Besluit 2019/1251 - Standpunt dat namens de EU in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen wat betreft de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992

1.

Wettekst

23.7.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 195/18

 

BESLUIT (EU) 2019/1251 VAN DE RAAD

van 15 juli 2019

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen wat betreft de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Internationale Suikerovereenkomst 1992 (1) (hierna “de overeenkomst” genoemd) is gesloten bij Besluit 92/580/EEG van de Raad (2) en is op 1 januari 1993 in werking getreden. De overeenkomst is gesloten voor een periode van drie jaar tot en met 31 december 1995 en is sindsdien regelmatig verlengd met telkens twee jaar. De overeenkomst is voor het laatst in december 2017 verlengd bij besluit van de Internationale Suikerraad en blijft tot en met 31 december 2019 van kracht.

 

(2)

Op grond van artikel 45, lid 2, van de overeenkomst kan de Internationale Suikerraad de overeenkomst verlengen met opeenvolgende termijnen die bij iedere gelegenheid twee jaar niet overschrijden.

 

(3)

De Internationale Suikerraad zal tijdens zijn 55e vergadering op 19 juli 2019 besluiten over de verlenging van de overeenkomst tot en met 31 december 2021.

 

(4)

Vóór het besluit over de verlenging van de overeenkomst zal de Internationale Suikerraad tijdens zijn 55e vergadering ook stemmen over een voorstel van de Unie om de overeenkomst te wijzigen wat betreft de regels inzake de financiële bijdrage aan de Internationale Suikerorganisatie. Dat voorstel is het resultaat van onderhandelingen die de Commissie heeft gevoerd conform een machtiging van de Raad om namens de Unie onderhandelingen te openen, namelijk Besluit (EU) 2017/2242 van de Raad (3).

 

(5)

Een mogelijke verwerping van het voorstel tot wijziging van de overeenkomst zou indruisen tegen de doelstellingen van de Unie om de overeenkomst te moderniseren, waarmee er vraagtekens zouden worden geplaatst bij het nut van verlenging van de overeenkomst.

 

(6)

Het is passend om het standpunt te bepalen dat namens de Unie in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen met betrekking tot de verlenging van de overeenkomst. De verlenging van de overeenkomst is in het belang van de Unie, ingeval de wijziging van de overeenkomst eveneens wordt goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen, is dat gestemd wordt voor verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 met nogmaals twee jaar tot en met 31 december 2021.

Tenzij de Internationale Suikerraad het voorstel van de Unie tot wijziging van de overeenkomst wat betreft de regels inzake de financiële bijdrage aan de Internationale Suikerorganisatie, goedkeurt, voorkomt de Commissie echter dat een besluit inzake de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 bij consensus wordt genomen, en onthoudt zij zich van elke aansluitende stemming ter zake.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    LEPPÄ
 

  • (3) 
    Besluit (EU) 2017/2242 van de Raad van 30 november 2017 houdende machtiging om onderhandelingen te openen tot wijziging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 (PB L 322 van 7.12.2017, blz. 29).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.