Besluit 2019/102 - Ondertekening en voorlopige toepassing van een protocol bij de associatieovereenkomst met Israël in verband met de toetreding van Kroatië tot de EU - Hoofdinhoud
24.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 21/1 |
BESLUIT (EU) 2019/102 VAN DE RAAD
van 25 juni 2018
betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van een protocol bij de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 5,
Gezien de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië, en met name artikel 6, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds (1) („de overeenkomst”), werd op 20 november 1995 in Brussel ondertekend. De overeenkomst trad op 1 juni 2000 in werking. |
(2) |
De Republiek Kroatië is op 1 juli 2013 toegetreden tot de Europese Unie. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië dient de toetreding van de Republiek Kroatië tot de overeenkomst te worden geregeld door middel van een protocol bij de overeenkomst gesloten tussen de Raad, handelend met eenparigheid van stemmen namens de lidstaten, en de Staat Israël. |
(4) |
Op 14 september 2012 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de Staat Israël. De onderhandelingen zijn succesvol afgesloten door het ondertekenen van een protocol op 28 september 2017. |
(5) |
In artikel 7, lid 3, van het protocol is bepaald dat het voorafgaand aan de inwerkingtreding ervan voorlopig moet worden toegepast. |
(6) |
Het protocol dient te worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan, en voorlopig te worden toegepast, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Er wordt machtiging verleend tot de ondertekening namens de Unie en haar lidstaten van het protocol bij de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, onder voorbehoud van de sluiting van het protocol.
De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) het protocol namens de Unie en haar lidstaten te ondertekenen.
Artikel 3
Het protocol wordt voorlopig toegepast met ingang van 1 juli 2013, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van het protocol, in afwachting van de voltooiing van de procedures die nodig zijn voor de sluiting ervan.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 25 juni 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
-
F.MOGHERINI
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.