welke lidstaat de bevoegde instanties van dat derde land in kennis stelt van het uniforme EU-NRD-formulier en de belangrijkste veiligheidskenmerken ervan. De EDEO coördineert daartoe met de bevoegde lidstaat de doorzending van modellen van het uniforme EU-NRD-formulier en de uniforme EU-NRD-sticker.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 14

Gunstiger behandeling

Lidstaten mogen bepalingen vaststellen of handhaven die gunstiger zijn dan die van deze richtlijn, voor zover zij met deze richtlijn verenigbaar zijn.

Artikel 15

Bescherming van persoonsgegevens

  • 1. 
    Voor de toepassing van deze richtlijn verwerkte persoonsgegevens, met inbegrip van de in artikel 4, lid 2, bedoelde gezichtsopname of foto van de aanvrager, worden uitsluitend gebruikt om de identiteit van de aanvrager overeenkomstig de procedure van artikel 4 te verifiëren, om de uniforme EU-NRD-sticker te drukken en om de reis van de aanvrager te vergemakkelijken. De bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit zorgen voor een passende beveiliging van de persoonsgegevens.
  • 2. 
    Onverminderd Verordening (EU) 2016/679 hebben de aanvragers aan wie een EU-NRD wordt afgegeven, het recht de in het EU-NRD opgenomen persoonsgegevens te verifiëren en zo nodig te verzoeken dat deze door middel van een nieuw document worden gecorrigeerd.
  • 3. 
    In een EU-NRD wordt geen informatie in machineleesbare vorm opgenomen, tenzij deze informatie tevens wordt vermeld in de rubrieken als bedoeld in punt 6 van bijlage II.
  • 4. 
    De bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit bewaren de persoonsgegevens van een aanvrager zo lang als nodig is, onder meer ter inning van de in artikel 5 bedoelde leges. In geen geval worden die persoonsgegevens door de bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit langer dan respectievelijk 180 dagen en twee jaar bewaard. Bij het verstrijken van de bewaartermijn worden de persoonsgegevens van de aanvrager gewist.
  • 5. 
    In afwijking van lid 4, zorgen de lidstaten ervoor dat elk geretourneerd EU-NRD en alle daarmee verband houdende kopieën zo spoedig mogelijk op beveiligde wijze worden vernietigd.

Artikel 16

Monitoring

  • 1. 
    De lidstaten houden regelmatig toezicht op de toepassing van deze richtlijn aan de hand van de volgende indicatoren:
 

a)

aantal overeenkomstig artikel 3 afgegeven EU-NRD's en de nationaliteit van de houder;

 

b)

aantal overeenkomstig artikel 7 afgegeven EU-NRD's en de nationaliteit van de houder, en

 

c)

aantal gevallen van fraude en namaak van EU-NRD's.

  • 2. 
    De lidstaten organiseren de productie en verzameling van de gegevens die nodig zijn om veranderingen met betrekking tot de in lid 1 opgenomen indicatoren te meten, en verstrekken die informatie jaarlijks aan de Commissie.
  • 3. 
    De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen ter aanvulling van de in lid 1 bedoelde indicatoren. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 12, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 17

Evaluatie

  • 1. 
    De Commissie verricht een evaluatie van deze richtlijn ten vroegste zes jaar na de datum van omzetting ervan en brengt aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de belangrijkste bevindingen. Het verslag bevat een evaluatie van de vraag of de persoonsgegevens op passend niveau zijn beveiligd, van de gevolgen voor de grondrechten en van de mogelijke invoering van uniforme leges voor EU-NRD's.
  • 2. 
    De lidstaten verstrekken de Commissie de informatie die nodig is voor het opstellen van het in lid 1 vermelde verslag.

Artikel 18

Intrekking

  • 1. 
    Besluit 96/409/GBVB wordt ingetrokken met ingang van 36 maanden na de vaststelling van de in artikel 9 bedoelde aanvullende technische specificaties.
  • 2. 
    Verwijzingen naar het ingetrokken besluit gelden als verwijzingen naar deze richtlijn.
  • 3. 
    De lidstaten zien erop toe dat overeenkomstig Besluit 96/409/GBVB geproduceerde NRD-formulieren binnen de in lid 1 gestelde termijn ongeldig gemaakt en vernietigd zijn.

Artikel 19

Omzetting

  • 1. 
    Uiterlijk 24 maanden na de vaststelling van de in artikel 9 bedoelde aanvullende specificaties stellen de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast en maken deze bekend om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Zij passen deze maatregelen toe met ingang van 36 maanden na de vaststelling van de in artikel 9 bedoelde aanvullende technische specificaties.

Wanneer de lidstaten die maatregelen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

  • 2. 
    De lidstaten delen aan de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 20

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 21

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 18 juni 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

  • (1) 
    Advies van 16 januari 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Richtlijn (EU) 2015/637 van de Raad van 20 april 2015 betreffende de coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen ter vergemakkelijking van de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie in derde landen en tot intrekking van Besluit 95/553/EG (PB L 106 van 24.4.2015, blz. 1).
  • (3) 
    Besluit 96/409/GBVB van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 25 juni 1996 betreffende de opstelling van een noodreisdocument (PB L 168 van 6.7.1996, blz. 4).
  • (4) 
    Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).
  • (5) 
    Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 39).
  • (8) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • (9) 
    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
 

BIJLAGE I

UNIFORM EU-NRD-FORMULIER

Het uniforme EU-NRD-formulier moet in overeenstemming zijn met de onderstaande specificaties.

  • 1. 
    Formaat en afmetingen

Het uniforme EU-NRD-formulier bestaat uit een op beide zijden bedrukt, in drieën gevouwen blad. De afmetingen van het opgevouwen formulier dienen overeen te stemmen met de norm ISO/IEC 7810 ID-3.

  • 2. 
    Bladzijde één: schutblad

Het schutblad van het uniforme EU-NRD-formulier bevat, in deze volgorde, de woorden "EUROPESE UNIE" in alle officiële talen van de Unie, en de woorden "EMERGENCY TRAVEL DOCUMENT" en "TITRE DE VOYAGE PROVISOIRE". Op het schutblad is ook een cirkel van twaalf gouden sterren afgebeeld.

  • 3. 
    Bladzijde twee: aanbrengen van de uniforme EU-NRD-sticker

De uniforme EU-NRD-sticker wordt stevig op de tweede bladzijde van het uniforme EU-NRD-formulier aangebracht, zodat hij niet gemakkelijk kan worden verwijderd. De uniforme EU-NRD-sticker wordt evenwijdig aan de rand van de bladzijde aangebracht. Het machineleesbare gedeelte van de uniforme EU-NRD-sticker wordt met de rand van de bladzijde gealigneerd. Het stempel van de instantie van afgifte wordt zodanig op de uniforme EU-NRD-sticker aangebracht dat het doorloopt op de bladzijde.

  • 4. 
    Bladzijden drie en vier: informatie

De derde en vierde bladzijde bevatten de vertalingen van de woorden "Emergency Travel Document" en van de rubrieken van de uniforme EU-NRD-sticker in alle officiële talen van de Unie, met uitzondering van het Frans en het Engels. Ook de volgende tekst wordt afgedrukt:

"This EU Emergency Travel Document is a travel document issued by a Member State of the European Union for a single journey to the holder's Member State of nationality or residence or, exceptionally, to another destination. Authorities of non-EU countries are hereby requested to allow the holder to pass freely without hindrance.

Le présent titre de voyage provisoire de l'UE est un titre de voyage délivré par un État membre de l'Union européenne aux fins d'un trajet unique vers l'État membre de nationalité ou de résidence du détenteur, ou, à titre exceptionnel, vers une autre destination. Les autorités des pays tiers sont priées d'autoriser le détenteur du titre de voyage provisoire à circuler sans entraves.".

  • 5. 
    Bladzijde vijf en zes: visa en inreis-/uitreisstempels

Op de vijfde en zesde bladzijde staat het opschrift "VISA/VISA". Voor het overige zijn deze bladzijden blanco.

Deze bladzijden zijn voorbehouden voor visa en inreis-/uitreisstempels.

  • 6. 
    Nummer van het uniforme EU-NRD-formulier

Op het uniforme EU-NRD-formulier wordt een zevencijferig nummer voorgedrukt.

 

BIJLAGE II

UNIFORME EU-NRD-STICKER

De uniforme EU-NRD-sticker moet in overeenstemming zijn met de onderstaande specificaties.

Kenmerken van de uniforme EU-NRD-sticker

 
 

1.

De uniforme EU-NRD-sticker bevat een gezichtsopname van de houder, afgedrukt volgens hoge beveiligingsnormen, tenzij een foto wordt gebruikt overeenkomstig artikel 8, lid 5. De gezichtsopname of de foto is die welke wordt gebruikt voor de toepassing van artikel 4, lid 2.

 
 

2.

De uniforme EU-NRD-sticker bevat veiligheidskenmerken die voldoende bescherming bieden tegen vervalsing; er wordt daarbij in het bijzonder rekening gehouden met de veiligheidskenmerken die worden gebruikt voor het uniforme visummodel.

 
 

3.

Alle lidstaten gebruiken dezelfde veiligheidskenmerken.

 
 

4.

Op de uniforme EU-NRD-sticker staan de volgende opschriften:

a)

de afkorting "EU ETD/TVP UE";

 

b)

de woorden "European Union/Union européenne";

 

c)

de in ICAO-document 9303 vermelde drieletterige code "EUE".

 
 

5.

Op de uniforme EU-NRD-sticker staat het zevencijferige nummer van de uniforme EU-NRD-sticker in horizontale richting, voorgedrukt in zwart. Er wordt een bijzonder lettertype gebruikt. Dit nummer wordt voorafgegaan door de tweeletterige landcode van de lidstaat van afgifte als vermeld in ICAO-document 9303. Deze code kan worden voorgedrukt of bij het invullen van de uniforme EU-NRD-sticker aan het nummer worden toegevoegd. Uit veiligheidsoverwegingen kan hetzelfde zevencijferige nummer meerdere keren op de uniforme EU-NRD-sticker worden afgedrukt.

In te vullen rubrieken

 
 

6.

De uniforme EU-NRD-sticker moet rubrieken voor de onderstaande gegevens bevatten:

a)

land van bestemming en eventueel een of meerdere doorreislanden waarvoor het EU-NRD wordt afgegeven;

 

b)

lidstaat van afgifte en plaats van de instantie van afgifte;

 

c)

datum van afgifte en vervaldatum;

 

d)

achternaam en voornaam/voornamen, nationaliteit, geboortedatum en geslacht van de houder van het EU-NRD;

 

e)

nummer van het uniforme EU-NRD-formulier waarop de uniforme EU-NRD-sticker wordt aangebracht als bedoeld in punt 6 van bijlage I.

 
 

7.

De benaming van de in te vullen rubrieken zijn in het Engels en in het Frans gesteld en worden genummerd.

 
 

8.

Data worden als volgt genoteerd: twee cijfers voor de dag; indien één cijfer daarvoor volstaat, wordt het voorafgegaan door een nul; twee cijfers voor de maand; indien één cijfer daarvoor volstaat, wordt het voorafgegaan door een nul; vier cijfers voor het jaar. Na de dag en de maand volgt een spatie. Bijvoorbeeld: 20 01 18 = 20 januari 2018.

 
 

9.

De uniforme EU-NRD-sticker bevat een rubriek "Opmerkingen", die door de instantie van afgifte wordt gebruikt voor bijkomende noodzakelijke gegevens, zoals het type en het nummer van het document dat wordt vervangen.

Machineleesbare informatie

 
 

10.

De uniforme EU-NRD-sticker bevat de relevante machineleesbare informatie conform ICAO-document 9603 die nodig is om controles aan de buitengrenzen te vergemakkelijken. In het machineleesbare gedeelte worden als eerste twee karakters de hoofdletters "AE" aangebracht, ten einde erop te wijzen dat het document een EU-noodreisdocument is. Het machineleesbare gedeelte bevat in de zichtbare ondergrondbedrukking een gedrukte tekst met de woorden "Europese Unie" in alle officiële talen van de Unie. Die tekst mag de technische elementen van het machineleesbare gedeelte of de leesbaarheid ervan niet beïnvloeden.

 
 

11.

Er moet voldoende ruimte zijn om eventueel een gemeenschappelijke 2D-barcode toe te voegen.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.