Verordening 2019/1010 - Onderlinge afstemming van de verslagleggingsverplichtingen op het gebied van de milieuwetgeving

1.

Wettekst

25.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 170/115

 

VERORDENING (EU) 2019/1010 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 5 juni 2019

betreffende de onderlinge afstemming van de verslagleggingsverplichtingen op het gebied van de milieuwetgeving, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 166/2006 en (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/49/EG, 2004/35/EG, 2007/2/EG, 2009/147/EG en 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad, Verordeningen (EG) nr. 338/97 en (EG) nr. 2173/2005 van de Raad, en Richtlijn 86/278/EEG van de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, artikel 192, lid 1, en artikel 207,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Teneinde te kunnen inspelen op de behoefte aan informatie over de uitvoering en de naleving en rekening houdend met de resultaten van het verslag van de Commissie van 9 juni 2017 betreffende de maatregelen om milieuverslaglegging te stroomlijnen en de bijbehorende geschiktheidscontrole van de verslaglegging van en het toezicht op het EU-milieubeleid van 9 juni 2017 (hierna tezamen „geschiktheidscontrole inzake verslaglegging” genoemd), is het nodig een aantal milieuwetgevingshandelingen van de Unie te wijzigen.

 

(2)

Deze verordening heeft tot doel het informatiebeheer te moderniseren en een consequente benadering ten aanzien van de door deze verordening bestreken wetgevingsteksten te waarborgen door de verslaglegging te vereenvoudigen om de administratieve lasten te verminderen, de databank voor toekomstige beoordelingen te verbeteren en de transparantie voor het publiek te verhogen, met inachtneming van de omstandigheden.

 

(3)

Bij het toegankelijk stellen van gegevens moet ervoor worden gezorgd dat de administratieve lasten voor alle entiteiten zo beperkt mogelijk blijven, met name voor niet-gouvernementele entiteiten zoals kleine en middelgrote ondernemingen. Om de nodige infrastructuur voor de toegang van het publiek, de verslaglegging en de uitwisseling van gegevens tussen overheidsinstanties te waarborgen, vereist deze toegankelijkheid dat informatie op nationaal niveau actief wordt verspreid, in overeenstemming met de Richtlijnen 2003/4/EG (3) en 2007/2/EG (4) van het Europees Parlement en de Raad en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

 

(4)

De gegevens en het proces van alomvattende en tijdige rapportage door de lidstaten zijn cruciaal voor de Commissie bij het volgen, beoordelen en toetsen van de mate waarin de wetgeving haar doelstellingen verwezenlijkt, en de resultaten daarvan vormen de basis van toekomstige beoordelingen van die wetgeving, in overeenstemming met punt 22 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (5). Het is dan ook passend in verschillende milieuwetgevingshandelingen bepalingen op te nemen met het oog op hun toekomstige beoordeling, op basis van de gegevens die tijdens de uitvoering zijn verzameld, eventueel aangevuld met bijkomende wetenschappelijke en analytische gegevens. Er bestaat in dat verband een behoefte aan relevante gegevens die het mogelijk maken de doelmatigheid, doeltreffendheid, relevantie, samenhang en toegevoegde waarde van Uniewetgeving beter te beoordelen; vandaar de behoefte aan geschikte verslagleggingsmechanismen die in dat verband ook kunnen dienen als indicatoren, zowel voor besluitvormers als voor het algemene publiek.

 

(5)

De in de artikelen 10 en 17 van Richtlijn 86/278/EEG van de Raad (6) vastgestelde verslagleggingsverplichtingen moeten worden gewijzigd. De verplichting om verslag uit te brengen aan de Commissie moet worden vereenvoudigd en tegelijkertijd moeten de lidstaten worden verplicht om te zorgen voor meer transparantie, waarbij de vereiste informatie op een gemakkelijk toegankelijke wijze via elektronische middelen beschikbaar wordt gesteld, overeenkomstig Richtlijnen 2003/4/EG en 2007/2/EG, met name inzake de toegang van het publiek, de uitwisseling van gegevens en diensten met betrekking tot gegevens. Omdat het van het hoogste belang is burgers van de Unie een snelle toegang te geven tot milieu-informatie, is het essentieel dat lidstaten gegevens zo snel als technisch haalbaar is, openbaar maken, met als doel de informatie uiterlijk drie maanden na het einde van het jaar beschikbaar te maken.

 

(6)

Ingevolge de beoordeling van Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad (7) van 13 december 2016 moeten de verslagleggingstermijnen voor geluidsbelastingkaarten en actieplannen worden gestroomlijnd opdat er voldoende tijd is voor de openbare raadpleging over de actieplannen. Daartoe moet de termijn voor de toetsing of herziening van de actieplannen eenmalig met één jaar worden uitgesteld; de termijn van de vierde ronde actieplannen moet dan niet 18 juli 2023 maar 18 juli 2024 zijn. Daardoor zullen de lidstaten vanaf de vierde ronde ongeveer twee jaar de tijd hebben tussen het opmaken van de geluidsbelastingkaarten en het voltooien van de toetsing of herziening van de actieplannen, in plaats van één jaar zoals op dit moment het geval is. Voor de daaropvolgende actieplanningsronden zal de periode van vijf jaar voor de toetsing of herziening worden hervat. Daarnaast moeten de lidstaten, om de doelstellingen van Richtlijn 2002/49/EG beter te kunnen verwezenlijken en om een basis te kunnen leggen voor het ontwikkelen van maatregelen op het niveau van de Unie, elektronische hulpmiddelen aanwenden voor de verslaglegging. Er moet ook worden gezorgd voor meer publieksparticipatie door te eisen dat begrijpelijke, nauwkeurige en vergelijkbare informatie openbaar wordt gemaakt en tegelijkertijd moet die verplichting worden afgestemd op andere wetgevingshandelingen van de Unie, zoals Richtlijn 2007/2/EG, zonder daarbij de praktische voorschriften te dupliceren.

 

(7)

De Unie is vastbesloten de empirische onderbouwing van Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad (8) op transparante wijze te versterken, zoals de deskundigengroep van de Commissie voor die richtlijn heeft gedaan. Opdat gegevens kunnen worden vergeleken, moet de Commissie richtsnoeren ontwikkelen voor een gemeenschappelijke invulling van het begrip „milieuschade” als gedefinieerd in artikel 2 van Richtlijn 2004/35/EG.

 

(8)

In het licht van het verslag van de Commissie van 20 juli 2016 over de uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG en de bijbehorende evaluatie van 10 augustus 2016 is het, met het oog op de vereenvoudiging van de uitvoering van die richtlijn en de beperking van de administratieve lasten bij het toezicht door de lidstaten, niet langer nodig om de lidstaten te verplichten driejaarlijkse verslagen bij de Commissie in te dienen en om de Commissie te verplichten een samenvattend verslag bij het Europees Parlement en de Raad in te dienen, aangezien de geschiktheidscontrole betreffende de verslaglegging heeft bevestigd dat dergelijke verslagen slechts in beperkte mate worden gebruikt. Niettemin moet de Commissie Richtlijn 2007/2/EG blijven evalueren, met tussenpozen van vijf jaar, en die evaluaties openbaar maken.

 

(9)

De geschiktheidscontrole van de Commissie van 16 december 2016 van de natuurwetgeving van de EU (de vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn), zijnde Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad (9) en Richtlijn 92/43/EEG van de Raad (10), heeft aangetoond dat uit hoofde van Richtlijn 2009/147/EG een verslagleggingscyclus van drie jaar is vereist. Echter in de praktijk is er voor Richtlijn 2009/147/EG reeds een verslagleggingscyclus van zes jaar gevolgd, zoals bij Richtlijn 92/43/EEG, waarbij er in eerste instantie eveneens de nadruk is gelegd op het verstrekken van actuele informatie over de staat en ontwikkelingen van de soorten. De behoefte aan een gestroomlijnde uitvoering van Richtlijnen 92/43/EEG en 2009/147/EG rechtvaardigt het op de samenwerking afstemmen van de wetgeving, waarbij de toestand om de zes jaar wordt beoordeeld, met dien verstande dat de lidstaten voor enkele kwetsbare diersoorten nog steeds de noodzakelijke toezichtactiviteiten moeten uitvoeren. Die samenwerking zou ook de voorbereiding vergemakkelijken van de zesjaarlijkse verslagen over de toepassing van de richtlijnen, die de lidstaten bij de Commissie moeten indienen. Teneinde de vooruitgang op beleidsgebied te kunnen beoordelen, moeten de lidstaten worden verplicht om informatie te verstrekken over met name de staat en de ontwikkelingen van in het wild levende vogelsoorten, de bedreigingen en druk op die vogelsoorten, de genomen instandhoudingsmaatregelen en de bijdrage van het netwerk van speciale beschermingszones aan de doelstellingen van Richtlijn 2009/147/EG.

 

(10)

Teneinde de transparantie te verhogen en de administratieve lasten te verlagen, moeten de rapportageverplichtingen van de artikelen 43, 54 en 57 van Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad (11) worden gewijzigd. Het is noodzakelijk een centrale, vrij toegankelijke en doorzoekbare databank op te zetten voor niet-technische projectsamenvattingen en de bijbehorende beoordelingen achteraf, en uitvoeringsbevoegdheden te verlenen aan de Commissie. Deze uitvoeringsbevoegdheden betreffen het vaststellen van een gemeenschappelijk format voor het indienen van niet-technische projectsamenvattingen en de bijbehorende beoordelingen achteraf, alsmede een gemeenschappelijk format en inhoud van de te verstrekken informatie over de uitvoering en statistische gegevens. Het is eveneens noodzakelijk de verplichte driejaarlijkse statistische verslaglegging door de Commissie te vervangen door een vereiste voor de Commissie een dynamische centrale databank op te zetten, en elk jaar statistische informatie vrij te geven.

 

(11)

Overeenkomstig de bevindingen van de REFIT-evaluatie van de Commissie van 13 december 2017 van Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad (12) moeten de rapportageverplichtingen van die verordening worden gewijzigd of geschrapt. Teneinde de samenhang met de verslaglegging uit hoofde van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad (13) te bevorderen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend om het soort, de vorm en de frequentie te bepalen voor de informatie die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 166/2006 moet worden bekendgemaakt en om de verslagleggingsvorm die op dit moment in die verordening wordt voorgeschreven, te schrappen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (14). Omdat het van het hoogste belang is burgers van de Unie snelle toegang te geven tot milieu-informatie, is het essentieel dat lidstaten en de Commissie gegevens zo snel als technisch haalbaar is, openbaar maken, met als doel de informatie uiterlijk drie maanden na het einde van het jaar beschikbaar te maken, onder meer door daartoe uit hoofde van Verordening (EG) nr. 166/2006 een uitvoeringshandeling vast te stellen. Verder moet, om meer transparantie bij de verslaglegging aan de Commissie te waarborgen, artikel 11 van Verordening (EG) nr. 166/2006 inzake vertrouwelijkheid worden gewijzigd. Om de administratieve lasten voor de lidstaten en de Commissie tot een minimum te beperken, is het voorts nodig om de verslagleggingsverplichtingen uit hoofde van de artikelen 16 en 17 van die verordening te schrappen, aangezien deze verplichtingen informatie verstrekken die van geringe waarde is of die niet beantwoordt aan de beleidsbehoeften.

 

(12)

Teneinde de toegang van het publiek tot informatie over de uitvoering van Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad (15) te verbeteren en te vergemakkelijken, moeten de door de lidstaten verstrekte gegevens over de uitvoering van die verordening openbaar worden gemaakt door de Commissie in de vorm van een overzicht van die gegevens voor de hele Unie. Om de samenhang van de informatie te bevorderen en het toezicht op het functioneren van die verordening te vergemakkelijken, moeten uitvoeringsbevoegdheden worden verleend aan de Commissie om zodoende de vorm en de procedure voor de bekendmaking van informatie door de lidstaten te kunnen vastleggen. De frequentie en de termijn voor het verstrekken van informatie moeten worden afgestemd op die van Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad (16). Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011.

 

(13)

Teneinde de toegang van het publiek tot informatie over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 2173/2005 te verbeteren en te vergemakkelijken, moeten de door de lidstaten verstrekte gegevens over de tenuitvoerlegging van die verordening openbaar worden gemaakt door de Commissie in de vorm van een overzicht van die gegevens voor de hele Unie. Uit de ervaring die de Commissie en de lidstaten hebben opgedaan in het eerste jaar van het vergunningensysteem voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw, blijkt dat de bepalingen van Verordening (EG) nr. 2173/2005 met betrekking tot de verslaglegging moeten worden geactualiseerd. Bij de uitoefening van de aan haar verleende uitvoeringsbevoegdheden moet de Commissie bij het vaststellen van het format en de procedure voor de bekendmaking van informatie door de lidstaten worden bijgestaan door het in artikel 11 van de verordening ingestelde comité. Voorts moeten de beoordelingsbepalingen van die verordening worden geactualiseerd.

 

(14)

De verslaglegging uit hoofde van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad (17) moet worden gestroomlijnd en worden afgestemd op de verslagleggingsvereisten uit hoofde van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites) van 3 maart 1973, waarbij de Unie en de lidstaten partij zijn. De verslagleggingsvereisten uit hoofde van Cites zijn in 2016 tijdens de 17e Conferentie van de Partijen bij Cites gewijzigd om zodoende de frequentie van de verslaglegging aan te passen voor maatregelen met betrekking tot de uitvoering van Cites en om een nieuw verslagleggingsmechanisme op te zetten voor de illegale handel in soorten die in de Cites-lijst zijn opgenomen. Die wijzigingen moeten worden weerspiegeld in Verordening (EG) nr. 338/97.

 

(15)

Het Europees Milieuagentschap verricht reeds belangrijke taken bij het toezicht op en de verslaglegging over de milieuwetgeving van de Unie, en die taken moeten uitdrukkelijk in de desbetreffende wetgeving worden opgenomen. Voor andere milieuwetgevingsteksten zullen de rol die het Europees Milieuagentschap ter ondersteuning van de Commissie bij de milieuverslaglegging speelt en de middelen waarover het EMA in verband daarmee beschikt, worden behandeld na de afronding van de lopende beoordeling.

 

(16)

Verordeningen (EG) nr. 166/2006, (EU) nr. 995/2010, (EG) nr. 338/97 en (EG) nr. 2173/2005, en Richtlijnen 2002/49/EG, 2004/35/EG, 2007/2/EG, 2009/147/EG, 2010/63/EU en 86/278/EEG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Richtlijn 86/278/EEG

Richtlijn 86/278/EEG wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

aan artikel 2 worden de volgende punten toegevoegd:

„e)   „diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens”: diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens als gedefinieerd in artikel 3, punt 4, van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad (*1);

  • f) 
    „verzameling ruimtelijke gegevens”: een verzameling ruimtelijke gegevens zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 3, van Richtlijn 2007/2/EG.

(*1)  Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).”;"

 

2)

artikel 10 wordt vervangen door:

„Artikel 10

  • 1. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat actuele gegevens worden bijgehouden, met daarin de volgende informatie:
 

a)

de hoeveelheden geproduceerd slib en de hoeveelheden voor gebruik in de landbouw geleverd slib;

 

b)

de samenstelling en eigenschappen van het slib op de in bijlage II A genoemde punten;

 

c)

de behandelingsmethode als omschreven in artikel 2, onder b);

 

d)

de namen en adressen van de ontvangers van het slib en de plaatsen waar het slib wordt gebruikt;

 

e)

enige andere informatie met betrekking tot de omzetting en uitvoering van deze richtlijn die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt ingevolge artikel 17.

Voor het presenteren van de verzamelingen ruimtelijke gegevens op basis van informatie uit die registers wordt gebruik gemaakt van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens.

  • 2. 
    De in lid 1 van dit artikel genoemde gegevens worden voor elk kalenderjaar beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk gemaakt voor het publiek, uiterlijk acht maanden na het einde van het betrokken kalenderjaar, in een geconsolideerd format zoals vastgelegd in de bijlage bij Beschikking 94/741/EG van de Commissie (*2) of in een andere geconsolideerde vorm ingevolge artikel 17 van deze richtlijn.

De lidstaten stellen de Commissie langs elektronische weg in kennis van de in de tweede alinea van dit lid bedoelde informatie.

  • 3. 
    Gegevens over de behandelingsmethoden en analyseresultaten worden aan de bevoegde autoriteiten overgelegd.

(*2)  Beschikking 94/741/EG van de Commissie van 24 oktober 1994 inzake de vragenlijsten voor de verslagen van de lidstaten betreffende de toepassing van bepaalde richtlijnen in de sector afvalstoffen (tenuitvoerlegging van Richtlijn 91/692/EEG van de Raad) (PB L 296 van 17.11.1994, blz. 42).”;"

 

3)

artikel 17 wordt vervangen door:

„Artikel 17

De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen te het format vast te stellen waarmee de lidstaten informatie moeten verstrekken over de uitvoering van deze richtlijn, zoals voorgeschreven in artikel 10. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

De diensten van de Commissie publiceren een overzicht voor de hele Unie met kaarten op basis van de gegevens die door de lidstaten beschikbaar worden gesteld ingevolge artikel 10 en dit artikel.”.

Artikel 2

Wijzigingen van Richtlijn 2002/49/EG

Richtlijn 2002/49/EG wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

aan artikel 3 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

„w)

„gegevensarchief”: een door het Europees Milieuagentschap beheerd informatiesysteem, dat informatie en gegevens over omgevingslawaai bevat die door de door de lidstaten gecontroleerde nationale gegevensverstrekkings- en uitwisselingsknooppunten beschikbaar zijn gemaakt.”;

 

2)

in artikel 8 wordt lid 5 vervangen door:

„5.   De actieplannen worden in geval van een belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de bestaande geluidshindersituatie en daarnaast ten minste om de vijf jaar na de datum van goedkeuring van die plannen getoetst, en zo nodig herzien.

De toetsing en herzieningen, die ingevolge de eerste alinea in 2023 moeten plaatsvinden, worden uitgesteld naar uiterlijk 18 juli 2024.”;

 

3)

in artikel 9 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de door hen opgestelde en eventueel goedgekeurde strategische geluidsbelastingkaarten en de door hen opgestelde actieplannen aan het publiek beschikbaar worden gesteld en onder het publiek worden verspreid in overeenstemming met desbetreffende wetgevingshandelingen van de Unie, in het bijzonder Richtlijnen 2003/4/EG (*3) en 2007/2/EG (*4) van het Europees Parlement en de Raad, en overeenkomstig de bijlagen IV en V bij deze richtlijn, mede door middel van de beschikbare informatietechnologieën.

(*3)  Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26)."

(*4)  Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).”;"

 

4)

in artikel 10 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   Lidstaten zorgen ervoor dat de in de strategische geluidsbelastingkaarten vervatte gegevens en de samenvattingen van de actieplannen, als nader omschreven in bijlage VI, binnen zes maanden na de in artikel 7 respectievelijk artikel 8 genoemde datums aan de Commissie worden toegezonden. De lidstaten verstrekken daartoe uitsluitend op elektronische wijze informatie aan een verplicht gegevensarchief, dat door de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen moet worden opgezet. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Indien een lidstaat informatie wenst te actualiseren, beschrijft hij, op het moment dat hij de actualiseerde informatie aanlevert voor opname in het gegevensarchief, de verschillen tussen de geactualiseerde en de oorspronkelijke informatie en de redenen voor de actualisering.”;

 

5)

in bijlage VI wordt punt 3 vervangen door:

 

„3.

Mechanisme voor de uitwisseling van informatie

De Commissie, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, ontwikkelt door middel van uitvoeringshandelingen een verplicht digitaal informatieuitwisselingsmechanisme om de informatie uit de in artikel 10, lid 2, bedoelde strategische geluidsbelastingkaarten en samenvattingen van de actieplannen te delen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

Artikel 3

Wijzigingen van Richtlijn 2004/35/EG

Richtlijn 2004/35/EG wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

in artikel 14 wordt lid 2 geschrapt;

 

2)

artikel 18 wordt vervangen door:

„Artikel 18

Informatie over de tenuitvoerlegging en empirische onderbouwing

  • 1. 
    De Commissie verzamelt in overeenstemming met Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad (*5) verspreide informatie van de lidstaten, en voor zover deze beschikbaar is, over de bij de toepassing van deze richtlijn opgedane ervaring. Die informatie omvat de in bijlage VI bij deze richtlijn vastgestelde gegevens en wordt uiterlijk 30 april 2022 en daarna om de vijf jaar verzameld.
  • 2. 
    Vóór 30 april 2023 en vervolgens om de vijf jaar wordt door de Commissie op basis van de in lid 1 bedoelde informatie een beoordeling van deze richtlijn verricht en bekendgemaakt.
  • 3. 
    De Commissie ontwikkelt uiterlijk 31 december 2020 richtsnoeren voor een gemeenschappelijke invulling van het begrip „milieuschade”, zoals gedefinieerd in artikel 2.

(*5)  Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26).”;"

 

3)

bijlage VI wordt vervangen door:

„BIJLAGE VI

IN ARTIKEL 18, LID 1, BEDOELDE INFORMATIE EN GEGEVENS

De in artikel 18, lid 1, bedoelde informatie heeft betrekking op gevallen van milieuschade uit hoofde van deze richtlijn, met voor elk geval de volgende informatie en gegevens:

 

1.

het type milieuschade, de datum waarop die is ontstaan en/of aan het licht is gekomen. Het type milieuschade wordt ingedeeld als schade aan beschermde soorten en natuurlijke habitats, schade aan wateren of bodemschade, als bedoeld in artikel 2, punt 1);

 

2.

de beschrijving van de activiteit, in overeenstemming met bijlage III.

Daarbij voegen de lidstaten alle andere relevante informatie over de bij de toepassing van deze richtlijn opgedane ervaring.”.

Artikel 4

Wijzigingen van Richtlijn 2007/2/EG

Richtlijn 2007/2/EG wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in lid 2 wordt de inleidende zin vervangen door:

„2.   De lidstaten brengen uiterlijk op 31 maart van elk jaar een samenvattend verslag uit, dat zo nodig is geactualiseerd. Die verslagen, die openbaar worden gemaakt door de diensten van de Commissie met bijstand van het Europees Milieuagentschap, omvatten een korte beschrijving van:”;

 

b)

lid 3 wordt geschrapt;

 

2)

artikel 23 wordt vervangen door:

„Artikel 23

Het Europees Milieuagentschap publiceert elk jaar een op basis van de door lidstaten aangeleverde gegevens en metagegevens geactualiseerd overzicht voor de hele Unie via hun netwerkdiensten in overeenstemming met artikel 21. Het overzicht voor de hele Unie omvat in voorkomend geval indicatoren voor de outputs, resultaten en effecten van deze richtlijn, overzichtskaarten voor de hele Unie en overzichtsverslagen voor de verschillende lidstaten.

De Commissie verricht uiterlijk op 1 januari 2022 en vervolgens ten minste om de vijf jaar een beoordeling van deze richtlijn en de uitvoering ervan, en maakt deze openbaar. Die beoordeling berust onder meer op de volgende elementen:

 

a)

de ervaring die is opgedaan bij de uitvoering van deze richtlijn;

 

b)

de in overeenstemming met artikel 21 door de lidstaten verzamelde informatie en de door het Europees Milieuagentschap samengestelde overzichten voor de hele Unie;

 

c)

relevante wetenschappelijke, analytische gegevens;

 

d)

andere informatie, waaronder op grond van de richtsnoeren voor betere regelgeving vereiste wetenschappelijke, analytische gegevens, die met name wordt verkregen via efficiënte en doeltreffende processen voor informatiebeheer.”.

Artikel 5

Wijzigingen van Richtlijn 2009/147/EG

Richtlijn 2009/147/EG wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De lidstaten dienen om de zes jaar, in hetzelfde jaar als het verslag dat uit hoofde van artikel 17, lid 1, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad (*6) wordt opgesteld, bij de Commissie een verslag in over de toepassing van de maatregelen die in het kader van deze richtlijn zijn getroffen en over de belangrijkste effecten van die maatregelen. Dat verslag is toegankelijk voor het publiek en bevat met name informatie over de staat en de ontwikkelingen van in het wild levende vogelsoorten die door deze richtlijn worden beschermd, de bedreigingen en druk op die vogelsoorten, de voor hen genomen instandhoudingsmaatregelen en de bijdrage van het netwerk van speciale beschermingszones aan de doelstellingen als bepaald in artikel 2 van deze richtlijn.

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen het format van het in de eerste alinea van dit lid vermelde verslag vast. Het format van dat verslag wordt afgestemd op het format van het in artikel 17, lid 1, van Richtlijn 92/43/EEG bedoelde verslag. De uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 16 bis, lid 2, van deze richtlijn bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

(*6)  Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).”;"

 

b)

in lid 2 wordt de eerste zin vervangen door:

„2.   Om de zes jaar wordt door de Commissie, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, aan de hand van de in lid 1 bedoelde gegevens een samenvattend verslag opgesteld en openbaar gemaakt.”;

 

2)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 16 bis

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (*7).
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Indien door het comité geen advies wordt uitgebracht, neemt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet aan en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

(*7)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”."

Artikel 6

Wijzigingen van Richtlijn 2010/63/EU

Richtlijn 2010/63/EU wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de leden 2 en 3 worden vervangen door:

„2.   De lidstaten kunnen voorschrijven dat in de niet-technische samenvatting van het project wordt vermeld of een project aan een beoordeling achteraf zal worden onderworpen en zo ja, binnen welke termijn. Vanaf 1 januari 2021 zorgen de lidstaten er in een dergelijk geval voor dat de niet-technische samenvatting van het project uiterlijk zes maanden na de afronding van de beoordeling achteraf wordt geactualiseerd met de resultaten daarvan.

  • 3. 
    De lidstaten publiceren tot en met 31 december 2020 de niet-technische samenvattingen van de toegelaten projecten en de eventuele aanvullingen daarop. Vanaf 1 januari 2021 dienen de lidstaten uiterlijk zes maanden na de vergunning de niet-technische projectsamenvattingen en eventuele aanvullingen via elektronische gegevensoverdracht in bij de Commissie ter publicatie.”;
 

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„4.   De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een gemeenschappelijk format vast voor de indiening van de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde gegevens. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 56, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. De diensten van de Commissie ontwikkelen en onderhouden een doorzoekbare en vrij toegankelijke databank van niet-technische projectsamenvattingen en de eventuele aanvullingen daarop.”;

 

2)

artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de titel en de leden 1 en 2 worden vervangen door:

„INFORMATIE OVER DE UITVOERING EN VERSTREKKING VAN STATISTISCHE GEGEVENS

  • 1. 
    De lidstaten zenden de Commissie uiterlijk op 10 november 2023, en vervolgens om de vijf jaar, de informatie toe over de uitvoering van deze richtlijn en met name van artikel 10, lid 1, en de artikelen 26, 28, 34, 38, 39, 43 en 46.

De indiening en publicatie van die gegevens door de lidstaten geschiedt via elektronische gegevensoverdracht en in een door de Commissie in overeenstemming met lid 4 vastgesteld format.

Uiterlijk zes maanden na de indiening van de gegevens door de lidstaten als bedoeld in de tweede alinea, publiceren de diensten van de Commissie een overzicht voor de hele Unie op basis van die gegevens, en zorgt zij ervoor dat dit regelmatig wordt geactualiseerd.

  • 2. 
    De lidstaten verzamelen jaarlijks statistische gegevens over het gebruik van dieren in procedures en maken deze openbaar, met inbegrip van gegevens over de werkelijke ernst van de procedures en over de soorten in de procedures gebruikte niet-menselijke primaten en hun herkomst.

De lidstaten dienen die statistische gegevens uiterlijk op 10 november van het volgende jaar bij de Commissie in, via elektronische gegevensoverdracht en in een niet-samengevat, door de Commissie in overeenstemming met lid 4 vastgesteld format.

De Commissie ontwikkelt en onderhoudt een doorzoekbare en vrij toegankelijke databank met die statistische gegevens. De diensten van de Commissie maken ieder jaar de door de lidstaten in overeenstemming met dit lid ingediende statistische gegevens en een samenvattend verslag daarvan openbaar.”;

 

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen het gemeenschappelijke format en de gemeenschappelijke inhoud vast voor indiening van de in de leden 1, 2 en 3, van dit artikel bedoelde gegevens. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 56, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”;

 

3)

artikel 57 wordt geschrapt.

Artikel 7

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 166/2006

Verordening (EG) nr. 166/2006 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

in artikel 5, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

„Exploitanten van inrichtingen waar één of meer van de in bijlage I genoemde activiteiten plaatsvinden in een mate die de daarin gespecificeerde toepasselijke capaciteitsdrempelwaarde overtreft, leveren de gegevens die voor de identificatie van de inrichtingen nodig zijn op elektronische wijze en in het in artikel 7, lid 2, bedoelde format bij de bevoegde instantie aan, tenzij de bevoegde instantie reeds over die gegevens beschikt.”;

 

2)

in artikel 7 worden leden 2 en 3 vervangen door:

„2.   De lidstaten verstrekken elk jaar alle in artikel 5, leden 1 en 2, bedoelde gegevens via elektronische gegevensoverdracht aan de Commissie, in het format en binnen een termijn die door de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen moeten worden vastgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. De gegevens worden uiterlijk elf maanden na het einde van het verslagjaar verstrekt.

  • 3. 
    De diensten van de Commissie, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, verwerken de door de lidstaten verstrekte informatie in het Europees PRTR binnen één maand na afronding van de verslaglegging door de lidstaten in overeenstemming met lid 2.”;
 

3)

artikel 11 wordt vervangen door:

„Artikel 11

Vertrouwelijkheid

Telkens wanneer informatie door een lidstaat als vertrouwelijk wordt beschouwd overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad (*8), wordt in het in artikel 7, lid 2, van deze verordening bedoeld verslag voor het betrokken verslagjaar en voor elke inrichting afzonderlijk vermeld welke informatie niet openbaar mag worden gemaakt en de redenen daarvoor.

 

4)

de artikelen 16 en 17 worden geschrapt;

 

5)

bijlage III wordt geschrapt.

Artikel 8

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 995/2010

In artikel 20 van Verordening (EU) nr. 995/2010 worden de titel en de leden 1, 2 en 3 vervangen door:

„Toezicht op de tenuitvoerlegging en toegang tot informatie

  • 1. 
    De lidstaten stellen uiterlijk op 30 april van elk jaar informatie beschikbaar aan het publiek en de Commissie over de tenuitvoerlegging van deze verordening in het voorgaande kalenderjaar. De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen het format en de procedure voor de bekendmaking van dergelijke informatie door de lidstaten vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
  • 2. 
    De diensten van de Commissie maken op basis van de in lid 1 bedoelde, door de lidstaten ingediende informatie jaarlijks een overzicht voor de hele Unie toegankelijk voor het publiek. Bij de opstelling van dat overzicht houden de diensten van de Commissie rekening met de voortgang die is geboekt bij de afsluiting en uitvoering van de Flegt-VPA's overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2173/2005 en de bijdrage daarvan tot het minimaliseren van de aanwezigheid op de interne markt van illegaal gekapt hout en producten van dergelijk hout.
  • 3. 
    Uiterlijk op 3 december 2021, en daarna om de vijf jaar, evalueert de Commissie, op basis van informatie, met name in lid 1 bedoelde informatie, over de toepassing van deze verordening en de daarbij opgedane ervaring, het functioneren en de doeltreffendheid van deze verordening, zo ook wat betreft het verhinderen dat illegaal gekapt hout en producten van dergelijk hout op de markt worden gebracht. Zij let daarbij met name op de administratieve gevolgen voor kleine en middelgrote bedrijven en de onder de werkingssfeer vallende producten. De Commissie brengt verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de resultaten van de evaluatie, en laat die verslagen indien nodig vergezeld gaan van passende wetgevingsvoorstellen.”.

Artikel 9

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 2173/2005

Verordening (EG) nr. 2173/2005 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

artikel 8 wordt vervangen door:

„Artikel 8

  • 1. 
    De lidstaten stellen uiterlijk op 30 april van elk jaar informatie beschikbaar aan het publiek en de Commissie over de tenuitvoerlegging van deze verordening in het voorgaande kalenderjaar.
  • 2. 
    De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen het format en de procedure van de bekendmaking van de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie door de lidstaten vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
  • 3. 
    De diensten van de Commissie maken op basis van de in lid 1 bedoelde, door de lidstaten ingediende informatie jaarlijks een overzicht voor de hele Unie toegankelijk voor het publiek.”;
 

2)

artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

Uiterlijk in december 2021, en daarna om de vijf jaar, evalueert de Commissie, op basis van informatie, met name de in artikel 8, lid 1, bedoelde informatie, over de toepassing van deze verordening en de daarbij opgedane ervaring, het functioneren en de doeltreffendheid van deze verordening. Daarbij houdt zij rekening met de voortgang die is geboekt bij de uitvoering van de vrijwillige partnerschapsovereenkomsten. De Commissie brengt om de vijf jaar verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de resultaten van de evaluatie, en laat, voor zover nodig, die verslagen vergezeld gaan van voorstellen voor verbetering van het Flegt-vergunningensysteem.”.

Artikel 10

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 338/97

In artikel 15 van Verordening (EG) nr. 338/97 wordt lid 4 als volgt gewijzigd:

 

1)

de punten b), c) en d) worden vervangen door:

 

„b)

Op basis van de door de lidstaten verstrekte, in punt a), bedoelde informatie maken de diensten van de Commissie vóór 31 oktober van elk jaar een overzicht voor de hele Unie openbaar over het binnenbrengen in de Unie en de uitvoer en wederuitvoer uit de Unie van de specimens van de soorten waarop deze verordening van toepassing is, en verstrekken zij het secretariaat van de Overeenkomst informatie over de onder de Overeenkomst vallende soorten.

 

c)

Onverminderd artikel 20 van deze verordening verstrekken de administratieve instanties van de lidstaten de Commissie één jaar vóór elke vergadering van de Conferentie van de Partijen bij de Overeenkomst alle relevante informatie betreffende de voorgaande periode die vereist is voor het opstellen van de in artikel VIII, lid 7, onder b), van de overeenkomst bedoelde verslagen en gelijkwaardige informatie over de bepalingen van deze verordening die buiten het toepassingsgebied van de Overeenkomst vallen. Het format voor de indiening ervan wordt door de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen vastgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

 

d)

De Commissie maakt op basis van de door de lidstaten verstrekte, onder c), bedoelde informatie een overzicht voor de hele Unie over de tenuitvoerlegging en handhaving van deze verordening openbaar.”;

 

2)

het volgende punt wordt toegevoegd:

 

„e)

De administratieve instanties van de lidstaten voorzien de Commissie elk jaar vóór 15 juni van alle informatie betreffende het voorafgaande jaar die vereist is voor het opstellen van het jaarlijkse verslag inzake illegale handel dat wordt genoemd in de Cites-resolutie Conf. 11.17 (rev. CoP17).”.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding ervan. Artikel 7, punten 2) en 5), en de artikelen 8, 9 en 10 zijn echter van toepassing vanaf 1 januari 2020 en artikel 1 met ingang van 1 januari 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 juni 2019.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

  • (2) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 26 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 21 mei 2019.
  • (3) 
    Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26).
  • (4) 
    Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).
  • (6) 
    Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 6).
  • (7) 
    Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PB L 189 van 18.7.2002, blz. 12).
  • (8) 
    Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 56).
  • Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).
  • Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 33).
  • Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 1).
  • Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17).
  • Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 23).
  • Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005 inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (PB L 347 van 30.12.2005, blz. 1).
  • Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1).

(*8)  Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26).”;

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.